JMATMJÏOOK
JVo. 1351.
Woensdag 23 Augustus 1899.
I5e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
J voor Zeeuwseh-Vlaanderen
F. DIELEMAN,
AXEL.
Ituitenlaiid.
FEUILLETON.
AXELSCHE
COEIUNT.
Dit, Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde»
naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Te midden van de diepste stilte zette
Picquart Vrijdag 18 Aug. zijn zakelijke uit
leggingen omtrent hetproces Dreyfus vooit.
Dreyfus die niet erg vermoeid scheen,
stelde levendig belang in de verklaringen
van Picquart; de oud-ministers van oor
log Billot en Zurlinden luisterden evenals
de leden van den krijgsraad zeer aan
dachtig. En geen wonder. Picquart, zeker
een der nobelste personen in dit pro
ces, die voor de anti-Dreyfusard even
verachtelijk is als zijn beschermeling Drey
fus, sprak met duidelijke stem zijn ge
tuigenissen uit.
Hij ontwerpt het geheim dossier aan
een nauwkeurig onderzoek, en deelt daar
na mede hoe hij de nietigheid van de
beschuldigingen tegen Dreyfus constateer
de. Dan spreekt hij over Esterhazy. Hij
vertelt hoe Esterhazy had deelgenomen
in een Engelsche maatschappij en een
plaats bekleedde in de Raad van Beheer,
wat aan een officier niet kan toegestaan
worden. Esterhazy's leven was storm
achtig. Hij speelde aan de beurs en leefde
met juffrouw Pays een ongeregeld bestaan.
Wanneer Picquart aan het eind van zijn
rede is gekomen, komt er beweging in
de zaal Met scherpe woorden geeselt hij
den geest, die er in den krijgsraad heersch-
te tegen hem op het oogenblik, dat deze
Esterhazy veroordeelde, en van den in
vloed van zijn arrestatie op denzelfden
krijgsraad. Dreyfus' onschuld staat voor
mij vast. In 1894 heeft men de rechters
van den krijgsraad bedrogen,» warende
woorden, waarmede hij zijn rede besloot
Om half zeven werd Zaterdag 19 Aug,
»Maar ik stel er belang in, ik. Vaar
welmaar neen, schnjt mij toch dien
drommelscben naam eens op. Is het met
Pok schrijf bet maar op een klein strookje
papier, ik wil straat in straat uit loopen
om hem te zoekeG; ik moet hemwelvinden
»Bijaldien hij zich niet uit te voeten ge
maakt beeft. In de stad zal hij niet dur
ven blijven zeide mevrouw von Schwarz
den majoor een papier overreikende, waar
op zij den naam geschreven bad, dien hij
gevraagd had.
Lachende stak de majoor van Tulpen
bet papier bij zich en zeideIs uw man
koning of de gouverneur sloeg veelbe-
teekend en sterk op zijn degen, maakte
eene stomme buiging en vertrok.
»Hij liep, gelijk hij gezegd had, straat
in straat uit, in de uitgebreide residentie;
kwam zeer vermoeid te huis, zette zich
met zijne dochters aan tafel en herhaal
de na den middag en eenige volgende
dagen deze reisvraagde onderweg alle
kennissen, die hij ontmoette, liep aldus
van den eenen tot den anderen dag, en
gaf eindelijk na weken lang vergeefs ge
kruist te hebben de hoop op, zijnen dier
baren redder in den nood nog in de stad
te zullen vinden.
wederom de Krijgsraad geopend. Als ge
tuige trad op commandant Cuignet. De
ze zegt, dat hij voor '94 op aandringen
van Dreyfus hem tal van inlichtingen ver
schafte over militaire zaken, waar Drey
fus aanteekeningen van maakte. Hij wijst
erop, dat men die aanteekeningen later
niet meer bij de huiszoeking bij Dreyfus
vond, en vraagt, »waar zijn ze gebleven»?
Dan verhaalt hij, hoe zijn overtuiging
van de schuld gebaseerd is op de beken
tenissen aan Lebrun-Renault en de schrift
kundige uitlegging van Bertillon. Hij blijft
bij zijn eenmaal gesproken woord, dat
Dreyfus het bordereau geschreven heeft,
en zegt, dat men het bewijs van zijn
schuld zou vinden, wanneer men slechts
het militaire dossier onderzocht. Op eeD
vraag van den president antwoordt Drey
fus, dat Cuignet liegt.
Nu treedt Boisdeffre als getuige op
Hij wijst er op, dat Picquart te voren
van de schuld van Dreyfus overtuigd was
Zoodra Picquart echter bij den inlichtin
gen dienst geplaatst werd, begon hij een
ander idee van de zaak-Dreyfus te krij
gen, en duidde Esterhazy als de schul
dige aan. Gonse, die een supérieur van
Picquart was, was van oordeel, dat men
de nasporingen tegen Esterhazy moest
voortzetten, doch zonder de zaken Ester
hazy en Dreyfus te verwisselen. Aan het
slot van zijn getuigenis zegt Boideffre,
dat hij vroeger overtuigd was van de schuld
van Dreyfus, en dat zijn overtuiging nog
niet geschokt is. Hij zou het als een af
schuwelijke misdaad beschouwen, te trach
ten in Dreyfus' plaats een strooman te
stellen, want in weerwil van zijn fouten
en slechte daden, is hij in elk geval niet
DE VERREKIJKER.
En toch had Prock zich niet uit de stad
verwijderd, maar slechts eenen nacht in
de eerste herberg de beste doorgebracht
vervolgens bij een bejaarde weduwe ka
mers gehuurd, en door eene advertentie
in de dagbladen aangekondigd, dat in de
straat bij de markt, in het huis No. 1771
op de eerste verdieping, eene persoon
woonde, die ieder uur van den dag gereed
was brieven te senrijven, of uit onder
scheidene levende talen over te zetten
rekeningen en verzoekschriften op te stel
len dat deze persoon het publiek zijne
diensten aanbood, eene civiele en prompte
bediening en vooral stipte geheimhouding
belovende.
Prock had zich dus eeDe kostwinnm
bezorgd, die hem voor den hongerdood be
veiligde. Intusscben liet hjj niet na vlijtig
de dagbladen te doorlezen, of er ook een
huisonderwijzer gevraagd werd. Met het
laatste was hij minder gelukkig, doch hij
vond al spoedig kalanten, die zijn hulp
en kopieerbureau begunstigden, vooral toen
hij met groote letters op een vel papier,
dat bij aan den post van de deur had op
gehangen, de woorden geschreven had
Publiek Schrijver." Geleerden bi achten
hem hunne onleesbaie handschriften, om
die voor de peis te laten afschrijven, voor
dienstmeisjes en ambachtsgezellen moest
hij brieven aan trouwlooze minnaars of
aan hardvochtige bloedverwanten opstel
schuldig aan de slechte daden van Dreyfus.
De getuigenis van Gonse begint met
het gedrag van Henry te rechtvaardigen.
Naar zijn volledige uitlegging wordt met
veel aandacht geluisterd. Sprekende over
de onbescheidenheden van Dreyfus, zegt
hij erop, dat hij hierin een bewijs te meer
vindt voor de schuld van Dreyfus.
Nadat Dreyfus eenige opmerkingen in
het midden had gebracht, en zijn gedrag
gerechtvaardigd had, werd de zitting ge
sloten. Bij het verlaten van de zaal had
geen enkel incident plaats.
Vrijdag werd een persoon, Gloret ge
naamd, te Rennes gearresteerd. Hij zag
er zeer bleek en mager uit, en antwoord
de met hortende stem op de hem gestelde
vragen. Hij bekende den aanslag gepleegd
te hebben op Labori De heeren Picquart
en Gast en verscheidene andere getuigen,
die den pleger van den aanslag hebben
zien vluchten, werden in tegenwoordig
heid van den gevangene gebracht doch
verklaarden beslist, dat deze persoon niet
degene was, die zij hebben achtervolgd.
Het scheen een persoon te zijn, die een
krankzinnigen-gesticht ontvlucht is.
Een ander persoon werd Zaterdag in
hechtenis genomen, die men beschouwt
als den vermoedelijken dader van den
aanslag op advocaat Labori. Toen de hee
ren Picquart en Gast hem echter ge
zien hadden, zeiden zij echter, dat ook
deze de persoon niet was.
Labori neemt steeds in beterschap toe.
Zaterdagmiddag heeft hij in het pa.rk rond
gewandeld en was zelfs reeds in staat
om te werken. Heden zal hij de zitting
weder bijwonen.
Door het Pruisisch Huis van afgevaar-
len: anderen vei langden vertalingen. Ge
noeg, het schonk hem velerlei veidiensteD
en al waren dezen ook gering, zij wareo
toch toereikende om zijne noodzakelijkste
behoeften te bevredigen. Eenige maanden
daarna nam zijn arbeid toe, naar mate
zijne bekwaamheid en billijkheid meer be
kend werd hij bezat eene bewonderens
waardig geheugen dat vooral hun te pas
kwam, die ham brieven lieten schrijven
en later datum en inhoud vergeten hadden
Ook had bij hem eene voorbeeldige orde
plaats, want van alles wat bij werkte,
hield hij aanteekening en schreef in een
bijzonder boek, den dag der opgaaf, of
opstelling, de namen der personen en den
hoofdzakelijken inhoud op. Zijne werk
zaamheden, hoe moeijelijk zij ook mochten
zijn dikwijls moest hij er den nacht
bij aanknoopen waren bij dit alles niet
zonder genoegen. Hij leerde te gelijke
tijd het geheim van menig tebder nart, de
omstandigheden van menig hem onbeken
de familie kennen, en vermeer derde daar
door zijne menschenkennis.
Zijne onafhankelijkheid beviel hem. Het
scheen hem toe, dat toeD het huis van
den raadshe: r had verlaten, hij van uit
de algerijnscbe slavernij in de zalige vrij
heid was overgegaan, Alleen bedroefde
hem nog lang het verlies zijner beminde
kweekelingen. Doch hij kwam dit verdriet
en het nog veel grootere, dat hij nu geeD
enkele ziel had, die hem beminde, of die
bij de zijne kon noemen, te boven. Dit
digden is 'tdoor de regeering ingediende ka
naal-wetsontwerp verworpen Voordat de
stemming; plaats had, deelde de rijkskan
selier mede, dat, al mocht het ontwerp
verworpen worden, het toch niet van de
agenda zou verdwijnen Debetrekkingen die
tot heden tusschen de conservatieve partij
en de regeering hebben bestaan, zullen door
de verwerping zwaar gedrukt worden.
Het voorstel van Engeland aan de Zuid-
Afr. Republiek tot het benoemen eener
gemengde commissie, wordt nog steeds
vertraagd. Deze vertraging wordt echter
niet ongunstig uitgelegd. Opmerkelijk is
het zeker, dat van beide zijden toebe
reidselen tot een oorlog gemaakt worden.
Te Laurenzo Marques is wederom een
stoomschip met twee duizend kisten pa
tronen aangekomen voor de republiek
Ingeval de vijandelijkheden mochten
uitbreken, zal de Engelsche strijdmacht
bestaan uit 21 battaillons infanterie, 6
regimenten cavalerie, 4 batterijen rijdende,
en 11 batterijen veld artillerie en drie
compagnien genie, totaal 32000 man.
Omtrent het geschil tusschen Portugal
en de Zuid-Afr. republiek naar aanleiding
van de weigering der overheid aan de Dela-
goa baai om toestemming te geven tot het
vrije vervoer van geweeren en ammunitie,
welke voorde Transvaal bestemd zijn, wordt
uit Johannesburg gemeld, dat de weigering
geschied is op bevel van de regeering te
Lissabon De Transvaalsche regeering is
van oordeel, dat Portugal een artikel van
een vroeger gesloten overeenkomst ge
schonden heeft. Dr. Leyds moet daarom
naar Lissabon vertrokken zijn, om van de
regeering van Portugal een verklaring
van haar optreden te vragen.
laatste vervulde hem op zekeren dag nog
met een smartelijk gevoel, toen een vreem
deling zijn kamer intrad en terstond ver
scheidene bladzijden van eeDe lange staat
kundige verhandeling wenschte afgeschre
ven te hebben. Frock herkende dadelijk
in bet schrift, dat hij overschreef, de hand
van den raadsheer von Schwarz. De
brenger van hetzelve verklaarde, dat hjj
het afschrift des anderen daags zou af
halen het behoefde niet fiaai, maar vlug
en duidelijk geschreven te zijn. Hij vol
tooide dit werk met tegenzin bij ied9ren
blik, dien hij op het geschrift wierp, was
het hem, alsof hij het hatelijke gelaat van
zijnen ouden dwingeland voor zich zag.
Hij leefde bij Da als een kluizenaar, daar
hem tijd, en nog meer geld ontbraken.
Van wege zijne gezondheid deed hij dik
wijls eene wandeling, om frissche lucht
to scheppen. Het meest echter bezocht
hij de omstreken van nabij, en op eenen
afstand alleen met de oogen. Hij bezat
een uitmuntenden verrekijker van Dollond
met welken hjj de streken in oogenschouw
nam. Op den achtergrond zag men de
laatste gebouwen der voorstad, meestal
ellendige, kleine huizen, die aan het opene
veld uitkwamen.
Dit onschuldig genoegen was voorden
tevredenen kluizenaar ten laatste eene
wezenlijke behoelte geworden geen ster-
rekundige kan des nachts met den teles-
koop de ruimte van den starrenhemel-
ijveriger beschouwen, om een voor het