No. 1290.
Zaterdag 14 Januari 1899.
14® Jaarg,
Nieuws- en Advertentieblad voor Z e e u w sc h - V I a a n d ere n
F. DIELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
DE TWEE BUREN.
Elizabeth Koffmann."
Binnenland.
4XKLSCHE
COUIUNT.
Dit Blad verschiet eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentien van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde*
naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Volgens de Etoile kan koning Leopold
reeds weer zonder stok zich bewegen.
De verhouding tusschen Frankrijk en
en Engeland schijnt in de laatste dagen
niet volop verbeterd; door het groote
aantal wrijfpunten dat tusschen beide
landen bestaat, Terre Neuve, Niger,
Soedan en vooral door de Shangaikwestie.
De Bond der Engelsche metaalwerkers
heeft alle tijdens de groote werkstaking
gemaakte schulden afbetaald, en reeds
een nieuw kapitaal van 200.000 pd. st.
bijeen.
Men verhaalt dat keizer Wilhelm al
weer reisplannen heeft In Maart zou
hij tegelijk met den Czaar te Weenen
zijn en dan naar Rome gaan. Aan dat
reisje zou hij een grooten tocht vast-
knoopen en wel naar Egypte Gelijk men
weet, is deze reis van politieke beteeke-
nis, omdat de keizer dan zijn houding
tegenover de Britsche overheid in het
Nijlland moet vaststellen, een vraag,
welke naar men reeds in het najaar be
weerde, van invloed was op het besluit
Egypte niet aan te doen op de Oos-
tersche reis.
De vleeschkwestie is Dinsdag in den
Duitschen Rijksdag ter sprake gebracht.
Daarbij verklaarde de Staatssecretaris
Von Posaaowsky dat uit een rondvraag,
door den rijkskanselier bij de regeeringen
der staten gedaan, is gebleken, dat de
prijzen van runderen en rundvleesch in
Duitschland ongeveer even hoog zijn als
vorige jaren Bij varkens en varkens-
vleesch stegen de prijzen over het al
gemeen en voor een deel zelfs aanmer-
(Naar EMILE SOUVESTRE.)
»Wacht eens," zeide Koffmann haastig
ik zal hem schrijven."
Hij zette zich weder en schreef aan den
prefect. Toen hij het adres stelde, zeide
Mevrouw Duval
>Ik zal dat alles oogenblikkelyk afzenden
zoodra ik aan Frantz den brief voor zjjn
zoon heb overhandigd."
»Met uw verlof," viel Koffmann in de
rede, »ik wil u ook nog een woordje voor
den ontvanger-generaal gevenwy zijn
byna volle neven. Hy zal u krachtig onder
steunen." Hij begon ten tweeden male te
schryven.
Mevrouw Duval ontving deze nieuwe aan
beveling onder een vloed van dankbetui
gingen, maar hare oogen wendden zich nog
altijd naar den brief uit Hunningen
Verlangt gjj nog iets vroeg de Maire,
>Myn hemel, Mijnheerik zou niet
curven.
»lk begrijp u, eenig6 regels voor mijn
broeder, niet waar Werkelijk herinner
ik mij dan ook nu, dat hij sedert kort
weder met het ministerie verzoend is. Ik
zal hem die benoeming verzoeken als een
persoonlijke dienst Ziedaar Zyt
gü tevreden
kelijk. Ook steeg de vraag naar vleesch,
maar bijna overal is ook het aanbod
vermeerderd. De meeste regeeringen
verklaren, dat er geen gebrek aan vleesch
is; meer invoer van vee is niet noodig,
daar in de stijgende vraag nog voldoende
voorzien kan worden. De sluiting der
grenzen moet blijven bestaan om het
binnenslepen van ziekten te beletten.
Baron Von Hammerstein - Laxten
Pruisisch minister van landbouw, ver
klaarde, dat de genomen gezondheids
maatregelen in geen enkel opzicht in
strijd zijn met de verplichtingen, die
Duitschland in de handelsverdragen te
genover het buitenland op zich heeft ge
nomen. Het ligt volstrekt niet in de
bedoeling der Bondsregeeringen om door
sluiting der grenzen de prijzen der bin-
nenlandsche producten op te dryven.
Duitschland moet zich zooveel mogelijk
onafhankelijk maken van den invoer.
Hij acht het zeer wel mogelijk dat Duitsch
land zichzelf voedt.
De cirsis te Madrid is uitgebleven Er
liepen Maandag geruchten, dat Sagasta
had besloten eerst het vredesverdrag
definitief tot stand te brengen, en past
dan zijn portefeuille ter beschikking van
de regentes zou stellen. Dit gerucht
vond weinig geloof. En met het oog op
den finantieelen toestand achtte men het
zelfs ongeraden dezen weg te volgen.
Maar Sagasta heeft na zijn onderhoud
met de regentes verklaard, dat er geen
reden bestond om de kwestie van ver
trouwen te stellen.
Wellicht dat hierop van invloed was
het feit, dat Silvela's rede niet zulk een
indruk heeft gemaakt, dat deze op den
Of ik tevreden ben Ik weet niet
hoe ik u genoeg zal bedaDken."
Het is de moeite niet waardig het is
rebds een te groot genoegen voor my iets
voor mijne vrienden te kunnen doen."
Onder het uiten dezer woorden, bege
leidde de Heer Koffmann de directrice tot
aan de deur.
Nauwelijks was deze gesloten, of bij
kwam met spoed terug, greep den brief
dien Mevrouw Duval bad vergeten mede
te nemen, en las het het volgende
>Mijn vriend!
Mijn oom heeft alles ontdekt hij heeft
my gedwongen plotseling te vertrekken
en ik bevind my thans te Huningen, om
ringd door lieden, die ik nooit heb gezien
en die mij behandelen als eene schuldige
wier schande hare familie wenscht te ver
bergen. Sedert mijne aankomst ben ik er
op bedacht geweest, u te schrijven. Heden
heb ik er eindelijk de gelegenheid toe ge
vonden. Treur niet om mijn afzijn, Willi
ams! want dat afzijn zal onze vereeni-
ging verhaasten. Ik zou misschieu nimmer
de kracht hebben gehad, onze liefde aan
mijn oom te openbarenthans, nu hij ze
ontdekt heeft, heb ik niets meer te ont
zien. Van nu af aan zijne mijne bloed
verwanten mijne vijandenik ben voor
hen niet enkel een voorwerp van min
achting, maar van haat. Gij alleen blyft
mij dus over, Williams! gij alleen zult
over raiju lot beslissen. Ik ben meerder-
steun der liberalen kan rekenen. Er
staat een zinsnede in over het toetreden
van de getrouwe volgelingen van het
Yaticaan tot de concervatieve partij.
Men ziet daarin een buiging voor de
clericalen, iets dat wel strookt met de
opvatting van generaal Polavieja, die,
gelijk bekend is, in het nieuwe kabinet
de tweede plaats zou innemen. Maar
de vrijzinnige elementen hadden daartegen
bezwaar; de conservatieven zijn echter
over het algemeen wel ingenomen met
het in de rede ontwikkelde programma.
Dreyfus verklaarde dat hij nooit een
bekentenis heeft gedaan aan kapitein
Lebrun-Renaultintegendeel heeft hij
niet opgehouden zijn onschuld te betui
gen. Vóór de degradatie had hij nog
het voornemen te kennen gegeven om
in het openbaar te verklaren, dat hij niet
schuldig was en dat zijn onschuld over
twee of drie jaar erkend zou worden
Dreyfus ontkent evenzeer dat hij een
bekentenis zou hebben afgelegd aan den
directeur van het depót, waar hij na de
veroordeeling werd opgesloten. Daar
ontving hij het bezoek van majoor Du
Paty de Clam, die hem vroeg of hij niet
enkele stukken had gegeven om er an
dere gewichtiger voor in de plaats te
krijgen. Dreyfus verzekert toen aan Du
Paty verklaard te hebben, dat hij geen
enkel stuk heeft afgegeven. Hij getuigde
nog dat hij aan geen soldaat der repu-
blikeinsche garde en evenmin aan een
géndarme heeft bekend.
Aan het slot- van het verhoor verze
kerde de veroordeelde opnieuw dat hij
altijd overtuigd is geweest, dat zijn on
schuld erkend zou worden binnen twee
of drie jaar.
De Aurore deelt mede, dat ook het
stuk, bekend als „le canaille de D.,"
vervalscht is.
Volgens een mededeeling van Cavaig-
nac in de Kamerzitting van 7 Juli '98
was dat stuk gedagteekend 16 April '94,
dus uit denzelfden tijd als het bordereau.
Maar het blad weet mede te deelen, dat
het stuk in Juni 1893 ongedagteekend
in het bezit van het ministerie van
oorlog kwam. en dat de datum 16 April
1894 er later werd opgezet, toen men
het op Dreyfus toepasselijk wilde maken.
Dat het stuk reeds in Juni 1893 be
stond, kan worden aangetoond door een
oud-minister van buitenlandsche zaken.
Er schijnen nog meer valsche stukken
te zijn, daar de Gaulois en de Libre
Parole gewagen van drie stukken, waarin
de naam Dreyfus voluit voorkomt, en
die kunnen toch niet echt zijn.
De Soir deelt mede, dat favaignac een
zeer belangrijk stuk betreffende de be
kentenissen van Dreyfus heeft, en wel
een brief van den luitenant Philippe, die
thans in Algiers vertoeft.
jarig, vrij in mijne keusindien het zijn
moei zal ik de rechtelijke macht te hulp
roepen. Overweeg, of gij mij tot uwe vrouw
wilt nemeD, en, indieD gij het wilt, kom
mij dan met uwe moeder afhalen, ik zal
wachten en u volgen.
De fabrikant bleef, nadat hij geUzen
had, lang in gepeinse verzonken. Hij be
gon te vreezen, dat al zyne pogingen, om
dit gehate huwelijk tegen te gaan, nutte
loos zouden wezen. Hij kende Elizabeth
zij had een zacht karakter, maar was on
verzettelyk in hare besluiten was zij eens
zoo verre gekomen, dat zij haren wil te
kennen gaf, dan trad zy niet meer terug.
Hij kon niet hopen, hare schuilplaats altijd
voor Williams verborgen te houden een
toeval, een brief, die terecht kwam, kon
hem alles doen vernemen, en dan werd
de vereeniging der beide gelieven onver
mijdelijkVol van deze treurige gedachteD
begaf hij zich op het gewone uur naar
het gemeentehuis.
Reeds had bjj zijne handleekening onder
eenige paspoorten en certificaten gesteld,
toen zijne oogen vielen op de lijst der
jonge lieden, opgeroepen om aan de wet
op de werving van krijgsvolk te voldoen.
Op eens trof hem de naam van Williams
Haupper.
»Is dat de zoon van Fiantz, den inva
lide?" vroeg hij aan den secretaris.
»Dezeltde, Mijnheer
H. M. de Koningin en H. M. de Ko
ningin-Moeder zijn door den gezant van
Groot-Brittannië en Ierland bij ons Hof
uitgenoodigd om op Woensdag 1 Febr.
a. s. een door Sir Howard in het gebouw
der Engelsche legatie te geven soiréa
dansante met Hare tegenwoordigheid te
vereeren. De gezant mocht bericht ont
vangen, dat HQ. MM. de invitatie hoo-
ben aangenomen.
Koffmann maakte eene beweging en na
een oogenbhk te hebben gedacht, mom
pelde hij:
»Dan zijn wij gered."
Veertien dagen later waren er voor het
gemeentehuis van Thann een honderdtal
jonge lieden vereenigd, die het uur der
loting verbeidden. Het was een tooneel
zonderling en opmerkenswaardig tevens,
die m nigte, wier gelaatstrekken en hou
dingen misschien nog meer den stand dan
het karakter der personen aanduidden. De
rijkstec schenen over het algemeeD onge
rust te wezen men zou gezegd hebben
dat zij bij zich zei ven den piijs bereken
den van den remplacant, dien het lot hen
zou kunnen dwingen aan te koopen de
armee daartegen stonden met eene vroolijke
zorgeloosheid te wachten. Dit kwam om
dat het, wat de eersten betreft, gemunt
was op hun geld en wat de anderen aan
gaat slechts op acht jaren van hnn leven
En wat zijn acht jaren, als men jong is
eenige weggerukte bladeren van een
dicht begroeiden boom, eenige vertrapte
bloemen in een vol beplant bed, En
waarom toch zou men dan hechten aan
dien tijd, dien men voortzweept in zjjne
weuscben, en dien men drijft naar de
toekomst door allerlei begeerten M6n kent
den prijs van het goud, omdat men weet
wat het kost om het te verkrijgen het
werk en het lijden dienen om er het ge
wicht van te bepalen maar het leven
God schenkt het ons om niet l