HERMINGARDA. No. 1401. Zaterdag 17 Februari 1900. S 5e Jaarg. Nieuws- en Ad verte ntiebla d voor Zeeuwsch-Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. FEUILLETON. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. COURANT. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde» naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De toestand wordt voor Engeland hoe hachelijker. Driemaal is Buller nu ver slagen en het is wel als zekerheid aan te nemen, dat de Boeren hem nu niet ongestoord zullen laten, want de geruchten houden aan, dat Buller's veibindingsliniën bedreigd worden. In de Engelsche bladen worden toespelingen gemaakt op een vier den aanval van Buller. Velen zien hierin echter niets anders dan een noodelooze opoffering van honderden dapperen. De Petit Bleu maakt melding van een gerucht, volgens hetwelk de laatste terug tocht van Buller veroorzaakt werd door het weigeren der troepen om zich in het gevecht te begeven. Uit de zeer beknopte en onduidelijke telegrammen blijft, dat rondom Rensburg in de laatste dagen nog al gevochten is. De Boeren hadden Hobkijks en Bastaand- nek bezet, doch werden Zaterdag door het artillerievuur gedwongen, deze stel lingen te verlaten, waarop de Engelschen de heugels in bezit namen. Later kwam het bericht, dat de Boeren de voorposten aan de westelijke flank wéér hadden teruggedreven, en dat zij genoodzaakt waren om op Moederstam terug te trek ken. Een deide telegram geeft als oorzaak, van het terugtrekken op, dat de rechter vleugel der Engelschen bedreigd werd door de Boeren en eindelijk komt het vierde telegram, met het ware bericht, waaraan zeker niet te twijfelen valt dat het terug trekken veroorzaakt werd door de aan wezigheid van een groot aantal Boeren, die een kanon hadden opgesteld op een kopje, dat den geheelen omtrek beheerscht. ONGELUK. Toen wij nu den anderen dag bjj een boschje kwamen, kon zij het niet langer uithouden, en zeide»Beste Bastiano, ik ben niet meer in staat, u te volgen op dit paard, en ik ben te zeer vermoeid. Spoed u naar de stad, en zoek een wagen tja voor ons beiden. Ik zal tot dat gij terug komt, in de schaduw van dezen eik blijven uitrusten. Ik bid u, vervul mijnen wensch want ik kan niet verder." Nu hielp ik haar van het paard, en bracht haar onder de schaduw der boomen om haar te beschutten tegen de heete zonnestralen. Nu nam ik het teederste afscheid van haar, en besteeg weder mijn paard, en reed ijlings den weg op naar het stadje Trevi, hetwelk op eenen hoogen heuvel voor ons lag. Toen ik echter aan de plaats kwam, waar ik Hermingurda had verlaten, was zij verdwenen. Ik riep haren naam ik zocht het geheele boschje door, want het was niet zeer groot en zeer lichtik keer de naar de plaats terug, waar zij in het gras en kruiden gelegen hadik liep het veld in ik klom aan de andere zijde van bet boschje op een heuvelik vraagde do Het gevolg daarvan is, dat de Engelschen uit die buurt hebben moeten wegtrekken, doch dit is gebeurt na hevigen strijd, waarbij aan beide zijden zware verliezen werden geleden. Als de nu minder gunstige telegrammen eens doorgelaten worden, dan zal wel blijken hoe groot de verliezen weer zijn. Lord Roberts bevindt zich nu reeds eenigen tijd te Modderrivier. Men zegt, dat hij een tocht naar Bloemfontein, de hoofdstad van de Oranje-Vrijstaat heeft voorbereid. Doch zoon tocht zal hem o. i. weinig succes opleveren Eerst toch moet hij een verlaten landstreek door trekken, waar hij nu en dan misschien door een verborgen vijanden bestookt wordt Bovendien, Bloemfontein zal verlaten zijn door alle regeeringspersonen. Trekt hij dan verder vooruit, dan zal hij ook daar weer wel een muur van wakkere strijders vin den, die hun eiken stap voorwaarts hard nekkig zullen betwisten. Roberts heeft bij Modderrivier nu 20,000 man onder zich en nog 10,000 beschik baar om Clement den opvolger van French, die met 9000 man bij Colesberg ligt. Killy-Keuny en zijn 4000 man bij Thetus en Gatacre met zijn 6000 te Sterkstroom te versterken Het blad The Star meent dat er 40,000 Boeren over de Oranje rivier liggen en vindt het noodig. dat de troepen van Roberts nog met een 53,000 man versterkt worden. De Petit Bleu maakt een wonderlijk verhaal openbaar, dat wij hier laten volgen In de laatste dagen van December zijn aan de oevers van de Moputa. waar de grenzen van Sivazieland en het Portu- geesch grondgebied bijeenkomen 2000 landlieden en reizigers ik zocht tot laat in den nacht en zag en hoorde niet van de verlorene. Nu werd ik door groote vertwijfeling aangegiepen wierp mij op den grond, en trok mij de haren uit het hoofdwant ik twijfelde ei nu niet langer aan, dat haar stiefbroeder Domencio haar ontdekt en weg- gesloept had. Ik weid half kiankzinnig en weef niet, wat ik gedaan heb. Einde lek spande k laat in den nacht mijn paard uit, legde het zadel er op, en reed tot aan een ellendig dorpje aan den weg, waar ik eene herberg vond. Doch hetgeen ik zocht vond ik niet, en toen ik mijn flescbje voor den dag baalde, om den vuurgeest te raad plegen, was het zeer zwak, en schitterde bijna niet meer, hetgeen mij zeer bedroef de. Ik deed des nachts geen oog toe. Drie dagen lang heb in den geheelen omtrek myne nasporingen voortgezetver volgens den weg naar Monte Fiascone en naar het meer van Bolsene gekozen. Ook vroeg ik al zeer spoedig naar de woning van Martha Balbino die getrouwe vrouw die langen tijd in bet huis van Herinin- garda's ouders als maagd gediend had. Deze Martha woonde in eene slechte hut, eenzaam op een neuvel, aan het meer ge legen, een uur van de stad Monte Fias cone in een aangenaam oord. Het geheele meer is met bergen en bosscheu bevallig omringd, ook is er geen gemakkelijker plek om zich voor ce wereld te verbergen, dan deze eenzaamheid. Engelsche soldaten aangekomen, die na den terugtocht van Dundee verdwaald waren en weken lang rondgezworven hebben in Zoeloeland. Zij waren zonder schoenen en in lompen gekleed, stervende van den honger. Op Portugeesche grond werden zij ontwapend. Het zijn 2000 Engelschen, die buiten gevecht zijn gesteld en van wie men vermoedde, dat zij met generaal White in Ladysmith waren op gesloten In Londen loopt het gerucht dat gene raal Clement na zijn nederlaag bij Hob kijks Farm al zijn stellingen om Rensburg heeft moeten ontruimen en teruggetrokken is op Vaalkop en Arundel. We hopen omtrent dit terugtrekken weldra meerdere berichten te ontvangen. Op 8 Februari had bij Kimberley een gevecht plaats tusschen de Boeren-batterij bij Kamfersdam en het de Beers-kanon. Het regende gewoon bommen. Uit Kim berley werd teruggevuurd op de verschan singen der Boeren. De inwoners hadden het hard te verduren. De troepen van Buller hebben eenige onbeteekenende voorposten gevechten ge leverd bij Rustenburg. Het regiment van Keizer Wilhelm was hierbij in het vuur De Engelschen moesten echter terugtrek ken en hadden het verlies te betreuren van één officier en 5 manschappen. Nog wordt melding gemaakt van een oprukken der Engelschen onder bevel van luitenant-kolonel Hannay naar de grens van den Oranje-Vrijstaat. Deze brigade werd echter onderweg bedreigd door Boe ren, die op een heuvel waren gelagerd Nadere bijzonderheden ontbreken echter van deze colonne. Nochtans had Martha, reeds een bejaar de vrouw, sedert vele jaren mets van Her- mingarda gehoord toen ik haar de lotge vallen der jonkvrouw verhaalde en hoe zij tot haar had willen vluchten, weende zij ontroostbaar. Nu was het voor my geene zaak om hier te blijven, ik gaf de vrouw een geschenk en snelde naar Rome om naar het verblijf van den kardinaal Giulit.no te vragen, want ik kon wel den ken, dat don Domenico zijne zuster aan hem gekoppeld, en naar hem toe had ge- Sl :!6pt. Te Rome hoorde ik, dat de kardinaal eenige dagen geleden naar Napoli vertrok ken was. Nu had ik geen rust, maar kocht een ander paard, en huurde een knecht om hetzelve op te passen. De knecht was een Romein van geboorte en heete Gui- seppe, doch ik klaagde vooitdurend over Thorhaimer, want de Italiauen zijn trou weloos en kunnen geene vermoeienissen verdragen. Ik trok mijn ongeluk zoo sterk aan, dat ik spijs noch drank kon gebruiken, en uan geene vreugde kon deel nemen. Ook bleef de vuurgeest dotdat voorspelde nog meer onheil. DE ZANGERES. Ik was zoo zwak, dat ik nauwelijks op mijn paard kon blijven zitten. Daar ik nu den anderen dag van ons vertrek van Rome bij een beekje was afgestegen, al waar Guiseppe do paarden liet drinken De laatst ontvangen telegrammen mel den nog De »Messager de Bruxelles* ontvangt een telegram uit Antwerpen, dat de Engelsche galjoot »Birkdale«, den 24sten November van Liverpool naar Delagoa- Baai vertrokken, te Durban is aangehou den op vermoeden contrabanda aan boord te hebben. Uit Londen wordt aan de Petit Bleu gemeld, dat de demoralisatie onder de Engelsche troepen steeds aangroeit. Het ministerie van oorlog verbergt met de grootste zorg de geschiedenis van zekere bataljons, die weigerden voorwaarts te rukken, van zekere Ieren, die naar de Boeren overliepen, van zekere voorposten, die zich kalmpjes lieten gevangen nemen. Men leze de telegrammen der laatste dagen. Steeds is het slot: vijf vermist*, »drie vermist* enz. Als Robert niet spoedig een overwin ning behaald, en daardoor wat afwisse ling brengt in het eentonige der Boeren- overwinningen, vreest deze Londensche correspondent, dat de demoralisatie zoo zal toenemen, dat de Engelsche regeering aan een zelfmoord-waanzin moet lijden, als ze den oorlog doorzet. Leitgerter, uitgever van een Duitsch blad is op bevel van den reohter van instiuctie te Posen in hechtenis genomen, als ziinde verdacht van hoogverraad. Hij is in de gevangenis te Pozen opgesloten. Dinsdag had in de Belgische Kamer een rumoerige zitting plaats. Er werd beraad slaagd over de vernieuwing van hetpri- vilige der Banque nationale. Aan het eind ontstond eon levendige woordenwisseling tusschen den minister Liebart en Denis en ik mij aan den weg op den grond ne- dervleide, kwam een aanzienlijk heer daar langs gereden, door vele prachtig uitge- doschte bedienden vergezeld. Hij hield voor mij stil, groette mij vriendelyk, en toen hij mijn bleek gelaat zag, vroeg hij open hartig naar mijne omstandigheden. Ik was zoo afgemat dat ik naauwelijks antwoord kon geven. Guiseppe zeide 6chter, dat ik een lijk Duitsch edelman was, die naar Napoli wilde, doch er moailyk zou komen, daar ik doodziek was en bovendien alle geneesmiddelen versmaadde. Nu steeg dié beer zijn paard, en bood mij gastvrij aan op zijn landgoed uit te rusten, en mijne gezondheid te herstellen, daarby verzekerde hy, dat de weg naar Napoli wegens de vele roovers en bandie ten zeer onveilig was, zoo zelfs dat don Kario Spineli, dien de onderkoning van Napoli tegen hon in het veld had gezon den, niets tegen hen had uitgericht. Ik bedankte hem zeer beleefd, verna q, dal hij de prins van Collelerro, nit het ge slacht Pamfllio was, en volgde hem naar z^jn landgoed, hetwelk niet ver van daar was gelegen. Ik verkreeg prachtige ver trekken in het paleis, en alle bedienden stonden op mijnen wenk gereed. Ook be zocht mij de geneesheer, van den prins, en gaf mij versterkingeu, zoodat ik, bij eene goede verpleging, binnen weinige dagen hersteld was. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1900 | | pagina 1