No. 1317. Zaterdag 22 April 1899. I5e Jfaari» Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse li-Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. FEUILLETON. COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentien van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Tengevolge van de schandalen welke Dinsdag tot de schorsing dei Belgische kamerzitting leidden, is de indiening van het kieswetontwerp achterwege gebleven. De werkstaking in de mijndistricten neemt een grooten omvang aan. In het district Charleroi is die zoo goed als algemeen. 20.000 man staken er. In het bekken van Luik bedraagt het aantal stakers 5000, in dat van het cen trum 2000, in de Borinage eveneens 2000. De nijverheid zal zich van Engel- sche kolen moeten voorzien. Dezer dagen werd verhaald hoe een jonge dame na een twist het be wustzijn verloor en langen tijd in dien toestand bleef. Eerst na maanden kwam zij weer bij om den twist te her vatten, precies daar waar zij gebleven was toen zij bezwijmde. Wie dat ongelooflijke verhaal verzon, heeft helaashet beeld der Belgische kamer geteekend. Men zal zich herinne ren hoe deze uiteenging onder het hef tigste rumoer, dat daar in lang gehoord was, gevolg van de interpellatie over de uitzetting van Charbonnel Maar nu de Kamer na een Paaschvacantie terugkeert is het kabaal hervat, alsof er geen drie weken zijn verloopen eer het aanving. 't Was zoo rumoerig en woest, dat ten slotte ook deze zitting moest ge schorst worden. Loubet had Maandag voor het eerst een gekroond hoofd op bezoek, koning Oscar van Zweden. Z. M. werd natuur lijk op de gebruikelijke wijze ontvangen. De Temps staat op dit oogenblik DE HANDWERKSGEZEL. Koenraad ging dus naar Göttingen, stu deerde in de rechten en kameraal-weten schappen en was zeer vlijtig, zonder zich echter aan den omgang met zijne tljdge- nooten, en aan het genot der vreugde te onttrekken, maar hij spaarde, want hij had een groot plan hy wilde eene reis doen door Europa. De heer Marbel moe digde hem daartoe aan, maar verklaarde echter geen cent daartoe te willen geven en wat de heer Marbel eenmaal gezegd had, daarbij bleef hij gaarne. Tot reizen echter behoort geld, en Koenraad nam een kort besluit. Zoodra hij het tot juris utriusque doctor gebiacht had,ging hij bij eeneD schrijnwerker op het ambacht en leerde diens handweik; scbaveD, sDijden zagen, 'oooren, lijmen, houten weeken, ver nissen, enz. Zijne oefening in het teekenen, zijne smaak zijne scheikundige kennis, alles kwam hem te pas. In een jaar was h\j geoefend in het werktuigelijkehij kwam zoover als de meesters en zijne knechts. Met twintig leuis d'or kocht hij den leertijd af en werd als kDeobt inge schreven. De heer Marbel kvVam eens 's avonds in goed gezelschap. Zoo dikwerf de ern stige toestand der republiek werd bespro ken en op herziening der grondwet werd aangedrongen, had het blad betoogd, dat de fout minder lag in de grontwet zelve, dan in het niet toepassen van de bepa lingen daarvan. Thans heeft Jules Roche in de Figaro een artikel gewijd aan de bevoegdheden, welke de president der republiek aan de grondwet ontleent. Wallon, de geestelijke vader van de constitutie, is het met Roche eens, dat de bevoegdheden van den president veel verder reiken, dan die welke hij gewoon is uit te oefenen. De Temps, van deze artikelen gewa gende, sluit zich aan bij het betoog dat het niet aan de grondwet schort, maar dat de man ontbreekt En als deze er niet is, wat baat het dan of men nog betere wapens maakt Daarom wordt dat geheele streven naar grondwetsherziening (dat o a. door enkele generale raden werd gesteund; afgedeurd. Dat de grondwet gebrekkig is, kan niet worden beweerd, zoolang zij niet is toegepast. Ook van de jongste getuigenissen van Piquart is hetzelfde te zeggen als van de eerstebelangrijk, maar in de groote lijnen niet nieuw En hoe langer de zaak duurt, hoe noodiger het wordt, zich tot de groote lijnen te bepalen Meer nog dan vroeger valt 't op, dat Piquart zich zoo tegen Gonse kant. Deze komt er hoe langer hoe slechter vooi staan. Yes Gyot heeft de Fransche taal daarom weer met een nieuw woord ver reikt „Gonserie", hetgeen zooveel betee- van zijne gewone wandeling te huis, en ïookte wel gemoed zijn pijpje aan het raam, toen een vreemd handwerksgezel, met den ransel op den rug, hem gioette en met de hoed in de hand zonder een een woord te spreken bleef staan. De heei Marbel wierp een stukje geld in de hoed. De handweiksgezel bedankte, stak de gift bij zich, en verzocht der. heer Mat bel al leen te spreken. Hij werd biiinen ge laten. De handwerksgezel bracht vriendelijke groeten van Koenraad. De heer Marbel verheugde zich kinderlijk, want sedert drie vierendeel jaars had hij niets van zijDeD pleegzoon vernomen, die hem dierbaarder was, dan hij geloofde. Terwijl hij echter den handwerksgezel vroolijk in het gezicht zag, sprong hij getroffen terug: 'wal? zijt gij het zelf Koenraad speelt gij ko medie met mij Is dat de kleeding van eenen doctor Koenraad glimlachte enzeide: »de doctor zit hier in den randsel, er, op reis is hij scbrijowerkersgezeldie vindt met zjjn handwerk overal zijn brood en mag goed koop leven. Hier is mijn doctors diploma en hier mijn leerbriefnu ga ik op reis door vreemde landen en kom slechts om u nog eens te zien, dierbare vader, u nog eens te danken, en uwen zegen op reis mede te nemen. Toen werd de neer Marbel diep getrof fen, zijn oog vochtig hij viel den goeden Koenraad om den bals, drukte hem aan kent als leugen en knoeierij. De Figaro vervolgt de verklaringen van kolonel Picquart Deze verzekerde dat na de arrestatie en de veroordeeling van Dreyfus de meededeeling van ge heime stukken aan vreemde mogendhe den, niet ophield. Einde 1895 of begin 1896 bood een Engelschman teruggave aan van stukkeu tegen betaling, onder bedreiging ze anders aan Italië te zullen verkoopen. Het onderzoek naar den dader had geen gevolg. Iu Maart 1897 kwam Picquart met verlof te Parijs, en eerst toen deelde hij aan een vriend mede, dat in 1894 een dwaling mogelijk is geweest, daar Es- terhazy de schuldige was. Henry schreef in Mei 1897 zijn beken den brief, waarin deze hem van zijn onderzoek tegen Esterhazy een verwijt maakte. Daaruit merkte hij dat er tegen hem geïntrigeerd werd. De bestuursleden van de Ligue des Droits de l'homme zijn na een kernachtig pleidooi van Trarieux veroordeeld tot 16 francs boete, én dat nog wel met toe passing der wet-Bérenger (kwijtschelding bij eerste overtreding.) 't Schijnt een uitgezocht slechte depu tatie te zijn, die Duitschland op de vredesconferentie zal vertegeuwoordigen. De hoogleeraar Stengel verheerlijkt den oorlog, en diens mede-afgevaardigde, pro fessor Zoin uit konigsbergen, verkondigd de theorie dat volkenrechtelijke verdragen geen bindende, alleen maar een zedelij ke kracht hebben. Zich juridisch te binden ware in strijd met het soevereine karak ter van den staat, zoo meent deze hoog- zijne borst en stamelde »ja, gij z^jt mijn zoon, ik wil u vader zijn." De beer Marbol hield hem vier weken bij zich, en liet hem toer, vertrekken met zijnon zegen. Hebt gij nog geld vraagde hij hem bij hel afscheid. Koenraad ant woordde »nog vijf en twintig daalders, dat is alles wat ik bemachtigen kon." »Geld genoeg vooi een reizend hand werksgezel, zeide de heer Marbel lachend >daar hebt gij eenen daalder op reis dan hebt gij er zes en twintigGod zij met uschrijf mij elk vierendeel jaars, hoe het u gaat, en wat gij leert en ziet. Hoed u voor een gal in den mouw, dan zal het u wel gaan." REIS DOOR EUROPA. Met zes en twintig daalders deed Koen raad de reis door Europaeerst door Duitschland over de Alpen naai Rome en Napelshij wilde de overblijfsels van eene heerlijke voorwereld zien vervolgens over /,ee naar Frankrijk. Hij arbeidde in Lyon en l'arijs om zich in zijn handwerk meer te volmakeo, stak toen naai Londen over, waar hij een paar jaar vertoefde, zwie; f toen door eenige Hollandsche steden ging naar Denemarken en over Stokholm naar Petersburg, en van daar naar buis terug. Kwam hij in eene stad waar iets be zienswaardigs, was en het der moeite waard was te blijven, of ook om weder reisgeld te hebben, dan zoebthij weik bij geleerde heer Men zegt dat de Czaar in een schrij ven aan keizer Wilhelm de zaak van professor Yon Stengel ter sprake heeft gebracht en daarover zijn spijt uitdrukte. Aan de Hongaarsche regeeriug wordt eeu voornemen toegeschreven, dat tot moeielijkheden met andere Donaustaten zal leiden. De regeering toch zou, in verband met de groote eu kostbare wer ken aan de ijzeren poort, een Donau-tol willen heffen, en wat nog meer zegt, daarbjj den handel en scheepvaart van het eigen land bevoordeelen. Alle Donau-staten zijn natuurlijk sterk tegen dit plan, dat, als waar is wat verhaald wordt, werkelijk een ernstige benadeeling van hun belangen zou zijn. Vandaar dat alle belanghebbenden, met Roemenië voorop, een protest hebben ingeleverd bij den Oostenrijk Hongaar- schen minister van buitenlansche zaken. Ook Rusland en Beieren sloten zich daar bij aan en Oostenrijk zelf is er ook sterk op tegen. Men spreekt nu van een internationale Donauconferentie, om te zorgen, dat deze kwestie wordt opgelost in overeenstem ming met de beginselen van het inter nationale recht betreffende de vrije vaart op de groote stroomen. De meerderheid, waarover de spaansche regeering in de Cortes zal beschikken, is niet een aaneengesloten groep. Zij bestaat nl. uit aanhangers vau Silvela, uit die van Polavieja en uit die van den hertog van Tetuan. Men zegt dat vele knoeierijen zijn ontdekt, vooral te Madrid. Een der nieuw gekozen Corles-leden eenen meester. Des zondags veranderde zich de schrijnwerker in den geleerde. Een paar classiscne auteurs moesten hem op zijne reis vergezellen, en had hjj wat ver diend, dan trok hij verder, vele bazen hadden hem gaai na langer gehouden, want eenen meer bekwamen knecht vonden zij niet gemakkelijk, terwijl zij over zijne ge leerdheid verbaasd waren. Menige hupsche dochter van eenen baas had den zonder lingen vreemdeling gaarne gehouden en tot baas gemaakt, want Koenraad was een beschaafd jongeling, zijn zwart oog was vol geest en vuur; zijne houding, die van eenen man uit den hoogeren standzjjn omgang meer dan gewoon en toch was hij met zijns gelijken gemeenzaam, in nemend, bescheidenieder mocht hem gaarne lijden. Hat is waar, nu en dan, in Lyon en in Londen, maakte een aardig meisje hem bet hart zwaar, doch hjj schudde zich los; tot hartstocht liet hjj geene neiging klim men dat noemde bij altijd een nieuw gat in de mouwte huis, in zijn Duitsch vaderland, wilde hij in de nabijheid van zijnen tweeden vader, den heer Marbel, als schrijnwerker of advokaat zijn leven dooi brengen. Na eene wandeliDg van eenige jaren, stond hij weder voor vader Marbels huis sedert drie jaren, had hij van den heer geene letter gezienhij nad in tegendeel zijnen weldoener geregeld elk vierendeel jaars geschreven nu was de vraag, of do

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1899 | | pagina 1