No. 1285. Zaterdag 21 December 1898. 14® Jaarg'. BERICHT Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse li -Vlaanderen F. D1ELEMAN, AXEL. Nieuwjaars-Advertentiën DE UITGEVER. KERSTFEEST. FEUILLETON. DE TWEE BUREN. Uuitenlaiid. -1 Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 eent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, ui ter lp k tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Dinsdag a. s., wordt de AXELSCHE COU RANT niet uitgegeven. In het nummer, dat in plaats van Dinsdagavond 3 Januari, Maandagmorgen 2 Januari ver schijnt kunnen worden opgenomen a 25 cents, welke worden ingewacht tot Zater dagmiddag 31 December 4 ure. Voor het jaar zijpen kring besluit, wor den wij genoodigd, om in gedachte naar Bethlehem te gaan, en daar te aanschou wen de wonderen der verlossing in de menschwording van Jezus Christus Gods Zoon, den Heiland der wereld. En ieder Christen, ieder, die naar den naam van Christus zich noemt, geeft gaarne aaD die noodiging gehoor. Het feest van 's Heilands geboorte toch is een feest, dat geheel eenig daarstaat onder alle feesten, daar het de rij der Christelijke feesten opent niet alleen, maar ons bovenal toeroept„Ziet, ik verkondig u groote blijdschap, die al den volke wezen zal." Dit woord dns (Naar EMILE SOU VEST RE.) De avondwind begon te ruischen door de vallei, de stralen der ondergaande zon speelden tusschen de gekantelde versier selen der hoofdkerk en spreidden er een zachten roodachtigen gloed over heen de verste toppen der Vosges hulden zich in nevelen. De voorsteden van Thann (1), zoo stil gedurende den dag, herleefden de werklieden waren teruggekeerd uit de fabrieken en stonden voor hunne wonin gen te praten terwijl de jonge meisjes daai binnen, al zingend, het avondmaal be reidden. De deur van een klein, huisje waarop een uithangbord van bloemkweeker was gehecht, werd geopend en een oud soldaat kwam te voorschijn gevolgd door eene be jaarde ziekelijke vrouw, die hem eenigö vermanningen scheen toe te voegen. »In Gods naam, Frantzsprak zij, «he'ot gij, hetgeen gij doen wilt wel over wogen Onze buurman, de Heer Koff mann, biedt u duizend franken, om hem de huur af te staan van den tuin met de woning, en gij weigert?" (1) Thann is eene kleine stad in het Fransehe departement van den Opper-Khijn (Hout-Khin). Engels kenmefkt dit feest dus, als een wereldfeest, als een feest, waarin eens geheel de aarde met al hare volken deelen zal. Welnu, dat heerlijke feest van des Heilands geboorte is ook over ons weer aangelicht. Wat het Kerstfeest ons doet aanschouwen, heeft de belangstelling tot zich getrokken van alle eeuwen, van den morgenstond der wereld af. Het beloofde zaad der vrouw toch was reeds de troost eu hoop van den eersten mensch. Het licht der wereld, in Bethlehem neergedaald met al zijne volheid, het was de heils verwachting der Profeten. Die zon der gerechtigheid, in Christus aan de kimmen gerezen, hebben de vaderen steeds geloovig verwacht. De oogen aller godsmannen en vrouwen onder Israël waren in het geloof op hare toekomst gevestigd. Zij was de inhoud hunner gebeden, de kracht hunner zielen, een licht in hunne duister nissen, en tevens hunne sterkte in zwaren strijd. Op het vleesch geworden Woord zag het allesop Hem zag de wet, op Hem zagen de offeranden en schaduwen, op Hem de oogen van allen, die naar Zijn heil verlangden. Ja, de verschijning van den Christus, van de kribbe tot het kruis, zij is het geëerbiedigd voorwerp van de bepeinzing der hemellingen. En kan het anders, of het feest van Jezus geboorte moet de menschheid van vreugde doen juichen, want heden is ons de Heiland geboren. Zeker geleerde richtte eens tot Melanchton de vraag, waarom men op het Kerstfeest nog altijd zeideons is heden de Heiland geborendaar er toch reeds sedert dien dag zoovele eeuwen voorbij gegaan waren. Hebt Gij dan niet nog heden een Heiland noodig, was zijn ant- «Ik weiger,* antwoordde Frantz kort af en hjj zette zien op de steenen bank neder: »ik ben bier^gewend en dan gij hebt het gezien de'jongen wil het niet.* »Dat is waar,* zuchtte dè zieke »ik begrijp er niets van Williams, anders zou verstandig, spreekt ook van te blijven. God weet, hoe boos Mijnheer Koffmann zal wezen 1" «En wat raakt ons dat?" >0, wat raa ct ons datGij viodt vast dat hij ens nog geen kwaad genoeg heeft gedaan? Wie heeft u uit Thann zoeken te verjagen Wie heeft Wil liams overal in een slechten reuk willen brengen? Wanneer wij zulk een werkzamen en knappen zoon niet hadden gehad zouden wij reeds lang aan den grooten weg hebben moetan bedelen." «Herinnert gij mij dat alles nu, dwaas oudje om mij over te halen t t het doen van hetgeen Koffmann mij vraagt »Ja, waDt door hem toe te geven,zullen wij rust erlangen. Waarom kan die man ons niet lijden immers omdat gij hem altijd hebt tegengewerkt? Gij zljt geen goede buur voor hem geweest, Frantz Wat had gij hem, bij voorbeeld, te dwin gen zijne acacias te snoeijeu, omdat zjj over onzen tuin hingen Dat hinderde toch weinig »En heeft by buurman Schubert, een armen drommel niet genoodzaakt, een vijgenboom omver te halen, die hem nog minder hinderde woorddaar wij geen enkelen dag het Kindeke in de kribbe kunnen missen, daarom is Hij u ook „heden" en „voor heden" geboren. En zoo is het. Daarom blijft het Kerstfeest ook steeds nieuw, al is het, dat wij op dien dag steeds dezelfde boodschap vernemen, en getuige zijn van dezelfde wonderkrachten Gods, waarop het feest ons wijst. Een geboren kindeke en toch de Eengeboren Zoon Gods. Een schamele kribbe en toch eea koorgezang der Engelen ter eere van den nieuwge borene, in doeken gewonden, en toch „deze zal groot zijn Welke wonderen, die ook het kloekst verstand te boven gaan. Wij zien het, zonder het evenwel te doorgronden. Ja, wonderwerken Gods, grooter dan ergens elders, stelt het Kerstfeest ons voor oogen maar ook openbaringen, heerlijker, dan eenige andere, aanschouwen wij op dit feest. Hier straalt Gods liefde ons tegen, heerlijker dan de zon op den middag, eene liefde, die zelfs den Eeniggeboren Zoon voor zondaars overgeeft. Wij zien het met eigen oogen in de kribbe van Bethlehem en in al het heil, daaruit van den mensch voortgevloeid. Indien ooit, dan moeten wij, naast de kribbe staande, nadenken over 't geen de geboren Heiland voor menschen, en ook voor ons aange- biacht heeft. Ging er niet een verblijdend licht van Hem over de menschheid uit Als de natuurlijke zon opgaat, dan wijkt de donkerheid van den nacht. En zoo is ook de Christus verschenen, als eene zon des heils, licht en vreugde aanbren gende over een zondig volk. Hoe het voor Zijne komst op aarde was, is bekend duisternis lag gespreid over de volkeren »Dat was uwe zaak niet. Zeg liever Franlzdat gij er vermaak in vondt. Mijnbeer Koffman kwaad te maken, om dat gij niet van hem houdt." «Wie dzegt ook dat ik van bom houd Ik zou liever den duivel tot viiend willen hebben dan zoon Pruis.'' «Stil Frantzmen zou ons kunnen hooren «En wat kan mij dat scheelen een renegaat die zijne driekleurige kokarde heeft afgewasschen, zoodra de andere (1) zich hebben vertoond en die mij voor een struikroover heeft uitgescholden, toen ik hier kwam met een arm en een been mindei Neen, waaractig ik ben den pékin niet genegen en al is hij rijk als is hij maire, al draagt hij een kruis dal hij waarschijnlijk bij erfenis gekregen heeft, ik raad hem niet aan mijn etens bak te komen proeven, ot wee zijne vin gers De oude vrouw hief de schouders op en schudde het hoofd, terwijl zij eenige jam merklachten pruttelde waarop haar man weinig acht scheen te geven eensklaps echter hield zij op, bracht hare hand boven de oogen, om beter te zien, en riep uit «Daar komt Williams het kleine pad al." Frantz zag naar den kant dien Martha aanwees, en vroeg: «Waarom zou bij met zoo'n gebukt hoofd loopen (1) De soldaten des Keizers noemden de Bonr. bonsles antres de anderen. der aarde. En nauwelijks verschijnt de zon des heils, of er is blijdschap en ge juich. Een grijze Simeon herleeft. Arme herders juichen. Engelenkoren roepen de aarde tot dankbare vreugde op. Hoe nederig en stil was Zijn komst op aarde geheel in stilte, zonder gedruisch en praal, gelijk de morgenster in den morgen, trad Hij de wereld in maar doch ook goddelijk heerlijk. Is de glans der morgenster slechts een flauwe beeldtenis van den zachten, liefelijken, goddelijken luister, die Jezus' verschijning kenmerkte, ziet den Christus, in Bethlehem geboren, den Immanuël Wien bekoort niet de stille luister en glans van dien menschgeworden Zoon des Vaders, dien Heiland der wereld. Zij straalt ons liefelijk tegen, en trekt oog en hart van menschen tot zich. De groote zon des heils, wierp, als het licht der wereld, niet alleen over Israël, maar al verder en verder, over allerlei volken en natiën, opdat Zijne blijdschap, de vreugde, die Hij aanbrengt, „al den volke" wezen zal. Is het Kerstfeest een vreugdefeest, zooals de Engel zeide, vragen wij ons zeiven dan ernstig af, of wij in waarheid kerstvreugde voor ons hart kennen, of de Heiland der wereld, die op aarde, ook onze persoonlijke Heer en Verlosser is. Alleen met deze wetenschap in ons hart kunnen wij een gezegend Kerstfeestvieren en een kerstzegen hebben. Moge het Kerstfeest dan in waarheid „een feest" voor ons zijn. Het H. v. A. meldt dat de toestand koning Leopold, zonder onrustwekkend te zijn, nog altijd te wenschen laat. Er is meer dan zijn verstuikte voet, welke, «Heere God!" hernam de oude vrouw, ik geloof, dat hjj weent." De invalide stond haastig op. «Wat moet dat beduiden?" zeide hij. Thans kwam Williams uit het wegje in de voorstad en stond weldra voor zijne ouders. Wat is het Williams! wat is het?" riep Martha, hem bij den arm nemende. Niets, moederl niets," antwoordde de jongeling verlegen. En ontwikkeling bracht hij de hand aan de oogen als om er een laatste traan af te wisschen. Eene beweging zijns vaders maakte hem er opmerkzaam op, gij kleur de en wilde zich verwijderen doch Frantz hield hem teiug. ►Stelt gij geen vertrouwen meer in ons jongen vroeg hjj. Dat weet gij wel beter, vader 1" «Dan moet gjj ons uw verdriet ver tellen Zij traden met hun drieëen de woning binnen, en de deur word met zorg geslo ten. Toen Williams zich met zijne ouders alleen bevond, viel hij op een stoel neder en weêrhield zijne tranen niet langer. „Spreek op, wat deert u?« herhaalde de geheel uit het veld geslagen Martha. «Laat hem met rust, vrouw Gij ziet wel, dat zjjn hart te vol is; laat hem eerst een oogenblik nitweecen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 1