Landbouw.
vraag stelde welke maatregelen dan ge
nomen zouden moeten worden, men dade
lijk van alle zijden geheel verschillende
adviezen hoorde. De een zegtbij aan
bestedingen moet men de Belgen uitsluiten;
de ander men moet de tarieven verhoogen
voor de Belgische artikelen een derde
wenscht den geheelen Belgischen invoer
verboden te hebben.
Ik geloof dat uit al die verschillende
adviezen kan worden opgemaakt dat,
wanneer men werkelijk zoude wenschen
over te gaan tot het nemen van retorsie
maatregelen, men vrij wel verlegen zou
zitten.
Ik ontken niet dat er wel enkele retorsie-
maatregelen zouden te vinden zijn die
België zouden treffen, maar ik voeg er bij
dat, zoo men die aanwendde, de Neder-
landsche regeering in de eerste plaats
bestormd zou worden met klachten van
Nederlanders. Men vergete niet - het
is reeds door een der sprekers herinnerd
- dat retorsie is een tweesnijdend zwaard,
dat allereerst dengene verwondt die het
hanteert.
Daarom zou ik nooit tot retorsie-maat
regelen overgaan, dan alleen in uiterste
noodzakelijkheid, en indien ik eenig ge
grond uitzicht had daarmede mijn doel te
bereiken.
Het komt mij echter voor dat, zooals
de kwestie van den invoer van vee zich
ten opzichte van België voordoet, er van
het nemen van retorsie-maatregelen geen
sprake kan zijn.
Wat toch is de stand dezer zaak
De Belgische regeering heeft gedurende
geruimen tijd de grenzen voor den vee-
invoer gesloten gehouden, en alleen voor
slachtvee geopend. Dat heeft zij gedaan,
toen het mond- en klauwzeer in Nederland
zeer verminderd en bijna geheel tot staan
gekomen was.
Ik begrijp dat men destijds geklaagd
heeft, en ik heb er toen te Brussel ook
krachtig op aangedrongen, dat men ds
vroeger gedane toezegging tot wederope
ning der grenzen gestand zou doen.
Br is daarop, zooals de heeren weten,
eene bijeenkomst van deskundigen van
beide landen geweest en de grenzen zijn
heropend onder voorwaarde van quaran
taine, waarover ik straks nader spreken zal.
Men moet ééne zaak niet vergeten,
namelijk dat hier te lande, kort nadat de
vee-invoer onder die voorwaarde was toe
gestaan, wederom eene vrij aanzienlijke
verheffing van het mond- en klauwzeer
heeft plaats gehad.
Die ziekte is geklommen en daarna
gelukkig weer sterk verminderd, maar de
Belgische regeoring had gedurende dien
tijd sluiting der grenzen wel weder kunnen
rechtvaardigen. Zij is echter niettemin
doorgegaan met hare grenzen open te
houden.
Nu heeft zich het ongelukkig incident
te Esschen voorgedaan, waar het mond
en klauwzeer zich in de quarantaine-stallen
heeft vertoond. Hoe het ontstaan is
of het vee zelf geweest is, dat het mond
en klauwzeer daar gebracht beeft, of wel,
zooals de geachte afgevaardigde uit Fra-
r.oker meent te mogen veronderstellen,
de veeartsen kan ik niet zeggen. Ik
betwijfel ook of een ondeizoek hieromtrent
wel bewijzen aan het licht zou kunnen
brengen die volkomen zekerheid geven.
Intusschen is de zaak dezenadat het
mond- en klauwzeer was uitgebroken te
Esschen, was de Belgische regeering ge
noodzaakt den invoer aldaar te sluiten
zij heeft echter bericht gezonden dat zq
meende dat het voor hen, die van plan
waren te exporteeren over Esschen, het
kracht. Hij gevoelde zich verloren.
Hij was zoo hulpeloos, dat zelfs Jagon
hein nu niet meer beschuldigde. Deze
vreesde integendeel slechts dit eene, dat
de gezworenen geene verzachtende om
standigbeden zouden laten gelden in dit
g- val ontsnapte Lorenz aan zijne listige
w om aan dpn heul te vervallen.
De veidediger pleitte zoo goed, dal
Lorenz niet ter dood, maar tot levenslange
dwangarbeid veroordeeld werd.
(Slot volgt.)
best was dit thans te doen over Acbel.
Daarenboven heeft zij verzekerd, dat
maatregelen zouden worden genomen
waardoor Esschen weer spoedig geopend
zou kunnen worden, zij hoopte niet later
dan 15 December. Üit dit alles biqkt,
mijns inziens, de goede gezindheid der
Belgische regeering.
Als men het nu doet voorkomen, dat
die beperkte vee uitvoer niets bet&ekent,
dat het vee, dat naar België gaat, in
verhouding tot oDzen veestapel zoo goed
als niets is, dan kan ik er op wijzen dat
dit zoo gering niet is.
Ik heb hier voor mij de laatste officieele
mededeelingen van den minister van
binnenlandsche. zaken, waaruit blijkt dat
van den lsten tot en met den 15den
November naar België uitgevoerd zijn
10.142 stuks vee, waaronder natuurlijk
ook lammeren, varkens, hokkelingen en
kalveren begrepen zijn, en op 15 November
de invoer van melkvee aan de verschil
lende Belgische stations heeft bedragen
931 stuks.
De quarantaine. Ik erken, dat men
ton opzichte van de quarantaine in den
aanvang zich eene voorstelling heeft ge
maakt, ten opzichte van den duur en ook
van de kosten die er aan zouden zijn
vei bonden, die later niet geheelen al aan
de verwachtingen heeft beantwoord. Er
zijn in België verschillende quarantaine
stations en voor het «ene gelden naar het
schijnt andere regels dan voor het andere
De aandacht der Belgische regeering is
hierop gevestigd en ook beb ik getracht
om den duur der quarantaine verkort te
krijgen. In hoever dat mogelijk zal bljjken
moet de toekomst leeren.
Men mag niet vergeten wat heden nog
zoo duidelijk is aangetoond door een der
sprekers, den beer Hennequin, dat men
er de Belgische regeering moeilijk een
verwijt van kan maken dat zij de qua
rantaine-maatregel handhaaft, zoolang in
Nederland geene maatregelen tegen de
parelziekte worden genomen. België heeft
tegen die ziekte reeds drie jaren geleden
strenge maatregelen genomen en groote
opofferingen zich getroost om zijnen vee
siapel van parelziekte te bevrijden van
zijn standpunt is het dus niet bevreem
dend, wanneer het als voorzorgsmaatregel
den invoer van vee, dat aan parelziekte
onderhevig is, verbiedt.
De heer Fokker heeft gevraagd of het
mij bekend was dat vee, op onwettige
wijze in België ingevoerd en later in beslag
genomen, na quarantaine in circulatie
wordt gebracht.
Ik kan over dat feit getme opheldering
geven, omdat het mij onbekend is, maar
ik zal trachten de zaak na te sporen.
Mocht het waar blaken te zijn. dan zou
ik er met den geachten spreker uit af
leiden, dat de vrees voor besmetting door
Nederlandsch vee in België niet zoo groot
meer is.
De geachte afgevaardigde uit Enkhuizen,
de heei Kool, heeft het adres van de
Friesche Maatschappij van Landbouw ter
spiake gebracht. Mij heett het leed gedaan
dat die Maatschappij door het bezigen
eener minder juiste uitdrukking onwille
keurig voedsel heeft gegeven aan eene
dwaling. Zij zegt toch in genoemd adres,
dat maar tweemaal per maand alleen
melkvee, met uitsluiting van fok- en
slachtveekan ingevoerd worden.
Uit die woorden zou men allicht afleiden
dat invoer van slachtvee in België vol
strekt is verboden.
Volkomen onjuist. Invoer van fokvee
is verboden, maar van slachtvee blijft tifj
toegestaan, geheel op den ouden voet. Op
dat stuk is geene verandering aangebracht.
En toch blijkt dat door dit adres dat mis
verstand ook beeft postgevat bq een zeer
groot getal gemeentebesturen en corpo-
ratiëo, die er zich bq aangesloten bebben.
Die allen schijnen in den waan te ver-
keeren, dat invoer van slachtvee m België
verboden is. Ik stel er daarom prijs op
hier van deze plaats te verklaren, dal op
'tii punt geene wijziging van den bestaan-
(|e t ii-stami heeft plaats gehad en dat
ailes is gebleven, geheel zooals het is
gewepst.
Wel is er sprake geweest van de in
voering van het stelsel van slachten aan
de grenzen, doch de oppositie in België
er tegen was zeer groot, zoodat dat plan
voorloopig daarop schijnt te zijn afgestuit.
Alvorens van dit hoogst belangrijk on
derwerp af te stappen, wensch ik er de
geachte afgevaardigden uit Oostburg en
Alkmaar er aan te herinneren, dat de
quae&tie van beweiding en beakkering aan
de grenzen, door hen in verband met den
invoer van vee besproken, behoort tot
het ressort van het departement van bin
nenlandsche zaken, en dat ik dus daar
omtrent aan die geachte afgevaardigden
geene ophelderingen of toezeggingen zou
kunnen geven. Ten opzichte van den invoer
in andere landen kan ik aan de vergade
ring mededeeien dat de regeering, evenals
zij in België werkzaam geweest en op het
oogenblik nog werkzaam is om den invoer
ïuimer te verkrijgen, ook in Duitschland
en Frankrijk heeft aangedrongen om zoo
mogelijk vrijen in- en doorvoer van vee
te verkrijgen. Op het oogenblik bebben
lie pogingen nog geen succes gehad. Wat
DuilschlaDd betreft, geloof ik met dat de
regeeriDg daar te lande spoedig tot andere
maatregelen zal overgaan, tenzij de pu
blieke opinie haar daartoe mocht dringen.
Het is bekend dat er op het oogenblik in
Duitschland eene vrij ernstige beweging
gaande is, om op de openstelling der gren
zen aan te dringen. Die beweging is aan
de eene zijde uitgegaan van de consu
menten van vieesch, die zich verontrusten
over de groote stijging van de vieesch-
prijzpn, en aan de andere zijde van de
personen, die zich op landbouw en veeteelt
toeleggen en die vreezen dat, door de
voortdurende uitsluiting van het Neder-
landsche vee, de me!<rijkbeid van het
Duitsche vee zeer zou verminderen. Ik
erken dat die beweging in kiacht gewon
nen heeft, maar ik betwijfel vooralsnog
of zq reeds krachtig genoeg is om de
regeering tot het nemen van andere maat
regelen te dwingen. Ik geloof dat men
in Duitschland de openstelling der grenzen
niet eerder in overweging zal nemen, dan
nadat hier te lande in geruimen tijd geen
besmettelijke ziekte is voorgekomen.
De Rijksmiddelen. Het eerste gedeelte
des jaars is ontegenzeggelijk veel gunstiger
geweest dan het laatste. Want het over
schot krimpt voortdurend in. In November
weer met U/3 ton, zoodat het totaal der
11 maanden slechts 21 ton meer aanwijst
dan over dezelfde maanden van 1897.
Deze teruggang in November is voor
namelijk te wijten aan de accijnzen, die
2^2 ton daalden de suiker 188000 het
gedistilleerd 76.000 en het zout 14.000
Daar tegenover staan in dezelfde groep
verhoogingen van 4000 voor den wqn
18.000 voor bier en azijn en 13.000
voor het geslacht.
Ook de directe belastingen daalden in
November 78.000. en wel zegel 31.000
en successie 76.000, tegen een stijging
van ƒ23.000 bjj de regisliatie en van
7000 bij de hypotheekrechten.
De andere groepen hielden zich in No
veinber beter.
De directe belastingen gaven ongeveer
f 100 000 meer. Daartoe droegen bij de
grondbelasting f 82.000, en de vermogens
belasting 73.000. Maar het personeel
daalde 19.000, en de bedrijfsoelasting
37.000.
De invoerrechten hielden zich goed en
stegen 42.000.
De posterijen gaven ƒ20.000 me6r en de
telegraaf 10.000 dat is minder dan de
gemiddelde stijging van de eerste maanden
des jaars. Ook de loodsgelden gaven iets
meer en wel 3700.
De verzamelstaat over de elf maanden
geelt een verhooging van 308.000 voor
de directe belastingen viij wel over alle
onderdeelen der groep veidceld. De in
voorrechten stegen 130.000 de accijnzen
ƒ1.721.000 (waaronder suikei ƒ1.622.000.)
De waarborg steeg 22.000 de domeinen
f 32 000, de posterijen 424.000, de tele-
grapbie 191.OoO, en bet loodswezen
57.000. Alleen hel totaal dei indirecte
belastingen is lager en wel 769.000,
bqna alleen aan de successie te wijten
Te Goes is Woensdagmiddag eene ver
gadering gehouden door de afdeeliDg Zeeland
van het Nederlandsch Paardenstamboek. Dg
opkomst was niet druk. Uit liet het verslag
van den secretaris bleek 0. a. dat werden
geboren 710 veulens van ingeschreven
vaders, waarvan 90 of bijna 12 pet volbloed
stamboekhouders. Voor het stamboek zjjn
aangeboden 120 paarden, waarvan 46 zijn
aangenomen.
De volgende vergadering zal gehouden
worden te IJzendqke tegelijk met de land
bouwtentoonstelling van de afdeeling Oost
burg. Tot afgevaardigden naar de algemeene
vergadering, die aanstaanden Maandag te
Rotterdam wordt gehouden, werden benoemd
de heeren J. J. v. W. el en T. J. Voor-
beijtel tot plaatsvervangers de beeren J.
J. v. Gorsfl en J. Roggeband.
Tot keurmeester voor de te houden keu
ring van paarden in het stamboek, bij ge
legenheid van de in 1899 te houden
tentoonstelling, werden, volgens de G. Crt.
benoemd de heeren De Graaff te Scherpe-
e, A. Goovaarts te Westdorpe en de
luitenant Momma te Bergen-op-Zoom, en
tot plaatsvervangers J. Z. Risch en C. J.
Labrjjn te Goes en J. C. van der Have te
Oosterland.
Tot verhooging der prijzen op de a. s.
tentoonstelling te Oostburg werd 175 nit
de kas toegestaan waaronder 50 voor een
jaarling hengst, die ingeschreven is en aan
Zeeuwen toebehoort. De begroeting werd
aangenomen op een geljjk bedrag van
1203.071/,, aan ontvangsten en uitgaven.
M. Cl.
Veeïnvoer in België. Bljjkens Donder
dag van onzen gezant t,o Brussel ontvangen
telegram, publiceert de Moniteur Beige een
ministerieel besluit waarbij de invoer in
België van melkkoeien nit Nederland langs
het station Santvliet verboden wordt.
M. Ct.
AXEL, den 16 December 1898.
HERIJK.
Deze herijk is door Ged. Staten van
Zeeland bepaald in de hieronder volgende
gemeenten op de daarbij aangegeven
dagen en uren
Ter Neuzen, 12,13,14,15,16 en 17 Juni.
Hoek, 19 Juni.
Zuiddorpe, ook voor Overslag, 20 Juni
des voormiddags.
Koewacht, 20 Juni des namiddags.
Westdorpe, 21 Juni.
Sas van Gent, ook v~or Philippine, 22
Juni en 23 Juni des voormiddags.
Axel, 10 en 11 Juli en 12 Juli des
voormiddags.
Zaamslag, 12 Juli des namiddags en
13 Juli.
Rapenburg (gemeente Stoppeldijk) voor
de gemeenten Stoppeldijk, Hengstdijk en
Boschkapelle, 14 Juli.
Graauw en Langendam, 15 Juli.
Hulst, ook voor Clinge en St. JaDsteen,
17. 18, 19 en 20 Juli.
Kloosterzaride (gemeente Hontenisse)
voor de gemeente Hontenisse en Ossenisse,
21 en 22 Juli.
Belanghebbenden zij erop gewezen, dat
het laatstgeplaatste goedkeuringsmerlt
voortaan gedurende twee jaren, op gevaar
van straf, ongeschonden moet worden
bewaarden dat de verificatie van go
wichten beneden het gram (railigratu
gewichten), wegens de daartoe noodige
fijne balans, uitsluitend aan het ijkkantoor
te Middelburg geschiedt.
Van de 132 koeien welke Maandag
uit de quarantaine stal to Clinge ontslagen
zijn, zijn er door den Belgischen veearts
twee afgekeurd, als verdacht lijdende te
zijn aar de pokken.
Heden, (Donderdag) zijn er weer 128
koeien in den quarantaine stal geplaatst.
Donderdagavond omstreeks 6 ure
ontstond brand op het hooischelf in de
schuur van den molenaar A. M. te Koe
wacht. De biand was spoedig gebluscbt
en eenige personen werden op post gezet
om te zien, of soms nog eenig vuur in
bet hooi was. Daar zij niets meer be
merkten, keerden zij des ochtends buis-