Geïllustreerd Zondagsblad II li II lil Mi UI II IVo. 1385. If oensdag 20 December 1800. «laarg. 1\ IJ ie Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h -Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. AXELSCKE COURANT, F. 1) 1 E L E M N. Afrikaanders aan onze hoogescholen. FEUILLETON. Dit, Blad verschijnt eiken Dinsdag-- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren. Met het einde van deze maand begint de NIEUWE JAAR- HANG van het VOOR DE welke slechts 80 ets. per 3 maanden of franco p. p. 97lj2 ets. kost. Deze uitnemende Illustratie bestaat weke- tijk uit 8 a 10 pagina's met fraaie gra- mres en onderhoudenden tekstzoodat men «a drie maandenvoor slechts enkele centen m boekdeel heeft van niet minder dan 104 a 130groot folio bladzijden vanblijvende waarde. AAN DEN OORLOG VAN TRANSVAAL wordt in dit blad bijzondere aandacht ge wijd, zoo door een keur van Illustratiën als door talrijke bijschriften. Wie nog niet is geabonneerd, melde zich spoedig aan bij den Uitgever Bij de Tweede Kamer is eenigen tijd geleden een wetsontwerp ingediend, dat beoogt, den toegang voor Afrikaanders tot de universiteiten in ons land gemakke lijker te maken en een professoralen stoel, zoowel als een doctoraat te stichten in bet Roomsch Hollandsche recht, dat in Zuid-Afrika nog altijd geldig is, Dr. Hen drik Muller te 's-Gravenhage, de vertegen woordiger van den Oranje-Vrijstaat, heeft, tijdens zijn jongste verblijf in Z.-Afrika, met mannen van naam en kennis daarover gesproken en van hen' allen een gunstig oordeel daarover vernomen. Geïnterviewd door een vertegenwoor diger der N. R. Ct., heeft hij o.a. net volgende medegedeeld De president van Oranje Vrijstaat hoopt o. a. dat bij de nieuwe inrichting niet geheel en al de bestudeering van de be ginselen der belangrijke Nederlandsche wetten zal worden over het hoofd gezien, omdat die bestudeering zoo nuttig is voor ontwikkeling van den toekomstigen rechts geleerde. Evenzeer hoopt de president, die zelf zijn rechtstuöiën in Engeland heeft gemaakt, dat men in Nederland een dergelijker rechtsonderricht zal blijven geven dan in Engeland te vinden is De heer Muller wees er op, dat speci- aliseeren de eenige wiize is, om bij de uitbreiding der tegenwoordige wetenschap en bij de groote concurrentie in alle vak ken, het tot iets degelijks te brengen Wanneer men Nederlanders in den vreem de aan den arbeid ziet, staat men ver baasd over hun algemeene ontwikkeling, maar men vraagt zich tevens vaak af of dat specialiseeren wel genoegzaam is gelet. Zoo zal het ook uitmuntend zijn als de Afrikaansche studenten in Neder land zullen kunnen leeren het recht dat zij naderhand zullen hebben te beoefenen en ook daarin een doctoraat kunnen verkrijgen. Daardoor zal ook de studie voor Afri kaanders kunnen worden bekort, zonder dat daardoor de deur wordt geopend WEG DOOR GRAAUWBÜNDERLAND NAAR ITALIË. Onze herbergier had voor een bootje ge zorgd, zoodat wij den volgenden dag tegen bon avond konden afvaren. Wind, weder [en het meer waren stil. Wij daalden den zelfden bergweg af, dien wij opgeklommen waren, en de boot wachtte ons aan de- j zelfde plaats, waar de Spanjaard ODsden voiigen dag verlaten had. Toen ik den oever had bereikt, won ik overal zorgvuldige berichten over den ka pitein in, doch niemand had hem gezien. Ook in de stad Chur vernam ik in de her berg niets van zijne aankomst. Thorhai mer zeidede visschen hebben den groot spreker benevens zijnen toovermantel ver slonden. God zy zijner ziel genadig Dicht achter het stadje ging het door eenen hollen bergweg, tegen eenen hoogen berg op. Wij hadden ieder een rijpaard en oog voor onze pakkaadje een derde, en be nevens gidsen die den weg door deze woeste streken kenden. Wij werden beangst en ontmoedigd, toen wij zoo üoog kwamen, dat er wegens de strenge koude geen boom meer groeien kon, en sneeuw en ijs om ons heen lag, hetwelk de stralen der zon sedert den aanvang der wereld nog niet gesmolten had. Echter ontmoetten wij meermalen enkele reizigers, die uit Italië naar Duitschland gingen en verder in het gebergte, vroolijk gelegene dorpjes mei hbr- beigen en allerlei gemakken. Toen wij op een der hoogste bergen van den aardbodem waren aangekomen, viel er zulk eene sterke sneeuw van den hemel, dat wij daarmede als in den bardsten win ter bedekt werden, hoewel bet midden in Augustus was. Wij dankten God harte lijk, toen wij in een liefelijk dal, het dorp Poschiavo bereikt hadden. Van daar kwa men wij langs een fraai meer, door eene duistere nauwe klove in het groote dal Veltlin, hetwelk den Graauwbunderlanders behoort. De podeste der plaats gaf ons tien gewapende mannen tot geleide mede ovei den berg tot aan de Venetiaansche gren zen, van wege de vele roovers en moor denaars, die daar het reizen onveilig maken. Doch ons bejegende geen onheil en wij kwamen behouden te Brescia aan. God, de Heer, heelt niet te vergeefs rot sen en afgronden tusscben de Italiaansche en Duitscne volken gewenteld, want zij zouden met openstaande huisdeuren nooit vriendelijke naburen voor elkander geweest zyn, of deltalianen reeds lang geheel door de Duitschers in alle zeeën verdronken zijn. Er is daar niet licht trouw en geloof of oprechtheid te vinden. Zij bezitten een koud ongevoelig hart, doch de lucht is er heet; in Duitschland is het juist omgekeerd, daar om mogen de Italianen de Duitschers wel voor te geringe eischen aan Nederlanders. Aangezien aan het doctoraat in Neder land vele rechten en bevoegdheden zijn verbonden, zou men bezwaarlijk de eischen ook voor de Nederlanders kunnen ver lagen ten behoeve der Afrikaanders. Daarom ook is het denkbeeld zoo goed, om een doctoraat te stichten dat geen rechten geeft voor hen, die in Nederland de rechtswetenschap in de praktijk willen uitoefenen. De heer Muller heeft er in den Vrijstaat voortdurend en sedert lang op aangedron gen, dat men zijn zonen naar de Neder landsche universiteiten zou sturen. Tot voor weinige jaren was er geen enkele Vrijstater aan een Nederlandsche hooge- sChool te vinden. Nu zijn er gelukkig drie, een zoon van den vroegeien staats president Reitz, alsmede de heeren Pre- torius en Du Toit, die kersversch uit Bloem fontein te Amsterdam kwamen, na het immatriculatie examen in Afrika te heb ben afgelegd. Dit aantal zal toenemen, vooral als het wetsontwerp zal zijn aangenomen Hartelijk hoopt hij, dat dit het geval zal zijn voordat de oorlog is afgeloopen. Welke ook de uitslag van dien oorlog moge wezen, er zal natuurlijk bij alle Afrikaanders de begeerte bestaan, hun zonen te sturen niet naar Engeland, maar naar Nederland, te meer nu de Neder landers zich zoo prachtig gedragen tegen over de Afrikaanders Als reden waarom het zoo moeielijk gaat om de Afrikaanders de Nederland sche hoogeschool te doen verkiezen boven de Engelsche, gaf dr. Muller op de hooger- onderwijs wet van minister Heemskerk, lijden doch de Duitschers gevoelen een hei ligen afschuw voor dezeD. Ook neerscht er aanhoudende twist, tusschen deFran- schen en Italianen, want de Franschen zijn dwazen, en lichtzinnig tot op hun veer tigste jaar, dan echter worden zij besten dig en zedig, en overtreffen de Dnitscbers in volmaaktheid. De Italiaan daarentegen is vriendelijk, zoolang hij jong is en bezit oen openhartig karakter, doch als hij oud wordt is hij achterhoudend, medeoogenloos en zonder liefde voor zijnen naaste. De Duit- scber is stoutmoedig, de Franschman is vermetel, ook wanneer het niet noodig is de Italiaan is wraakgierig en twistziek, hoe zouden deze drie te zarnen kunnen leven Ik gevoelde een vurig verlangen om naar huis terug te keeren, en verwenschte in mijn hart den öpiritus Familiarus dien ik graat Sigismund beloofd had, doch mijn noodlot sleepte my voort, hoewel het als een zwaar onheil voor mijnen geest stond. Ik beval mij in dit vreemde land aan de goddelijke hoede aan, en reisde naar Verona, alwaar ik blieven van aanbeve ling had, voor den giaaf Bevilacqua. HET AFBEELDSEL. Verona is eene oude, groote stad, vol rijkdom en slijk. In de nauwe, kromme stegen is het onzeker wandelen, gelyk in een doolhof. Thorhaimer was op eenen dag driemaal in dezelve verdwaald, en had slechts met groote moeite de herberg waarbij de toelating tot Nederlandsche universiteiten afhankelijk gesteld wordt van een toelatingsexamen, dat in Neder land moest worden afgelegd en datniemand kan geacht worden te kunnen afleggen zonder in Nederland te zijn opgeleid. De treurigste gevolgen heeft men daarvan ondervonden. Verder duurt de studie hier te lang. Zij moeten examens afleggen in allerlei vakken en die ongetwijfeld zeer belang rijk zijn maar die zij voor de uitoefening van hun vak niet bepaald noodig hebben. Zuid-Afrika is een jong land. dat zijn gestudeerde zonen niet zoo lang kan missen Ook openen de eindexamens aan de Engelsche universiteiten hun de deur voor betrekkingen in de Engelsche kolo nies, hetgeen de Nederlandsche examens niet kunnen. Tegen dit bezwaar vermag de Nederiandsche wetgever natuurlijk niets, doch daartegen zal het doctoraat in het Roomsch-Hollandsche recht een tegenwicht zijn. Ten slotte wees dr. Muller er op. dat men in Zuid-Afrika bevreesd is, dat de jongelieden in Nederland zullen leeren drinken. Nederlanders hebben in Zuid- Afrika met betrekking tot sterken drank een betreurenswaardigen naam. Men meent in Zuid-Afrika dat in Nederland aan de universiteiten wel veel weten schap wordt bijgebracht, maar dat er niet wordt gelet op karaktervorming of op opvoeding voor het leven. Men meent verder, dat de levenswijze aan Engelsche universiteiten meer in overeenstemming is met de soberheid en met de gebonden heid van het leven, welke door de Afri- weder gevonden, daar hij de taal van het land niet goed machtig was. Nadat ik mij van nieuwe kleederen en het fijoste linnen voorzien had, omwedei- ora fatsoenlijk voor den dag te komen, en ook Thorhaimer in een nieuwe liverei ge stoken had, bezocht ik graaf Beviiacqua. Hij was reeds vrij bejaard, zeer deftig in zijne manieren, doch evenwel buitenge meen beleefd. Zeer ver in den o ntrek werd bij voor den rijksten heer gehouden. Daar bij nog nooit gehuwd was geweest, kon hij groote verteeringen maken en kost bare uitgaven doen, zonder hierin zijne erf genamen te kort te doon, Ook dacht bij gelijk hij mij zeide, zijne dagen te Rome te eindigen. Zijn huis was door de grootste meesters der wereld, met de kostbaarste standbeel den en schilderijen versierd, doch da graaf die alle kunsten bemiude, vond in geene zulk hartstochtelijk genoegen, als in de edele toonkunst. Iedere week gaf hij in zijn paleis driemaal een concert, Daartoe waren ten allen tijde heeren en dames uit de eerste geslachten van Verona uitgenoo- digd, insgelijks alle yreemdelingen van rang, waaraan het in Verona nooit ont brak. Dertig tot veertig der allerbekoor lijkste stemmen en geoefendste toonkun stenaars wedijverden met elkander, wiens keel of instrument den vo rrrang verdien de. Wie tegenwoordig was, diens gemoed werd met nemelsch genot vervuld. De graaf had mij met veel beleefdheid

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1899 | | pagina 1