MMINJjAKDA. No. 1384. Zaterdag 16 December 1890. e Jaar^. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h -Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. FEUILLETON. Binnen land. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Twee nederlagen der Engelschen heb ben wij dezen keer te vermelden. De eerste nederlaag, die wij in ons vorig nummer nog even konden aanstippen, was die van generaal Gatacre. Meer nieuws is er omtrent den geleverden slag los gekomen. Zoo heeft de Stan dard een uitvoerig verslag ontvangen van haar correspondent uit Molteno, waarvan we hier een uittreksel geven. In den vroegen morgen van 9 dezer vertrok generaal Gatacre met eea brigade naar het Noorden om den vijand te ver rassen en een nachtelijken aanval te doen op de kolonne in de Stormbergen. Volgens berichten, die door onze spion nen in het kamp waren gebracht, telde (ie Boerenmacht niet meer dan 2500 man en waren de stelling en de omstandig heden gunstig om een nachtelijken aan val bij verrassing te doen. De brigade, die van Putterskraal ver trok, was saamgesteld uit de King's I Shropshire's regiment, Royal Irisb Rifles, het 8e regiment Northumberland fuseliers, 800 man bereden infanterie en eenige 'batterijen artillerie. t Spoedig doch voorzichtig werd opgerukt en tot op twee mijlen van den Storm- berg kwamen wij in veiligheid aan. Toen werd op onze spannen plotseling in het front en op de rechterhand een hevig geweervuur geopend. Onze ontvangst door de Boeren was te warm en de Ieren pochten schuilplaatsen achter een kopje, dat ter linkerziide was gelegen. Hen jwlgden in volkomen orde de artillerie, de Northumberland fuseliers en de bere den infanterie. De laatsten moesten echter een omtrekkende beweging maken, ver oorzaakt door de gesteldheid van den bodein. Onze manschappen waren juist op hun gemak gelagerd in de nieuwe positie, toen het bleek dat zij binnen schot waren Daar er 's avonds een onweder opjkwam, wilden wü ons den volgenden morgen niet op een ander meer begeven, waar men over moet, om naar Chur in het,Graauw- bunderland te komenwant hetjstormde zeer en was regenachtig, en dat meer is door steile rotsbergen, als door muren om geven, zoodat men met noodweer moeilijk Ro land kan komen. Doch een spaanscti kapitein, die naar Genua en met ons over het water wiide, sprak mij moed in. Nn 'iet it bet mij welgevallen en wij klom men in het vaartuig. Het bootje was zeer gebrekkig, van slecat, vervuurd, dennenbout en zoo klein dat wij dicht op elkander gepakt moesten zitten. Toen wij ons midden op het meer [bevonden, staken de golven, met wind en regen vergezeld, vreeseljjk het hoofd op, IZoodat wij geloofden, dat wij zouden ver gaan. Zelfs de drie schippers werden ba- angst. De spaansche kapitein echter lac ite van ée artillerie der Boeren, die verder schoot dan men verwacht had. Gedurende dezen tijd bleven de Boeren een hevig vuur onderhoudener werd echter weinig schade toegebracht aan onze troepen. Onder het hevig vuur zochten onze infanterie en artillerie een andere stelling, een halve mijl van het gevaarlijke kopje gelegen. Hier was het, dat de veldartillerie uitblonk, door onze terugtrekkende troe pen te dekken en de Boeren bezig te houden. De nieuwe stelling was bewonderens waardig geschikt om den vijand in be dwang te houden en onze infanterie was spoedig druk aan het vuren onder goede bedekking met zekerheid en met goede uitwerking. De bereden infanterie trok hierop noordwaarts met het doel om den rechtervleugel der Boeren aan te vallen. Het gevecht was nu algemeen, maar de afstand was nog steeds zeer groot en weinige onzer manschappen werden ge troffen Een verandering werd evenwel in den toestand gebracht, door de ontdek king, dat een sterk bereden Boeren com mando van het Noorden oprukte. De Ieren en het Northumberland regiment werden uitgezonden om hen aan te vallen. Onze manschappen werden echter be groet door een hevig vuur uit een aan tal machine-kanonnen, die door den vijand in stelling waren gebracht. De Boeren telden op zijn minst 3000 man. Zij had den een goede positie en veel geschut. Het slot van het verhaal deelt de terug trekking op Molteno mede. Natuurlijk werd er op het laatste oogenblik nog door de Boeren op de ambulance gescho ten, die echter niet geraakt werd. Zonder dat is tegenwoordig geen Engelsch tele gram meer volledig De tweede nederlaag heeft Lord Me- thuen's geleden. Zaterdagavond waren zijn troepen opgetrokken naar een sterk verschanste stelling der Boeren, die noor delijk van de heuvels bij Magerfontein over onzen angst, en zeide tot mij iu het Italiaansch, dat het hem toescheen in eene wieg geschommeld te worden. Vervolgens wikkelde hij zich in zijnen ronden mantel en zong in wind en stormweder een vroo- ïyk spaansch liedje. De man joeg mij met zijne vermetel heid bijna schrik op bet lijf, want de dood staalde ons uit iedere golf aan »Haer ka pitein,"' zeide ik, »zijt gij zoo zeker van uw leven, dat gij u niet voor uw stervens uur behoeft voor te bereiden Hierop antwoordde de Spanjaard: Houd goeden moed, ei zal ons geen onheil overkomen. In den uiterste nnood bied ik u een plaats je op njjnen rooden mantel aan. Ik zal dien over de golven uitspreiden, en wij varen veilig daarop voort.'' Bij deze wooiden sloeg Thorhaimer, die heimelijk zijnen ïozenkrans voor den dag had gehaald een kruis. Ik deed hetzelfde en bevai mijne ziel aan God en de lieve heiligen. Nu vielen de golven woedend op ons aan, zoodat het bootje kraakte en een der roeiers over boord stortte en in net schui mend nat verzwolgen werd. Wij overigen schreeuwden overluid. De kapitein echter lag. Zondagmorgen beschoten de Engel schen de stelling de Boeren terwijl zij den geheelen dag een hevig vuur onder hielden. De kanonnen der Boeren ant woordden niet. Het kanonvuur werd Maandagmorgen opnieuw begonnen, toen de Engelsche strijdmacht tegen de positie der Boereu oprukten. Hoe hevig er ook van de zijde der Engelschen geschoten werd, toch hielden zij in hun verschan singen stand. Van 'beide zijden werd de strijd gevoerd met artillerie, maxim- kanonnen en geweervuur. Toen de En gelsche infanterie echtor naderbij kwam werd zij door zulk een doodend geweer vuur bestookt, dat zij genoodzaakt was terug te trekken. Uit Lorenzo Marques wordt betreffende dit gerucht nog gemeld, dat de Boeren al hun stellingen behielden en 41 Engelschen krijgsgevangen maakten. Eenige bankiers te Amsterdam ontvin gen een nog ongunstiger telegram n 1. dat Lord Methuen geheel verslagen zou zijn eu zijn leger in den pan gehakt. Het zal den Engelschen nu eindelijk wel duidelijk gaan worden, dat de strijd in Zuid-Afrika met de Boeren aangebon den. niet zoo spoedig beslecht zal zijn eu dat van een militaire wandeling naar Pretoria, waarvan de uitgezonden officie ren zoo smalend gewaagden, geeu sprake is. Ladysmith, Kimberley en Mafeking zijn wel is waar nog steeds in handen hunner bezetting en in Natai is een verder Zuid waarts oprukken belet door de aankomst van versterkingen, maar noch in Natal, noch in de Kaapkolonie zijn de Engel sche ontzettingstroepen in de laatste dagen geen voet vooruitgekomen. De oorlog is nu reeds twee maanden aan den gang. Versterking op versterking is uitgezonden in zoo grooten getale, dat er in Engeland bijkans geen troepen meer overblijven en nog is men niet verder gekomen. Overal hebben de ilritsche troepen, - men moet dit ter hunne eere zeggen, op enkele gevallen na man moe- nam den mantel van zijn schouders en wierp dien in het water, doch behield er nochtans een slip van in de hand. Tot onze verwondering tiing plotseling de in het moer gevallen schipper daaraan en de kapitein haalde hem ia gelijk met zijnen mantel binnen boord. Intusschen waien wij den oever gena derd toen Thorhaimer een rotsblok zag trok hij haastig wambuis en borstöekleed sel af, gereed om in bet meer te springen terwijl hij mij toeriep: volg mij, genadi ge heer, en houd u aan mijnen gordel vast." Doch de kapitein hield hem terug en verbood hem dit: Wanneer gij vertrou wen iu mij stelt, zoo breng it u aan land zeide hij, haalde het roer naar zich toe, en stuurde het schip wondersnel naareenen inham in de rotsen, dien niemand te voren had opgemerkt. Hier wierpen wij snel onze bandels aan den oever en sprongen die achterna. De kapitein wendde de boot om, stak in het meer en riep: Adio wij zien el kander in Italië weder." Gelukkig ontdekten wij tiappen, die in de rotsen vvaien uitgehouwen. Nu beklom men wij met moeite den berg. Eu hoe- dig gestreden hebben - het hoofd moeten stooten. Kleine overwinningen, waar van veel ophef werd gemaakt, hebben zij be haald, maar de groote overwinningen ble ken meest ten koste van veel manschap pen, tegenover een betrekkelijk klein verlies aan de zijde der Boeren behaald te zijn en eigenlijk als nederlagen te moeten worden beschouwd. De uitbreiding der Duitsche oorlogsvloot is in den Duitschen Rijksdag voorgesteld. De Rijkskanselier Yon Hohenlohe en de Staatssecretaris van het rijks-ministerie van marine Terpitz gaven beschouwingen over dit vraagstuk. Op voorstel van dr. Lieber (centrum) gesteund door Bebel (soc.-dem.) werd de zitting onmiddelijk verdaagd. De heeren hadden tijd noodig om na te denken en te bekomen van de ver rassing. Want het is iets ongewoons, dat een nieuw wetsontwerp, zooals met de vlootwet het geval is, dat nog niet in eerste wetgevende instantie aan den Bondsraad is overgelegd op deze wijze ter kennis van de leden van den Rijks dag gebracht wordt. In de Fransche kamer gaf de begroo ting van justitie aanleiding tot een hef tig debat, vooral na de redevoeiing van den heer Pion, die er op wees, welke mis bruiken der crimineele justitie aankleven. Ten slotte werd met 267 tegen 237 st. men besloten de beraadslagingen te sluiten DE R1JKSMID DELE N hebben in November eene kleine stijging ondergaan en wel een van 190 000, waar door bet totaal der 11 maanden een voor uitgang van 53/4 miljoen aantoont. Dat de toestand over het algemeen gunstig is, kan het. best daaruit blijken dat enkele midde len nu reeds boven de raming van het ge heel zou staan, zoo b v. de bedrijfsbelas ting 276.000/, suiker ƒ96 000), ge- wel wij gelaarsd waren en door den regen doorweekte mantels droegen, en de storm wind ons van de rotsklippen in het meer dreigde te slingeren, stapten wij toch zeer verheugd voort, omdat wij vasten grond onder onzen voet voelden. Onderweg kwam ons van dezen berg af een ellendigen, met osseD bespaanen wagen tegen, die naai den afgrond reed, waarover wij ons zeer verwonderden. Toen wij de oogen ijzende naar bene den op het sombere meer richten, zagen wij den mante! van den Spaniaard in de verte over het water uitgespreid, zoodat wij moesten gelooven, dat het bootje ver gaan en door de golven verzwolgen was. Nu berouwde het mij, dat ik mij aan der. zonderlingen kapitein niet nader had aan gesloten ot ten minste onderzocht bad, wel ken weg hij zou nemen. Want die kon mis schien wel den Spiritus Familiaris bezitten. Dicht bij den top des bergs vonden wij eene herberg. De bewoners ontvingen ons hartelijk, gaven ons spijs en drank en droog den onze natte kleederen bij den warmen kachel, Ook bielden wij wegens den regen bier eenen dag en eenen nacht stil. Wordt vtrvolgd.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1899 | | pagina 1