Binnenland.
Landbouw.
Rechtszaken,
Gemengd Nieuws.
Atjeh. Blijkens van den gouverneur van
Aljeh ontvangen telegrafische berichten
zijn - sedert de jongste mededeeling
dienaangaande in de »öt.-Ct.« van 20
September 1899 by de krijgsverrich
tingen aldaar gesneuveldde fuseliers J.
van Beek, no. 46541, W Speekboudt, do.
44439, D. Wagcer.no. 28709. en C.Jansen,
no. 49767, en de geniesoldaat A. van
Wijngaarden, no. 38669 levensgevaarlijk
gewond de kapitein dor infanterie A. Th.
van IJseldijk en de fuseliers Th Bos. no.
32226, en A. G. Hensen, no. 48733 niet
levensgevaarlijk gewond: de 1ste luite
nants der infanterie E. van Harencarspel,
C. J. G. G. van Doorn en J L. vanNues
(schampschot;) terwijl, blijkens van den
gouverneur-generaal van Nederlandsch-
In lië ontvangen telegraphische benemen
de fuselier P. G. Leverdingen. no 50283.
bij eene excursie in de Lima Kotto (Su
matra) verdronken is, en de vuurwerkers
A. van Bavel, no. 23991, en W. Voorbout
no. 30961, overleden zijn aan bij bet af
werken van een licbtkogel bekomen
wonden.
PAARDENKEURING.
Een medewerker van de M. Ct. schrijft
aan dat blad het volgende
In de vergadei ing van de afdeeüng Noord-
Bolland van het N. P. S. is door bijna alle
aanwezigen goedgevonden, dat het Stam
boek vermeerderd zal worden met twee
boeken voor koudbloedige hengsten en mer-
riëD iets, wat met het oog op de in vele
plaatsen, vooral ook in Zeeland, gevolgde
fokinrichting uoodig is.
Ook wordt bij de punten van beschrij
ving voor de vergadering te Rotterdam nog
voorgesteld, om zoo mogelijk een uniforme
keuring van dekhengsten te verkrijgen over
het ge'neele land, zoodat niet meer zoo veel
vuldig zal voorkomen, wat thans bi) de pro
vinciale keuringen vaak gebeurt, dat een
hengst in de eene provincie wordt afge
keurd en in de andere goedgekeurd. Daar
toe zal door het Rijk dan eene commissie
worden benoemd, die overal keurt, doch
waaraan bij keuring in de eene of andere
provincie, uit die provincie nog een paar
personen worden toegevoegd.
Het vorenstaande lazen wij in No. 28
van »Hippos« en meenen het onder de
aandacht uwer lezers te moeten brengen,
opdat zij op de hoogte zouden zijn van
wat er zooal omtrent de paardenkeuringen
zet vermeden en mijnen afkeer jegens haar
niet had kunnen verbergen, hoewel zy on
schuldig was.
Nu vergat ik mijn woord aan Ulrich en
hetgeen er om mij voorviel. Ik knielde
voor de freule neder, bedekte hare hand
met m(jne kussen, en zeide»Heb ik af
keer en haat getoond, zoo wist mijn hart
slechts het tegendeel."
Zij antwoordde nietik sprak nietik
weet niet wat ei gebeurde. Wij hadden
elkander met de ai men omvat en mm i
op mond gedrukt. Ik lag nu bewusteloos,
aan hare berst, zij even zoo aan d6 mijne.
En toen ik weder tot mij zeiven kwam,
en bet gezang der vogelen in mijn oor
drong en het gouden zonlicht door de groene
takken van de hut weder zichtbaar werd
was ik zelfs verbaasd mij voor het meisje
op de knieën en mij door haren arm om
vat te gevoelen.
Ik had met Ulrich medelijden, doch aan
zulk een avontuur moet een jong mensch
van vijf- en twintig jaar zich wel laten ge
legen hebben. De graai zou in mijne plaats
niets anders gedaan hebben.
Na veel liefkozens traden wij buiten de
hut, en zagen naar beneden in de diepte,
waar de rivier de Mur tusschen groene
weilanden, gelijk een breed zilveren lint
dwars door de bergen heenkrorkelt, en de
boeren boven op de heuvelpn vrooljjk ar
beidden. De geheele wereld kwam ons nu
veel traaier voor.
Nu bemerkte ik graaf Ulrieh, die langs
in de lucht hangt want kunnen
wij aan het eerste punt onze volkomen
adhaesie schenken, als wordende daardoor
grootendeels verkregen, wat wij voor de
Zeeuwscbe paardenfokkerij hoog noodig
achten, tegen de aanneming van het
tweede punt moeten wij, wanneer het
zoo, zonder eenige beperking, wordt voor
gesteld ten sterkste waarschuwen.
In het tweede voorstel ligt oogenschijn-
lyk iels goedsontegenzeggelijk zal er
giootere eenheid bij de keuringen door
vei kregen worden en zullen mistastingen
bij de keuringen worden voorkomen, maar
mocht de voorgestelde maatiegel wet wor
den, dan zoude alle vrijheid van kweeken
aan bandeD worden gelegd, wanr, paaiden,
niet voldoende aan het ideaal, dat de
bearer, keurmeesters zich van een paard
gevormd hadden, zouden gevaar loopen
te worden afgekeurd.
Zondanige eenheid zoude dan eer be
lemmerend werken op de paardenfokkerij,
dan aanmoedigend.
Zeer juist is dat indertijd ingezien door
bet Hoofdbestuur van de Maatschappij
tnt bevordering van Landbouw en Vee-
teeh i Zeeland,op wiens initiatief duor
Gedeputeerde Staten aan de Provinciale
Staten werd voorgesteld, om in het Pro
vinciaal Reglement op de hengstenkeuring
te bepalen, dat de keuringscommissie
slechts een hengst kan afkeuren op grond
van de aanwezigheid van bij name ge
noemde >erfelijke« gebreken.
Verdere bevoegdheid mag aan eene
commissie, door net Rijk benoemd, niet
worden toegekend. De commissie uit het
N. P. S bepale verder, of een goedge
keurde hengst waardig is opgenomen te
worden in het Stamboek. De commissie,
daarvoor aangewezen door de Maatschappij,
wijze onder de goedgekeurde paarden de
beste aan, om aan deze eene belooDing
toe te kennen.
Verder achten wij het nog van zeer
veel belang dat er verschillende commis
sies benoemd worden voor de keuring van
koudbloedige en van halfbloed paarden,
en dat die commissies niet aangevuld
worden met personen uit de verschillende
provinciën, maar dat zij alleen bestaan
uit deskundigen, dus gediplomeerde vee
artsen.
Onder zoodanige toevoegingen gaan wij
mot het voorstbl van Noord-Holland mede.
Zonder die restricties zouden wij het ten
zeerste bejammeren, dat er eene alge-
meene rijks-commissie met de keuring
voor geheel Nederland belast wordt
Wij vreezen, dat de Zeeuwscbe paarden
fokkerij, die nu op den goeden weg is,
daardoor zeer benadeeld zoude worden.
dezen weg te paard naar zijn kasteel terug
keerde, ik verschrikte zeer en trad terug.
Freule vaB Grota vroeg mij, waarom ik
verbleekte? en ik antwooidde: »Is hij
niet uw bruidegom Nu werd zij som
ber en sloeg de oogen naar den grond, en
mijne vraag berouwde mijtoen zij naar
de hui terugkeerde, om haar aldaar achter
gelaten zakdoek op te zoeken, ijlde ik haar
na en sloot haar op Dieuw in mijne ar
men, hoewel zy zich hiertegen verzette.
»Foei," zeide zij, met een afgewend gelaat.
»wij handelen \erkeerd. Gij weet, wat gij
my, helaas zyt en wat ik. helaas, vcor u
ben Ook wilde zij mij niet verder aan-
hooren, maar zeidevluchtof ik vlucht
uit dit oord, het is niet te veranderen.
Myne moeder heeft mij aan graaf Sigis-
mund voor zijnen zoon beloofd. Er moet
een ongeluk vermeden worden, doch uw
aandeDken zal mij dierbaar en waard
blijven.
Bij deze woorden liepen hare schoone
oogen van traneD over, en wij namen in
teedeie liefkozingen afscheid van elkander.
Zij daalde langs den gewonen weg neder
naar het kasteel af, doch ik ging langs eene
andere zijde naar het bosch, opdat Ulrich
ons niet by elkander zou zien. Toen wij
nog een goed geweten hadden, waren de
freule en ik w zonder vrees naast el-
kandei g w
De gra d had ons evenwel boven bij het
tuinbuisjt ontdekt, en hij was knorrig op
mij, gelijk ik het verdiende. Ik nam mij
AXEL, den 8 December 1899.
Viijdag 15 December a. s. zal ten lx/2
ure het nieuwe, fraaie kerkgebouw der
Geref. Gemeente A alhier, in gebruik ge
nomen worden, waarbij verschillende spie
kers zullen optreden.
Gisteren had te Ter Neuzen ten
overstaan van den notaris Drogmans alhier,
de verkooping plaats van eene Hofstede
met aachoorigheden, gelegen in de ge
meente Ter Neuzen Vogelscborpolder, groot
51 hektaren 48 aten.
Koopers hiervan werden de heeren
Gheldolf te Gent, voor 500, per 44 aren
56 centiaren of Ger.tsch gemet.
Met ingang van 1 Januari a. s. zijn
benoemd tot kommies-ontvanger der 2e ca
tegorie voor het grenskantoorte Slrijoeek
B A. Mars, thans in dezelfde betrekking
te Koewachtte Overslag J. H. Janssens,
thans kommies der 1ste klasse te Amster
dam en te Koewacht M. van de Plasse,
thans kommies der 2e klasse te Middelburg.
Omtrent den reeds gemelden brand
onder St. Jansteen (heikant) schrijft
men ons Dader
De brand is, door een onbekende oorzaak
begonnen in de IaDgs den publieken weg
staande, met riet gedekte schuur van de
wed. Martens. Daarin verbrandden 6
melkkoeien, 2 vaarzen, 4 runderen, 4 kal
veren, 3 groote en 3 kleine varkens, be
nevens al de landbouwgereedschappen,
hooi, stroo en de opgetaste ongbdorschen
veldvruchten4 paarden konden worden
gered. Het vuur, dat zeer snel om zich
been tastte, sloeg over op de andere schuur,
op dezelfde hofstede. Tevens werden aan
getast een schuur op het erf van C L.
v. Bunderen en twee schuren op de hof
stede van de wed. Braam. Al die schuren
werden, in eeD zee van vuur, in zeer
korten tijd een prooi der vlammen. De
andere gebouwen op de drie erven konden
gespaard woiden.
Hoewel alles is verzekerd, wordt zeer
veel schade geledeD, daar de verzekerings
sommen betrekkelijk laag zijn. M. Ct.
PREDIKBEURTEN TE AXEL.
Zondag tO December 1899.
Ned. Herv. Kerk.
Voorm. 91/, ure Ds. J. B. T. Hugenholtz
Nam. 2 ure Ds. J. B. T. Hugenholtz
Gereformeerde Kerken.
Kerk A. (Hulpkerk.)
Voorm. 9 ure Ds. K. J. Kapteijn
Nam. 2 ure Ds. K. J. Kapteijn
Kerk B.
Voorm. 9 ure
Nam. 2 ure
Ds. R. van der Kamp
Ds. R. van der Kamp
voor, hem vergiffenis te vrageD, doch hij
vermeed het. mij onder vier oogen te spre
ken. Nu zwoer ik bij mij zeiven, dat ik
de freule niet weder alleen wilde ontmoe
ten en den vriend, zonder verdere erger
nis te geven, verlaten. En opdat de freule
mij niet zou miskennen, wilde ik dit haar
bij de eerste gelegenheid zeggen.
Deze gelegenheid deed zich spoedig op
en ik zeide de bruid van den graaf, hoe
hij met mij op den berg had gesproken,
en onder tranen en kussen namen wij
voor eeuwig afscheid van elkander, met
belofte elkander niet weder alleen te ont
moeten.
Doch den eenen dag na den ander, had
dan ik, dan zij, bij het afscheid nog iets
te voegen, opdat het des te krachtiger zou
zijn, en wij moesten elkander opzoeken en
lieten ons vinden. De eene scheiding was
aandoenlijker dan de andere, doch wi] hiel
den niet op afscheid te nemen, dewijl wy
elkander niet verlaten konden.
Ulrich was echter zoo gramstorig en ver
bitterd, dat hij mij geen woord meer wilde
toespreken, en toen ik hem eens bij de
band nam, om mijne schuld te belijden,
stiet bij mij onzacht terug en zeide
*Meineedige
Een ander als hij, zou deze beleedigiDg
niet ongestraft mogen uitspreken, doch ik
gevoelde het leed zijns barteD, en mijne
schuld daarom verdroeg ik het en zweeg.
Wotdt vervolgd.
Arroiidisseinenfs-Reclitbank te middelburg
Zitting 8 December 1899.
J. F. F., 31 j., stoker te Ter Neuzen, iswegens
beleediging van een ambtenaar veroord. tot f 8 of
8 dagen hecht.
C. F. V., 31 j., -werkman te Puijvelde gemeen
te Belcele in België, gedetineerd te Middelburg is
wegens wederspannigheid eenig lichamelijk letsel
tengevolge hebbende veroord. tot 9 maanden ge
vang. met inmindering brenging der doorgebrachte
hecht.
De Spoorwegramp te Capelle.
Uit Utrecht wordt gemeld dat de enquête,
gehouden door de inspecteurs en ingenieurs
der Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen," naar aanleiding van de ramp
te Capelle op 15 November 11., geenerlei
plichtverzuim aan het licht gebracht heeft
van het bedienend personeel der seintoe-
stellen of locomotieven en dan ook niemand
geschorst is of andere straffen zyn toege
past. Aan de halte Capelle meende men
dat trein 60 doorgereden was. Door den
dikken mist kon men aldaar niet zien dat
die trein circa 200 M. voorbij Capelle was
blijven stilstaan en werd men dit eerst
gewaar toen de hoofdconducteur van dien
trein naar de halte kwam terugloopen om
te informeeren naar gehoorde knalsignaleu.
Groote schrik maakte zich van den sein
huiswachter te Capelle meester, toen hjj
den hoofdconducteur van trein 60 zag komen
aanstappen, wijl hij wist dat de Vlissing-
sche mailtrein 80bis naderde. Het werpen
van knalsignalen op de rails zou levensge
vaarlijk geweest zyn. Beiden begonnen
toen uit alle macht op hun fluitjes te blazen
wat helaas niet meer heeft mogen baten
om 80bis nog tijdig in zijn vaart te stuiten.
Hij was reeds te dicht genaderd om nog
tijdig op de gladde rails te kuDnen stoppen.
Het gerechtelijk onderzoek is nog niet
gesloten.
Een aardige stemming
Te Oosthuizen (N.-Holl.) kwam in de
jongste raadsvergadering het verzoek in om
eervol ontslag van den secretaris-ontvanger,
den heer A. C. Middelkoop besloten werd
dit te verieenen, waarna de voorzitter vier
sollicitatiestuk ben voorlas; naar aanleiding
daarvan ontspon zich het volgende debat
Voorz. Nu. mijne heeren, zal ik u ar
tikel zooveel van de gemeentewet voor
lezen hjj leest
B. en W. hebben op 't tweetal voor
secretaris geplaatst C. Baas en C. Peters,
en nu moeten we maar overgaan tot stem
ming.
Een paar raadsleden mopperen tegen ze
willen eerst inlichtingen inwinnen, een der
sollicitanten beeft examen gedaan als secre
taris.
Voorz. Inlichtingen, gekheid we moeten
stemmen, stemmen.
Maar, waagde nog een der twee te mop
peren, ik stel voor sollicitanten op te roepen.
Voorz. Dat voorstel kan ik niet toe
laten stemmen, stemmen.
Raadslid. Ik protesteer.
Voorz. Stemmen, stemmen. (Er wordt
gestemd.)
Raadslid, Maar Burgemeester, u stemt
ook mee en 't geldt uw neet, uw zusters
zoon
Voorz. Volgens art. zooveel van de wet
raag dat, en hij leest 't bewuste artikel
voor.
De stemming is afgeloopen neef is ge
kozen.
Door het uitsteken van de Trans-
vaalscha vlag gaf iemand te Haarlem Za
terdag uiting aan zijne vreugde over de
geboorte van een tweeling. De jonge zoon
ontvangt de voornameD van oom Paul, het
meisje die van Krugers vrouw.
Aan het strand naby Hildesborg, in
Zweden, vond men Woensdag morgen een
boot waarin het lijk lag van een jongman
gekleed in het uniform van een Deensch
soldaat, die volgens papieren, op hem be
vonden den naam droeg van Oscar Jorge-
afkomstig van Kopenhagen.Zonder dat lag in
de boot ook nog eéii ander uniform, zoo
dat de man waarschijnlijk nog een kame
raad by zich heeft ,gehad. Waar deze dan