Binnen land. Landbouw. (■emcngd Nieuws. neutraliteit te schenden, hij de Vereenig- de Staten op zijn weg zal vinden. Men behoeft deze verzekering niet klakkeloos aan te nemen. Haïti ligt te schoon bij Cuba, dan dat Amerika er niet belust op zou moeten zijn. LAATSTE NIEUW S. RENNES. Het proces-Dreyfus heeft 7 Augustus een aanvang genomen. Aanwezig waren de advocaten Demange en Labori. De oud-president Casimier-Pé- rier, is gezeten tusschen de generaals Billot en Chanoine Om tien minuten over zes verlaat Dreyfus de gevangenis. Hij draagt zijn nieuwe uniform en na dert met opgeheven hoofd zonder vertoon making. Zijn haar is zeer grys geworden. Bij het ondervragen antwoordt Dreyfus den voorzitter van den krijgsraad schrei ende. dat hij onschuldig is. Eenige ma nifestation hebben zich voorgedaan, bij het aankomen van de generaals. De me nigte die steeds aangroeide, werd in be dwang gehouden door de gendarmen. NIEUWE POSTZEGELS De nieuwe postzegels zijn bijzonder fraai uitgevoerd, zoowel wat de teeke üng als de kleur betreft, en kunnen gerust de vergelijking met de beste buitenland- sche doorstaan. De zegels van 1/2, 1, 2, en 2x/2 cent zijn in geheel nieuwe teekening met groot cijfer in eer. liggend ovaal; die 7an 3, 5 77«) 10, 127s, 15, 20, 227., 25 en 50 ct. geven de buste der koningin, gedekt door de kroon; de 227», 25 en 50 cent zijn tweekleurig. De hooge waarde van 2,50 en 5 z(jn precies in de zeilde teekening als de kroningspostzegel van ƒ1. De 7« cent is violet, de 1 c. rood, de 2 c. bruin, de 27» groen, de 3 c. geel, de 5 c. rose, de 77« c, bruin, de 10 c. lilagrijs de 1272 0. blauw, de 15 c. geelbruin, de 20 c. groen, de 227» c. groen en bruin, de 25 c. blauw en rood, de 50 c. bruin en bions, de ƒ2.50 lila en de 5 wijnrood. De nieuwe brielkaar'ten en briefomsla gen zijn ook verkrijgbaar gesteld; de brief kaart van 5 c. (buitenland) is rood, de binnenlandsche lichtgroen. De in twee kleuren gedrukte postze gels, bv. die van 25 c. zijn bijzonder fraai. De kleur van de postzegel van vijf cent, thans rose, en die van tien cent lilagrijs, zal zeker in den beginne nogal eens aanleiding tot vergissingen geveo. Vervalsching van levensmiddelen. Neemt de vervalscbing van levensmid- om kindeten op te voeden. Genoeg de heer von Schwarz nam al tijd eenen toon aan, als of hij opvoeder was van den opvoeder zijner kinderen, en griefde den armen Frock bitter. Frock echter, te bloode ofte goed, zweeg. Ook verdroeg b\j het geduldig, wanneer mijnheer de Raadsheer hem een paarmaal in de week herhaalde, dat hij hem slechts als opzichter over de kinderen en niet als hunnen onderwijzer en vormer beschouw de. En bijaldien Frock zich ooit verstoutte den mond tot zijne verdediging te openen zoo kon h(j er zich op verlaten, dat de heer von Schwarz vol genadig medelijden de schouders ophaalde, of hem den rug toekeerde met de woorden »Het is boter aan de galg gesmeerd, u te verbeteren of te raden." Bij dit alles was het toch niet te ont kennen, dat sedert Frock in huis was, de kinderen von Schwarz, te voren de stout ste bengels, zeer veel verbeterd waren. Zij hadden ook geleerd hunne moeder met gehoorzaamheid te bejegenen, waren haar ten laatste zelfs met hoogachting en lief de te gemoet gekomen, en hadden opge houden, als de vader hun wangedrag jegens de klagende moeder in bescherming nam, daarvan misbruik te maken. Zij betoonden zich wellevender, leergieriger, minder ge veinsd jegens hunne makkers, hingen voor al met onbeschrijfelijke toegenegenheid aan den heer Frock, die hen in het lezen, schrijven, rekenen, in hunne moedertaal geschiedenis, aardrjjkskuude en tevens in delen toe Die vraag stelt dr. van Hamel Roos in het Mndbl. tegen vervalsching De conclusie, waartoe hij komt, is, dat dit in Nederland niet het geval is, dank zij de inrichtingen tegen vervalsching, door het particulier initiatief in het leven geroepen. Doch zullen gezamenlijk pogingen op den duur een krachtig bolwerk kunnen blijven, dan is hulp van staatswege door een doelmatige wettelijke regeling ec een be hoorlijk justitieel toezicht dringend nood zakelijk. De toestand is thans vooral in de provincie onhoudbaar; de knoeiers wor den óf niet veivolgd, daar z\j onwetend- beid met den aard der koopwaar voot- wenden, ót beloopen, indien zij al betrapt worden, zulke geiinge boeten dat zij deze gaarne betalen om hun onzuiver handwerk opnieuw, zoo noodig onder een anderen naam, voort te gaan zetten. Nu weidia van regeeringswege ten onzent maatregelen tegen de vervalsching genomen zullen worden, zijn daarbij drin gend de volgende beginselen te aanbevelen lo. Levensmiddelen- en waren-verval sching in het algemeen, behooit door den wetgever beschouwd en gestraft te worden als bedrog, resp. oplichting. 2o. Een wet tegen vervalsching van levensmiddelen en verbruiksartikelen in het algemeen worde zoodra mogelijk uit gevaardigd, waarbij ten eenenmale geweerd wordt het in het tegenwooidige wetsar tikel (Art. 330 Wetb. van Strafr.) heer- schende beginsel, waarbij voor strafbaar heid het medeweten van de vervalsching vereischt wordt. 3o. De onderdeelen eener dergelijke wet, d.w.z. de speciale regeling voor de ver schillende artikelen, behoort bij kon. be sluiten vastgesteld te worden. In de St. Ct. zijn opgenomen de verwachtingen van den oogst over 1899, in de provincie Zeeland. De tarwe had een goeden stand tot het begin van Juli, t09n, juist in den bloei tijd, door regen en harden wind veel na deel werd veroorzaakt; de opbrengst wordt daarvoor vrij algemeen beneden het ge middelde geraamd. Van rogge en winter- gerst verwacht men iets betere uitkom sten; het beschot vau zomergerst en haver wordt grootendeels laag geraamd. Van de erwten waren groei en peul zetting voorspoedig, zoodat de opbrengst vrij ruim zal kunnen zijn. Van de paardeboonen schijnt de peul zetting minder voordeelig te zijn geweest, dingen onderrichtte van welke de heer von Schwarz weinig vermoedde. Toen deze zijne zonen eens op een reis had mede genomen, en z(j des nachts met hem in dezelfde kamer der herberg moes ten slapen, zag hij niet zonder verbazing dat de kinderen, nadat zij zich ontkleed hadden, op den vloer nederknielden.- »Wat speelt gij daar voor eene kom- medie?" riep bij. Zij antwoorden niet, vouwden de handen, hieven de oogen ten hemel en baden; eerst de oudste der kna pen hard op, en toen hij zweeg, ving de jongste aan. Hetgeen zi] zeiden, was niet van buiten geleerd want het betrof de gebeurtenissen van den vorigen dag. In bet gebed waren vader en moeder, Frock en eenige speelmakkers ingesloten. De heer von Schwarz verloor er geen woord van. De zaak kwam hem echter toch belachelijk voor. »Ik geloot," zeide hij later te huis tot den heer Frock, ik ge loof op mijn woord van eer, dat gij ten slotte nog een hernhutter ziit, en maakt van de jongens kophangers waartoe dient des avonds dat knielen der jongens in het hemd waartoe dat bidden Ik hoop dat zij er volstrekt niets van zullen hooren tot dat zij eerst tot rijper verstand komen. Dan zullen zij meer cn- bevooioordeeld en juister over dergelijke ding en kunnen oordeelen. Ikhoud niets van eene van buiten geleerde godsdienst, de godsdienst moet zich in den menscb uit zijn binnenste ontwikkelen. Wat men kinderen ook van dergelijke onderwerpen zoodat bet beschot middelmatig of daar beneden zal zijn. De stamboontjes kunnen, voor zoover daarover te oordeelen valt, een vrij ruim beschot opleveren. De uitkomsten van het vlas zijn, zoo wat lint als zaad betreft, bevredigend van bet vroeg gezaaidehet later gezaaide valt meest tegen. Van karwijzaad was da opbrengst gering. De ajuin belooft een vrij goed beschot. Het winterkooizaad zal een ruim be schot opleveren. Het aardappelgewas staat viij voor deelig; de vroegere soorten leverden een middelmatig beschot, doch de hoedanigheid liet gedeeltelijk te wenschen. Van ziek ten werd nog geen melding gemaakt. De suikerbiet heeft over hel geheel een gewenschten stand. Do wortelgewassen zijn vrij goed op gegroeid. De klavers en verdere voedergewassen gaven eene ruime snedede weilanden waren zeer voldoende, de hooioogst was ruim en komt meerendeels in goeden staat binnen. AXEL, den 8 Augustus 1899. Gisteren had alhier vanwege de afdee- ling Zeeland de keuring plaats van heng sten en merriën ter opname in het Ned. Paardenstamboek. 12 hengsten werden aangebracht, allen beneden den leeftijd, om in het Stamboek te worden opgenomen, 6 jaarlingsche mer riën en 12 merriën boven den leeftijd van 3 jaren. Vier merriën werden goedgekeurd om in het Stamboek te worden opgenomen. De volledige uitslag der keuringen wordt als naar gewoonte, eerst later bekend gemaakt. Tot postbode van Koewacht op Axel is met ingang van 1 September a. s. be noemd D. van Giemberghe te Koewacht, terwijl met ingang van den denzelfden datum, op zijn verzoek, eervol ontslag gegeven is aan den heer E. Vermandel. die in het vervolg dus alleen als brieven gaar Ier zal optreden. - Onder de gemeente Koewacht ont stond Zondag bij gelegenheid van een buurt- kermis op de Reigerij eene vechtpartij, waarbij zekere C. zijn tegenstander d.S. een steek met een mes in den buik toe bracht, waarvoor gevaar voor zijn leven bestaat. De dader die in arrest is genomen en gisteravond alhier geboeid werd binnen gebracht bekwam zelf ook eene verwon ding, doch niet van ernstigen aard. zegt, zij begrijpen het niethet wordt vooroordeel, een nadeelig gewennen aan voorstellingen, van welke men zich later bij rijper inzicht moeielijk kan losrukken. Zijt gij misschien ook een hernhutter?" »Neen dat ben ik niet," zeide Frock. Welke godsdienst belijdt gij dan toch? Zijt gij Katholiek, of lutersch, of gerefor meerd Frock werd vuurrood en zweeg met groote verlegenheid. »Spreek toch, want ik moet en wil dat weten. Het kan mij niet onverschillig zijn met welke soort van vooroordeelen mijne kinderen het eerst bekend worden. Iedere kerk heeft bare vooroordeelen. Ik wenschte dat gij kondt dansen, dat gij meer uiterlijk bezat. Dat zou mijne zonen meer voordeel aanbrengen, dan dat gods dienstige gewouwel op dezen leeftijd. Daarvan hebben kinderen noch verstand en ook geene behoefte aan «Veroorloof mij, mijnheer," zeide Frook, »ik geloof dat deze behoefte door kinderen dieper gevoeld wordt, dan gij misschien denkt. Onder alles wat een bedorven weetgierig kind begeert te weten, vraagt hij zeker met de meeste doelneming naar het bovennatuurlijke hoe de wereld ge schapen iswelk lot den geest wacht aan ginsche zijde des giafs naar God en waar Hij is. Zulke vragen geven te kennen, welke de behoeften zijn van het kind, en welke de goddelijke vonken, die in het zelve woneD. De eerste toenadering van het kinderlijk hart tot de onzichtbare wereld schenkt bet bewustzijn der waar- Vermeerderin q van liet gevaar van den bliksem. De heer Oscar Keip schrjjfo in de Pr. Gron. Ct. Het hoogst merkwaardig feit, hetwelk reeds gt durende eene reeks van jaren is opgemerkt, ui. dat het gevaar van den blik sem in de laatste zestig jaren gaandeweg grooter is geworden, is door nieuwe onder zoekingen op uitgebreide schaal steeds weder geconstateerd. Reeds in 't laar 1867 heeft prof. Von Bezold erop gewezen dat sedert 1840 het aantal beschadigingen aan ge bouwen enz. door den biiksem veroorzaakt steeds is toegenomen. Eene voortzetting van dez^ onderzoe kingen in de jaren 1874—1884, heeft doen zien dat de toename van het brandgevaar nog steeds grooter is geworden. Intusschen hebben ook andere speciali teiten op meteorologisch gebied zich mee onderzoekingen beziggehouden, waarvan het resultaat is geweest dat zij de verbazende toename van het brandgevaar, door den blik sem veroorzaakt, hebben moeten erkennen. VoigeDS eene statistiek, opgemaakt uit de gegevens van eenige der grootste ver zekeringsmaatschappijen, is bet brandgevaar als gevolg van het onwed-r in de laatste 65 jaren tot het zesvoudige gestegen. Vol gens dezelfde statistiek werden in de jaren 1833'42 van een millioen gebouwen 31 in het jaar door den bliksem getroffen van 1888-'97 steeg dit getal tot 190 in het jaar. Dit is zee merkwaardig, te merk waardiger nog, aangezien het bijna onmo- lijk is, de oorzaken ook maar bjj benade ring te kunnen aangeven. Wél worden er verschillende hypothesen gesteld, bv dat de groote rookmassa in de fabrieksplaatsen tot het gevaar bijdraagt, als ook het ver bazende net van spoorrails, telegraaf- en telephoondraden, maar het bewjjs hiervoor is moeilijk te leveren. In ieder geval staat het naar bovengenoemde onderzoekingen vast, dat de beschadigingen, veroorzaakt door den bliksem, zoowel op eene vermeer dering van onweders, als op hun meerdere hevigheid wijzen. Nog wensch ik te wijzen op een zeer eigenaardig verschijnsel. Door bovenge- noemden natuuronderzoeker is nl. gevonden, dat bliksemslagen, die brand veroorzaken, sedert 1883 in aantal zij a verminderd, m. a. w. dat zoogenaamde koude slagen sedert dien tgd veelvuldiger voorkomen. Nu is uit natuurkundige onderzoekingen geble ken, dat de hevigste electrische onladingen enkel verpletteren, de zwakkere daarentegen brand veroorzaken. Dit veelvuldiger voorkomen van de z. g. koude slagen bewijst dus, dat de onweders ook in heftigheid zijn toegenoemen. Geiuk- de van den mensch, eo kracht en liefde tot de deugd, zonder welke de mensch toch altijd een misschien beminnelijk, doch gevaarlijk dier blijft." «Zeer wel, mijnheer Frock alleen oor deelt gij volgens uwe gewoonte naar ge heel valsche grondstellingen. Wie drom mel heeft u overtuigd, dat kinderen een zoo sterk veriaogen naar het onzichtbare en bovennatuurlijke hebben, omdat zij gaarne naar dingen vragen, die zij niet kunnen begrijpen Weet gij dan niet, dat kinderen het liefst van spoken, roovers, toovergodinneu van goochelstukjes en alles hooren, wat voor hen wonderbaar eu on begrijpelijk is Daarom vragen zij ook wel juist even zoo gaarne naar hemel en hel, als naar God en engelen. En wat gij hen daarvan zegt, hetzij waar of valsch gelooven zij trouwhartig en des te liever hoe bovennatuurlijker datgene is. wat zij hooien. Let hier wel op, goede vriend, wanneer gij anders b(j de in u reeds tot eene monsterachtig gerezene massa van inbeelding, nog op eene eenvoudige waar heid letten kunthoe onwetender een mensch is, des te meer is hij geneigd om aan het wonderbare en bovenaardscbe te gelooven «Mag ik hier mijne meening over zeg gen, heer raadsheer Wórdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1899 | | pagina 2