No. 1372.
Zaterdag November 1899.
15* .laarg.
IJ IJk3
HET BÊZOEKTE MARIABAD.
Nieuws- e ii Advertentieblad
voor Zeeuwse h-Vlaanderen
F. UI EL FM AA,
AXEL.
Buitenland.
FEB1LLET08.
COIIIUIVT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; Iranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Met een blij gevoel beginnen wij thans
ons buitenlandscü overzicht, daar wij
melding kunnen maken van een flinke
overwinning der Boeren op de Engelschen.
Door generaal White werd toch Woensdag
31 Oct. een telegram gezonden aan het
ministerie van oorlog, waarin melding
gemaakt werd van een ramp, die een
colonne is overkomen, door generaal White
uitgezonden om stelling te nemen op een
heuvel ten einde de linkerflank te be
schermen. De colonne heeft zich na he
vige verliezen te hebben geleden, moeten
overgeven. Zij bestond uit een bataljon
Iersche fnseliers en een bataljon van het
Gloucester-regiment met een bergbatterij
samen tellende 42 officieren en ongeveer
2000 man.
Zooals onze lezers weten bevindt zich
generaal White te Ladysmith, dat bijna
geheel ingesloten is door de Boeren. Dins
dag ondernamen de Engelschen met een
groote macht een verkenning, die goed
geleid werd, doch men kwam tot de ont
dekking. dat de stelling, die het doel van
den tocht was, door de Boeren verlaten
was.
Van beide zijden werd hevig geschoten.
De Boeren moesten dus alzoo kenbaar
maken, waar zij stelling hadden genomen
Ze deden een hevigen tegenaanval, die
echter teruggeslagen werd. Een colonne
onder kolonel Carleton werd door den
vijand bestookt, toen deze op Nicholson's
nek was aangekomen
De muilezels, die de ammunitiewagens
trokken schrokken door het schieten deze
paniek breidde zich uit tot op de muil
ezels voor de batterijen der bergartillerie,
die in groote wanorde vluchtten. Hiermede
ging ook het grootste gedeelte van de
ammunitie der batterij en de reserve am
munitie verloren Be infanterie bestormden
toen den heuvel met geveld geweer en
bezette hem zonder grooten tegenstand
te ontmoeten. Zij bleven daar tot den
morgen aanbrak, terwijl zij zich bezig
hadden gehouden met het opwerpen van
verdedigingswerken. Toen de afdeeling
der Boeren echter versterkingen hadden
gekregen, oegon zij een krachtigen aanval
en hadden de voldoening, de overwinning
te behalen, waarvan in genoemd telegram
sprake is.
Te Londen is men over het ontvangen
bericht meer teleurgesteld dan verslagen.
De EDgelschen toch zijn zoo overtuigd
van hun overmacht, zijn zoo verzekerd,
dat zij ten slotte de overwinningspalm
zullen wegdragen, dat zij het nieuws van
de nederlaag bij Ladysmith gelaten en
kalm opnemen.
»Wij kunnen niet steeds overwinnen
zeggen zij, »de Boeren zijn dappei en
uitstekende scherpschutters" Nu blijkt
het echter dat zij ook strategische kennis
bezitten, hun kanonnen dragen verder
dan die der Engelschen en zij zijn grooter
in getal. Voor hen hangt alles af van
wat zij in de laatste dagen kunnen doen
Gelukt het hen, Ladysmith en
Pieter Maritzburg te nemen, dan is het
den Engelschen moeilijk geworden hun
troepen aan de Oostzijde te voorzien van
voorraad. Bovendien schijnt Ladysmith
goed voorzien te zijn van levensmiddelen
en krijgsvoorraadzoodat het nemen van
die stad ook van deze kant beschouwd,
een niet te versmaden voordeel voor de
Boeren zou zijn.
De Temps te Parijs ontving bericht uit
Londen, dat de Boeren Kimberley en Mafe-
king steeds nauwer insluiten.
De Boeren rukten Maandagavond op
nieuw op Ladysmith aan. Zij wierpen
eenige bommen ln het kamp.
Twee marinekanonnen 50-ponders
openden het vuur op de Boeren.
Dinsdag brachten de Boeren bij het
aanbreken va» den dag hunne kanonnen
opnieuw in stelling. Eenigen daarvan
werden tot zwijgen gebracht.
Dinsdagavond duurde het artillerieduel
nog voort. Men gelooft dat de Boeren
groote verliezen leden. De stemming der
Engelsche troepen te Ladysmith is uit
stekend
Aan de Times werd uit Kaapstad ge
seind, dat in den avond de kanonnen van
de marine-brigade den veertigponder der
Boeren van ziin affuit schoten en even-
zoo de kanonnen, die op Hopworth Hill
waren opgesteld, tot zwijgen brachten.
De Boeren verlieten hunne stellingen.
De Czaar en de Czarina van Rusland
zijn te Baden-Baden aangekomen, verge
zeld door den groothertog van Hessen en
zijn gemalin. Aan het station werden
zij ontvangen en begroet door de herto
gelijke familie van Baden.
De Minister van financiën heeft in de
Spaansche Kamer de voorgestelde bezuini
gingen voorgelezen. Men verneemt, dat
een conservatieve leden er oppositie tegen
zullen voeren. Door den heer Almenas
werd een interpellatie aangekondigd over
de algemeene politiek, welke interpellatie
door den heer Silvela werd aangenomen.
De Engelschen hebben meer elegische
dichters de Franschen en Italianen meer
Anakreons. Het treurspel van gecen is
vol diep gevoel, aandoenlijk, dikwijls af
schuwwekkend maar steeds voortreffelijker
dan hunne blijspelen, het tegendeel vindt
bij dezen plaats waar alle geest op het
blijspel gericht wordt, en het tieurspel veel
minder krachtig is. Het ernstige of tref
fende dra ma behoort in Duitsohland te huis
de Franschen weten niet. wat zij van dien
bastaard zullen maken, die noch blij- noch
treuispel is, en waarbij zij niet weten, of
zij zullen lachen of schreien. De satyre
der Engelschen en Duitschers is ingrijpend
bij Fianschen en Italianen meer spelen
de moedwil; daar prikkelende peper, bier
kittelend zout. Even als het drama,
schijnt ook het lierdicht meer de zaak dei-
noordelijke bewoners te zijn. Ossian, Mil
ton, Klopstock zijn in hunne epische wer
ken uitmuntende meesters, zoodra zij kla
gen, roeren, treffen, ingrijpen; Ariosto Tas-
so, Voltaire, ja zelfs Homerus, onnavolg
baar, zoodra zij zachte, gevoelens en lie
felijker, lachende tooneelen schilderen.
In de liefde dweept db Duitsche;,mijnert
de Italiaan, dartelt de Franschman. De
bewoner van bet zuiden is met zich zei
zen voldaan, is vol nationalen hoogmoed
met betrekking tot zijne zeden, kunsten
en wetenschappen, die vaD hot noorden is
vlijtig, onvermoeid, navolgend. Engelschen
en Duitschers reizen veel, en vereenigen
de eigendommeüjkbeden en schatten van
het buitenland met hetgeen zij voortref
toli)ker van de natuur ontvingen.
Het is waarlijk eene schreeuwende on
rechtvaardigheid, wanneer men een natie
met eene andere vergelijkt, de eene ten
koste van de andere t6 hekelen. Talen
ten kunnen niel, wanneer men billijk oor-
deelen wil, inel elkander vergeleken wor
den niet met betrekking tot elkander ge
prezen of gelaakt, de ontwikkeling alleen
is het, die lof, of berisping verdient, want
deze is niet door de natuur gegeven, maar
maar wordt door willekeur en vlijt ver
worven.
De Duitschers hebben vooral de klein
moedigheid, niet behoorlijk naar waarde
te schatten hetgeen hun eigendommelijk
is, maar wel datgeen wat andere natién
uitnemends, of liever bij wijze van vergoe
ding bezitten. Zij gevoelen huü beei schend
gebrek aan geest, bemerken echter niet
de scherpzinnigheid, die den Fianschman
ontbreekt, die bij zyue levendigheid tien
maal dwaalt, terwijl zich de bedaarde,
systematische Duitscber eenmaal vergist.
Men verwijt ons, dat wij de Franschen
niet evenaren in vlugheid van stijl en
fijnen gezelschapstoon in bevalligheid van
woordvoeging, waardoor zij zelfs aan den
minst beteekenden inval een zeker gewicht
byzetten doch men ziet tevens over bet
hoofd, dat wij in andere takken der scboone
litteratuur, de epische, lyrische en didac
tische, voortreffelijker werken hebben aan
te wijzen, dan zij wij in de beschaving
eene jongere natie, dan zij Zoo als
hier, is dit het geval met honderd andere
zaken. Evenwel weet ik niet, of deze klein
nigheid, deze zelfvei loochening, met be
trekking tot de zelfzucht der Franschen
en Italianen een gebrek, dan wel eene
deugd is. Wij worden door deze besehei-
denüeid tot eene overdrevens navolging
tot naiiping verleid, gewinnen daarvoor
echter de voordeelen van het buitenland ter
wijl do buitenlander nooit bezitte'- wordt van
de Duitsche grootere voortreffelijkheden.
Reeds de oudere Franschen spotten met
ons, en zij «leen dit misschien op beter
groden, dan de latereu. De kardinaal
Perrou, een Dominique, Bouhours, Carilet
e. a. m. hielden de Duitschers voor men
schel), wier gebeele geestkracht in het
ruggemerg zat, om centeDaars-lasten van
geleerdheid te dragen, maar des te min
der in de hersenen, om zeiven scneppin
gen vooit te brengen, die den stempel
van het genie droegen,
Het is waar, Italië, Frankrijk, tmbben
het recht op Germanië ah hunnen leer
ling te wijzen maai het is nietongehoor
dat de ijverige scholier, den leeraar, wien
zich zelf voldoende is, evenaarde en ook
overtrof. Griekenland ging in het oosten
De heer Charles Seller heeft den mi
nister van Buitenlandsche Zaken van
Frankrijk gevraagd, of het Fransche gou
vernement het initatief wil nemen, naar
aanleiding van den Transvaal-Engelschen
oorlog, tot een overeenkomst te komen
met de mogendheden om de onzijdigheid
van de Delagoabaai te verzekeren in het
belang van den handel.
De Russische minister van financiën
heeft in een toespraak gszegd, dat de
financieele toestand van Rusland op het
oogeublik schitterend is, en tot geenerlei
bezorgdheden aanleiding geeft.
In de Transvaalsche bladen, die met
de laatste Mail aangekomen zijn, wordt
een en ander medegedeeld omtrent den
toestand van de Transvaal voor het uit
breken van den oorlog. Daaronder trekt
zeker het meest de aandacht het sluiten
van de zitting van den Volksraad, den
2 October gehouden, waarbij slechts 14
leden tegenwoordig waren, daar de an
deren reeds naar huis waren vertrokken
om zich gereed te maken voor den aan
staanden oorlog.
De staatspresident Kriiger nam het
woord Alle leden stonden op Het was
doodstil, toen Z H. Ed. met bewogen
stem het volgende sprak
De beide Volksraden zijn nooit onder
zulke buitengewone omstandigheden ver
daagd Alles dreigt nu op oorlog, omdat
de leugengeest de overhand genomen heeft,
omdat dit volk geen eigen regeering mag
hebben.
Sprbker wijst er op, dat zij alles in
het werk gesteld hebben om den vrede
te bewaren. Maar al komen er duizenden,
zegt hij, God zal voor ons strijden totdat
en zuiden ter school, maar Indië en Egypte
verloren eindelijk hun roem, toen de scho
lier onderwijzer werd
Doch waar dwaal ik heen! Ik eindig;
gij zoudt anders eene verhandeling krijgen
die op u dezelfde slaapverwekkende kracht
uitoefende, welke mij op d«e eenzame b ink
te Karlsbad onder de harmonie der Bo-
heernsche muziek bijua overwel 1i.:d heeft.
MARIENBAD.
Ik ben hier aan het doel en einde van
mijn zomeruitstapje. In de tegenwoordig
heid van den vriend mijner jeugd, gaat
eene halve eeuw als de schaduw van een
scboonen droom voorbij. Is het waarheid
Heb ik dat alles beleefd en doorleefd, se
dert ik de laatste maal, in Mei 1795 was
het te Fiankfort aan den Oder in zijn voch
tig oog zag, om afscheid te nemen op de
lange reis des levens? Ik voel in spijt
van mijne een en zeventig jaren, jongo-
lingsbloed in alle mijne polsen kloppen,
En evenwel is alles niet meer als toen.
Zwitserland toen het land mpner wenscben
is thans mijn vaderland geworden, waar
aan mij duizenden herinneringen,duizen
den heilige banden ouoplosbaar binden,
daar, en Dergens anders, zal mijn gebeente
rusten. En toen hoe zeer meende de
baardelooze wijsheid tot in het allerheilig
ste der kennis doordrongen te zijn, ter
wijl thans de grijsaard be&c laamd erken
nen moet, nauwelijks den drempel van
het voorhof te hebben betreden.
Wordt vervolgd