JOETHU FRSCL No. 1353. Woensdag 6 September 1899. 15e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h - VI aan deren F. DIELEMAA, Buitenland. FEUILLETON. AXELSCHE COURAMT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzondert, numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde» naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Een der meest verstokte tegenstanders van Dreyfus, de heer Quesnai de Beaure- paire, bracht Vrijdag twee getuigen voor de zitting van den krijgsraad. De eerste getuige, du Breuil, vertelt dat hij op zijn reis door Normandië twee huisknechten van wijlen den heer Bodson heeft aan gesproken, die hem verklaarden ,dat Drey fus in '87 bezoeken bij mijnheer en me vrouw Bodson bracht, en in het bijzon der in den namiddag bij mevrouw Bodson alleen, terwijl het dan weieens voorviel, dat er te gelijkertijd nog andere heeren waren. De knechten meenden, dat dit buitenlandsche gezanten waren. Opstaan de, protesteerde Dreyfus tegen deze be weringen, verklarende dat hij nimmer een buitelandsch gezant bij de Bodson's heeft ontmoet. Hij eischteen onderzoek, waaruit de waarheid moge blijken. De tweede getuige was piqueurGermain. De president nam hem den eed af, Voor dat hij zijn verklaringen begon liet De- mange hém eerst eenige vragen beant woorden, waaruit bleek, dat Germain 17 Juni 1893 tot 290 frs boete is veroordeeld, wegens oplichterij en in '98 wegens mis bruik van vertrouwen tot zes maanden gevangenisstraf. Deze getuige zeide, dat hij vroeger, toen hij nog knecht bij den heer Kuhl- man was, aan Dreyfus paarden heeft gebracht en dat hij den beschuldigde te paard deDuitsche manoeouvres heeft zien bijwonen en met de Duitsche officieren zien spreken. Hij geeft verder over die bezoeken eenige gedetaileerde verklarin gen. »Wat noemt gij toch het «choonste >0 het schoonste is bet schoonste, gij zult het beter weten, dan ik zeggen kan ik het niet. Dat is het schoonste, wan neer ik in de kerk hoor en bid het dan met den hemel eens word, en ik van het geen, wat in en buiten de kerk is, denk dat alles vergaaten ik daarbij toch weet: het beste blijft in onvergankelijke heerlijkheid alle mijne beminde dooden leven met mij, mijne moeder en mijn grootvader en vele helden, van wie mijn vader verhaalt, Jezus Christus en vele hei lige zielen leven zaliger dan ik, en leven nog met mij, en beminnen mij, zooals ik hen. Dat is het schoonste. Dan boor ik het gefluister der biddende harten in de heilige toonen des orgels en de stem van den prediker, en dan vindt het weerklank in mijn binnenste en versta ik het." Frock lachte. Hij hing met zijne blik ken aan het gebarenspel van Leonore, die als in verrukking sprak. Nu boog hij zich over het meisje, dat hem aanzag, als ver wachtte het een antwoord, en kustte het heldere voorhoofd van het kind, zonder een woord te zeggor,. »Het meisje snapt als een ekster," riep Dreyfus zegt, dat hij getuige toestemt, dat deze hem te Mühlhausen heeft ge zien, doch steeds op bezoek bij zijn fa milie en dat hij, wanneer hij te paard steeg, steeds paarden van zijn broers of van zijn vrienden gebruikte en dat hij nooit de Duitsche manoeouvres had bij gewoond. De derde getpige die nu aan het woord kwam, was de heer Kuhlman die ver klaart, nooit paarden aan Dreyfus geleverd te hebben, en voorts het vertelsel, zooals we het maar noemen zullen, van Germain logenstraft. De volgende getuigen, geven eenige in lichtingen over de spionnage van '87 en bijzonderheden omtrent het bordereau. De zitting van Zaterdag begon met een korte discussie tusschen Gonse en Pic- quart, waarna Labori Gonse eenige vra gen stelde. Daarna kwam de vervalsching van Henry ter sprake. Gonse zei, dat hij niet kon gelooven, dat die ongelukkige manoeouvre van Henry tegen Picquart gericht was, doch dat hij een nieuw be wijs tegen Dreytus wilde hebben, een bewijs, geheel zonder nut, daar het dos - sier voldoende was Labori protesteerde hiertegen en verzocht den president aan Gonse de vraag te stellen, door welk stuk Dreyfus wordt aangewezen, aan welk verzoek de president geen gevolg gaf. Defonds Lamothe, oud-officier van de artillerie, en die tegelijk met Dreyfus aan den generalen staf was, gaf wijdloopige bijzonderheden over het veranderen van den datum van het bordereau, en kwam tot de conclusie, dat Dreyfus onmogelijk de schrijver van het bordereau kon zijn. maar, voegde hij erbijAlle ministers van de majoor »docb zij wekt dikwijls gevoe lens in mij op, waai mede ik wel ovei een stem, maar die ik niet iu woorden weet uit te drukken." Na het eten werd er eene wandeling voorgesteld. Men ging naai het zoogenaam de Leliëndal een naburig boschje, een kwar tier van de laatste huizen der voorstad Midden in het boschje lag, tusschen wei landen en tuinen, eene herberg waar de bewoners der hoofdstad zich kwameu om spannen. Frock had beide zusteis aan den arm. De majoor ging pratende naast ben. Josephine verried in hare gesprekken even veel geest en gevoel, als zij schoon was »Höt is toch een heerlijke dag riep Leonore uit, en huppelde van blijdschap: >ik ben zek9r in den hemel, ik ben in den hemelEn waart gij in de kerk ge weest mijnheer Frock, zoo zoudt gij ook in den hemel zijn,'' »Docb wanneer ik u zeg, mijne vrouw Leonore, dat ik werkelijk in dezen oogen- blik in den hemel ben »Neen. gij gaat maar wandelen. Doch ik ben in den hemel. Ziet gij, alle bloe men hebben de gloeiendste kleuren, en zien er stil en hemels uit, het loof aan de boomen is doorschijnend alsof bet groene vlammen waren, de hemel heeft een an der kleed, en de zou eenen anderen glans. Alles heeft eene eigene wijzeen houding, en alles geelt iets feestelijks 'e kennen doch ik begrijp het maar niet goed ge noeg. Ik zal het echter zeker eenmaal oorlog waren ter goeder trouw, maar zij zijn bedrogen. Tegen het einde der zitting vroeg de president, of er niets tegen is. Maandag 4 September, volgens verzoek van Hart- mann een zitting met gesloten deuren te houden, Na beraadslaagd te hebben werd or met meerderheid van stemmen beslo ten, een geheime zitting te houden. Om twaalf uur werd de zitting gesloten. Zooalsonze lezers reeds weten, heeft de Pruisische regeering een niet te ver helen nederlaag geleden door de verwer ping der kanaalwet. Die nederlaag heeft echter Wilhelm ook geleden, die, zooals gewoonlijk niet achtergebleven was, zijn koninklijk woord te laten hooren en op zijn eigenaardige manier als zijn verlan gen had te kennen gegeven, dat de wet zou aangenomen worden. Maar berust Wilhelm in zijn nederlaag Geenszins de geest van den ouden Frits schijnt in Pruisen nog rond te waren. De regeering toch heeft een aanschrijving gericht aan de gouverneurs der provinciën. De inhoud van de circulaire komt hierop neer, dat het Z. M. leed doet, gezien te hebben, dat de plicht, die op alle ambtenaren rust, om de politiek van Z M. te steunen, niet in haar vollen omgang, door allen begre pen wordt. De staats-ambtenaren moeten begrijpen, dat zij de dragers zijn van de politiek der Regeericg van den koning; zij mogen in geen geval, op grond van een persoonlijke meening, de taak van de regeering verzwaren, want daardoor zou den zij hare kracht verlammen, inplaats van versterken en bovendien verwarring stichten in de gemoederen van de on danen. leeren kennen." Frock was in den hemel, in weerwil dat Leonore het wilde ontkennen. De ge heele wereld kwam hem aan Josephine'' arm andeis voor. Hij hoorde Leonore gaarne snappen, om te kunnen zwijgen. Want hot spreken viel hem moeielijk, dewijl hij door aandoeningen overstelpt werd, die hij zich niet verklaren kon. In Leliëndal ontmoette men bekenden van den majoor en vriendinnen van Josep- hine en Leonore men voegde zich bij el kander en waodelde gezamenlijk. Frock als vreemdeling verwijderde zich hij hield zich alsof hij planten zocht, ging het bosch in en kwam niet terug. De majoor miste hem na verloop van een uur het eerst. Men wachtte hem en ondei hield zich met anderen. Toen het echter tijd was op te breken en naar huis te keeren, en Frock nog altjjd uitbleef sprong Leonore voor den dag, om hem in het boschje te zoeken De majoor vloekte en nam met hetzelfde deel eenen anderen weg. Josephine her innerde zich in welke riehtiDg Frock naar het boschje was gegaan en volgde die, Werkelijk vond zjj hem aan den voet van eenen eik, met het gezicht in zijne ge vouwen handen, op het gras zitten. Zij dacht dat bij was ingesluimerd en riep hem zachtjes bij zijnen naam. Hij stond plotseling met een verschrikt, doodsbleek gelaat op, staarde haar een oogenblikaan, poogde te glimlachen, bad om vergiffenis dat hij het gezelschap verlaten had, en Aan het slot wordt de verwachting uitgesproken, dat dit schrijven voldoende moge zijn en dat niet meer aanleiding moge gegeven worden, om verder reiken de maatregelen te nemen. De Italiaansche kamer zal weldra bijeen geroepen worden om eenige zaken af te doen. De kamer zal geopend worden met een troonrede, waarin de verschillende partijen vermaand worden, om eensge zind en verdraagzaam te zijn, met een waarschuwing, dat niet zal worden ge duld, dat de buitensporigheden van een kleine minderheid, hinderlijk zqn voor de kalme beraadslaging van de groote meer derheid. Er schijnt in Italië het plan te bestaan, om wanneer de uiterste linkerzijde zich weer zoo onbehoorlijk mocht aanstellen, dat de werkzaamheden er door worden verlamd, de Kamerzittingen voor onbe- paalden tijd te verbieden. Dan zal de re geering het dus zonder kamer zien te doen. De Engelsch-Transvaalsche crisis is nog niet opgelost. Aan beide zijden blijft men zich toerusten tot een mogelijk niet te vermijden strijd Het gevaar wordt hoe langer hoe dringender. Zooals uit-êe laatstgewisselde telegram men tusschen Engeland en deZuid-Afri- kaansche Republiek blijkt, was de Trans- vaalsche regeering geneigd concessiën te doen doch op voorwaarden dat Engeland zich voortaan niet meer in de binnen- landsche aangelegenheden van de Trans vaal zou mengen. Dit schijnt Chamber lain echter te zwaar te vallen, zooals overigens wel te verwachten was. Ver der wordt uit Pretoria nog gemeld dat verwonderde zich, toen hij hoorde, dat het tijd was zich naar huis te begeven. Hij vergezelde haar, doch stom en verlegen. »Gij ziet er tieurig uit," zeide Josep hine, »zjjt gij misschien niet wel «Ik was het niet," zeide hij, »docb ik gevoel mij weder beter. De anderen kwamen en verschrikten, toen zij het gelaat van Frock aanschouw den. »Wat is er gebeurd, vriend Jona than vroeg de heer van Tulpen met een» zachte stem, »gij hebt uwe oogen lood ge schreid en nog zien zij er vochtig-uit." Frock lachte, wischte met zijne hand zijne oogen af, en zeide »lk heb somtijds zonderlinge gedachten." Niemand droog verder bij hem aan. Ook scheen niemand het op te mei ken, wanneer hij de volgende dagen somtijds in bet midden van het gesprek verstom de, of in de algemeene vroolijkheid somber werd, of bij onverschillige woorden bloosde. Iedereen vereerde zijn geheim. Het duur de zelfs lang eer in bet gezin van den majoor het gesprek daarop gebracht werd wanneer hij afwezend was. Frock kwam geregeld Woensdagen Za terdag om Leonore te onderwijzen. Hij liet het niet alleen bij het rekenen. Hij ver haalde baar de voornaamste gebeurtenis sen der wereldgeschiedenis hij verklaar de baar velerlei verscnijnselen der natuur. Hij sprak zeer goed, duidelijk en bepaald nooit echter met meerder vuur, dan wan neer hij van het zinnelijke eenen ovei-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1899 | | pagina 1