Binnenland.
Rechtszaken.
(«cmengd Nieuws.
Do stand der partijen is naar de
laatste resultaten als volgt:
Gekozen zijn 295 ministerieelen, 79
liberalen, 59 Ieren. De oppositie wint
éen stem.
De beide onverzoenlijke Iersche leiders,
tevens eikaars verbitterde tegenstanders,
Healy en O'Brien, zijn herkozen, ook de
zeer protectionistisch gezinde minister
Chaplin, die het onzen vleeschinvoer zoo
lastig maakte, behield zijn zetel.
Gevallen is een der krachtige tegen
standers van den Zuid-Afrikaanschen
oorlog, de bekende drankbestrijder Sir
Wilfred Lawson.
Te Northampton werd met groote meer
derheid Labouchère en een andere liberaal
gekozen.
Herziening van het Wetboek van Straf
recht. De Minister van Justitie heeft ge
meend dat de praktijk van ons strafwet
boek verschillende leemten en gebreken
aan het licht heeft gebracht. Daarom
heeft hij een wets-voorstel tot wijziging
gedaan van verschillende artikelen.
Over de wijziging in het gevangenis
stelsel citeeren wij het volgende uit de
memorie van toelichting
»Ten aanzien van het cellulaire stelsel
het eenige dat voor ons land mogelijk
is, wordt, om aan zijn doel te beant
woorden, noodig geacht lo. de invoering
van eene classificatie waarbij zoowel
physische (lichamelijke) als psychische
(zielkundige) motieven gelden en waarbij
ook met geschiktheid voor bepaalden
arbeid rekening moet worden gehouden
en 2o. niet streng vasthouden aan de
volkomen doorvoering der afzondering,
maar in bepaalde gevallen met verstan
dige voorzorgen zekere verzachting toe
te staan. In verband met andere gunsten
eenerzijds en strenger tucht anderzijds
zal daardoor het stelsel ook naar zijne
positieve zijde worden opgebouwd
Uit het geneeskundig onderzoek moet
uitdrukkelijk blijken, dat de gevangene
ongeschikt is voor de cel.
Wenschelijk wordt het tevens geacht
den rechter de bevoegdheid te verleenen
reeds aanstonds by de veroordeeling den
recidivist aan een strenger stelsel te
doen onderwerpen dan den gelegenheids-
misdadiger.
Ook wordt de toepassing van de wa
ter- en broodvoeding in gevallen van
persoonlijke ongeschiktheid" (2) uitge
sloten.
Voorts wordt het instituut der voor-
gelukken veroorzaakt. Wilde de kerel mjj
ook waarschuwen, of ware het mogelijk
dat die onnoozele hals in zijn overmoed
een noodlottigen nacht verraadde, dien alle
pruisen wachtte. Ik werd nadenkend, en
besloot mijn vriend en landsmaD Burk-
hardt het gesprek mede te deelen, toen
wij voor de oude starosty aankwamen.
Het was een oud, hoog, steenen huis in
eene stille, afgelegene straat. Voor wij er
aangekomen waren, bemerkte ik reeds,
dat zij, die het buis voorbij gingen, scbuwe
en geheime blikken wierpen op het zwarte
gebouw Zoo ook deed mijn geleiderhij
sprak geen woord meer, doch wees met
den vinger op de huisdeur, en maakte
zich zonder groet uit de voeten.
Mijne aankomst en ontvangst te
Bruzwezmcisl, was niet bemoedigend en
uitnoodigend geweest. De eerste personen,
die mij hier begroetten, de onbeleefde
dame in de poort en de lompe, nieuwe
oost-pruisische postmeester en die pool,
welke onze taal zoo radbraakte, hadden
mij allen lust zoowel voor de stad als
voor mijne bestemming beoomen. Ik was
verheugd eindelijk een mensch te zullen
ontmoeten, die ten minste eenmaal de
zelfde lucht met mij had ingeademd. Burk-
hardt had by ons te lande wel niet in
den besten reuk gestaan, maar wat ver
andeit de mensch niet bij het wisselen
van omstandigheden. Is de stemming van
ons gemoed wel iets anders, dan het werk
van hetgeen ons omringt? De zwakke
waardelijke veroordeeling ingevoerd zoo
als die reeds in andere landen met name
in Frankrijk en België bestaat. De; straf
wordt daarbij wel uitgesproken, doch eerst
ten uitvoer gelegd als de veroordeelde
binnen zekeren termijn zich weder aan
een misdrijf schuldig maakt.
Tal van bepalingen worden verder
vooropgesteld over het verband van boete
en hechtenis, samenloop van straffen
enz.
Vermeerderd wordt de aansprakeliik-
heid van drukkers, uitgevers en redac
teurs, door bij hen de wetenschap of het
bestaan van vermoeden van het straf
baar karakter van het gedrukte tot voor
waarde dier aansprakelijkheid te stellen.
Aan ouders, voogden, meesters, en
ook aan werkgevers ten aanzien van min
derjarige werklieden en dienstboden wordt
een soort tuchtrecht toegestaan, waarvan
de hardhandige uitoefening straffeloos is,
Voor de begrippen daderschap en poging
worden nieuwe omschrijvingen gegeven.
Heel belangrijk is de nieuwigheid dat
voortaan, opruiing tot ongehoorzaamheid
aan de wet ook straf jaar zal zijn al
wordt geen bepaald strafbaar feit genoemd
Tot nu toe moet men bepaald tot het
plegen van een strafbaar feit hebben aan -
gespoord, om vervolgd te kunnen worden.
Ook beleediging wordt strafbaar gesteld
van een geheel college of een vereeniging
met rechtspersoonlijkheid, zooals een be
paalde kerkelijke gemeente of een bepaald
rechterlijk college, een diakonie of een
universiteit.
De minister zegt er vanDe eerbied
verschuldigd aan het openbaar gezag eischt
dat gestelde machten en openbare licha
men niet straffeloos, opzettelijk in hun
goeden naam worden aangerand, ook dan
wanneer niet een of meer ambtenaren in
divedueel in hunne eer worden gekrenkt."
De zwaarte der straf is gelijk aan die
op smaad gesteld.
Onder verschillende nadere bepalingen
op het stuk van aantasting van eerbaar
heid en kwetsing van het zedelijksgevoel
(vuile geschriften, plaatje? enzkomt ook
voor een strafbaarstelling van de publieke
vrouw, die op anderen (n. 1 mannen, die
van haar beklagenswaardig wanbestaan
gebruik maken om voor geld wat lust te
koopen) geslachtelijke besmetting over
brengt.
Nieuw zijn ook de bepalingen tegen de
flesschentrekkerij. In hoofdzaak komen zij
hierop neer dat het tegenwoordig voor op
lichting gevergde „samenweefsel van ver
dichtselen" niet meer noodig zal zijn voor
de strafbaarheid. Allerhande slinksheden,
waardoor vermoeden van credietwaardig-
heid wordt gewekt, worden met straf be
dreigd.
In navolging van Duitschland worden
ook tegen de oneerlijke concurrentie be
staande in bedriegelijke voorspiegelingen
tot misleiding van het publiek, strafbe
palingen voorgesteld
De groote zwendelarijen bij het aan
prijzen van nieuwe maatschappijen en
wordt in den angst een reusde lafie in
het gevaar van den strijd een held Her
cules onder de vrouwen een vlasspinner.
En vooiondersteld, dat de ontvanger voor
zijn koning alle mogelijke goede grondbe
ginselen aangenomen, maar voor zich zei
ven dezelfde behouden had, dan is het nog
beter een goedhartig drinker, dan een te
ringachtig, neuzenloos geraamte, beter een
lichtzinnig speler, dan een in lompheden
doorkneed postmeester, beter een dapper
vechter, dan een misnoegde pool voor ge
zelschap te hebben. Deze laatste ondeugd
van Burkhardt werd hem echter in mijne
oogen als eene verdienste toegerekend
want mijn zachte, bescheidene en vrees
achtige inborst, die mama zoo hoog roem
de kon mij, bij een opstand der polen, ten
verderve strekken.
Er zijn deugden, die op sommige plaat
sen gebreken, en gebreken, die wedeiom
deugden worden. Alles is niet overal het
zelfde hoewel het hetzelfde gebleven is.
(Wordt vervolgd.)
flnancieële ondernemingen, waarvan de
aandeelen moeten worden geplaatst, en
al het eerlijke in de concurrentie der
groote zaken blijven ongemoeid.
Strafbaar zal zijn de gewoonte van
sommige huiseigenaars om bij wanbeta
ling van de huurpenningen, of om andere
reden, b, v. ontslag van den huurder
uit hun dienst de woning onbruikbaar
te maken door wegneming van dakpan
nen, uitlichten der vensters en deuren,
enz., ook al is de huurtijd nog niet ver
streken.
AXEL, deu 0 October 1900.
Men schrijft aan de M. Ct.
In bijna alle Belgische gemeenten be
staan zusterscholen, waarin, het spreekt
van zelf, een goed deel der schooluren in
beslag genomen wordt door onderricht in
godsdienstzaken en ook handwerkonder-
wijs. In Nederlandscbe gemeenten, die
met eene op Belgisch grondgebied zoowat
een kom, een dorp vormen, komt het dan
ook vaak voor, dat hoofden van gezinnen
hunne meisjes, jongens boven zes jaar
worden niet toegelaten, naar die zuster
scholen zenden. Te Koewacht o. a. gaan
c. a. een 90 meisjes, boven 6 jaar, naar
de bijzondere Belgische meisjesschool. Met
het oog nu op de aanstaande invoering
van- de leerplichtwet, heeft de schoolop
ziener in het district Mi idelburg dezer
dagen aan de hoofden van scholen in de
grensgemeenten van Zeeuwscb-Vlaanderen
eene circulaire gezonden, waarin gevraagd
wordt ol den hoofden van scholen beüenö
is, dat kinderen uil gezinnen, op Neder
landse h grondgebied gevestigd, ingeschre
ven zijD als leerling van een school in
België tot welke gemeente die kinderen
behooren en om welke reden zij, naar de
meening der hoofden van scholen, 6en Bel
gische en niet een Nederlandscbe school
bezoeken.
Arrondisseinents-Keclitbaiik te Middelburg.
SMAADSCHRIFT.
Voor bovengenoemde rechtbank had zich
Vrijdag nog te verantwoorden P. H. A. v.
d. P., oud 68 jaren, gepensionneerd briga-
diei der rijksveldwacht, geboren te's Gra-
venhage, wonende te Hulst.
Hem werd ten laste gelegd dat hij, in
de tweemaal 's weeks te Sas van Gent
verschijnende en aldaar, in Zaamslag en
elders in Nederland verspreid wordende
courant De Zeeuwsche Koerieren wel in
het nommer van 7 Juli, heeft doen op
nemen een ingezonden stuk, geteekend
»Eenige Zaamslagers," waarin do eer en
de goede naam van den gemeente-veld
wachter W. van Petegem, welke persoon
ook wel Peethof wordt genoemd, zijn
aangerand.
Iu deze zaak waren vanwege den officier
van justitie zes getuigen gedagvaard.
Voorlezing werd in de eerste plaats
gedaan van de ingediende klacht van Van
Petegem en van het begin en slot van
het ingezonden stuk in genoemde courant,
dat reeds in zijn geheel door den officier
was gelezen.
De eerste getuige, W. van Petegem,
gemeente-veldwachter te Zaamslag, ver
klaarde dat hem bekend was geworden
hoe in de Zeeuwsche Koerier een ingezonden
stuk was geplaatst dat op hem betrek
king had.
Hij heeft dat stuk gelezen en acht zich,
ofschoon daarin niet zijn naam genoemd
wordt maar wel zijn bijDaam, door den
inhoud beleedigd.
De volgende getuige C. Verhaak, redac
teur-uitgever te Sas van Gent, deelde mede
de meergenoemde courant uit te geven.
Dat blad wordt algemeen verspreid, zoowel
in Sas van Ger,t als elders. Dat was ook
het geval met het nommer, waarvan hier
sprake is.
Het bewuste stuk is getuige per post
door beklaagde gezonden, die in een bege
leidend schrijven opname ervan verzocht.
Hij heeft het stuk geplaatst letterlijk
zooals het luidde.
Getuige weet niet dat aan Van Petegem
de bijnaam van Peetbof wordt gegeven.
J. H. Westerveld, brigadier der mare
chaussee te Sas van Gent, verklaarde, als
gewoonlijk, ook het nummer van 7 Juli
van meergenoemde courant ontvangen en
het ingezonden stuk gelezen te hebben.
Het is hem sedert lang bekend dat Van
Petegem met den bijnaam van Peethof
wordt aangeduid.
De bekl. beweerde dat het hem niet
bekend is geweest dat de gemeente-veld
wachter dien bijnaam had.
C. Stoffels, koopman te Zaamslag, ver
klaarde aboucé te zijn van meergenoemde
courant en die geregeld te ontvangen. Hij
kan zich niet herinneren of hij het bewuste
nommer gekregen heeftook niet of hij
het ingezonden stuk heeft gelezen.
Wel is het hem sedert jaren bekend dat
de gemeente-veldwachter door velen Peet
hof wordt genoemd.
L. J. Geelhoed, zonder beroep te Zaam
slag, verklaarde ook abonné te zijn van
de meergenoemde courant en ook het
nummer waarvan bier sprake is, gelezen
te hebben.
Hij heeft Van Petegem over net inge
zonden stuk gesproken, omdat deze onder
den genoemden bijnaam algemeen bekend
is, en hem gezegd dat de schrijver daarvan
gerechtelijk zou te vervolgen zijn.
De bekl. erkende de schrijver te zijn
van het geïncrimineerde artikel en dit te
hebben opgezonden aan de courant, met
het doel daaraan publiciteit te geven.
Hij beweerde echter dat met Peethof
niet de veldwachter bedoeld is maar een
ander.
Maar al ware dat zoo geweest, dan nog
meent bij geen strafbaar feit gepleegd te
hebben, wijl de naam van Van Petegem
in het bewuste stuk niet is genoemd.
Hij had dan ook niet de bedoeling dien
man te smaden.
De president was van meeniDg dat uit
den inhoud van het stuk duidelijk blijkt
dat met Peethof wel degelijk de gemeente
veldwachter is bedoeld. Dit kwam ook
aan het licht door voorlezing van een,
door bekl. ondergaan verhoor voor den
brigadier der marechaussee te Hulst C.
Meulblok.
Deze, daarop gehoord, verklaarde dat
bekl. hem had gezegd dat de gemeente
veldwachter iemand is met wien geen
mensch over den weg kan, en met wien
hij ook als brigade-commandant derrijks-
veldwacht te Zaamslag zulke onaange
naamheden gehad had dat hij zich verplicht
had gezien zijn eervol ontslag aan te
7ragen, Dat had hem aanleiding gegeven
tot zijn schrijven.
Bekl. gaf dit toe.
De officier van justitie achtte het ten
laste gelegde wettig en overtuigend be
wezen.
Hij stelde in het licht dat het ingezonden
stuk voor Van Petegem beleedigend is,
wijl hem daarin o.a. diefstal wordt ten
laste gelegd, en dat met Peethof de veld
wachter bedoeld is.
De spreker vorderde schuldigverklaring
van den bekl. aan eenvoudige beleediging
en zijne veroordeeling tot veertien dagen
gevangenisstraf.
Bekl. herinnerde aan zijn diensten, aan
de justitie bewezen, en toonde aan dat de
veldwachter hem het leven zeer lastig
heeft gemaakt, waardoor hij, die zeer
driftig is, gehandeld heeft zooals hij deed.
Hij riep daarom de clementie van de
rechtbank in.
Uitspraak over acht dagen. M. Ct.
De kindermoord, te Tilburg.
De »Nieuwe Tilburgsche Courant" van
Donderdag bevatte de volgende mededeeling
Wy vernemen, dat in de laatste dagen
eenig meer licht in de zaak is gekomen.
Zoo heeft een oproeping in de Tilburgsche
bladen tengevolge gehad, dat zich Maandag
bp den commissaris van politie heeft aan
gemeld de juffrouw E., wonende aan de
Lange Nieuvrstraat, die door den schilder
M was aangesproken op Vrijdag 24 Augus
tus des namiddags toen de koster werd ge
arresteerd.
Deze getuige had op genoemden datum