GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN. Gemengd Nieuws. hankelijkec Brusselsche afgevaardigden het woord om zijne verantwoordelijkheid te ontlasten. >Ik was steeds vijandig aan het wets ontwerp. Ik zou het bevochten hebben, want ik vind dat een politieke wet van dien aard moet gemaakt worden met zijn te genstrevers. Ik ben niet alleen de gekozene der katholieken van Brussel, maar ook die der liberalen en voor deze laatsten is de wet eene wet van berooving. Ik zou in den loop der bespreking amendementen hebben ingediend, die ze- ket zouden aangenomen geworden zijn. Ik vraag het uMoeten wij nu onder deze omstandigheden niet ontwapenen en dit debat doen ophouden, in naam der hoogere belangen des lands.?'' Deze woorden troffen doel, en gansch anders klonk nu de taal van Vanden- peereboom; »Daar men een beroep doet op de gevoelens der regeering, verklaar ik dat mijn innigste wensch is, alles te verzoenen. Doch de regeering moet den tijd heb ben deze wegen van verzoening voor te bereiden. Ik vraag dus aan den voorzitter de zitting te sluiten." Daartoe werd besloten en zoo was het onmiddelijk gevaar voor nieuwe troebe len geweken. Oogenblikkelijk daarna ging Vander- velde, door de andere socialisten gevolgd naar buiten waar een talrijke menigte verzameld was. Hij vroeg allen in het belang der zaak, rustig naar huis te gaan en de volksbeweging te staken. Deze woorden werden met gejuich be- gioet, terwijl de menigte zich langzaam verspreidde. Velen gingen naar het Volkshuis, waar Furnémont van het balcon een toespraak hield en den terugtocht van het kabinet mededeelde. Hij dankte allen voor hun geestkracht en maande tot blijvende waakzaamheid aan. Verder werden allen opgeroepen tot een groote meeting, des avonds in het Volkshuis te houden. Nog voor deze bijeenkwam had de burgemeester het verbod van samenscho lingen doen intrekken, daarmede zijner zijds toonende, dat hij de crisis geweken SiChttö Toch was het des avonds nog wat woelig op straat. Verschillende zingende groepen doorkruisten de stad en er was nog heel wat gewapende macht op de been. Maar alles liep kalm af. Op de meeting viel het meeste op, dat de liberale ka merleden en senatoren zich naast het socialistische bestuur neerzetten. Natuurlijk werd er druk geredevoerd en gezongen. Een bijzondere ovatie kre gen twee schutters, die met de kolf om hoog de vergaderzaal binnen traden. Ook na afloop bepaalde alles zich tot een be tooging, zoodat de politie en militairen niet tusschenbeide kwamen. Eerst laat in den avond werd bekend, dat de regeering nog betere maatregelen tot bevrediging had genomen. Bij Kon. besluit is de zitting der ka mer gesloten, zoodat het kieswetsontwerp voor maanden van de baan is. De terugkeer van Dreyfus. Bennes. (Officieel}. Dreyfus is Vrijdag ochtend te Quiberon ontscheept, en per rijtuig naar hier vervoerd. Er had geen enkel incident plaats. 't Was een stormachtige avond op de Fransche kust,-vooral te Quibéron, het plaatsje dat geheel open ligt aan het einde eener landtong. Maar ondanks den storm en regen, was de geheele bevol king Vrijdag avond in de weer. Terug- keerende visschers hadden het bericht ge bracht, dat het lang verbeide oorlogschip Sfax in aantocht was en de landtong naderde. Biina de geheele bevolking van het 150 zielen tellende plaatsje, en en kele die daar zomerverblijf hielden, gin gen naar de aanlegplaats om iets te zien van de groote gebeurtenis welke zou wor den afgespeeld. Nog was het onzeker of de landing daar zou plaats hebben. Maar tegen negen uur koos een wacht hebbende stoomboot zee, bijna op hetzelf de oogenblik dat een met twee witte paarden bespannen, gesloten calèche aan de landingsplaats stil hield Veel was er niet te zienop de kade wat overheidspersonen, en verder in zee eerst een, toen twee booten, beide trach tende elkander te naderen Maar wie ver stand had van weer en zee en dat zijn in een plaats als Quibéron zoowat allen had er een hard hoofd in of beide el kander wel zoo dicht zouden kunnen na deren, dat men boord aan boord kon komen. Dat scheen onmogelijk bij zulke zeeën en werkelijk men had gelijk. Meer dan drie uren zag men de lichten van de beide vaartuigen her- en derwaarts gaan maar zonder resultaat. 't Werd later en later, 't Werd lang na middernacht, maar zij, die nog het ruwe weder trotseerden en gebleven waren zagen wel dat het zoo niet ging. Toen werd een ander maatregel genomen. schri- geheel nuchteren geworden was. Ik ben de tuinman Philip Stark, zood van den nachtwacht Gotliel Starkant woordde Pnilip bedaard. XHL ♦Nu ja, dien zoeken wij juist 1 halt jon gen," riepen verscheidene stemmen, en Philip, Roosje en de prins zagen zich plot seling van zes stevige dienaren der loffe lijke politie omringd. Roosje gaf een luiden schreeuw, Philip greep de hand van het verschrikte meisje en zeide »vrees niet 1" De prins klopte Philip op den schouder en zeide»het is een domme streek ik zeide u niet te vergeefs, dat gy u te rechter tijd moest weg maken, maar vrees niets, u zal niets wedervaren. »Dat zal naderhand blijken," hervatte een der dappere dienaarsvooreerst zal hij met ons gaan." »Waarheen vraagde Philip »ik ben op mijnen post, ik ben de nachtwacht." Dat hebben wij reeds gehoord en juist daarom gaat gij met ons." ♦Laat hem gaan, mannenzeide Ju- liaan en zocht in zijn zak naar geld Daar hij niets vond, fluisterde hij Philip hei melijk toe, hem iets uit do beurs te geven. De dieners echter trokken beiden van el kander en riepenvoorthier worden geene afspraken meer gemaaktook dat masker is verdacht en moet met ons »Dat nietzeide Philip »gij wilt den nachtwachtdie ben ik, kunt gij verant Een sloep met twaalf flinke roeiers werd te water gelaten, om gemeenschap te krijgen En nu slaagde men. Nauwelijks een half uur later, naderde de sloep de kade, waar inmiddels van een naburig fort een com pagnie infanterie was gekomen. En wel dra brak het groote oogenblik aan. De man die 4W2 jaar te voren onder smaad en bedreigingen den vaderlandschen bo dem had verlaten, zette weer voet aan wal, zeker niet minder gehaat dan vroeger. Maar nu toch zeker van de deelneming en het medelijden van alle weidenkenden ter wereld. Of Dreyfus zich aangedaan toonde Het wordt gemeld door journalisten die er niet bij waren Maar Henry Céard, een vriend van de Temps, die telken ja ren zijn zomerdagen te Quibéron door brengt, zwijgt daarover. Wel daarentegen zag hij hoe moeielijk het Dreyfus viel den korten afstand af te leggen van de landingsplaats naar het gereedstaande rijtuig. Daarin nam hij plaats met eenige offi cieren en politie-autoriteiten, waarna de kleine stoet, omringd door een wacht, zich stapvoets naar het naastbijzijnde punt van den spoorweg begaf, waar spoe dig een extra-trein voor reed. Een oogên- blik had Dreyfus te wachten, en zoo werd door enkelen waargenomen, hoe hij was gekleed in een caoutchouc overjas met slappen hoed. Hij zelf opende het portier van de voor hem bestemde coupé, en weldra ging het voort, door den toen nog duisteren nacht Het weer was niet veel beter, maar toch was het reeds goed dag, toen de trein Rennes naderde, en ongeveer een half uur voor het station aan een over weg stopte. Ook daar stond een rijtuig voor den terugkeerenden balling gereed Nu was de stap kiachtiger, toen Dreyfus begeleid door een kapitein van de gen darmerie en twee gendarmen, naar het rijtuig ging In snellen draf ging het stad waarts, gevolgd door een tweede rijtuig waarin de prefect en een commissaris van politie. Even voor de stad sloot zich nog een verhuiswagen vol met gendarmes bij den stoet aan. Te Rennes was meer publiek op de been vooral journalisten, die den geheelen nacht op post waren geweest. Maar alles ging zoo vlug, dat men nauwelijks tijd had op te merken, hoe Dreyfus in zijn vaderland werd binnengesmokkeld. woorden mij uit mijne beroepsbezigheden te halen, zoo brengt mij, waarheen het u benaagt, maar laat dezen heer gaan." »Het is uwe zaak niet, ons te leeren, wie wij verdacht moeten houdenher vatte een dienaar van politie: »marsch, alles met oos »Ook dat meisje?" vroeg Philip, dat wil ik niet hopen." »Nu dat juffertje mag gaan voor haar hebben wq geen bevel, maar naam en ge- zicntje moeten wij in allen geval kennen, alsmede hare woonplaats." »Het is de dochter van de weduwe Bltt- ner, in het melkstraatje," zeide Philip, en ergerde zich niet weinig, toen de kerels allen het gezicht van het weenende Roosje naar het licht van den verwijderden straat lantaarn draaiden en aangaapten. ♦Ga naar huis, Roosje!" zeide Philip, >ga naar huis, vrees niets voor mij, ik heb een goed geweten." Roosje snikte echter luid, zoodat het zelfs den politie-dienaren medelijden in boezemde. Van deze omstandigheid wilde de prins gebruik maken, om door eenen sprong te ontkomen, doch een van de dienaars was nog beter springer, sr.ond met eenen zet voor hem en zeide »hola die heeft een kwaad geweten hij moet met ons. Voorwaarts, marseh 1" ♦Waarheen vioeg de prins. ♦Rechtstreeks naar zijne exellentie, den heer miuister van politie." Hoort mannen," zeide de prins zeer 't Was zes uur in den morgen van Zaterdag, toen de deur der gevangenis te Rennes achter kapitein Dreyfus gesloten werd. Nadat de gebruikelijke form aliteiten waren vervuld en de gevangene naar zijn kamer was gebracht, zond de directeur der gevangenis een bode naar mevrouw Dreyfus, die nog voor achten vergezeld van de vrouw van professor Havet naar de gevangenis ging, waar zij onmiddelijk bij haar man werd toegelaten. AXEL, den 4 Juli 1899. Gisteren had een kleine jongen alhier het ongeluk, al spelende, een zijner vin gers af te hakken, - Op 1 Juli zijn 15 koeieG van uit Sas van Gent naar de quarantaine-stallen te ■Selzaete vervoerd, en 20 koeien zijn er ïd de quarantaine stallen te Clinge ge bracht. Van de 87 koeien die 15 Juni in de quarantaine-stallen werden aangebracht, zijn er 7 afgekeurd. - Bij Kon. besluit is benoemd: in het bestuur van den Visartspolder tot dijkgraaf de heer V. Cortvriendt en tot plaatsver vangend dijkgraaf de heer J. Lijbaart; tot gezworen voor den polder Willem III de heer F. de Jonge; tot gezworen voor den Koudepolder de heer J. de Kraker; tot gezworen voor den Pierssenspolder de heer V. Cortvriendt; tot gezworen voor den Vlooswijkpoldor de heer P. de Feijter Jz. - Door Ged. Staten van Zeeland is de de opening der jacht op het waterwild bepaald op Maandag 10 Juli a. s. ernstig, maar beleefd - want hij was bij deze geschiedenis niet wel te moede, de wijl hij juist zijne nachtwachtsstukjes niet wilde verraden hebben. ♦Hoort mannen, ik ben op dit oogenblik zeer toevallig bij dezen nachtwacht gekomen gij hebt met mij niets te maken, ik behoor tot het hof waagt gij het, mij te dwingen om met u te gaan, dan zult gij van uwö dwaling be rouw hebben en morgen op water en brood in den toien zitten." ♦Laat den heer om Godswil gaan, man nen nep Philip ♦verlaat u op mijn woord hij is een groot heer, die uwe dienst u leelijk vergelden kan bij is ♦Zwijg," riep Juliaan, ♦niemand moet uit uwen mjnd vernemen, wie ik ben, wanneer gij het al geraden mocht hebben hoort gij, niemand, niemand zeg ik u, laat er komen wie wil, hoort gij Wij doen onzen schuldigen plicht!"her vatte een politie-dienaar, »en daarvoor zet ons niemand in den toren, dat zou echter op het einde den heer in het masker zeiven wel kunDen wedervaren wij kennen der gelijke praatjes reeds, en vreezon zulke bedreigingen niet Voorwaarts, marscb ♦Mannen, gebruikt verstand riep Pbi lip: ♦hij is een zeer aanzienlijk heer van het hof." Al ware het ook de koning zelf, hij moet met ons dat is onze plichthij is verdachtgaf een ten antwoord. ♦Ei ja," riep een derde, groote heeren van het hot hebben wel met uachtwachts Graauw en Langendam. Bij de ver kiezing van 3 leden zijn candidaat gestold de heeren: H. Aubroeck, J. van Damme (aftr.), J. J. van Gassen (aftr.) en P. A. Stallaert (aftr.) St. Jansteen. Bij de verkiezing van 3 leden zijn candidaat gesteld de hee ren: A. J. de Beule, J. C. Cornelissens, J. F. de Cock, B. van de Goore en A. Schuerman. Te Amsterdam is een man gearres teerd, die met koolteer den naam van een candidaat voor den gemeenteraad op de muren aangeplakt, onleesbaar maakte. Hij deed dit, volgens zijn opgave, voor een kiesvereeniging, wier naam hij echter niet wilde noemen. Een schromelijke vergissing heeft te Grootegast plaats gehad, bij een can- didaatstelling voor leden van den raad. Door antirevolutionaire kiezers is de li)st bij den burgemeester te laat ingeleverd, zoodat de drie aftredenden, die op de lijst voorkwamen, niet meer voor een herkie zing tegen September a. s. in aanmerking kunnen komen, wijl de drie candidaten, die voorkwamen op de lijst van liberale kiezers, verkozen verklaard werden. en diergelijken heimelijke dingen te doen en, als zoo even, elkaDder in liet oor te fluisteren 1" Terwijl men nog over den prins en over en weder twistte, kwam een rijtuig met acht paaiden met brandende fakkels voor uit voorbij de kerk rijden, »halt," riep eene stem uit dat hofrijtuig, toen dit juist bij den hoop politie dienaars was, die den prins omringden. Het rijtuig stond stil, bet portier werd geopend, een heer sprong er uit in eenen oveirok, met een schitterende ster er op en ging naar den hoop mannen, hij sliet de politie-dienaars terug, beschouwde den prins van boven tot onderen, en zeide juist, ik erkende den vogel toch dadelijk aan zijne vederen van verre. Masker, wie zijt gij Juliaan wist niet. waarheen hij zich in zijne verlegenheid keeien of wenden zoude want hij herkende den Hertog Herman. Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1899 | | pagina 2