HERMINGARDA. No. 1407. Zaterdag 10 Maart 1000. l*>e Jaarg-. Nieuws- e ii Advertentieblad voor Zeeuwse h - Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Uitsluitend voor de Abonne' van ons blad. Buitenland. FEUILLETON. AXELSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Ad ver ten tien van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde* naa>- ulaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Tegen inwisseling van de Bon voorkomende op de vierde pagina van dit nijmmer, kan men aan ons Bureau, tegen betaling van 35 cents, de prachtig uitgevoerde ATLAS VAN NEDERLAND EN ZIJNE BEZITTINGEN, bevat tende 30 Kaarten, bekomen. Deze Atlas, bewerkt onder toe zicht van verschillende Hoofden van Scholen, is voorzien van een register van plaatsnamen, die op de kaartjes voorkomen, terwijl de afstanden der hoofdplaatsen kilometers zijn aangegeven. Bij toezending van vijf en veer tig cents, wordt de Atlas franco per post toegezonden. We willen ons overzicht beginnen met het weergeven van een drietal tele grammen. Parijs, 6 Maait. De »Temps« meldt, dat het ministerie van Koloniën te Lon den zeer verontrustende berichten heeft ontvangen, betreffende de houding der In het gewoel van den strijd kwam een ruiter op een zwart paard met getrokken sabel op mij aan rennen, en ik zag hoe hij zich door de zijnen heensloeg, om hand gemeen met mij te worden. Als hij voor mij was, riep hij »ik ben Ercole di Pisa, en, wanneer gij de verrader Piccolomini zijt, wil ik bet alleen met u wagen." »Ik zal u op staanden voet met mijn zwaard mijnen naam tusscben beide uwe ooren schrijven." Hierop renden wij op elkander in, en de lieden om ons heen stonden stil om den strijd te aanschouwen. Toen wij met elkander streden, legde een Tos- kaansche ruiter de buks op mij aan, doch ik ontkwam hem, en Ercole rende tegen bet schot in en werd getroffen door zijn eigen voik. Ik kloofde hem, toen hy nederviel, den schedel. Er werd thans van alle zijden een ijselijk geschreeuw Aangeheven, e i onze ruiters vielen moedig aan, doch de Toskaners verdedigden zich wanhopend. Een uur daarna kwam hun veel voetvolk te hulp, ook schoot men met een stuk zwaar geschut, dapper op ons in, zoodat wij veel volk verloren. Nu keerden onze manschappen den vjjand den rug toe, en kozen het hazenpad. Ik zelf Was driemaal op het punt gevangen ge- Afrikaanders aan de Kaap en in Natal. De partijgenooten der Boeren worden ze©r talrijk en een ware uittocht van vrijwilligers naar de commando s der Boeren verontrust den opperbevelhebber ten zeerste. Kaapstad, 6 Maart. De districten Prieska en Kenhardt zijn geproclameerd tot Vrij- staatsch grondgebied. Bijna de geheeie Afrikaner-bevolking is in opstand. De beweging breidt zich uit naar Victoria West, Fraserburg cn andere districten. De opstandelingen worden geschat op 3000 man. Een troepenmacht is op weg naar Carnarvon. Carnarvon, 6 Maart. De opstand on der de Airikaander Kolonisten neemt ten Zuiden van Griqualand West snel toe. Er wordt bericht, dat vele Afrikaanders van de districten in de buurt van Prieska en Kenhardt zich bij de opstandelingen hebben aangesloten. Piet Moolman, een invloedrijk Boer is van plan, de opstan delingen van Brandvleij te leiden. De Boeren patrouilleeren langs de grenzen van 'Prieska en Kenhardt. Buiten de magistraat van Kenhardt zijn vele in woners van dit district gevangen geno nomen. De wielrijder Koos Jooste, de leider der opstandelingen in Kenhardt rukt op naar Upington, waar de bas taards het grootste deel der bevolking uitmaken. Men verwacht, dat dit district een hevigen tegenstand zal bieden. De algemeene opinie is, dat een sterke Engelsche troepenmacht noodig is en dat als deze zich krachtig doet gelden, het gevolg zou wezen, dat de opstand zich niet zal uitbreiden. Onze getrouwe lezer zal wel eens Be nomen te worden, en ontkwam toch ge iukkig. Toen wij nu ons voetvolk zochten, zagen wij het reeds ver van ons op de vlucht; waDt zoo als ik later heb ver nomen, had Pierconto de Montalto, Vir- ginio op den heuvel niet durven staan, zoodat hij het eerst het sein tot de vlucht gegeven had. De vijand vervolgde ons echter niet verder, want hij vreesde voor eene hin derlaag. Wij kwamen ademloos en ver strooid bij een dorp, St. Maria geheeteD, op een beig gelegen, te zamen. Piccolo mini was zeer gramstorig en vloekte ijselijk, en zwoer bij al wat dierbaar is, dat hij het Camillo del Monte, den vol genden dag zou inpeperen. Wij hadden van de onzen honderd man hierbij ver loren, doch de vijanden hadden ook een aanmerkelijk verlies geleden, zoo als wij van de overloopers en gevangenen hoor den de opperbevelhebber Camillo droeg zelfs zijne zwaar gewonde hand in eenen doek, en moest het leger verlaten, zoodat later Virginio alleen de belegering van Olgiato voortzette. BEZOEK TE OLGIATO. Door zulk eene nederlaag was de moede loosheid onzer soldaten zoo groot gewonden dat zij in den nacht bij geheeie boopen weg liepen, het meest nog de Napoli- tanen. Nu zeide Piccolomini in de vergadering merkt hebben, dat we in onze vorige Dummers wel eens de hoop uitgesproken, dat in Kaapstad de opstand tegen de Engelschen uitbrak. We hebben ons zelfs wel eens verwonderd, dat de Kaapsche Boeren van de gelegenheid geen gebruik maakten. Doch nu beschouwd, hebben die Boeren een zeer slimme zet gedaan. Eerst hebben zij de Engelsche troepen met Roberts voorbij laten trekken, en dan zijn ze den opstand begonnen. Heel slim, voorwaar, want nu is de Engelsche hoofd macht met Lord Roberts en Kitchener gelokt midden in het gebied van den vijand, in het meest onherbergzame ge deelte en ver van zijn basis. Gemakkelijk kunnen zij nu afgesneden worden, zonder dat de overige troepen, die onder Bulier, Gatracre en Clements, elk tegengehouden door de Boeren, een hand ter hulp kunnen uitsteken. Krüger heeft eens gezegdwe zullen de wereld verbaasd doen staan, indien de Engelschen het wagen ons land binnen te dringen. En werkelijk, dat woord kon nu wel eens bewaarheid worden. Onmogelijk zou het niet zijn, dat we weldra het bericht ontvingen, dat Roberts omsingeld is, en zich heeft moeten over geven Doch zoo voort redeneerende komen we op glibberig terrein en we zullen in afwachting blijven van belangrijke tij dingen, die binnenkort tot ons zullen komen. Roberts seint uit Osfontein, dat hij op 7 Maart den vijand aangevallen is, die een stelling bezetten vier mijl ten Noor den en elf mijl ten Zuiden der Modder- rivier De cavalerie-divisie slaagde er in den linkervleugel der Boeren om te der opperhoofden hebben wij maar eerst Sciarra bevrijd, zoo kunnen wy wederom naar Rome trekken want bij beeft onze dapperste manschappen mede in het nest genomen iemand onzer moet er heen om hem te zeggen, hoe hij er zich door slaan en zich aad ons aansluiten moei.' Dewijl niemand hierop antwoordde en mij de nieuwsgierigheid en het verlangen naar Lucia hevig plaagde, zeide ikwelaan dat neem ik op mij. Ik ga van nacht als overlooper naar Virginio en vorsch uit waar hij staat en tracht naar Olgiato te komen." Dit voorstel beviel mij allen zeer goed. Toen nu de nacht aanbrak, gaf ik mijne bezittingen en gelden aan Thorhaimer over met belofte, dat hij mij spoedig zou weder zien. Thorhaimer wilde mij uiet alle geweld vergezellen, doch ik duldde het niet. Nu trek ik het kleed van eenen gemeenen voetknecht aan, nam afscheid van Piccolomini, en sloeg den weg naar Olgiato in. Toen ik een uur geloopen had, trof ik twee van ons volk aan, die insgelijks van zins waren, tot Virginio over te loopen. Wij maakten t6 zamen gemeene zaak, en kwamen met het aan braken van den dag bij de Toskaners, wien wij onzen dienst aanboden. Zij brach ten ons in de tent van Virginio, waar hij ons naar alles vraagde, wat Piccolomini deed vervolgens wei den wij weggevoerd en niet bij elkander gelaten, maar in ver schillende hoopen verdeeld. Ik bleef negen trekken. Deze trokken toen weg De frontaanval moet zware verliezen teweeg gebracht hebben onder de Engelschen. De strijd hoofdzakelijk gestreden door de cavalerie, heeft de paarden zeer uit geput. Het schijnt dat de Boeren bij hun terugtocht een groote hoeveelheid mond voorraad hebben achtergelaten. Bulier gaat maar steeds voort met het opgeven -van de verliezen. Nu pu bliceert het ministerie weer deze lijst. Verliezen tusschen 14 Februari en 27 Februari252 gedood, 1512 gewond, 95 vermist. De overgave van Ladysmith is voorzeker wel duur gekocht door de Engelschen. Het Lagerhuis nam met 161 tegen 26 stemmen het besluit in-hare zitting vaD 6 Maart de regeering te machtigen tot het aangaan van een leening van vijf en dertig millioen pond sterling (1 pond sterling 12.) De EDgelsche pers geeft natuurlijk lange artikelen over de nieuwe oorlogs- begrooting. De Star zegt o. a.Oorlog is een mooie zaak, zoolang je portemonnaie er maar niet mede gemoeid is. Wanneer je moet betalen voor het genoegen om toe te zien, dat volkeren eikander ver moorden, dan is het eene andere quaestie De kanselier van de schatkist is als de hoofdpijn - de straf - die men heeft na een drinkgelag. Zestig millioen is er noodig voor Chamberlains oorlog, een som, die niet erg ver verwijderd is van het totaal der kosten van den Krim-oor- log. En dit is niet alies. Sir Michael waarschuwde John Buil, dat hij, voordat dagen lang bij de Romeinen, alles ging ongeregeld rechts en links op buit uit, of schoot tot tijdverdrijf op Sciarra's volk op de muren van Olgiato. Want Virginio wilde niets ondernemen, voor dat het zware geschut van Rome zou zijn aange komen. Zoo bad ik tijd genoeg, het geheeie leger door te loopen, en toen ik weg en plaats goed opgenomen had, en wist waar de stand van Virginio het zwakst was, sloop ik te middernacht weg en kwam voor de gracht van Olgiato. De schild wachten wilden in het begin de ophaal brug niet nederlaten, hoewel ik zeide dat ik op last van den heer van Monte Mar- ciano kwam. Eindelijk werd den Marco de Sciarra zelf ontboden, en daar ik hem mijnen naam noemde, beval hij mij binnen te laten. Nu berichtte ik hem waarom ik jny tot hem op weg had begeven, en in welk eenen nood Piccolomini sedert het laatste ongelukkige gevecht geraakt was. Wij spraken den geheelen nacht met elkander. Sciarra zeide, dat hy met de zijnen wilde raadplegen. Daarop wees hij mij in zijne woning een nachtverblijf aan. HEBMINGAEDA. Nu brandde ik van begeerte, de jonk vrouw te aanschouwen, doch mijne hoop werd den geheelen volgenden dag ver ijdeld. Sciarra, Battistella, Tutio de Pe- tralto, en de andere opperhoofden der

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1900 | | pagina 1