JOHiIHiïï_PEOCE. No. 1350. Zaterdag 19 Augustus 1899. 15e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h -Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. FEUILLETON. AXELSCHE COURANT. Dit Blad verschuilt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde» naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Zooals onze lezers weten, is er een aanslag gepleegd op de advocaat Labori, den ijverigen strijder voor waarheid en recht, in de zaak-Dreyfus, ons reeds lang bekend uit het proces-Zola. De verwon ding moet niet ernstig zijn, althans men veronderstelt, dat hij Maandag weer op zijn post zal wezen. De aanrander is nog niet ontdekt. De belangstelling van het publiek is veel verminderd, nu Labori afwezig is Advocaat Demange heeft geviaagd, om het geding tot Maandag te schorsen, om dat men hoopt dat Labori dan weer te genwoordig kan zijn. Hij voerde als grond voor dit verzoek aan, dat hij niet tegen over een enkelen beschuldiger staat, maar dat er meer komen. De regeerings-commissaris. majoor Car rière, verklaarde zich tegen de schoising, vooral ook omdat de geheele wereld in gespannen verwachting den uitslag te gemoet ziet. Hij zeide dat de verdedi ging in goede handen is, daar zij de zaait reeds 5 jaar bestudeerd heeft, en hij het dossier nog slechts twee maanden in zijn bezit heeft. De heer Demange antwoordde daarop, dat Labori slechts dan goed in het debat kan ingrijpen, wanneer hij alle getuigen heeft gehoord; maar dit hielp niet, want met algemeene stemmen be sloot de krijgsraad tot voortzetting van het getuigenverhoor. Dit geschiedde bij het begin der zitting van Woensdag. Het verhoor der getuigen bood nu weinig aantrekelijks, want de man die hen zoo flink tot spreken kon dwingen, hen zoo in het nauw dreef, dat De heer von Schwarz nam zich wel in acht de schouders op te halen, doch zeido toch: »Dat ziet er waarlijk erg uit, gij hebt verkeerd gedaan, met zoo lichtvaar dig borg te blijven. Aan de zaak zelve zoowel als aan de uitspraak van de recht bank valt niets te veranderen." »Ik wil er ook niets aan veranderen maar mijn beste neef en raadsheer, ik wilde dat gij mijnen toestand veranderde, Ik heb niemand en ken ook heden nie mand dan u. Leen mij dus duizend gul den, ik zal er u ieder jaar vijftig van terug geven. Ik wil niets geschonken hebben. Binnen zoo en zooveel jaren hebt gij u geld terug." >Dat zoo en zooveel jaren heet twin tig 1" zeide de raadsheer en liet zijn hoofd met opzet zakken." Welnu, ja, twintig jaren." »Goed 1 maar mijn vriend," zeide ce raadsheer, terwijl hij drie schreden achter waarts deed, »men dient daartoe wel bij kas te zijnop dezen oogenblik is mijne kas ledig." »Een ieder zal u gaarne leenen." »Ik heb ook wat te betalen, gij weet dat niet. Ik ben ditmaal buiten staat ze moesten zeggen wat ze weten, advocaat Labori was afwezig en daardoor kwam het, dat de getuigen over het algemeen niets meer zeiden dan ze kwijt wilden wezen. Het rapport van het departement van koloniën over het verblijf van Dreyfus op het Duivelseiland werd in deze zitting ook voorgelezen. Hierbij zeide Dreyfus onder anderen, dat hij gekomen was om zijn onschuld te bewijzen en zijn eer te verdedigen, maar niet om te spreken over de gruwe lijke kwellingen, waaraan men hem heeft onderworpen. De aanslag op Labori, om daarop nog eens terug te komen, krijgt bij nadere overweging een steeds ernstiger betee- kenis, vooral om het oogenblik waarop deze poging tot sluipmoord werd gedaan. Het is immers duidelijk bewezen door den dood van Henri en Lemercier Picard, dat het ras der gehuurde moordenaars, nog niet is uitgestorven. En het treurig ste van de zaak is, dat men aan den generalen |staf het adres van zulke hee- ren weet. Men zou in de verzoeking komen ver band te zoeken tusschen dit feit en de omstandigheid, dat Labori juist werd ver hinderd zijn taak te vervullen, op het oogenblik, dat de vijf ministers van oor log als getuigen verschenen. Dit is zeker dat deze heeren het meeste voordeel bij den aanslag hebben gehad. Het moge dan al zijn, dat de zaak van Dreyfus door den aanslag niet geschaad is, het is het vijftal in de eerste plaats te doen om zichzelven te redden En ze ker is het, dat zij allen baat hebben bij te helpen." »Buiten staat?" herbaalde de majoor met eene gesmoorde stem en wis in lan gen tijd niet in staat een woord voort te brengen »of zeg liever ronduit, dat gij niet wilt?" De goede wil ontbreekt mij niet, waar de majoor, maar alleen de macht »Dan moet ik voor mjjn laatste stuk geld een ons buskiuid koopen om mij eenen kogel door den kop te jagen, gij zult in de verplichting komen, mijne kleinere Leo- nore tot u in te nemen, gij zijt haar peet Do raadsheer haalde, in plaats te ant woorden, de schouders op. Dit bracht deo majoor geheel buiten zien zeiven, hij ge raakte in doodsangst en smeekte op het hartroerendüt. De heer von Schwarz wei gerde op eenen vasten beleefden, doch hartelijken toon gelukkig diende de knecht een vreemdeling aan. Do raadsheer groette den majoor en vertrok. Derhalve wilt gij niet schreeuwde de oude majoor hem na. De majoor waggelde, en hq was op het punt in onmacht te vallen. Hij zette zich of liever viel op eenen stoel neder, en bleef lang onbewegelijkeindelijk wron bij zijnen ouden hoed woedend ic een, en zijne oogen ten hemel slaande riep hij op oenen angstigen toon uit»Moet ik can met myne arme kinderen van honger sterven 1" het wegblijven van den kranigen verde diger. wiens groote kracht vooral ligt in de leiding der verhooren. Hoe weet hij onwillige getuigen tegen den muur te dringen en zonder dat zij het zelf willen deantwoorden te ontlokken, die noodig zijn. Maa,r nu ontbreekt ieder oogenblik de vraag die gesteld moetworden. Slechts eens deed Demange een vraag die wat beteekende en wel toen hij Zur- linden dwong, tot de erkenning, dat het bordereau niets is, en dat de notes hoofd zaak zijn. Het ontbreken van een krachtige leiding was vooral jammer, omdat de oud ministers zich zoo hopeloos dom toonden. Woensdag is een stelletje voorgeweest, dat al niet veel beter was dan de oud ministers, namelijk Boideffre, Gonse, Ro- get en Cuignet, alsmede de wed. Henry die Dreyfus erg boos moet aangekeken hebben. Jammer dat Labori die dame niet tegenover zich heeft gezien. Men weet misschien, dat het publiek Dreyfus heeft toegejuicht, toen hij zoo flink optrad tegen Mercier Dit schijnt den martelaar moed te hebben gegeven, want sedert mengt hij zich telkens in het debat. Toen Billot over Picquart sprak, zeide hij, dat er verschillende middelen ter beschikking van de militaire overheid zijn, om te handelen, zonder de harts tochten in het land op te wekken, zooals ontslag, verplaatsing en uitzending naar andere landen. Ja, zei Dreyfus, maar onder voorwaar den dat men schuldig is. De Duitsche keizer heeft verklaard, dat hij op 15 November een bezoek zal komen brengen bij koningin Victoria op Wind sor. Men acht dit bericht van belang, met DE SNUIFDOOS. Frock had zich reeds lang met zijne kweekelingen willen verwijderen. Hij was opgestaan en had op den duur den majoor met belangstelling beschouwd. Thans na derde nij hem verlegen en zeide eerbie dig met eene zachte stem tot hem„Wacht nog een oogenblik?" Dat u de duivel hale viel de majoor met eene donderende stem en een toor nig gelaat tegen hem uit. Wacht toch maar een oogenblik her nam Frock op eeneD smeekenden toon, en hij ging snel de kamer uit. Na weinige minuten kwam hij weder, naderde op zijne teenen deo majoor, en reikte hem eene snuifdoos toe. De oude krijgsman sloeg volstrekt geen acht op hem, en bleef in gedachten verzonken zitten. >Neem aan!" zeide Frock. »Marschschreeuwde de majoor met zijne rotting op den grond stampende »Houdt gij mij voor den gek ik snuif niet." Deze doos is meer dan duizend guldeD waard, ik schenk u dezelve. Neem haar aan, heer majoor." De majoor zag de doos van ter zijde ver drietig aan, doch hij zette groote oogen op, toen hij de doos zoo sterk zag blin ken, en de beide nieuwsgierig hier op in dringende knapen van tijd tot tijd om het hardst riepen: »0! O!" Het was een kostbaar bewerkte gouden doos met eenen breeden rand van groote diamanten omzet. het oog op de Zuid-Afrikaansche republiek. Bij de vorige crisis in Transvaal zond de keizer een telegram van deelneming, aan president Kruger en thans kondigt hij een bezoek aan, dat hij zal brengen aan Engelands' koningin, wier regeering het meer en meer op haren en snaren begint te zetten, om Transvaal in een oorlog te wikkelen. Volgens vrij vertrouwbare berichten, ofschoon ze nog niet officieel bevestigd zijn, heeft de Transvaalsche regeering echter toegegeven aan den wensch van Chamberlain. De zelfstandigheids deslands zou behouden worden; maar het zal den Boeren bitter weinig baten, of 's lands onafhankelijkheid gewaarborgd heet, als de Engelsche het recht krijgen, om te onderzoeken of de nieuwe kieswet vol doet aan zekere eischen, die natuurlijk door Engeland zullen gesteld worden. Engeland beschouwt zich als de sterk ste partij, en wij weten dat het trotsche Albion niet zal nalaten van deze omstan digheid partij te trekken. De weigering tot de schorsing van do gehooren in het groote drama te Rennes is zooveel te erger, omdat Dreyfus daar om zelf had gevraagd. Hij schreef onge veer het volgende: Mijnheer de president! Door den aanslag, waarvan een mij ner verdedigers het slachtoffer werd, is de verdediging verlamd, wijl elk mijner advocaten, een bijzondere taak had te vervullen Ik vraag u daarom verdaging der debatten, tot het oogen blik, waarop Mr Labori zijn plaats aan de balie zal kunnen hernemen. Dreyfus. De majoor zag nu de doos dan dt>n gever aan. Wat moet dat toch?" vroeg hij. »Neem deze doos, heer majoor, daar mede kunt gij uwe schuld voldoen. Ik zal met u naai eenen juwelier gaan, hij zal de waarde van dezelve betalen. Kom ga mede." Mijnheer," zeide de majoor op eenen zacht9n toon, »wie> zijt gij?" »Ik heet Jonathan Frock." »Jonatban Frock en die doos is duizend gulden waard, zegt gij »Onder broeders nog meer 1" antwoord de Frock, »Kom mede." »En gij wilt mijne schuld betalen »Zonder twijfel en met vermaak." >Maar wie zijt gij dan toch »Ik ben Jonathan Frock, onderwijzer dezer kinderen." Nu zweeg de grijsaard. Hij zag den jongen man lang aan, tot dat hij niet meer zien kon, er kwamen tranen in zijne oogen vervolgens sloot hij hem in zijne armen, en zeide zacht op eenen bewogen toon Wel nu dan, Jonathan, laat mij uw David zijn 1" Frock stelde hem gerust en bracht hem bij een juwelier. Deze schatte de doos op twaalf honderd gulden, en toen men hem dezelve aanbood, ging hij er eindelijk toe over, om die te koopen, hoewel hij wel twintigmaal verzekerde, dat hij tot zijn eigen nadeel zich te veel met de waar- deering gehaast had. Belden gingen naar den sohuldeiscber

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1899 | | pagina 1