Itiiineulaud. Landbouw. stellen der regeering en overwegende, dat de zaak nog niet, in overeenstemming met de wet IV van 1894 aan het volk is voorgelegd, besluit de regeering op te dragen, het ontwerp tot wijziging van de kieswet overeenkomstig de voorstel len van den staatspresident te publicee- ren en de zaak in de eerstvolgende ge wone zitting aan den raad voor te leggen." Over de Philippijnen luiden de berich ten gunstiger. Zoowel in de Yereenigde Staten als in den archipel begint men zich te verzoenen met de Amerikaan- sche regeering Het plan zou nu zijn, onder Amerikaansch protectoraat een re publiek te vestigen. Dewey is op de te rugreis en moet overtuigd zijn, dat het moeielijkste werk gedaan is. Atjeh. Aan een brief, gedagteekend 27 April uit Atjeh en geschreven door iemand, die van den toestand en plannen aldaar op de hoogte moet worden geacht is door het Hbld het volgende ontleend: „Ge zult zeker met belangstelling den loop der zaken hier volgen. De toestand is werkelijk zeer goed en het is nu nog slechts om Polim te doen, die op een goeden dag wel in de fuik zal loopen. Weliswaar zullen we nog langen tijd met troepjes roovers te maken hebben, doch waar de landsboofdeu zich hebben onderworpen en onze bevelen opvolgen, is het verzekeren van de veiligheid slechts een kwestie van tijd. Dit jaar hopen wij een weg klaar te hebben van Teiak Semaweh naar Kwala Simpang en westwaarts tot in Pasangan. Overal zijn we aan het werk, zoodat we overal kunnen komen. Met 1 Juni gaac we van Segli uil oost- waai ts en we zullen dan wel in Tami- ang uitkomen. De generaal gaat zelf mee en we zullen er een ruimen tijd voor nemen, om overal nogeens opruiming te kunnen houden. Vooral de pasei-streek zal nog eens goed onderhanden genomen worden. Met de groote tochten is het dan ge daan en het zal slechts zaak zijn, om wel de beschikbare macht, die dan voldoende is, overal te patrouilleeren Generaal Van Heutz heeft waarlijk niet overdreven door twee jaren voor de onder werping te stellen. Aan 't eind van dit jaar kan men inderdaad getuigen dat Atjeh onderworpen is. De paciticatie kan nu ge leidelijk volgen en uit verschillende dingen Het meisje bleef ook in hare brieven zoo zonderling, als zij in den persoonlijken omgang geweest was, »Neen," schreef zij, rik bemin u niet, ik kan u niet bemin nen ook verzeker ik u, dat voor u nooit zulk een gevoel in mijn hart is opgekomen. Mijne moeder bemin ik, boven alles, die uitmuntende moederik bemin de ge- heele wereld, maar u - ik weet niet hoe ik het noemen, hoe ik het beschrijven moesthet is eerbied, godsdienstigheid. Gij doet wel, dat gij mij bemintmeer verdien ik ook niet. Het is reeds te veel, dat gij aan een onbeduidend schepsel, zoo als ik ben, wildet denkeD, dat gij zeggen kunt: zonder mij ware de weield niets. Maar - ik u beminnen dat ware te menschelijksik vreed met dat dagelijk- sche woord mijn gevoel te ontheiligen, Er is in u iets godüeljjks, dat gij mij door uwe nabijheid medegedeeld hebtdaardoor is alles anders geworden, de geheele na tuur anders. Eer gy in Altek verscheen t was dat alles zoo nietik zag de dingen juist, zoo als anderen die zagen, nu echter niet meer, er is over alles een nieuwe geest. »Ik zou nooit den moed gehad hebben, om u dit mondeling te zeggen, maar verre van u hield mijne bedeesdheid op. Zoo geloot ik, heeft de mensch sldchts daarom den moed tot God te bidden, dewijl hij Hem niet zien kan zonder u, waar is bet zonder u wenschte ik niet te leven, maar ik begrijp niet, hoe ik in uwe nabijheid leven kan eu bestendig bij u zijD Maak gij mij onverschilliger, verstoor dat zeld zame gevoel, dat reeds bij de gedachte aan kan men reeds afleiden dat hoofden en be volking zich by den veranderden toestand gaan neerleggen." De veekwestie met België. Zondag had te Antwerpen het congres der slagers plaats, waar de veekwestie werd besproken. Uit het verslag in het H. v A. blijkt o. a. dat een slagei uit Gent erop wees, dat de oorzaken van de uitbreiding der ziekte niet in ons land, maar in België zy» te zoeken en dat de maatregelen tegen het kwaad in ons land beter zijn dan in België. Het doel van de protectionnisten is de grenzen bestendig te sluiten voor alle vee en zoo het vee duur te maken. De boeren zelf zeggenhet gesmokkeld vee is zeer gezond en allerbest geschikt om tot den kweek te dienen. En dat vee is niet onderzocht. De voorzitter, de heer Dourlet, betoogde dat de veehouders en de slageis goede vrienden moesten zyn. Zij, die invoerrechten op Bollandsoh vee vragen, benadeelen zich zelt, want zij hebben dit vee zelf noodig voor ver betering hunner rassen. Alleen zij, die in 't groot kweeken, winnen er bij Verder sprak bij over de wijze van besmetting, lie niet altijd gebeurt door het bijeenbrengen van dieren, maar ook zonder dit, zelfs wanneer de dieren mijlen ver van elkander zijn. Zelfs de veeartsen brengen in hunne kleeren de ziekte over. Een ander spreker betoogde, dat men moest beginnen met in bet binnenland zelf de besmetting tegen te gaan, door eene inspectie van de stallen en de mid delen om deze te reinigen en in goede voorwaarden te houden en te onderhouden. De eerste spreker wees d ïarna nog op verschillende gevallen, in welke bet ge smokkeld vee, olschoon dit ongecontroleerd binnen komt, tegen vee beter prijzen gaat dan het Belgisch. In een weekblad van denzelfden dag werd nog eene aanbeve ling geplaats van twee gesmokkelde die ren, die te Kieldrechl werden aangeslagen en waarvan de waaide zelfs door de douanen geroemd werd. Een ander spreker wees er op, dat men te Esschen op de 280 beesten 20 zieke had gevonden. Maar de voorzitter stelde daarentegenover, dat in België het per centage der zieke beesten nog veel grooter is. Wanneer ik in België vee koop, zeide u mij doorstroomtwordt gij meer gelijk aan andere mannen, zal ik zijn kun nen als met anderen, en wellicht ben ik gelnkkiger, hoe raenschelijker ik bij u en gij voor mijn staat." De heer Marbel, die Josephine's brief lezen moest ön gaarne las, lachte. »Koen - raad," zeide hij, »do seraf houdt u voor eenen Cherub, maar gij kinderen des Ely- siums zult wel lichamen krijgen geduld." BESLUIT. Aangenamer kon de heer Marbel zijnen Kweekelmg niet meer in Regensburg ver rassen, dan toen hij on zekeren dag met hem naar den heer Wallenroth reed om te eten en in de kamer kwam. en vrouw Walter en Josephine hem nog in reisklee deren tegen kwamen, Koenraad weid bleek van vroolijken schrik en omhelsde de moeder met hevigheid, maar zijne oogen hiogen onafgewend aan Josephine, die be wegingloos, hoog gloeiend met nederge- slageu oogen daar stond. De aangenomen beleefdheidsbetuigingen der zoogenaamde beschaafde wereld, anders eene plaag dei- betere menscben, zyn hun di<wert als noodhulp van eene ontschatbare waarde daardoor kwamen ook de minnende bij elkander, die achter algemeene beleefde woorden de luide stem van bonne harten verborgen. Men leerde elkander zier. zon der te sidderen elkander spreken zonder verlegenheid. De drie oude heeren maak ten den vroolijken schersts tot discbge- noot en de lieer Marbel verklaarde aan vrouw Walter dat hij als jongeling baar by, vind ik op de 20 beesten 4 zieken en koop ik in Holland, dan heb ik slechts 1 ziek dier op de 50. De toestand van het vee in België is betreurenswaardig. Een der aanwezigen uit Mechelen vroeg daarop of die 20 beesten ziek in de quarantaine stallen waren gekomen, of daar ziek waren geworden. Er is meer kans voor, dat zij de ziek te in de stallen zelf hebben gehaald. AXEL, den Dei 1899. De kermis behoort weder voor een jaar tje tot het verleden. Buitengewoon re genachtig weer was niet bevorderlik op bet bezoek van vreemdelingen. Deze in vloed was vooral op Maandag merkbaar. Dit is anders gewoonlijk de dag die voor neringdoenden de heele kermis goed moet maken. Gelukkig dat zy, die eens recht wilden genieten, iederen avond een toe vluchtsoord vonden in de schouwburgtent van Mevr. de Wed. Bakker, nabij bet station. Wat daar werd opgevoerd en ten tooneele gebracht verdient allen lof. Eén bezoek aan het gezelschap van Mevr. Bakker is een ieder aan te bevelen. We zijn de vorige winter een paar maal in de gelegenheid geweest met de ze al tisten kenüis te maken, en we moe ten het volmondig bekennen, deze ken nismaking moet leiden tot nauwere be trekking, tot vriendschap, tot erkentenis van datgene wat op kunstgebied kan worden gepresteerd. Wij kunnen dan ook niet nalaten, den wensoh uit te spreken, dat heden avond de tent van Mevr. Bak ker stampvol moge wezen, omdat het de laatste voorstelling zal zijn, welke alhier gegeven wordt, dank zij de toe stemming van ons geacht hoofd der ge meente. De kermis heeft overigens een rustig karakter gedragen. Vechtpartijen hebben niet plaats gehad, buitengewone dingen zijn niet voorgevallen, ieder die wilde meedoen heeft zijn best gedaan, die genen die er niets van wilden weten, hebben ruimschoots gelegenheid gehad, om thuis te blijven of naar bed te gaan, zoodat deze dagen een aangename af wisseling hebben gebracht in ons dood stille plattelandsleven. Aan de alhier op Maandag 1.1. ge houden gaaischieting namen deel, 68 schut ters, De hoogvogel werd geschoten door den heer Theoph. Termont van Wachte- beke. terwyi de heeren Alf. Herman van Overslag en Everaert van St. Jansteen de zij vogels schoten. aanbidder geweest was, en nu als grys aard haar eersto vriend zijn wilde. - Spoedig kende men elkander wederkeerig spoedig had men elkander alles gezegd. »Maar die daar hebben elkander nog in lang niet alles gezegd, uwe dochter en mijn zood," fluisterde de heer Marbel zjjne vriendin toe; »laten wij hun daartoe in den tuin gelegenheid geven". Men ging naar den tuin tusscben bloe men en boscbjes biedt zich menige ge heime plaats aan. en Koenraad er. Josephine worden met opzet door hen allen ver laten de heer Marbel en Vrouw Walter bepaalden intusscben het toekomstig lot der jongelieden. Doch het eene uur verliep na het an dere, en Koenraad en Josephine kwamen niet weder te voorachyn de avond sche merde, en zij bleven weg. »Deze zaak maakt mjj ongerust," hiel de heer Marbel aan, »zij zijn wellicht uil loutere verrukking van bet leven geschei den." De heer Marbel nam den arm der moedermen zocht de verdwenenen, doch geen geluid verried hen eindelijk vond men hen in een dicht bosch. Daar stonden zij als twee standbeelden onder eenen dubbelen, hoog opscnoten, dicht in elkan der gegioeiden beuk, de armen om elkan der geslagen, terwijl zij de voetstappen dei komenden niet hoorden. Eerst toen vader en moeder beiden met hunne armen omspanden, genazen zij van den roes en kwamen in de weikelijke wereld lerug. »God lof, dat gü nog adem hebti iep de heer Marbel - maar dut bevalt mij De kallen werden geschoten door de heeren J. van Dorselaer van Clinge en J. F. Veicruysse vau Hulst. Aan de op Dinsdag gehouden gaai schieting namen deel 20 schutters. De hoogvogel werd geschoten door den heer F. J. Dieleman al der en een zy vogel schoot nog de heer Mod. de Moor even eens te Axel, De overige zijvogels wer den niet afgeschoten, daar men door eer. hevige stoitbui genoodzaakt was, vóór bet bepaalde uur te eindigen. Ook de koningschieting die gisteren had moeten plaats hebben, werd tengevolge van bet slechte weder uitgesteld tot a. s. Don derdag 1 Juni. HERIJK. Deze herijk is door Ged. Staten van Zeeland bepaald in de hieronder volgende gemeenten op de daarbij aangegeven da gen en uren; Ter Neuzen, 12, 13, 14, 15, 16 en 17 Juni. Hoek, 19 Juni. Zuiddorpe, ook voor overslag, 20 Juni des voormiddags. Koewacht, 20 Juni des namiddags. Westdorpe, 21 Juni. Sas van Gent, ook voor Philippine, 22 Juni en 23 Juni des voormiddags. Axel, 10 en 11 Juli en 12 Juli des voormiddags. Volgens een bericht aan de N. R. Ct. is uit het verder onderzoek omtrent den te Koewacht gepleegdon moord gebleken, dat vrouw Haeck Donderdag 13 April met een voerman naar de Belgische stad St. Nicolaas gereden is, dat zij daar een paar voorwarpen gekocht heeft, waarna de verdachte Misseghers bij haar geko men is. s'Avonds omstreeks 9 uur is zij weer met Misseghers gezien; zij waren toen op weg naar Koewacht. Men vermoedt daarom, dat de ongelukkige vrouw met den verdachte naar diens woning gegaan is, en hij haar daar heeft vermoord, Uit den gevorderden staat van ontbinding van het lijk maakt men op, dat het half April in het water moet geworpen zyn. De verdachte blijft alle schuld ontkennen. Toch heeft de raad van Gent in eene afzonderlijke zitting zyn aanhoudingsman daat bekrachtigd. Misseghers wordt bijgestaan door Mr. A. Frédericq, denzelfden advocaat, die hem voor 6 jaar verdedigd heeft, toen by zooals vermeld, veroordeeld is voor bet lossen van een pistoolschot op de echt genoot van de thans vermoorde vrouw. niet van den Cherub en den Seraf 1 voort morgen jaag ik u beiden uit het paradijs want gij hebt nu van de vrucht van den boom der kennis gesnoept en bevonden, dat gij twee zeer natuurlyke menscben zijl. Voortaan zult gij als uwe stam ouders uw brood in het zweet uws aan- scbijns eten, maar natuurlijk met elkander beiden hebt gy, zooals ik nu wel merk, een verbazend gat in de mouw, en nie mand herstelt het dan de predikant. Beschaamd gingen de jongelieden met de geliefde ouders terug den volgenden dag liet de heer Marhel het paar echte- lyk verbinden en van het trouwaltaar in den reiswagen klimmen. »Mijn zoon," zeide de heer Marbel, »gij deugt hier geen kwartier uur langer, wij allen reizen over morgen naar Altek en maken daar onze inrichtinhen voor het vervolg. Gij gaat thans naar Leipzig ontvangt daar de gel den, volgens deze instructie en komt uiterlijk binnen veertien dagen naar Al tek bij ons. Josephine moge u op reis vergezellen, op dat gij u niet verveelt." En zoo geschiedde het; leeds op den twaalfden dag kwam Koenraad met zijne jonge vrouw in Altek, waar vader Marbel, vrouw Waller en schielijk het gapsctie dorp hen juichend tegenvioog. Josephine bloeide als een rooszij verzekerde, dat zij door hare eerste liefde verheerlijkt was geworden, maar dat het wezenlijke nog goddelijker was, wanneer men eeuigzins menschelijker beminde. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1899 | | pagina 2