DE mmi VAAS.
3*
No. 1380.
Zaterdag 2 December 1899.
e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
v on r Zee uwsch -Vlaanderen
F. idl.l.MIAV,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
ELSCHE
COLIUiMT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde*
naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Een juist beeld te geven van den toe
stand in Zuid-Afrika is op hetoogenblik
niet mogelijk. Wel komen er vele tele
grammen, doch deze zijn zoo verward,
dat men er niet veel wijzer door wordt,
bovendien komen ze bijna alle van dag
bladcorrespondenten, zoodat ze niet altijd
even geloofwaardig zijn Ongetwijfeld
zal de Engelsche regeering wel weten
hoe het met de zaken staat; doch zij
zwijgt, een goed teeken mag dit genoemd
worden voor de Boeren, doch het geduld
wordt er door op een zware proef gesteld
Generaal Methuen verkeert in een
alles behalve prettige positie. Aan de
oevers der Modderrivier staan de Boeren
vóór hem te wachten, achter hem belet
een groote troepenmacht hem den terug
tocht. In de flank wordt hij nu en dan
eens aangevallen door de voorposten;
een tweetal gevechten heeft hij reeds
geleverd, die hem zeer duur zijn te staan
Ook uit Natal is geen nieuws. Het
terugtrekken van Joubert is geschiedt op
last van de presidenten der Boeren-repu-
blieken, die het beter vonden, dat de
troepen in drie gedeelten geconcenteerd
waren, dan dat ze in kleine troepjes ver
snipperd waren. Daardoor is het moge
lijk geworden dat de troepen van generaal
Hildyand zich met de oprukkende kunnen
I vereenigen Bij de Tungela-rivier staat
nu een troepenmacht der Boeren de En-
gelschen op te wachten, terwijl een andere
om hen heen zal trekken om ook daar den
terugtocht te verhinderen. Bij Ladysmith
zou dan het derde gedeelte gelegerd zijn.
HET GEREHTSHOF.
Moeder Manon nam de vaasindeeene
8D Mariette bij de andere hand en ging
tegen negen ure naar het gerechtshuis daar
dit de tijd was, dat de heer Hautmartin
voor een iegeljjk te spreken was. Daar
barstte zij in een luid geschreeuw los, en
toonde hem de gebrokens vaas in het ver
loren paradijs, Mariette weende bitterlijk.
Toen de rechter de gebrokene vaas en
zijne weenende bruid zag, ontstak by in
epnen recbtmatigen toorn tegen Coljjn, zoo
dat zijn neus byna zoo paarscb werd als
het beroemde lintje van Mariette. Hij liet
den booswicht door zijne dienaren halen.
Coljjn kwam, diep bedroefd. Moeder
Manon herhaalde nu met veel welsprekend
heid hare aanklacht. Maar Coljjn hoorde
niets. Hjj naderde Mariette on fluisterde
haar toe vergeef het mij, lieve Mariette
evenals ik u vergiffenis schenk. Het was
een ongeluk dat ik de vaas brakmaar
gjj hebt mijn hart gebroken
Wat beduidt dat gefluister daar riep
de heer Hautmartin met een rechterlijk
gezag. Luister naar de aanklacht en ver
dedig u."
»Ik veidedig mij niet," zeide Coljjn, »ik
Van Mafeking en Kimberley hoort men
heelemaal mets, evenmin als van de
Nooidergrens.
Het victorie-geroep der Engelschen is
verstomd en met groote bezorgdheid kijkt
men naar het oorlogsterrein uit.
Nog is niet bekend hoe het met het
regiment Lanciers is afgeloopen, die de
zoogenaamd vluchtende Boeren na den
slag bij Graspan moesten vervolgen.
Men is zeer ongerust in Engeland over
hun lot. Lordt Methuen verwacht, dat
zij Honey Nest Kloof hebben bezet. Maar
ware dit geschied, dan zou het ook geen
moeite wezen om daarvan bericht te
zenden.
Mochten de Lanciers hetzelfde lot onder
gaan. hebben als de huzaren bij Dundee,
dw.z. mochten ook de Lanciers gevan
gen genomen zijn. dan is dit zeker zeer
beschamend voor den Engelschman maar
dan zal dit bovendien de hoop op een
overwinning zeer verminderd hebben
Want door het gevangen nemen der Lan
ciers wordt het duidelijk, hoe buiten-
gewoonlijk moeilijk het voor de Engel
schen is zich de taktiek der Boeren eigen
te maken. Want gaan dezen voort de
Engelschen in kleine gevechten afbreuk
te doen, doch voor beslissende slagen uit
den weg te gaan, dan kunnen zij het der
Engelschen nog lang op krachtdadige wijze
lastig maken en de oorlog onafzienbaar
rekken.
De houding der Engelschen bij het ge
vangennemen van Boeren wordt algemeen
afgekeurd. Wat de Engelschen doen,
zouden wij van de bewoners uit het mid
den van Afrika kunnen begrijpeu, doch
hun handelingen zjjn een beschaafd volk
heb de vaas gebroken buiten mijne schuld
»Dat geloof ik ookzeide Mariette zuch
tende; »ik ben even zoo schuldig als hij
want ik had hem beleedigd en vertoornd
daaiop wierp hij mij het lint en de bloe
men wat onvoorzichtig toe. Hjj kan het
niet helpen."
»Wat nu!" riep moeder Manon uit:
»wil het meisje hem nu nog voorspreken
Mijnheer de rechter, spreek! Hij heeft de
vaas gebroken, dat ontkent hij niet, en ik
om zijnentwille het venster, indien bij
dit wil ontkennen, zoo moet hjj het maar
Komen zien."
»Daar gj) dit niet ontkennen kunt, mijn
heer Coljjn," sprak de rechter, »zoo betaalt
gij voor de vaas honderd vijftig gulden,
want zooveel is zij waardig en dan voor."
»Neen riep Coljjn uit, >zooveel is ze
niet waardig. Ik zelf heb te Yenceopde
kermis, voor Mariette, voor vijitig gulden
gekocht."
»Gij dezelve gekocht, onbeschaamde
riep de rechter uit en zijn geheele gelaat
werd paarsch als het lintje van Mariette.
Doch meer wilde hjj niet zeggen, want hjj
werd bevreesd voor een verdere ophel
dering.
Coljjn echter werd toornig om dat ver
wijt en zeide »op den avond van den
marktdag zond ik deze vaas door uwen
knecht Jacques aan Mariette. Maar daar
staat Jacques aan d6 deur. Dat hjj getuige
Jacques, spreek 1 gaf ik u niet de doos, om
die naar vrouw Manon te brengen
uit het beschaafde Europa op het einde
der 19e eeuw onwaardig. Aan het ge
zantschap der Zuid-Afr.-Rep. wordt toch
uit Pretoria gemeld
„Toen de Engelschen, die door de Boe
ren gevangen genomen waren, in Pretoria
werden gebracht, werden zij in stilte en
kalmte ontvangen, de gewonden werden
liefderijk verpleegd en opgepast; toen de
Transvalers, die te Elandslaagte gevan
gen genomen waren, te Ladysmith aan
kwamen, werden zij beleedigd, belasterd
en gescholden, vooral de gewonden."
„Bij het bombardement te Mafeking
werd op een gedeelte der stad de witte
vlag geheschen en bericht door Baden
Powell, dat daar vrouwen, kinderen, zie
ken en gewonden waren. Daar bevond
zich echter ammunitie en grof geschut,
waarmee geschoten werd
En een niet minder juisten blik op den
toestand geeft een gedeelte uit den vol
genden brief, gezonden uit Kaapstad, die
wij aan de »Arn. Ct.« ontleenen
Daar de meeste gevangen intelligente
menschen zijn, was de eerste vraag om
boeken, de tweede om geld. Yoor dit laat
ste moeten allerlei verre bloedverwanten
of kennissen in de kolonie door mjj aan
geschreven worden, of doen ze het zelf,
als ze nog wat geld overgehouden hebben
want alles in hun ontstolen Ik wist
wel, dat men op een slagveld de wape
nen en amunnitie, paarden en zadels af
nam, maar niet dat men de levenden en
dooden een voor een ging plunderen. Dat
is bij Elandslaagte gebeurd, door de zich
noemende beschaafde Engelschen.
O, als de gevangenen weer eens vrij zijn
dan zal er nog wat gehoord worden
De rechter wilde hier een woord tus-
schen voegen maar de eenvoudige Jacques
zeide herinner u maar mynheer, gij naamt
mij de doos van Coljjn af, en bracnt het
geen daar in was, zelf naar vrouw Manon.
De doos ligt daar nog onder andere zaken."
De dienaren moesten Jacques de deur
uit werpen, en ook verzocht men Colijn
zich te verwjjderen tot dat men hem weder
mocht roepen.
»Zeer wel rechter," hernam Colijn, maar
dit zal uw laatste bedrijf zijn in Napoule.
Ik weet meer dan dat gij met myn eigen
dom u de gunst van vrouw Manon hebt
willen verwerven. Wanneer gij mij wilt
spreken, zult gij naar Grasse, naar den
gouverneur moeten rijden." Hierop vertrok
Colijn.
De rccht6r was over dezen afloop zeer
onsteld en wist in de vei warring niet wat
hij deed. Vrouw Manon schudde met het
hoofd. De zaak kwam haar verdacht voor.
»Wie zal mij nu de gebrokene vaas be
talen zeide zjj.
Mariette antwoordde blozende»zij is
mij bijna reeds betaald
WONDEBBARE SCHIKKINGEN.
Coljjn reed nog denzelfden dag naar Gras
se, naar den gouverneur, en kwam des
anderen daags vroegtijdig weerom. De heer
Hautmartin lachie slechts hiermede, en
trachtte vrouw Manon allen argwaan te
benemen, en zwoer dat hij zjjnen neus wil
de laten afsnijden, indien Colijn geen bon-
Niet alleen dooden en levenden, zelfs
gewonden en stervenden werden geplun
derd de heer Bijleveld, leeraar aan 't
gymnassium te Pretoria, lag gewond op
het slagveld en hem werd alles ontroofd
ook 14 pond aan geld commandant Koch
later gestorven in Natal, werd 40 pd. ont
roofd de heer dr. Coster lag op sterven
ook hij werd geplunderd.
Nog een staaltje van ongelooflijke wreed
heid een man werd ook van alles beroofd
en toen riepen de Engelsche soldaten »o
Go en toen de man een eindje wegge
kropen schoten ze hem voor de grap dood
Van de gevangenen, die hier zijn, is
is ook alles afgenomenhorloges, geld,
sleutels, mesjes en zakdoeken De heer
Mantel werd een bajonet op de borst ge
zet: »Your watch or 1 kill you."
Een moest zijn schoenen uittrekken voor
de roovers om hun te laten zien of daar
ook geld in zat Zelfs trouwringen moesten
afgegeven worden Ja zelfs werd van een
gewonde de vinger afgesneden om den ring
te nemen
Zijn dat onmenschelijke daden of niet
Nooit, nooit had ik gedacht, dat de En
gelschen zulke beesten zijn
Begrijp eensEr lagen ongeveer 99 men
schen achter een »kopje", toon daar plm.
300 lanciers aan kwamen rennen. Voor
die overmacht moest men zwichten. Men
wierp dus zijn wapen neer ten teeken van
overgave. Toch riep de kapitein der lan
ciers: »Doodt de burgers!'' En daar had
een slachting plaats, ontzettend Sausent-
haler behoorde tot de weinigen dier 90,
die gespaard zijn, omdat hij was blijven
liggen.
Het Nationaal Mijnwerkers-congres werd
derd en vijftig gulden zou betalen. Ook
begaf bij zich met moeder Manon naar de
pastoor en drukte tiet dezen op het gemoed
Mariette ernstig haren plicht onder het oog
te brengen, bn als eene gehoorzame doch
ter zich niet tegen hare moeder, ten op
zichte van een huwelijk te verzetten.
De oude heer beloofde zulks, ofschoon hij
nauwelijks de helft van hetgeen men tot
hem zeide, bad verstaan.
Mariette echter nam de vaas op hare
slaapkamer, nu was zij haar eerst lief ge
worden, en het was of het paradijs in haar
hait woonde, sedert de vaas gebroken was.
Toen nu de Zondagmorgen aangebroken
was, zeide moeder Manon tot hare doch
ter»kleed u petjes aan en breng dezen
ruiker naar den pastoorhij heeft dien
noodig voor eenebiuid." Mariette kleedde
zich, nam den ruiker en bracht hem zon
der argwaan aan vader Jerome.
Onder weg ontmoette haar Colijn, welke
haar vriendelijk doch bevreesd groette, en
toen zij verhaalde waar zij den ruiker moest
brengen, zeide Colijn: »ik moet ook dien
weg maken, want ik breng den pastoor
het geld van de tiende." Hij vatte hare
hand en beiden begaven zich op weg, be
vende alsof zij eenen grooten misdaad be
gaan hadden.
»Hebt gij mij vergiffenis geschonken
vraagde Colijn zachtjes. »Ach Mariette,
wat heb ik u gedaan, dat gij zoo boos tegen
mij zyt
Maar zij kon niet anders zeggen dan