No. 1295. Woensdag 1 Februari 1899. 14® Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h -Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. Lezing van dhr. Mr. P. C. J. Hennepin, FEUILLETON. TANTETJE ROSMARIN, AXELSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. nurnm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde» naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Een Brusselsch blad verzekert dat De Smet de Nayer tot graaf wordt verheven en de hoogste Congo-ridderorde zal krijgen. De met hem afgetreden minister Nijssen heeft zijn colleges hervat en werd door de studenten levendig toegejuicht. Bij de tweede lezing van het militaire wetboek in de Belgische kamer heeft graaf Van Limburg Stirum getracht, te verwijderen het eerst aangenomen amen dement, waarbij de tweegevechten wer den onttrokken aan den militairen rechter. Het amendement is echter voor de tweede maal bekrachtigd, terwijl de ge- heele wet werd aangenomen met 75 tegen 17 stemmen. De oorlog op Madagascar heeft weer een nieuw staaltje geleverd van het militair geweld. De provoost van de Fransche expeditie heeft, in strijd met de uitdrukkelijke bevelen van de bevelhebber, vonnis laten wijzen in een aantal zaken, waarbij ver mogende Hova's werden veroordeeld tot schadevergoeding, en om deze zaak een wettigen vorm te geven, aan het hoofd der vonnissen doen stellen, dat zij waren gewezen door een op bevel van den ge neraal georganiseerde rechtbank. De vonnissen werden in hooger beroep ver nietigd. Maar nu heeft het hof van cas satie ook deze beslissing vernietigd, en wel op grond dat het hof van beroep door vernietiging der vonnissen deze laatste had erkend, terwijl integendeel, waar de generaal het bedoeld bevel niet had gegeven, niets bestond dat een von nis was en dus niets te vernietigen viel. Thans wordt 16 Februari genoemd als de dag voor de bijeenkomst der Cortes. Mocht het vredesverdrag dan nog niet door het Amerikaansche congres zijn goedgekeurd, dan zullen de finantieele wetten aan de orde worden gesteld, welker afdoening noodig is omdat 1 Juli het fiscale jaar eindigt. Spanje draagt zijn ongeluk met met eere. Voor een paar weken werd de generaal, die Porto Rico overgaf, tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld en nu wil men ook de beide generaals, die de capitulaties van Santiago en Manilla onderteekenden, gevangen nemen. De laatstbedoelde ge neraal Jaudsnez is reeds gevangen. De berichten uit het Oosten luiden be denkelijk. Over Berlijn wordt uit Kon- stantinopel gemeld, dat de voorteekenen wijzen op een hervatting der Amenische agitatie. De patriarch is gesommeerd zijn functien neer te leggen, of zich op krachtige wiize voor de belangen der Armeniërs in de bres te stellen. Tevens bevatten de Engelsche bladen een manifest van het Macedonisch comité te Sofia, waarin wordt gezegd, dat de Macedoniërs het Turksche juk moede zijn, en, evenals de andere Balkanstaten, een afzonderlijk, onafhankelijk rijk willen vormen. Zij vragen daarom de tusschen- komst der mogendheden op gelijke wijze als deze aan Kreta is verleend en dreigen ingeval van weigering met een opstand. De Russische wacht te Peking is door vertrek van de helft der manschappen op dezelfde sterkte gebracht als die der andere mogendheden. Men verzekert, dat de Amerikaansche regeering om de aanneming van het vredesverdrag te verkrijgen een motie zal doen stellen, waarin de onafhankelijk heid der Philippijnen zal worden beloofd, in te voeren zoodra de Philippino's in staat zijn zelf een bestuur te vormen. Over den toestand aan den Niger welke streek het vorige jaar bijna tot een oorlog tusschen Engeland en Frankrijk leidde, komen treurige berichten. De gezond heidstoestand is er zeer slecht. Van de 10 officieren en 40 matrozen, die er in 1897 heengingen voor de bemanning van kanonneerbooten, zijn er nog slechts 19 personen in leven. Alle anderen stierven aan koortsen. Verder moesten van de 206 Europeanen, die in 1898 in het gebied aanwezig waren, 58 naar Europa terug gaan. Het cijfer van den handelsomzet was in 1898 veel lager dan in 1897. En om zulk een land waren bijna twee groote mogend heden aan het vechten geweest! Vrijdagavond trad te Ter Neuzen voor een talrijk publiek, op verzoek der Cen trale Liberale Kiesvereeniging, als spreker op dhr. Mr. P. C. J. Hennequin, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Na een korte inleiding van den heer Hartman te Zaamslag, als voorzitter van bovengenoemde kiesvereeniging, begon spreker met te wijzen op den plicht dei- afgevaardigden, om op de hoogte te blijven met de belangen van hun district en voe ling te houden met hunne kiezers. Was debat in dagen van verkiezing niet te ontwijken, bij deze gelegenheid vond hij dit niet noodzakelijk, doch vei klaarde zich bereid, na afloop zjjner rede desver- langddenoodigeiniichtingente verstrekken. Allereeist beschouwde bij de verhou ding der regeering tegenover de verschil lende partijen in de Kamer, die al'erminsi van werkeloosheid kon worden beschuldigd en wa<s van oordeel, dat door eendrach tige samenwerking der partijgroepen, bij niet al te scherpe omlijning van beginse len, veel goeds op sociaal gebied kon worden tot stand gebracht. Hij keurde het goed in de regeering dat door haar geen kiesrechthervorming werd voorge steld, maar dat eerst de hervorming oozer sociale wetgeving werd terjhand genomen. Wat echter z. i. afkeuring vei dient, is het feit, dat twee ministers tevens Kamer lid zijn dit geeft dikwijls aanleiding tot moeilijkheden by de behandeling in de afdeelingen van ingediende wetsontwerpen. Ofschoon door de vooruitstrevenden wel eens wordt geklaagd, dat de regeering zich zoo weinig beslist uitlaat over in grijpende hervormingen, als arbeiders pensioenen en is spreker van oordeel, dat zij door geringe opoffering van be ginselen heeft getoond op de hoogte te zijn van hare niet al te sterke positie in de Kamer en h\j is ook van meening, dat door gemativbeid 's lands belang niet slecht wordt gediend. De invoering van de wet op den persoonlijken dienst plicht juichte spreker toe, zoo ook den verzoenenden geest, wat betreft de vrij stelling van geestelijken. Het plan Coolen vond bij hem bestrijding en zelfs Dr. Schaapman, geen voorstander, had onlangs OF ALLES VERKEERD. DE BRUILOFT. Tantetje Rosmarin meende alles wel ge daan te hebben, en stelde zich gerust, Hoe gaarne bedriegen toch de menschen zich zelve 1 Tantetje wist uit oude ervaringen zeer goed, dat natuur en liefde hare rechten vorderen, in spijt van alle waarschuwingen en lessen, en toch verbeelde zy zich, dat het met Suusje anders zyn moest, daD met de overige meisjesniet omdat Suusje uit ander deeg gemaaki, maar omdat zij door tantetje Rosmarin opgevoed en ge vormd was. Men plaatste zich derhalve in den wagen, jager en tuinman in nieuwe liverijen achterop en reed deftig opgesierd naar Waiblingen ter bruiloft. Mevrouw Rosmarin werd met groote deftigheid ontvangen en alle hare aan- hoorigen met zooveel beleefdheid overladen dat zjj in hare veigenoegdheid zelfs aan haar voornemen trouweloos werd, om Suusje altijd op zyde te zijn. De heer predikant vond eenige spraakzame ambt- genooten, en de heer Seblein hinkte m9t de raadsheeren rond. Suusje, in het be gin vrij beschroomd, werd in den kring van bloeyende jongvrouwen, die haar om ringde, spoedig vrolijker en op het laatst zoo vertrouwelijk, als ware zij reeds jaren met haar bekend geweest. Toen men eindelijk, na den gelukkig doorgestanen maaltijd, tot den dans kwam, en Suusje dan in de armen van dezen dan van geoen jongeling vloog, en met hem in de baren der toonen door de schit terende reijen der dansenden heen zwom, toen loste zich geheel haar leven in zalig heid op. Suusje was schoon de verruk king maakte haar nog schooner. De besh- dansers drongen zich om haar henen, en deze opmerkzaamheid was haar vleijender dan al het zoete, dat haar deopgewonde heeren voorzegden. Zij leefde slechts voor dans en vreugde. O, hoe geheel anders was het haar in den arm dezer jongelingen, dan aan de handen desstrammen heeren rentmeesters. Dat noem ik nog dansen, zeide zij zacht in zich zelve, zoo dikwerf zy vermoeid naar haien stoel terug ge bragt werd. Zoo kwam de nacht. Tantetje Ros marin had zich vast voorgenomen nog voor dat het volkomen donker was naar Nedervaren terug te keeren, maar zij ver gat het door den wierook, die haai van alle zijden, deels wegens haar eigen waarde persoon, deels wegens Suusjes beminne lijkheid geofferd werd. Met de zoetheid des wierooks vereenigde zich nog de vi ees voor een zwaar onweder, dat in het westen biandend zamentrok. Tantetje Rosmarin was van jongs af bang voor het onweder en de zomer was haar, van wege deszelfs gerommel, de onaangenaamste tyd van het jaar. Zij bleet derhalve, hoezeer wegens het onweder met eenige ongerustheid, aan de speeltafel, waar de heer rentmeester en de heer predikant benevens de heer bui- gemeester met haar partij maakten, en dat was erg! EERSTE ONGELUK. Suusje was met het ODweder van harte tevreden zjj wenschte, dat zich pile on- weders der wereld om Waiblingen mogten verzamelen en den ganschen nacht tot den dans donderen, des te zekerder was zij, dat zij den beker der haar zoo zelden aangebodene genoegens tot op den bodem konde ledigen. Wijn, muziek, dans en vreugde hadden haar geheele wezen vei anderd, hare wangen gloeiden, hare donkere oogen schitterden, haar boezem joeg onstuimmig, en al had ook een jong heer van Waiblingen haar liefde gezworen het eenige, waarvoor zij door tantetjes waarschuwingen het meest vreesde, zij zou het hem in den hemel, waai in zij thans ademde, ver geven hebben. Gelukkig zeide haar geen mensch iets van liefde, maar niemand danste met haar, die haar niet verhaalde dat zy een engel, eene godin was, het geen zy dan niet wilde gelooven, maar toch niet kwalijk nam. Tusschen An- glaisen en Allemanden, ontbrak het niet aan zuchten en handdrukken, in de menu- ëtten aan veelbeteekende, smachtende blikken die hare schoonheid huldigden en in de walzen drukte haar menige arm krachtiger aan eene hoogslaaude borst, dan anders wel des heeren rentmeesters arm pleegde te doen. Ongelukkigerwijze bood men haar, dewijl zij over dorst klaagde, een glas punsch aanzij nam daarvan en danste voort maar nu begon alles met haar om te draaijeD. Zij hield zich voor duizelig en lachtte daarom, doch spoedig werd zij bij het hevig bruiscben van haar bloed, niet wei. Zij klaagde het haren danser, een jongen man, die haar met de grootste be leefdheid aan zijnen arm uit de zaal leidde om haar frissche lucht te doen scheppen. Uit vreez6, dat zij koude mogt vatten want zij was zeer verhit, bracht hij haar in de eerste ledige kamer de beste. Suusje zonk afgemat en een onmagt nabij op een rustbed en kon nauwelijks lucht krijgen. De hemel donderde. Uit de danszaal klonk de ruiscbende muziek daar tusschen in Suusje hoorde mots. Toeu zij tot zich zelve kwam, bevond zij zich alleen; be angst stond zij op om hare tante op te zoekendeze vond zij in de speelkamer en kwam daar juist aan toen zich om tantetjes tafel een alarm verhief van de vreemdste soort. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1899 | | pagina 1