HERMINGARDA. No. 1387. Donderdag 28 December 1899. 15* Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h -Vlaanderen F. MELKMAN, AXEL. BERICHT! Nieuwjaars-Advertentiën, DE UITGEVER. FEUILLETON. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. In het nummer dat Maandag morgen I Jan. verschijnt, kunnen worden opgenomen a 25 cents, wanneer zij niet meer dan 8 regels beslaan Elke regel meer worden aan het gewone tarief berekend. Advertentiën worden inge wacht tot Zaterdag 30 December uiterlijk 4 ure. ituilciilaiid. I Het is niet oneigenaardig in deze dagen eens eene oordeelvelling te hooren uit spreken over president Kruger, vooral nu een Engelschman aan het woord is en wel het bekende parlementslid Charles Dilke. Hij zegt: Kruger is een der zeer buitengewone menschen dezer eeuw. Men heeft eene groote dwaasheid begaan door tijdens zijn laatste bezoek in Engeland en koningin te ontraden hem te ontvangen. Dit affront, dat men hem stellig in Duitschland niet zou hebben aangedaan, zal hij zeker niet vergeten hebben. Ik herinner mij nog den ontroerden, ibewonderenden en oprechten toon, waarop vorst Bismarck over hem sprak, toen ik dezen op zekeren dag op den eersten rang stelde van de diplomaten der 19de eeuw. HET BEZOEK. Zeven dagen na onze terugkomst te Ve rona, bracht een zeer rijk gekleedde be diende, mij een vergezeld handschrift 's morgens in mijne kamer, toen ik juist het bed verlaten had. Hij noemde mij daar bij den naam van zijnen meester, dien ik niet eens ïecht verstond en ging heen. Het briefje was van den volgenden in houd: ik werd door eene vriendschappe lijke hand uitgenoodigd, eene persoon te komen bezoeken, die mij hoogschatte. In geval mij aan deze kennismaking iets ge legen was, moest ik mij des avonds om negen uur, bij de groote deur der St. George kerk laten vinden, waar men mij zou athalen. In het eerst besloot ik niet te gaan. Daar ik echter altijd aan het weiervinden van Piccolomini geloofde twij felde ik ten laatste niet, of de uitnoodi- ging kwam van hem. Ongetwijfeld had hij mij in Mantua even goed herkend, als ik hem. Ook kon hij red9n hebben, onbekend te willen blijven. Des avonds verliet ik het gezelschap in het paleis Bevilacqua vroeger dan mijne gewoonte was, en begaf mij naar buis. Nadat ik van kleederen bad verwisseld en O, zeide de vorst, de eerste geloof dat niet Vooreerst was Cavour veel fijner, veel geslepener, diplomatiek meer begaafd dan ik, en dan, er is een man, die nog sterker, verhevener en listiger, is dan Cavour was en ik zelfben, namelijk president Kruger. Deze heeft niet als ik een machtig leger achter zich en een kolossaal Rijk om hem te ondersteunen. Hij is alleen met een klein volk van landbouwers-soldaten en door zijn genie alleen zou hij ons allen de baas zijn. Ik heb mij dikwijls met hem onder - houden, zeide Bismarckmaar hij heeft mij letterlijk verstomd doen staan. Met zooveel waardeering zal van de Engelsche koningin niet gesproken worden, van wie gezegd wordt, dat hare gezond heid niets te wenschen overlaat en die zelfs zeer ontstemd moet zijn over som mige spotprenten die haar schreiend en jammerend voorstellen over het verlies harer jongens, alsof zij een zenuwachtig schoolmeisje was. Koningin Victoria heeft haar gewoon Kerstfeest gevierd te Wind sor en gaat voor een week of zes naar het eiland Wight Het koude weer schijnt het oude mensch goed te doen. Van het oorlogsterrein valt geen bij zonder nieuws te vertellen. Al wat ver nomen wordt, zijn bijzonderheden over het laatste gevecht, dat zoo deerljik de verwachtingen van den grooten Bulier heeft teleurgesteld. Dat de nederlaag van Buller van ern- stigen aard is geweest, laat zich hooren uit het volgende, van Transvaalsche zijde gemeld en door de censoren doorgelaten. Vrijdag bij het krieken van den dag is het reeds zoo lang verwachte gebeurd. mijnen mantel had omgeworpen, gebood ik uit voorzichtigheid Tborhaimer, zich te wapenen en mij naar San Giorgio te ver gezellen. Hij moest echter altijd op eenen afstand van mij blijven, en wel op het huis letten, dat ik zou binnentreden, op dat wij het ovar dag konden wedervinden. Tevens gelastte ik hem, wanneer hij rij op zijn laatst om 12 uren niet zag terug komen, dat hij dan gerucht moest maken en de nachtwacht moest roepen. Het was een zeer duistere nacht, en wij wachtten tot 10 uur, zonder dat er nie mand te voorschijn kwam. Nu werd ik verdrietig en geloofdedat iemand mij eene poets had willen spelen, en besloot den terugweg aan te nemen. Te gelijker tijd ging eene dienstmaagd mij voorbij, bleef staan, zag en vroeg mij zacht, of ik eenen brief moest ontvangen, op welken ik hier wachten moest Ik antwoordde ja. Hierop verzocht zij mij, haar gerust te volgen. Ik hoestte en gat daardoor vol gens afspraak Tnorhaimer eenen wenk. De dienstmaagd, bracht mij op hare teenen, vlug over het plein in een huis, tegenover de kerk. Hier werd het zoo donker, dat ik geen hand voor oogen zien kon. De meid nam mij bij de hand en ge leidde mjj, totdat wij weder ia eene straat kwamen, en van daar weder in een ander huis, hetwelk wij stilzwijgend, op dezelfde wijze doorgingen. Toen wij op nieuw eene straat afgingen, zeile het dienstmeisje, dat de tijd mij nu niet lang meer zou vallen Pretorius van onze artillerie waarschuwde ons dat de colonne van generaal Buller oprukte tegen onze stellingen bij de Toe- gela. Zijn centrum bestond uit een ont zaglijke macht infanterie, terwijl aan elk der flanken zich twee batterijen artillerie bevonden. Sterke afdeslingen cavalerie steunden de andere troepen. Ons geschut bewaarde een volstrekt stilzwijgen, ten einde de juiste ligging onzer stellingen niet te verraden. Twee batterijen rukten voort tot binnen het bereik van het geweervuur onzer meest vooruitgeschoven stelling Toen openden wij het vuur met verpletterende uit werking. Daarna begon onze artillerie en bracht den vijand blijkbaar in hevige verwarring, daar men hem in den waan had gelaten, dat de brug hem vrij bleef om de rivier over te steken Intusscnen viel de rechter vleugel onze meest zuidelijke stelling aan, maar het vuur onzer Mausers was zoo verschrikkelijk, dat de aanval terugviel als een golf, welker kracht is uitgeput, en rijen bij rijen doodeu en gewonden achterliet. Andermaal rukten de Engel- schen voorwaarts, maar opnieuw werden zij gedwongen terug te trekken, de hoopen gevallenen met nieuwe doodeu vermeer derend. De rijdende artillerie voerde een charge uit tot aan den oever van de rivier, waar het Ermelo-kommando een zoo moord dadig vuur opende, dat twee batterijen door den vijand moesten worden achter gelaten. Tweemaal beproefden de Engel- schen om paarden naderbij te brengen en zoo de kanonnen weg ie halen De eerste maal slaagden zij er in een stuk want dat wij op de afgesproken plaats waren, waar wp wezen moesten. Zijliet mij inderdaad weder een huis binnentre deu, waar ik door eenen zwak verlichten gang, over eene ruime binnenplaats, en dan twee trappeu hoog klom. Ik werd in eene groote prachtige kamer gebracht, waar twee waskaarsen op zilveren kandelaars zeer duister brandden. Daar er niemand in de kamer was, snoot ik de kaai sen, om beter te hunnen zien. Spoedig hierop ging er zachtjes eene deur open, en eene teedere jeudige dame, keek bioode in de kamer. De jonge dame scheen op het zien van mij verschrikt, en zeide »o God, zljt gij het Dan kwam zij eene schrede nader en sloot de dear achter zich toe en zeide met eene bekoorlijke verwar ring; »zoo laat zou ik u niet meer ver wacht hebben. Het algebeden uur was reeds lang voorbij. Ik was op het punt mij te ontkleeden.'' En zlj was inderdaad slechts ligt en achteloos gekleed, als of zij geen bezoek wilde ontvangen, daarom ech ter niet minder schoon. Ik moest mij aan hare zijde op een rust bed nederzetten, en ik vroeg met veel eer bied, waarom zij mij had ontboden Zij verhaalde, gelijk zij van mij geboord had dat ik een Duitscher en verwant was met de Welzers en Karothers. Zij bad eenigen tijd in Weenen geleefd, en eene vrouw van Welzer-Spiegelfeld gekend. Nu hoopte zij van mij eenig bericht hier over te ver nemen. te bespannen, maar de tweede maal vielen mannen en paarden door het vuur ver nietigd neer. Eindelijk trokken de Engelschen terug naar hun kamp, van waai uit zij een wel onderhouden vuur van granaatkartetsen openden op de Bulwer-brug, ten einde onzen mannen te beletten de kanonnen weg te halenmaar later slaagden wij er in negen stukken mee te nemen De Fransche kolonel de Villebois-Ma- reuil en de Duitscher Braun zeggen, dat Europeesche legers zich niet beter hadden kunnen houden dan onze troepen. Com mandanten Botha en Trichart stonden steeds op de gevaarlijkste punten van den strijd. Elf ambulances namen de Engelsche dooden en gewonden op, wier lichamen de vlakte over de uitgestrekt heid van verscheidene mijlen dekten. De nederlaag der Engelschen is verpletterend. Een tweede officieel telegram uit Pre toria stelt de verliezen der Boeren op dertig man, terwijl de Engelschen er, gelijk men weet, ruim 1100 verloren Lord Roberts is Zaterdag van Water loo-station vertrokken. Een groote menigte woonde zijn vertrek bijde prins van Wales, de hertog van Connanght en de hertog van Cambridge waren op het perron evenals de in zware rouw gehulde vrouw en beide dochters van den veldheer Deze heeft 't noodig geacht een manifest te richten aan vrienden in Amerika en Ca nada. Hij komt daarin op voor den moed der Iersche soldaten, op wier trouw hij zich verlaat en verzekert dat zijn leger geen noodelooze hardheid en geen on- menschelijkheid zal bedrijven En toch neemt hij Kitchener mede als zijn rechter- Terwijl ik haar op hare vragen over de Welzers antwoordde, zette zij een schenk blad met wyn 6Q confituren oor het rust bed. Bij deze bezigheid kon zij echter niet verhinderen, dat er veel verborgen schoons aan bet licht kwam, hetwelk zij nochthans dadelyk gereed was, schaamrood te bedek ken. Doch ik verloor meer dan eens de spraak, en was zoo verward, dat ik niet wist, wat ik zeide. Haar heen en weder - gaan, het spel harer sneeuwwitte armen alle hare bewegingen en bekoorlijkheden brachten mijne zinnen in oproer. De jonge dame scheen mijne on; ust en verlegenheid te bemerken, want zij vroeg of ik niet wel was, dat ik dikwijls midden in mijn gesprek stilzweeg? Ik had moeds genoeg haar te antwoorden dat het geen wonder was dat de spraakzaamste man voorde beminnenswaardigste van haar geslacht verstomde. Zij antwoordde met eenen aanvalligen lach »Gij zijt ook wel een knap man, maar dat moet geene vrouw v^n haar stuk brengen." En aldus geraakte het gesprek op nieuwe onderwerpen van gevaarlijker aard. De dame wilde ook weten of ik reeds bemind had, en der uitverkorene mijns harten ge trouw was Nu drukte mij bij toeval het afbeeldsel der madonna op de borst. Ik echter dacht, dat dit niet bij toeval was eu da weemoed der gezegende moeder ver vulde mij. Toen de nieuwsgierige bare vraag herhaalde, gaf ik tot antwoord »Zoo ik bemind had, zou ik nooit daarvan

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1899 | | pagina 1