imï|piüf
No. 1324.
Woensdag 17 Mei 1899.
15® Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h-Vlaa n deren
F. UIELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van ltot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei
naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlpk
tot Dinsdag-en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Van MAANDAG 22 tot en met
DONDERDAG 25 MEI 1899.
De linkerzijde van de beide Belgische
Kamers heeft besloten
lo. Een manifest uit te vaardigen naar
aanleiding van de nieuwe kieswet, 2o.
verdaging van het ontwerp te vragen;
3o. te weigeren aan de zitting deel te
nemen, zoo niet tot uitstel besloten
wordt
De Belgische Kamer heeft nu ook
een interpellatiedag vastgesteld, en daar
toe den Dinsdag aangewezen. Zoo noo
dig wordt het debat den volgenden dag
voortgezet.
De Belgische werkstaking loopt ten
einde. In de vergadering van den ar-
beids en nijverheidsraad is verklaard dat
5 pCt. verhooging van loon het maxi
mum was dat de patroons konden toe
staan. De werkstakersvergadering besloot
daarop tot hervatting van het werk.
Vermoedelijk zal dus de grève maandag
zjjn geëindigd. Vele mijnwerkers zijn
tot een maand gevangenisstraf veroor
deeld wegens geweld.
De Figaro vangt weder aan met
de openbaarmaking van de voor het ge-
heele hof van cassatie afgelegde getui
genissen, en wel met een extract uit
Den volgenden dag eindelijk liet de heer
van Wallenroth den beiden vrienden zeg
gen, dat bij hen des middags aan tafel
verwachte. Koenraad drong er op aan,
dat zij vroeger gingen, want hij had vast
besloten, dat, wanneer de eigenaar van
Altek tegen zijn ontslag zwarigheden maken
mocht, hij nog des nachts zoude afreizen
zonder zich om dat ontslag verder te be
kommeren.
Da neer van Wallenroth ontving hen
zeer vriendelijk. Na de eerste beleefd
heden ontwikkelde Koenraad met koorts
achtige levendigheid de oorzaken zjjner
komst en de noodzakelijkheid van zijn ont
slag hij legde de rekeningen over en be
schreef in het algemeen, wat hij voor Al
tek gedaan had.
»Gij hebt," zeide de heer van Wallen
roth, »alles, wat gij op u genomen hebt,
volledig gedaan, met uitzondering van die
eenige clausule betreffende vrouw Wal
ter die goede vrouw is door u ongeluk
kig geworden."
Koenraad werd vuurrood »door mü
stamelde by.
»Ik heb eergisteren eenen brief van haar
ontvangen zij meldt mij, hoeveel het ge-
het verhoor van Lepine, die in 1894 pre
fect van politie was.
Deze was voor het Dreyfus-proces door
den minister van oorlog geraadpleegd,
over het particuliere leven van Dreyfus,
en had daarop medegedeeld dat Dreyfus
geen enkele club bezocht en niet speelde.
Omtrent Mjn verhouding tot vrou» en
verklaarde Lepine dat, wanneer Dreyfus
in betrekking stond tot een of twee
vrouwen, dit geen vrouwen, waren die
hem geld kostten of die hem in haar
macht hadden.
(Deze in hoofdzaak reeds bekende ver
klaring is veel van gewicht, omdat er uit
blijkt, dat de stafkliek van den aanvang
af te kwader trouw is geweest; ook ma
joor d'Orméschéville. die belast was met
het maken van het rapport, of de zoo
genaamde acte van beschuldiging. Red.)
De president teekende, op voordracht
van den minister van oorlog, het besluit,
waarbij majoor Guignet (die de bekende
beschuldigingen tegen het ministerie van
buitenlandsche zaken inbracht) op non
activiteit wordt gesteld
Dat Rosebery en sir William Harcourt
het niet eens waren, was reeds lang be
kend; men wist het, vóór de eerste zijn
plaats aan het hoofd der partij verliet,
het werd bevestigd in de dagen, toen
ook de tweede heenging. Maar niemand,
die had kunnen vermoeden, dat het ge
schil zoo diep ging, als nu is gebleken.
De naaste aanleiding tot den nieuwen
twist, is het weder optreden van Rose
bery, die nu sinds 21/2 jaar geheel op
den achtergrond was gebleven, en het
leven had geleid van zoovele rijke edel
lieden, die een voorname plaats in het
heele dorp van u houdt, hoe alles treurt
om uw verliesdat er ook een jong be
minnenswaardig meisje is, genaamd Jo
sephine, de dochter van vrouw Walter, die
sedert den lag van uw vertrek kwijnt.
»Schrijtt zij dat?"
»Wel ze eer, moeder en dochter denken
edel genoeg om uw koen besluit, om naar
Oost-Indië te gaan, te eerbiedigen, maar
de moeder jammert om het leven der
dochter, want dat is thans in gevaar."
Koenraad werd bleek.
De heer van Wallenroth verliet de kamer
en haalde eenen brief, en gaf dien aan
Koenraad ter lezinghij was van vrouw
Walter, en deze verhaalde den heer van
Wallenroth het plotselinge vertrek van den
schout; vervolgens, dat zij reeds sederf
geruimen tijd niet zonder bezorgdheid op
gemerkt had, hoe deze op het gemoed
van hare Josephine eenen diepen indruk
had gemaaktzijne spoedige verwijdering
had Josephine's wezen geheei verandert,
zij verwelkte zichtbaar, en de artsen halen
de schouders op, raden verstrooing, reizen
aan, maar Josepnine wilde niet van Altek
scheiden en scheen zelfs te zwak om de
ongemakken eener reis te verdragen de
gansche brief ademde de smart eener
troostelooze moeder.
Koenraad wierp zich op eenen stoel,
bedekte zijn gezicht met eenen zakdoek,
en kon zich niet weerhouden luide te snik
ken. De heer van Wallenroth trad naar
hem toe. Koenraad vermande zich.
maatschappelijk leven vervullen en die
zich af en toe in het openbaar doen hoo-
ren.
Maar nieuw is dat Rosebery daarbij
de binnenlandsche politiek aanroerde en
zich uitliet over de bestemming der par
tij, welke door zijn heengaan hoofdeloos
was ^geworden. En wat de vroegere lei
der daarbij zeide, bewees maar al te
zeer, dat Rosebery ontrouw is gewor
den aan de liberale partij en een den
kelijke neiging naar het conservatisme
vertoont. Het programma van Rosebery
toch wil terugkeeren tot het programma
dat nu 13 jaar geleden door de partij
werd verlaten, d. w. z. tot een program
ma zonder de Home Rule. En daarbij
wenscht hij een bescheiden imperialis
tische politiek, benevens een matiging
op sociaal gebied, teneinde de vreesach-
tigen niet af te schrikken.
Dat deze rede een groot opzien baar
de is niet te verwonderen In geen land
is de scheiding tusschen de liberalen en
radicalen gemakkelijker weggevallen dan
in Engeland, met het gevolg dat een
overgroot deel der liberale partij als ra
dicaal wordt aangeduid. Die nu in eens
te willen terug voeren tot een zeer ge
matigd liberalisme, dat angstig tegen
over de hedendaagsche hervormingen staat
dat is een poging tot terugvoering der
liberale partij, welke niet mogenlijk is,
zonder een nieuwe scheuring.
Trouwens - het is niet mogenlijk, dat
Rosebery die zelf zoekt, en dat hij voor
zich droomt van een nieuwe mid
denpartij, te vormen door de achterhoe
de der liberalen, en door den afval der
zoogenoemde liberale unionisten van het
►Ik lees in uwe ziel 1" zeide de heer
van Wallenroth, »en uwe tranen recht
vaardigen, wat ik gedaan heb. Want ik
ken Josephine; zjj is ook rnjj dierbaar,zij
is eene der beminnelijkste wezens van haar
geslacht. Gij bemint haar?"
Onuitsprekelijk!" riep Koenraad.
►8tel u dan gerust, Josephine's gezond
heid en de tevredenheid van hare voor
treffelijke moeder waren mij van zooveel
belang, dat ik op hetzelfde oogonblik, dat
ik dezen brief ontving, door eenen courier
naar Altek schreef: de heer Eek zal niet
naar Oost-Indië reizen, de omstandigheden
zijn veranderd, de heer Eek zal naar Al-
Lek terugkeeren. De brief is ongetwijfeld
thans reeds in handen van vrouw Walter
en verhoedt grooter kwaad heb ik wel
gedaan
»Gij hebt wel gedaan," zeide Koenraad.
»En gij gaat niet naar Oost-Indie
»Gij hebt wel gedaan, zeg ik, en het
is wel gedaan, wanneei men in het leven
ééne traan droogt, al was het slechts met
den sluier dei misleiding. Ik dank u
mijnheer van Wallenroth, ik zelf wil van
hier naar Altek schrijven, der hoop voed
sel geven tijd gewonnen, veel gewonnen.
De tijd heeft meer macht over den mensch
dan de kiacht zijner grondbeginselen, en
Josephine wordt door die vergefelijke list
gered, doch ik ga naar Oostindien."
»Hoe mijnheer Eek, wilt gij tnij, tot
eenen leugenaar maken
Koenraad trok de schouders op wilt
type Chaberlain. die leven van de ge
nade der oude torier, en zich een steeds
stijgenden invloed op den gang van
's lands zaken verzekeren.
Toen Rosebery op deze wijze uit zijn
ten te kwam, is sir William Harcourt
niet achtergebleven. Ook hij heeft het
woord gevoerd, tegen Engelsch gebruik,
in een bijeenkomst, waar de pers niet
tegenwoordig was. Maar dit belette niet,
dat toch een en ander is uitgelekt van
hetgeen daar besproken werd. Sir Wil
liam heeft de rede van Rosebery geken
schetst, als een poging om de liberale
partij te vernietigen en haar reden van
bestaan te doeD verliezen Aan deze
speech moet sir William hebben verbon
den een warme lofrede op den niauweD
leider, Campbell Bannerman, wiens ba
nier te volgen hij allen liberalen aanried.
Een of twee dagen later heeft Harcourt
een andere redevoering gehouden, en wel
in het lager huis, waar de groote ker
kelijke kwestie aan de orde was bij de
tweede lezing van het ontwerp tot ver
scherping van de tucht in de Staatskerk.
Sir William, die reeds lang een der
ijverigste voorvechters was in den strijd
tegen hen die in de Staatskerk de ka
tholieke ceremoniën willen invoeren, ver
dedigde het ontwerp, hoewel hij daarbij
opmerkte, dat hij zich niet met alle be
palingen in het voorstel kon vereenigen.
Heftig viel hij de zwakke houding der
bisschoppen aan, en verklaarde zich voor
een amendement, dat een nieuw kerke
lijke wetgeving vroeg, en erkende dat
een toestand aanwezig was welke de
aandacht der kamer verdiende.
gij mij, mijnheer van Wallenroth tot een
monster maken jegens mijnen goeden vader
door wien ik ben, wat ik ben
»Neen riep de heer van Wallenroth
»ik voel het verschrikkelijke van uwe keus
daar een va ler of weldoener, die waar
lijk vaderrechten op u heeft, en hier eene
beminde."
•En de rechten des vaders zijn ouder,
heiliger dan ie rechten der beminde, en
deze zou moeten ophouden mij te bemin
nen, wanneer ik voor eene laagheid vat
baar ware, Josephine moest een afschuw
van mij hebben."
Beschouwen wjj de zaak uit een en
ander oogpunt. Gij wilt eenen grijsaard
ter hulpe snellen, die waarschijnlijk nog
krachtiger en schielijker geholpen was met
eene voldoende som gel Is, en een edel, in
smart verzonken meisje laten omkomen,
aan welke al het geld der wereld den ver
loren vriend niet vergoedt. Gij gaat naar
Oost-Indië, om het korte leven van eenen
bedaagden man, zijn laatste maanden wel
licht te vervroolijken en laat daarom een
bloeiend leven met aile hoopvolle vooruit
zichten verloren gaan.
»Ik heb de grondstelling," antwoordde
daarop Koenraad men moet bij datgene
wat het geweten recht en plicht noemt,
op mets acht geven, wat toeval of nut
heet: het leven mijQs vaders en het leven
van Josephine staan in de macht des
hemelsde rechtvaardige daad echter staat
in mijne macht. Ik doe, wat mij plicht