HERIJK.
Een liemwjaarsnactit Avontuar.
No. 1336.
'Laterdag I 1899.
15e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h -Vlaanderen
F. DIELEMAW,
AXEL.
Lokaal van hetkazernegebouw,
Huiteiiland.
FEUILLETON.
AXELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag1- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde*
naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Axel, maken bekend dat de herijk der
maten en gewichten voor deze gemeente
zal plaats hebben, in een
op den 10 en ll Juli aanstaande, van
9 tot 12 uren voorm., en van 1 tot 4
uren nam., en den li Juli voorm. van
9 tot 11 uren.
Op een afstand als waarop wij ons
bevinden, zegt de M. Crt., was het aan
vankelijk onmogelijk, te oordeelen over
de volksgezindheid in België. Wij wisten
niet of het geheele volk in spanning ver
keerde, deelend in de zoo luid door de
leiders verkondigde gevoelens, de zoo
sterk aan den dag komende hartstochten.
Het kon zijn dat het zoo was. Maar
even mogelijk natuurlijk, dat die harts
tochtelijke protesten slechts dienden om
de hartstochten van anderen weer op te
wekken, de gelederen der protesteerende
te versterken.
Maar nu is twijfel niet langer moge
lijk. De beweging is te krachtig, de uiting
der hartstochten te geweldig, om voor
gewend te zijn. En daarom is het wer
kelijk niet zonder zorg, dat wij de eerst
volgende week tegemoet gaan.
Of is zij niet angstwekkend, die Zon
dag te Luik gehoorde taal. uitgesproken
door den afgevaardigde Smeets op een
»Glj hebt het mij immers zelf gezegd
Philip, Philip! alsgij nu maar niettrotsch
wordt, nu gij zoo ontzettend rijk zijt. Ik
ben een arm meisje, en nu zeker te ge
ring voor u maar Philip, ik heb al bij
mij zelve gedacht, als gij mij kondet ver
laten, dan wilde ik liever, dat gij een
tuinman gebleven waartik zou mij dood
treuren, zco gij mij kondet verlaten
»Roosje, wat babbelt gij toch Ik ben
gedurende een half uur prins geweest en
bet was toch maar eene grapmaar in
mijn geheele leven maait ik zulk eene
grap niet meernu ben ik weder nacht
wacht en zoo arm als te voren. Ik heb
nog wel vijf duizend gulden bij mij, die
ik van eenen mameluk gekregen heb
die konden ons beiden uit den nood hel
pen, maar helaas, zij bohooren mij niet."
»Gij spreekt wonderlijk Philip zeide
Roosje en gaf hem de zware geldbeurs,
die zij van den prins gekiegen had »daar
neem uw geld terug, het wordt mij toch
al te zwaar."
»Wat moet ik met zooveel geld, van waar
hebt gij dat Roosje?
»Gij hebt het immers in de loterij ge
wonnen, Philip."
kerktrap tusschen een roode socialistische
en een blauwe liberale vaan, een brand-
rede, die eindigde met de woorden »Het
gewapende volk moet de kieswetvoor
dracht ten val brengen. Yoor de misdaad
wordt voltrokken, zal men over onze lij
ken moeten schrijden. Gelijk stemrecht
of revolutie! Leve de republiek!"
Maar dit haalt nog niets, bij de ge
weldige tooneeleu, welke men Dinsdag
in de Kamer beleefde, waar aan de or-
was het Vrijdag wegens onvoltalligheid
niet aan stemming onderworpen voorslel,
om de behandeling der kieswet op 5 Juli
te doen aanvangen. Nu ging het voor
stel er door met 88 tegen 16 stemmen
en 11 onthoudingen.
Maar nauwelijks was dit besluit ge
vallen, of er werd een aanval geopend.
Wat de, hoofdzakelijk uit socialisten be
staande. oppositie eigenlijk wilde, is ons
niet recht duidelijk geworden. Immers
er werd geen voorstel behandeld Men
deed weinig anders dan de regeering en
de meerderheid een reeks beleedigingen
naar het hoofd gooien, en haar verant
woordelijk stellen voor het bloed, dat de
volgende week zal wergoten worden.
Men klaagde over de buitengewone be
waking van het gebouw, en over het
aanwezig zijn der justitie. Men hitste de
soldaten op niet op het volk te schieten
en aan de makkers in de kazerne dat
mede te deelen Men schold de regeering
voor moordenaars en dieven, en noem
de Vandenpeereboom een Alva, terwijl
Demblon verklaarde, dat zijn onthouding
bij de stemming een laatste waarschu
wing was aan koning Cleopold
En daarbij werd zooveel lawaai gemaakt
»Wat Heb ik gewonnen, en men heef)
mij toch op bet raadhuis gez6gd, dat mijne
nommers er niet uitgekomen waren ik
heb ingezet en had gehoopt, dat wij eenen
tern voor ons uitzet zouden krijgen, maar
de tuiman Roodman zeide mij, toen ik van
middag te laat op het raadhuis kwam
»arme Philip geen nomrner Hoezee,
dus toch gewonnen Thans koop ik den
grootsten tnin, en gij zijt mijne vrouw
Hoeveel is er van gekomen
»Philip, hebt gij in den nieuwejaars-
nacht eene roes gedronken Gij moet be
ter weten, hoeveel het is dan ik.
Ik heb bij mjjne vriendinnen zoo onder
do tafel in het geheim in de beurs ge
gluurd, en ben zeer verschrikt, toen ik
het eene goudstuk na het andere zag
blinkentoen dacht ikNu verwondert
my het niet, dat Philip zoo losbandig
was! Ja, recht losbandig waart ge, maar
het was u niet kwalijk te nemen. Ik
mocht u zelfs wel om den hals vallen,
en weenen van vreugde. Ik heb toch het
lot nog te huis in de kast, en geen mensch
heeft het mij afgevraagd."
Roosje, als gij vallen wilt, ik mag het
wel lijden, maar hier is een misverstand.
Wie heeft u dat geld gebracht en gezegd
dat bet mijn loterijlot was?"
»Philip, maakt geen grappen, gjj hebt
het mij voor een halt uur zelf gezegd,
en mij zelf het geld gegeven."
Roosje, bedenk ndezen morgen zag
ik u bij het nitgaan van den mis toe,
dat de voorzitter ten slotte de zitting
ophief. Leve de republiek, zoo klonk het,
gevolge door de Marseillaise, welk lied
ditmaal door de geheele linkerzijde werd
aangeheven.
Na de schorsing begon het kabaal op
nieuw, in verband met een motie-Van-
dervelde, tot afkeuring van de houding
der questoren Na een woest debat werd
deze motie door den voorsteller ingetrok
ken, onder mededeeling dat men nu de
kamer zou beletten te beraadslagen.
Daarop beginnen, naar Oostenrijksche
stijl, alle leden ter linkerzijde met hun
ne lessenaar te klappen. Mqn schreeuwt
A bas la calotte en zingt de Marseillaise;
aan de rechterzijde voeren enkelen het
woord, onder toejuichingen van hun me
destanders. Men zingt en fluit en roept
Démission tot eindelijk het tijdstip voor
de sluiting der zitting, kwart voor vij
ven. is aangebroken, waarop de zitting
wordt opgeüeven.
Bijna dtie uur had het lawaai geduurd.
Bij het debat in de Belgische kamer,
zeide de voorzitter na een hevigen uit
val tegen de koning: »ik roep u tot de
orde „Tot de Leopoldsorde zoo luid
de de niet onaardige vraag van een der
andere socialistische leden
De berichten over de tooneelen in de
kamers hebben hier en daar tot woelige
tooneelen in de straten aanleiding gege
ven, o. a. te Luik, waar de socialisten
hun afgevaardigden van den trein gingen
halen Toen Journez daar het volk wilde
toespreken, werd dit door de politie belet.
De vroegere deken der orde van advo
caten toonden daarop aan. dat dit ver
bod onwettig was Maar de socialisten
wij afspraken elkander hier te vinden
sedert hebben wij immers elkander niet
meer gezien."
Behalve voor een half uur, toen ik u
hooi de blazen, en ik u in Steen mans huis
riep. Maar wat draagt gij toch onder den
arm voor een bundeltje? Waarom loopt
gij in den koudec nacht zonder hoed?
Philip, Philip, pasop! Het geld kon u
lichtzinnig maken; gij hebt zeker in eene
herberg gezeten en hebt u meer te goed
gedaan, dan gij moest; ei wat hebt gij
daar voor een bundeltje? Mijn hemel, dat
lijken wel vrouwenkleederen van zijde;
Philip, Philip, waar zijt gij geweest?"
Zeker vóór een half uui niet bij u;
gij wilt u geloof ik vioolijk over mij ma
ken, antwoord mij, van waar hebt gij
dat geld?
Antwoord mij eerst, Philip; van waar
hebt gij die vrouwenkleederen waar zijt
gij geweest?"
Daar beiden ongeduldig waren, om het
antwoord le hooren, en geen antwoord
gaven, begonnen zij elkandor eenigzins
te mistrouwen en te twisten.
XII.
Zooals het gewoonlijk in zulke rechts
zaken gaat, waar een minnend paartje
met elkander twist, zoo ging het ook hier;
zoodra Roosje baai witte zakdoek voor
den dag haalde, nare oogen afdroogde,
bet hoofd afwendde, en de eene zucht
na den anderen uit de diepte der borst
lieten het erbij en trokken in optocht
naar het midden der stad. Er hadden
enkele onbeteekenende incidenten plaats.
Later werd de menigte van een balcon
toegesproken, waarbij men zich zeer hef
tig uitliet over koning Leopold.
Ook te Brussel was het 's avonds woelig.
Er hadden tien protestmeetings plaats,
gevolgd door betoogingen in de straten.
Uit de vensters van het Maison du
Peuple beval Vandervelde de algemeene
werkstaking aan.
Des avonds had een besloten vergade
ring van den vertegenwoordiger der ar-
beiderscyndicaten plaats. Het bleek dat
bijna alle cyndicaten vóór de algemeene
werkstaking waren. Slechts van enkele
werd de beslissing nog ingewacht.
_D; Belgische kamer kwam Woensdag
bijeen onder buitengewone politie bewa
king. De voorzitter begon met de leden
tot kalmte te vermanen. Aanstonds werd
het debat van den vorigen dag hervat,
d. w. z. over de door de quaestuur ge
nomen maatregelen. Aanvankelijk bepaal
de alles zich tot een tamelijk scherp de
bat, dat echter niet bepaald rumoerig
was.
Het lawaai begou eerst toen de voor
zitter verklaarde in den toon van den
spreker aanleiding te vinden Diet te ant
woorden op een vraag van Vandervelde,
die zeide voldaan te zullen zijn, als de
voorzitter verklaarde de maatregelen van
den vorigen dag te betreuren.
De uiterste linkerzijde hief nu een ge
brul aan. De socialisten Smeets, Hubin
en Schinler bliezen op ratelfluitjes, de
twee Defuisseaux's op trompetten
Eenige leden bestormden de tribune,
naar boven kwam, had zij blijkbaar ge
lijk en hij ongelijk, en hij beleed zijn on
gelijk, terwijl hij haar troostte en beken
de, dat hij op een gemaskerd bal geweest
was, en dat, hetgene hij onder den aim
droeg, geen vrouwelijk gewaad was, maar
een zijden mantel met een masker en
een hoed met vederen.
Na deze berouwvolle bekentenis, begon
echter eerst het gestrengste verhoor. Een
gemaskmd bal, dat weet ieder meisje in
een groote stad. is voor onbewaakte har
ten een gevaarlijk doolhof en eeno kamp
plaats. Men stort zich in een zee van
aanlokkende gevareD, en komt menigmaal
daarin om, wanneer men geen goed zwem
mer is. Roosje hield hare vriend Philip
echter juist niet voor den besten zwem
merhet is moeielyk te zeggen waarom,
dus moest hij vooreerst verklaren, of hij
gedanst had. Op het ontkennen daarvan
vroeg zij, of hij geen avonturen en zaken
met vrouwelijde maskers had gehad? dit
liet zich niet ontkennenhij bekende dan
alles, maar voegde er telkens bij, dat al
die vrouwen van een aanzienlijke afkomst
waren, en hem voor een ander gehoudeD
hadden. Roosje wilde wel een beetje twij-
lelen, maar onderdrukte nare achterdocht.
Toen hjj echter op hare vragen: voor
wien men bem had gehouden, en van
wien hij zijn masker geleend had, den
prins Juliaan noemde, schudde zij toch
het ongeloovig hoofdje, en nog onwaar
schijnlijker was haar zijne vertelling, dat