mmmmw Zaterdag 20 1899. 15® Jaarg, iV». Ï020. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh-Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. FEUILLETON. AXËLSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor B b l g i 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordeï naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Acivertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Dinsdag a.s. zal de „Axelsche Courant'' niet verschijnen. Van MAANDAG 22 tot en met DONDERDAG 25 MEI 1899. In België geeft de strijd over de kies wet nog tot veel geharrewar aanleiding, en reeds spreekt men van de mogelijk heid eener crisis, welke een cabinet Woeste-Helleputte aan het roer zou bren gen. In de centrale sectie gaf Woeste een krasse verklaring af tegen de nieuwe kieswet, daarop neerkomend, dat de meer derheid der rechterzijde tegen die wet was en de regeering wel zou doen haar in te trekkenhet ontwerp vervalschte de volksvertegenwoordiging en kon, als in strijd met de grondwet, niet verde digd worden. Om die reden stelde hij de verdaging voor en nam eventueel de verantwoordelijkheid op zich, een an der ontwerp in te dienen De Temps, die den laatsten tyd wat minder kleurloos was in de Dreyfuszaak is tegenwoordig volbloed Dreyfusard. De zer dagen bracht het blad hulde aan Picquart en het ging zelfs zoover in een HET BEWIJS. Koenraad begreep het gedrag der beide oude heeren niet, hij zag hen lang na. »Wat hebben zij dacht hij »zij schijnen bewogen te zijn; mijn besluit om naai Oost-lDdië te reizen draagt blijkbaar hnnne goedkeuring weg, en waarom kanten zij zich daartegen Wat hebben zij, of ik nu ga of bljjve, daarbij te winnen of te verliezen want bij mannen, in welke h9t leven dezer wereld verroest is, komt het op het laatst toch altijd op winnen of ver liezen, crediet of debet aan." Hij zette zich bjj het raam neder en ontvouwde het pergamenttoen hij Mar- bels naam daaronder las, met zijne eigene harid geschreven, kustte hij de plaats, waarop de dierbare hand eens gerust had en toen las hij het was inderdaad de afstand der heerlijkheid aan den heer Koen- raad Eek, dien hij zijnen lieven pleegzoon noemde, met alle rechten en vrijheden eerst bij onderteekening verschrikte Koen- raad, want het geheele bewLjs scheen valscb te zijn het was te Regensburg gedagteekend en de dagteekening eerst twee dagen oud, maar Marbels bandtee- kening volkomen nagemaakt, alsof het de artikel te beweren, dat de hoofdfout van de geheele zaak daarin ligt, dat men officieren werkzaamheden opdraagtwaar voor zij niet geschikt zijn. Thans gaat het blad weer een beetje verder. Tot dusver bepaalde het zich tot overnemen van zoowat alle onthullingen van andere bladen, maar nu gaat het blad zelf aan het onthullen. In het num mer van Dinsdag 11. vinden wij een uit voerig verhaal over de onwettige mede- deeling van de geheime stukken aan den krijgsraad van 1894. Daaruit blijkt dat, toën na afloop der zitting der zoog. militaire „rechters" in in de raadkamer kwamen, de president, kolonelMaurel den leden kennis gaf, dat hij nog eenige op de zaak betrekking hebbende stukken, welke de schuld van Dreyfus vaststelde, had ontvangen, en dat hij daarvan mededeeling zou doen. De kolonel haalde daarop vier stukken voor den dag en wel: lo. het stuk le canaille de D.(dat nu officieel erkend is niet op Dreyfus te slaan. 2o. de valsche vertaling van het tele gram van Panizzardi (thans blijkens door generaal Roget en majoor Guignet on derteekend proces-verbaal ook door deze heeren als valsch erkend; 3o. een stuk van de zelfde hand als stuk no. I en bestemd om als stuk van vergelijking te dienen; 4o. een biographie van Dreyfus, waar in o. a a de mededeeling dat, toen Dreyfus te Bourges was, ook daar geheimen aan Duitschland zijn verraden (samenvallende met het verraad waarvoor een ander zijne was. Hjj sprong van den stoel op om de heeren op to zoeken. Schielijk kwam de heer van Wallenroth met een vroolijke houding binnen. »Niet waar ik heb gelijk, lieve Eek riep hij met oogen, die van vreugde schit terden, »nu laat gij Oost-Indië Oost-Indië en blijft hier >In het geheel niet," riep Koenraad driftig, »het bewijs is valsch." »Neen, dat is het niet, maar echt, op mijne eer echt." >Maar het is van eergisteren gedag teekend." »Juist." »Wie heeft mijns vaders handteekening geschreven Wie anders dan hij zelf Gq moet toch zijne hand kennen." »Juist, omdat ik die ken wanneer heeft hjj dat geschreven?" »Mijn God, gij ziet, gij leest het im merseergisteren." Eergisteren gij brengt mij tot razernij met uwe scherts verklaar mij hoe kon hij dat schrijven is hij naar Kalkutta Is hij terug Is hij uit Oost-Indië te huis gekomen >Neen, mijnheer van Eek »Niet terug dat is eene tegenstrijdig heid 1" >Neen, geene tegenstrijdigheid neen Hij was niet in Oost-Indie riep eene dierbare stem in eene andere kamer, en reeds was veroordeeld/; b dat een reeks door Dreyfus bijge woonde voorbrachten aan de krijgschool te Berlijn bekend was geworden, en zelfs in een Duitsch blad opgenomen. De kolonel voegde daarbij, dat in het eerste stuk D. Dreyfus beteekende (—wat een leugen was, en hem in geen geval bekend kon zijn). De kolonel gaf daarna den leden van den krijgsraad de stukken in handen. En slechts een, aarzelde een paar se conden, voor hij op de vraag „schuldig?" het ja deed hooren. Aldus de Temps. Lakeien - met een ander woord kan men deze leden van den krijgsraad, dunkt ons, niet aanduiden. Marchand heeft per telegraaf voor lui tenant Fouque en eenige onderofficieren en inlandsche soldaten een onderschei ding gevraagd De regeering gaf den lui tenant het legioen van eer en den ande ren de militaire medailje. In een dépêche, den 1 oden Mei uit Djibouti verzonden, wordt medegedeeld dat de hoofden der Somales uit alle zij den der woestijn zich verzameld hebben om marchand en zijne troepen hulde te brengen l 'e troepen van het protectoraat en de aanwezige dagbladcorrespondenten hebben de colonne op een afstand van 85 kilometer van de kust ontmoet, zeer voldaan over haar verblijf in Etiopië. Maandag kampeerde de zending op 37 K M afstand van de kust Alweer wordt uit Weenen bericht dat een Hervormend predikant op een dag 150 Katholieken heeft aangenomen. Ook in andere deelen des lands, vooral Bo- hemen blijft deze beweging voortduren. terstond giog de deur open toen trad, band in hand met den heer Schmidt, de oude heer Marbel binnen hij breidde zijne armen voor Koenraad uit, roepende »mijn zoon!" en omhelsde den jongen man,die als een standbeeld stond en niet wist, wat met hem gebeurd was. »Neen, mijn hartekind, ik was niet in Oost-Indië! kom toch, sluit mij aan uw braaf hart, gy zijt de vreugde mjjn gan- schen levens vaster, druk mij vaster aan ugij zijt, die gij wezen moestGod in den hemel zegene u, ik kan het niet." OPHELDERINGEN. De vreugde van den goeden, ouden Mar bel was niet minder dan de verukking van den verrasten Koenraad, die eenen geruimen tijd geene woorden vinden kon, om zijnen toestand uit te drukken. Men had elkander zooveel te zeggen, en zeide elkander zooveel, dat men na eenige uren eikander nog niet verstond en wist, hoe dat alles was. »Nu kindzeide vader Marbel, »ik wil u alles bij de y af en in orde ver halen, ga zitten Ziet gij, het is waar ik had zekerlijk verdriet in onze hoofd stad ik weet niet hoe de vorst er aan kwam, den haarbuidei eens adelbriefs aan mij te willen hangen ik heb alle achting voor den adel, er moet verschil vau stan den zijD, hoezeer de wol het schaap nog voel beter van den bok onderscheidt dan een naamwie als beambte in den staat Het schijnt dat de laatste anti-semi- tische troebelen te Nicolajew geheel en al het gevolg zijn van opruiing van de zijde van een paar heethoofdige geest drijvers, hetgeen vooral wel hieruit blijkt dat huizen, logementen en winkels, door joden bewoond, vooraf met krijt gemerkt waren. Men heeft opgemerkt, dat bij de ze onlusten, gematigder werd te werk gegaan dan bij andere dergelijke gele genheden. Vrouwen en kinderen werden gespaard, terwijl de Joden zelf plunde ring en mishandeling konden afkoopen. Dat het oproerige volk tot geweldda digheden kwam, is bijna niette verwon deren, waar het wijl juist de straten werden gemaakt, en de straatsteenen bij hoopen langs den weg lagen, de projec tielen letterlijk maar voor het grijpen had. Aan de wanordelijkheden, welke drie dagen duurden, werd een einde gemaakt door het optreden der kozakken, die zon der geweld van wapenen de oproerige menigte in bedwang te houden. De Czaar heeft Willem Stead in au diëntie ontvangen en hem bedankt voor den steun door hem aan de vredesbe weging geschonken. Tevens gewaagde de Czaar van zijn hoop, dat de confe rentie resultaten zal hebben. In het Hbld vinden wij een meer dan verbazingwekkend bericht, en wel dat Stead Zondagavond te Petersburg een redevoering hield en zich daarin scherp af keurend uitliet over de opheffing der grondwettelijke rechten van Finland. De redenaar heeft een groot succes ge had; herhaaldelijk werd zijn toespraak gestoord door toejuichingen. zijn zoogenaamd geluk maken, in de na bijheid des vorsten staan, of eenen uit- gebreideren werkkriDg voor zijne jaren wilwelnu, laat die zich doen adelen, hjj doet wel daaraanhet is een goed, nut tig ei fdeel voor zijne kinderendoch iemand die geene kinderen heeft, geenen invloed en geene ambten begeertdie met dat gene tevreden is, Wft geen vorst geven kan, namelijk een rein hart, dat zooveel goeds wil en doet, als het kan, zoo iemand zeg ik, brengt een pergament slechts in verlegenheid en onaangename betrekkin gen wellicht echter nam ik de onbedui dende zaak te ernstig op genoeg, ik had dooi mjjne weigering den braafsten vorst of misschien zijne heeren links en rechts beleedigd, en jat spy t mij thans nog. Men begon allerlei kleine moeijlijkbeaen te ver oorzaken, dat vei droot mijdaarom pakte ik in en verliet de residentie. Het was toen ik u schreef, dat gij mij regelmatig moest' schrijven ook wanneer gij geen antwoord van mq kreegt want het schrq- ven viel mij zuur en gij zoudt uwe brie ven zenden aan mijn ouden vriend Schmidt. »Ik betrok een klein goed en leefde daar in stilte vroolijk en tevreden. Toen bezocht God mq, opdat ik niet gelooven zoude, dat hier beneden de hemel was, en ik kreeg eene boosaardige galkoorts, zoo als de doctoren het noemden. In dien tijd vraagde men mij ook naar mijn tes tament, dewql sterven ligt mogelijk was, en de menschen hadden gelijkdie niet

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1899 | | pagina 1