Binnenland.
Landbouw-
kadrons met vier kanonnen. Ten slotte
maken wij nog melding van het gerucht,
dat president Kruger een proclamatie heeft
uitgevaardigd, waarin hij vraagt of de
Burgers den oorlog wenschen voor te
zetten of niet.
- De uitslag der in België gehouden
verkiezingen is dat voor de Kamer ge
kozen zijn 84 katholieken, 68 liberalen
en socialisten. Voor den senaat 47 ka
tholieken en 28 oppositie leden.
Met een enkel woord kondigden wij in
ons vorig nummer het verschijnen van de
Memorie van Antwoord op het Voorloopig
Verslag vsd de Eerste Kamer over de
Ongevallen-Wet nog aan. We willen thans
een en ander uit dit verslag aanhalen.
De minister begint met te verklaren dat
het hem aangenaam was te vernemen, dat
in het algemeen de juistheid werd erkend
van het beginsel, dat de werkman schadeloos
behoort te worden gesteld wegens geldeljjke
gevolgen van een ongeval hem in verband
met de uitoefening van het bedrjjf over
komen, en ook de meeste leden van oordeel
waren, dat het recht van den werkman op
schadeloosstelling bij de wet regeling be
hoeft Onder deze omstandigheden meent
hij de verwachting te mogen koesteren, dat
met het oog op de dringende behoefte aan
eene wettelijke regeling de Eerste Kamer
hare medewerking zal verleenen aan het
tot stand komen der voorgestelde regeling,
ook al mochten sommige leden met de
Regeering van gevoelen verschillen over de
wijze, waarop voorziening in de rechten des
werkmans behoort te geschieden.
Eenige leden betwijfelden ot in de tegen
eoordige tijdsomstandigheden wel behoefte
bestaat aan eene zóó ingrjjpende regeling
als thans wordt voorgesteld. Zij meenden,
dat, nu enkele werkgevers voldoende gezorgd
hebben voor hunne werklieden, de overige
wel gedwongen zullen worden hun voorbeeld
te volgen. Naar de meening van de onder-
geteekenden is zonder wettelijke» dwang
een algemeen worden van die voorzieningen
niet te verwachten. Niettegenstaande sinds
jaren andere landen op bet gebied der onge
vallenverzekering zgn voorgegaan, en ook
in Nederland enkele werkgevers op voldoende
wijze zich het lot van hunne getroffen werk
lieden aantrekken, laat hier te lande de
verzekering van den werkman tegen bedrijfs
ongevallen nog maar al te veel te wenschen
over. Wel kan uit de cgfers in de verslagen
van de Inspecteurs van den arbeid worden
aangetoond, dat de meeste van de door een
ongeval getroffenen ondersteuning hebben
De band6l was op de laatste mis weder
zeer flauw. De mioist6rs eten, drinken,
doen wat zij willen hebben geen ver
stand van den handel, laten de fabriekan
ten bankroet gaan daar helpt geen praten
tegen. Het is weer zoo slecht, ja nog slech
ter met ons gesteld, dan vroeger. Doet
een eerlijk man, die de zaken beter in
ziet, den mond open, en wil bij eenen an
deren tooD aanslaan, dan zijne Exellentie
(met het kruis boven, en de onverschil
ligheid onder het knoopsgat) dan worden
korte wetten gemaakt. Men neemt den
ongelukkige gevangen, en straft hem als
een demagoog ot iets dergelijks. Ik zeg u,
zwijg meisje 1 Gij hebt van die dingen
volstrekt geen verstand. Gij moet niet
verder over uwen theepot zien, dan in de
kopjes, anders schenkt gij bezijden.
Waldricb bemerkte uit dit gesprek, dat
de oude heer nog dezelfde driftige, opvlie
gen.ie man was, op wien men, in weer
wil van al zijne eigeodommeljjkheden, niet
vertoornd kan worden. Dewijl er in dien
strijd, tusschen vader en dochter, uitspraak
moest gedaan worden, was de komraan-
dant zoo wijs en wellevend, den vader ge
lijk te geven, wat de heilige zaak aangaat
en dit deed zijn verstand eer aan. Dewijl
hij zich zeiven echter niet vt>roordeelen
wilde, moest hij zijne schoone voorspraak
gelijk geven, hetgeeD het goede hart be
treft, met hetwelk George voor de ver
meende heilige zaak uitgetrokken was.
»Ik zie het al 1" riep de oude beer, »gij
genofen, maar daarbij worde wel in het oog
gehouden, dat onder die ondersteuning iedere
tegemoetkoming, hoe klein ook, begrepen
is. Met behulp van de statistiek toont de
minister verder aan, datna een ingesteld on
der zoek bleek, dat van 130000 werklieden
slechts 23°/o verzekerd was.
Met leedwezen heeft de Regeering kennis
genomen van het ongunstig oordeel geuit
over de voorbereiding van het wetsontwerp.
Voor zoover dat ongunstig oordeel ook tegen
haar werd geuit, die bij haar optreden het
wetsontwerp, slechts in onderdeelen van het
tegenwoordige afwijkende, bij de Tweede
Kamer aanhangig vond, wenscht zij er
andermaal op te wjjzen, dat uit de kringen
der belanghebbenden geen enkele stem was
opgegaan tegen het stelsel van het ontwerp
gedurende den geruimen lijd, die sedert de
eerste indiening verstreken was e» dat
daarentegen de kritiek, voor zoover die zich
had doen hooren, ove. het geheel niet on
gunstig was. Men zou gewenscht hebben,
dat de Kamers an arbeid en de werklieden
verenigingen waren geboord.
Doch over het niet hooren van de werk
liedenverenigingen kunnen de tegenstanders
van het ontwerp zich wel allerminst be
klagen, nu zoovele van die vereenigingen
juist nog in den laatste» tijd bunne adhaesie
aan het ontwerp hebben betuigd.
Met ernst moet de Kegeering de beschul
diging afwjjzen, als zou bjj het ontwerpen
van dit voorstel van het standpunt zjjn uit
gegaan, dat de werkgever de natuurjjjke
vijand van den werknemer is. Dit zou dan
blijken uit de omstandigheid, dat de werk
gevers uitgesloten zjjn van alle functiën,
die eenigen invloed op de werking der wet
kunnen nitoefenen. Daaruit is echtei geene
andere gevolgtrekking te maken dan dat
- te recht of ten onrechte gestreefd
is naar eenvoud in de organisatie en dat
men de werkgevers niet heeft willen be
zwaren met allerlei publiekrechtelijke func
tiën, waarvan de richtige waarneming steeds
met veel tjjdverlies gepaard gaat. De Regee
ring kan op dit punt de&tjjds gedwaald
hebben, maar ten vijandig of zelfs maar
wantrouwend optreden tegen de werkgevers
heeft nimmer in hare bedoeling gelegen.
Vervolgens wordt het stelsel door de
Regeering in alle bijzonderheden verdedigd.
De meening van het lid, dat wel de aan
neming maar niet de invoering der wet
verlangde, schjjnt den ondergeteekende
moeilijk te verdedigen toe. Naar zijn oordeel
is de Regeering verplicht om eene wet in
te voeren, zoodra de daarvoor noodige maat
regelen zijn tot stand gekomen.
Omtrent de meenhig van sommige leden,
dat aan eventueele verwerping van dit wets
ontwerp geene politieke beteekenis zou be-
zijt slimmer dan sinjeur Paris bij de drie
dwaze dames van Troye. Gij maakt het
u gemakkelijk; gij snijdt den appel mid
den door, geeft elk een stuk en zegtwel
moge bet u bekomen
»NeeD, mijnheer Bantes 1 indien uw
George dwaalde, dwaalde bij, evenals zoo
vele andere duizenden mannen, en ook ge
lijk ik deed. Ook ik maakte dien krijgs
tocht, ter bevrijding van Duitschland mede
en verliet ton dien einde alles. Onze troe
pen werden zoo als gij weet, verslagen.
Toen moest men niet meer uitrekenen en
oaderzoeken, maar toeslaan, en goed en
bloed veil hebben, om de eei der nate en
den troon van don vorst te redden. Dat
hebben wij gedaan, en nu moesten wij
met geduld den uitslag afwachten. De best
gezinde staatsman kan niet tooveren, en
het verloren paradijs in een tour de main
herstellen. Ik althans heb nog geen berouw
over hetgeen ik gedaan heb."
»Ik heb alle respect," zeide de beer Ban-
tes, met eene diepe buiging, »vooi de uit
zondering, welke gij op den regel maakt.
De uitzonderingen zijn in deze wereld ge
woonlijk beter dan de regels zeiven. Het
komt mij echter kluchtig, of bedroevend
voor dat wij, burgers boeren en fabriekan
ten twintig jaren lang ons geld moeten
geven, om in tijd van vrede een leger van
honderd duizenden nietsdoende bpscber-
meis van den troon te voeden, en iü flu
weel, zijde en goud te kleeden, en dat
wg dan in het een en twintigste, wanneer
hoev«r, worden te gehecht, meent de onder
geteekende niet in beschouwingen te moeten
treden.
Ten aanzien van bet niet opnemen van
het landbouwbedrijf schrijft de minister
Werden ook de bedrijven van landbouw
al dadeljjk in de verzekering opgenomen,
dan zou dit de uitvoering niet weinig ver
zwaren. Het aantal ondernemingen, welke
na het in werking treden der wet in be
trekkelijk korten tgd in de verschillende
ge va: en klassen zullen moeten worden inge
deeld en waaraan vervolgens bet juiste
gevaren percent zal moeten worden toege
kend, zal allicht 70.000 a 80.000 bedragen.
Die indeeling in gevarenklassen en toeken
ning van gevarenpercent^n zal natuurlijk
reeds zeer veel arbeid vereischen. Moesten
deze werkzaamheden ook geschieden voor
de ondernemingen van landbouw, welker
aantal waarschijnlijk meer dan 100.000
bedraagt, dan zou het noodzakelgk gevolg
van de reusachtige hoeveelheid arbeid, welke
dit zou kosten, zjjn, dat de uitvoering der
verzekering voor de werklieden in de eigen
lyke industrie zeer zou worden vertraagd,
terwjjl toch ook de werklieden in de land
bouwbedrijven geruimen tgd van de voor-
deelen der verzekering verstoken zouden
blijven.
Nog om eene andere reden zon de dade) jjke
opneming der landbouwbedrijven onge-
wenscht zjjn. De grootste Anstalt in Oosten
rijk telt ongeveer 560.000 verzekerdeu.
De Rijksverzekeringsbank zou dus reeds
een aantal verzekerden omvatten, niet veel
geringer dan de grootste Anstalt in Oos-
tenrjjk.
Nn zal de ondervinding moeten leereti of
de verzekering van de werklieden in de
landbouwbedrijven zonder bezwaar dooi
dezelfde Rijksverzekeringsbank zou knnnen
geschiedeu, dan wel of oprichting van eene
tweede bank zou noodig zjjn.
D"t de groote uitbreiding van werkzaam
heden der Rijksverzekeringsbank, welke van
de opneming der landbouwbedrijven het
gevolg zou zijn, het stelsel der wet zou
veroordeelen, kan de ondergeteekenden
niet inzien. Immers een stelsel kan voor
de uitvoering veel arbeid vereischen, maar
toch deugdeljjk zjjn.
Aan het »Rappoit ovei de Stierenkeu-
ringen in de Provincie Z eland, voorge
schreven bij art. 12 van het Reglement
aangaande de Veefokkerij van Rijkswege
en bij art. 12 van het Regiment op bet
houden van Stieren keuringen met subsidie
uit de Provinciale fondsen" ontleenen we
het volgende, wat naar onze meening bet
gewichtigste kan geacht worden in dit
verslag, dat we gaarne in zijn geheel
hadden opgenomen, indien onze ruimte
minder beperkt ware.
Nadat in bet rapport eenige nuttige
wenken zijn gegeven omtrent iiet houden
van goede stieren en bet invullen van
melklijsten, komt men tot de volgende
aanbevelingen
1. Houd melklijsten om de melkopbrengst
van elk uwer koeien te weten.
2. Laat tevens die melk alle maanden
op vetgehalte onderzoeken de directeuren
der Boter la brieken zullen zich gaarne met
die taak tegen een matig6 vergoeding
willen belasten.
3. Gebiuik nooit een stier, zonder diens
vader en moeder goed te kennen en te
weten hoe bunne melkopbrengst was en
welk vetgehalte zij bad.
4. Hebt gij eenmaal zulk een stier en
neer de beschermers van den troon ver
slagen zijn, zeiven moeten opstaan, om de
schaal weder in evenwicht te brengen."
Onder dergelijke gesprekken was men
reeds hg bet eerste middagmaal vertrou
welijk gewerden. De beer Bantes gaf er
zelf den toon toe, want, zooals bij ook zeide
bij was een man, die geen doofpot van
bet hart maakte.
Hoe tevreden de kommandant zich ook
gevoelde, bij zijn incognito, wenschte bij
echter, dat bet een einde nam.
Wordt vervolgd.)
wenscht gij dien voor dekstier te bestem
men, voed hem dan het eerste jaar krachtig,
opdat hij, wanneer de dektijd daar is, flink
ontwikkeld zijn moge.
5. Meent gij zekerheid te hebben dat
uw stier die gewensebte eigenschappen
bezit, zie dan nauwkeurig toe, of hjj die
ook goed overerft en wanneer gjj u daarvan
overtuigd hebt, houd bem dan in waarde
en houd hem zoo lang mogelijk, en voed
hem niet te zwaar, om hem lang te kunnen
houden.
6. Spreek met uwe dorpsgenooten om
samen een goeden stier aan te koopen en
tracht door het oprichten van Stierenver-
eenigingen, gezamentlijk lat te bereiken,
wat elk afzonderlijk wellicht te zwaar zou
drukken.
Na deze uitwijding| komt bet eigentlijke
onderwerp, de Stieren keuringen, waarvan
de uitkomst niet bjjzorder bevredigend is
geweest.
Er valt een vermindering waar te nemen
der oudere stierenwier meerdere en langere
aanhouding de commissie juist het meest ge
wenscht acht.
Het duDkt der commissie, waar over
hel algemeen de aanhoudingspremies reeds
zeer klein zijn en veel te klein, om daarin
eene bijzondere aanmoediging te zien, dat
in alle geval de derde premies gevoegelijk
geheel opgeheven konden worden en dat meu
met het daardoor beschikbaar komende
bedrag de Eerste en Tweede premies kon
verhoogen.
Het resultaat der in dit voorjaar ge
houden keuringen in den kring Zeeuwscb-
Vlaanderen, oostelijk deel, is geweest als
volgt.
A. Keuring te Axel.
Stieren met twee breede tanden.
Aangevoerd 3 stieren. Ie onderhouds
bijdrage van 69,— Mont dor van L. de
Feijter Jz. te Axel2e van 46,— Kees
van Ph. J. van Dixhoorn te Axel3e van
f 23,- niet toegekend.
Stieren met nog geen twee breede
tanden.
Aangevoerd 4 stieren. Ie aanmoedigings- I
premie van 39,— Comeille van J. van
Hoeve te Axel2e van f 26,— Mat van
C. van Waes te Zuiddorpe3e van 13,—
Jan van Jac. Dekker te Boschkapelle.
Als algemeene indruk moet worden ge
constateerd, dat Axel dit jaar lang niet
zoo uitstekend was als in vroegere jaren,
toen zij onder de beste der keuringsplaatsen
kon worden gerangschikt.
B. Keuring te Hulst.
Stieren met nog g -en twee breede
tanden.
Aangevoerd 1 stier. Ie onderhoudsbij
drage van ƒ69,— niet toegekend 2e van
46,- Frits van Cb. Steijaert te Graauw
3e van 23, niet toegekend.
Aangevoerd 7 stieren. Ie aanmoedigings-
premie van 39, Leon van Ed. van
Acker te Absdale2e van 26,— Dirk
van Ch. Steijaert te Graauw en Bram van j
P. L. de Meuricby te Clinge 3e van 13, - I
Gust van Aug. van Overmeire te Huist.
Slechts één oudere stier aangevoerd
de jongere voimden een goede collectie
en waren over het algemeen goed ont
wikkeld.
C Keuring te Kloosterzande.
Stieren met twee breede tanden.
Aangevoerd 4 stieren. Ie onderhouds
bijdrage van 69,— Willem van Fi. de
Ruijtei te Hengstdijk en Jakobus van A.
Aernoudts te Hontenisse; 2e van 46,--
Rudolf van Louis van Mol te Hoctenisse j
en Gustaaf van P. Polfliet te Kloosterzande.
Stieren met nog geen twee breede
tanden.
Aangevoerd 8 stieren. Ie aanmoedigings- j
premie van ƒ39,— President Steijn en
President Kruger van P. Hiel te Klooster
zande 2e van 26, - Cronjé van J. A.
Pateer Ez. te Hontenisso 3o van 13,—
Leo van P. Polfliet te Kloosterzande en
Ditk van Fr. de Ruijter te Hengstdijk.
Een zeldzaam schoone collectie oudere
stieren, zooals de commissie nergens elders
beeft ontmoetook de jongeren vormden
de beste in geheel Zeeland in dit jaar en
met groote voldoening mag Je uitkomst
der keuring te Kloosterzande geboekstaafd
worden.