]\o. 1310.
Z
aterdag 25 Maart 1890.
14® Jfaarg-.
Nieuws- eu Advertentieblad
voor Zeeuwse h - Vlaanderen
F. üiELEMAN,
AXEL.
FEUILLETON.
TANTETJE ROSMARIN,
AXELSCIIE
01 RANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Vervolg van 18 Febr.)
Punt III van het programma van den
Bond van Nederl. Onderw.
Vebetering van de opleiding tot Onderw.
Velen, die de punten van het Bonds-
program nalezen, verwonderen zich wel
eens over de volgorde van die punten.
Eerst vragen de Bondsleden beter salaris,
dan meer zelfstandigheid en in de derde
plaats voor de aankomende onderw. een
betere opleiding. Ze erkennen dus stil
zwijgend, dat zij zelve tot geen goede
onderw. zijn opgeleid; is het dus wel
in den haak om te vragen, hetgeen in
punt I en II vervat is? Zoo redeneert
men dan. Doch men vergeet, dat die
vraag gedaan wordt door menschen, die
reeds eenigen tijd bij het vak zijn, die
door de praktijk en verdere studie de
noodige vaardigheid in de onderwijskunst
verkregen hebben. Hiermee zij de plaats
gerechtvaardigd, die het derde punt in
'ons program inneemt.
Wat er aan de opleiding hapert en hoe
de Bond die zou willen, moge uit het
volgende blijken.
De oüderw. treedt op te jeudigen leef
tijd voor de klasse. Wanneer er een
paartje gaat trouwen, dat den leeftijd
van 20 nog niet bereikt heeft, hoort men
vaak uitroepen: „Wat zal er van zoo'n
huisgezin moeten komen, als de familie
eens met een paar kleintjes vermeerdert?
Het zijn zelf nog kinderen Ongetwijfeld
kan men zoo'n vraag begrijpen. En'toch
verkeert het huisgezin nog in het gun
stigste geval, aangezien hier uit den aard
der zaak wederzijdsche waardeering en
OF ALLES VERKEERD.
HOOFDSCHUDDEN.
Eerst laat des anderen daags keerde de
heer predikant, die een gedeelte zijner
garderobe uit zijne pastorie had laten halen
te Nedervaren terug. Aan de grenzen der
Rosmarinsche goedereo verliet njj den
wagen des barons en ging den overigen
weg te voet. Op deze wandeling ont
moette hem Suusje mer den kleinen Pom-
pejus aan den hand.
»Waar zijt gij geweeet, lieve oom
»Bjj den hoer baron: hij laat u harte
lijk door mij groeten."
Suusje werd vuurrood en stamelde »de
baron van Malzen
»Wel zekerDat is een man van eer.
Ik neem het u niet kwalijk, wanneer gij
hem zoo lief hebt, als hem uwe briebes
zeggen."
►Mijne briefjes, oom
►Die gij hem, schreeft, die hij uit
den hollen boom gehaald heeft."
»Ik hem geschreven wat denkt gij
toch
»Dat gij eene <leine, listige zondares
zijt, die gaarne veinzen wilde."
Suusje kou het niet tegenspreken; zij
zag zich voiraden. Zij greep angstig de
wederkeerige liefde bestaan twee onmis
bare factoren voor het welslagen der op
voeding. Welke tegenstelling met de
schoolDie waardeering, die liefde moeten
hier aangekweekt worden en dat door
een jongmensch van 18 jaar! Hoe zal
hij 30, 40 en meer kinderen kunnen op
voeden en ze bovendien van de noodige
kennis voorzien? Slechts door vallen
en opstaan zal hij bedreven worden in
de kunst van opvoeden en de kinderen,
die den te jongen onderw. worden toever
trouwd, zijn er de slachtoffers van. De
Bond wil dan ook, dat men op 22- 23-
jarigen leeftijd de school als onderw.
binnentreedt.
De opleiding tot onderw. geschiedt aan
kweekscholen, aan normaallessen en door
particulieren.
De beste opleiding is die aan kweek
scholen. Hier toch zij de leerlingen voort
durend onder toezicht, terwijl de lessen
worden gegeven door leeraren, die vol
komen op de hoogte zijn van het vak,
waarin zij les moeten geven. Zoodra de
leerlingen in het 3de studiejaar gekomen
zijn, geven zij elke week gedurende eenige
uren onderwijs in eene klasse van de
aan elke kweekschool verbonden leer
school. Aan deze inrichtingen gaan
theorie en praktijk gedeeltelijk hand aan
hand.
Minder gunstig is de opleiding aan
normaalscholen. Deze inrichtingen hebben
vooreeist dit gebrek, dat de leerlingen te
weinig onder toezicht staan. Verder is
men bij de keuze van onderwijzers aan
zulk eene inrichting steeds gebonden aan
eene bepaalde streek, daar men te veraf
wonende onderw. niet nemen kan en dit
hand des predikants en bad met eene
roerende stem >lieve, beste oom, verraad
mij om Gods wil niet bij tante, ik wil u
alles belijden."
»Goed, maar gjj moet mij bjj tante even
min verraden want zie, het is mij heel
zonderling gegaan ik bsn met den baron
volkomen verzoend. Ik breng u Uier eeneD
brief van hem, lees dien, maar verraad
niets aan tante."
Suusje schudde het hoofd, nam en las
den brief en zou den predikant gaarne om
deD hals gevallen zijn, wanneer er niet
te veel arbeiders op het veld getuigen van
geweest waren.
Zij ging of liever zweefde aan de zjjde
van haren oom naar huis terug. Nu had
zij eenen vertrouwde vaD hare gevoelens
gevonden, die hme liefde billijkte. Zjj gaf
het kind over aan eene kamenier, sloot
zich in hare kamer op, knielde neder, hief
de handeD gevouwen ten hemel, en bad
dankbaar.
Intusschen had tantetje Rosmarin van
haren bloeder de geschiedenis vernomen
van zijn avontuur. Toen hij zeide, hoe
hij bet paard gevonden had, glinst. ide
hare oogen van vieugde over die ontdek
king; hoe hij er zien opgezet had verge
zelde zij dit met de aanmei king »gij kunt
immers niet lijden, bemoei u niet met het-
gene niet tot uw ambt behoort." Toen
hij echter van den luchtsprong over den
steg en bet doorzwemmen des vloeds ver
haalde, sprong zjj op, vatte angstig de
euvel heeft het natuurlijk gevolg, dat
er aan normaalscholen meermalen les
wordt gegeven door leeraren, die ten
eenenmale ongeschikt zijn voor die taak.
Wordt van den onderw., die kinderen van
6-12 j. onderwijst, geëischt, dat hij een
algemeen ontwikkeld mensch zij. ook dit
wordt gevergd van hen, die zich belasten
met de opleiding van jongens en meisjes
van boven de 12, terwijl zoo iemand aan
die algemeene ontwikkeling nog een
groote kennis van een of ander vak moet
paren. Ed het zou toch wel toeval wezen,
dat m eene streek waar eene normaal
school opgericht wordt, nu juist enkel
specialiteiten woonden. Enkelen uitge
zonderd, komt van de praktijk over het
algemeen weinig of niets terecht.
En nu de particuliere opleiding. Deze
dagteekent van het jaar 1889 en het
gedeelte der wet, waarin deze opleiding
geregeld wordt, waarborgt aan bijzondere
normaallessen en hoofden van scholen
eene premie voor elk der door hen op
geleide personen, die de onderwijzersakte
behaald hebben. De invoering van het
premiestelsel was een flinke stap achter
waarts op den weg, die leidt tot eene
voldoenue opleiding van de onderw. bij
het L. O. Wij behoeven ons daarover
niet te verwonderen, waar wij weten,
dat Minister Mackay niet stond voor de
oplossing van de vraaghoe behoort de
opleiding van den onderw. geregeld te
worden, opdat de lagere school de werk
krachten erlange, die zij behoeft om goede
resultaten te gevenmaar dat van hem
geëischt werd het probleem uit te wer
ken hoe verschaft het Rijk op de goed
koopste manier aan de gemeenten de
beide handen haars broeders, en riep
»oin 's hemels wil aan welke 'gevaren
hebt gg a blootgesteld?" Zij werd ook
niet gerust, voor dat hij bij de kribbe
halt gehouden had. Toen nu echter de
baron verscheen, verlengde haar gezicht
en hoe vuriger de piedikant zijne lofrede
hield, des te ijskouder werd tantetje. Toen
hij er nu zelfs bijvoegde: >Suusje schijnt
van den baron niet afkeerig te zijn mij
dacht, wij moesten van het proces afzien
en de dingen haren gang laten gaan,"
schudde tantetje het hoofd, terwijl zij haren
broeder van het hoofd tot de voeten met
groote oogen aanzag.
»Hoor, heor predikantzeide zij, ik
vrees dat uw rid en de angst u kwaad
gedaad hebben. Wanneer d9 baron u
niet in den stikdonkeren nacht uit het
huis stiet, maar u herbergde, deed hij
slechts, wat ook heidenen en barbaren
dóen zouden. Voor zijn gebraad en bour-
gondiër geef ik hem Suusje nog nietgjj
zijt wel een zwak man om zoo uwe grond
beginselen en alle schande en nood, die
de baron ons huis aangedaan heeft, voor
een enkel armzalig avondmaal op te
offeren.
Toen werd de prediuant boos en zeide
»Ei tantetje, is dan alle Christelijke liefde
van u geweken Zoo wilde ik, dat gij
in mijne plaats het paard des barons be
reden hadt, dat gij door de lucht hadt
moeten vliegen en door de bruisende baren
zwemmen, om den man van eer le leeien
gelegenheid zich, zonder groote geldelijke
offers te voorzieD van het aantal werk
krachten voor het onderwijs, dat de wet
hun verplicht aan te stellen
Het premiestelsel moge proefhoudend
gebleken zijn, waar het geldt het aantal
beschikbare onderwijzers te vergrooten.
aan de kwaliteit van henzelf, van hun tie
positie en van het werk, dat zij leveren,
kan het sléchts schaden.
Nadat de onderswij zersakte is behaald,
is het voor den onderw. met studeeren
nog niet uit, wanneer men ten minste
niet wil blijven staan op een salaris van
400 600 gld Men kan dan beginnen
met werken voor hoofd- en taaiaktes.
Al dat studeeren voor examens, elke
examenstudie is schadelijk voor het on
derwijs Vraagt het elk onderwijzer,
lezer, hoeveel moeite hij steeds deed
en doen moest om de muizenissen van
het schoolleven na vier uur zoo spoedig
mogelijk uit het hoofd te zetten, omdat
zij hem bij de studie van 't rijtje vakken,
waarin hij examen moest doen, niet
afleiden mochten. Hoe vaak gebeurt het
zelfs niet, dat het examenspook in de
klasse komt rondwaren en den onderw.
van zijn werk aftrekt en hem doet den
ken aan dat examen, dat hij binnen
eenigen tijd moet afleggen. Wij herhalen
hetelke examenstudie is schadelijk voor
het onderwijs en nadeelig bovendien voor
de gezondheid, zooals Prof. A. B. Marfum
in zijn werkVermoeienis en Overspan
ning, klaar en duidelijk aantoont. De
uren na schooltijd moeten niet in beslag
genomen worden door examenstudiedie
kenner), dan zoult gij anders spreken."
Tantetje Rosmarin vond den ze'dzamen
wensch baars broeders evenzeer indecent
als beleedigend. Zij hield bem eene di ie
uren lange predikatie, waarvan het referein
gedurig was ik verzoek geen woord verder
van u over den baron; ik zal alleen ver
standig bandelen, overeenkomstig grond
beginselen.
ZAMENZWEBING.
Waarljjk moest tantetje nu alleen han
delen, want Suusje en den heer predikant
maakten zamen partij, en den heerient-
meester Seblein zocht, toen hij de scheuring
in den staatsraad vernam, zich neutraal
te houden om niemand te beleedigen.
Tantetje sprak van stonden aan, noch
met baren bioeder noch met hare Dicht
verder een woord over den baron en het
proces. Wilde Suusje daarvan beginnen
dan rimpelde tante het voorhoofd en ver
wijderde zich.
Des te sterker werd de zaak met den
heer advokaat Kortbeen verhandeld tan
tetje spaarde geen geld: »is eenmaal de
scheiding voltrokken, dan is alles aan een
eind en de baron vergeten dacht zij.
Na veertien dagen kwam er voor haar
een troostvol schiijven van den heer
Kortbeen.
►Onze zaak is nu aan het doel," schreef
bij, »de zege is ods.
Wordt vervolgd