No. 1283. Zaterdag 17 December 1898. 14* Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h-Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. FEUILLETON. DE WURGERS VAN PARIJS, Binnenland. AXELSCHE COIR ANT. Dit Blad verschjjnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor Bilgiï 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worder naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Nog altijd is men het niet eens over de vraag, wie nu eigenlijk Picquart uit de gevangenis moet bevrijden. Uit analogie met het civiele strafrecht, wil men aantoonen, dat de krijgsraad kan doen wat de wet het hof van assi sen toestaat en een zaak naar een andere zitting verwijzende, de voorloopige invrij heidstelling kan gelasten. Voor het feit, dat het militaire wet boek van strafvordering geen voorloopige invrijheidstelling kent, zou, naar men beweert, aan het departement van oorlog deze verklaring zijn gegeven, dat dit onnoodig is. Als de militairen overheid de gevangenneming van een militair, vooral die van een officier, gelast, dan kan men wel zoo zeker zijn van 's mans schuld, dat voorloopige invrijheidstelling onnoodig is. En al rees er nu een rechts kwestie, de schuld van den man die in voorloopige hechtenis is, blijft bestaan. De Aurore, die klaarblijkelijk geloof hecht aan deze uitlating, vraagt of het nog wel noodig is krijgsraden bijeen te roepen, als het feit der vervolging reeds een bewijs van schuld is. Esterhazy (die volgens het Hbld te Amsterdam vertoeft) heeft aan den pre sident van het hof van cassatie een brief geschreven. Daarin vraagt hij om vrij geleide, teneinde, bijgestaan door een advocaat, te worden gehoord over alles wat hem aanbelangt en met de getuigen te zijnen laste te worden geconfronteerd. Verder protesteert hij tegen de inbe slagneming van brieven, welke van hem afkomstig zijn of worden toegeschreven. Zeker zal ik haar bewijzen »Maar men moot eerst den toemaligen heer van Beaudin tot rechter van instructie aanstellen en ik verplicht mij hem alle noodzakelijke bewijzen te leveren. Wees overigens bedaard de kerel zal niet ontkennen, als ik hem beschuldig. Ik ken hembij z?l voor mij sidderen. Hij is immers slechts dapper als hij eenezwakke vrouw doodt Hjj bedekte zjjn gelaat weer met zijne handen en zweeg. Na een poos wendde de heer Claude zich tot den neerslacbligen en zoo zeer veranderden man en zeide «Joseph Blanchard is dus onschuldig?" «Zonder twjjfel 1" hernam de misdadi ger barsch en keek op. «Heb ik ooit gezegd, dat hij schuldig was?" «Gjj hebt niet het tegendeel beweerd en uw zwijgen is voldoende, om hem te veroordeelen. «Zwqgenmaar nu zal ik niet meer zwjjgen, ik houd mijn woord 1 Ik zal zijn onschuld van de daken prediken, als men mij dan vrij laat kruipen. Naar ik hoop zal men den valschen markies niet ter dood veroordeelen en wij keeren met el kaar naar Australië terug. Welk een leven ?al ik hem daar verschaffen 1 Het is in Hij beweert dat het hof feitelijk een onwettige revisie aan zijn proces ter hand nam, en beklaagt zich dat dit buiten den meest belanghebbende om geschiedt. Esterhazy komt verder op voor de nagedachtenis van kolonel Henry en be weert dat deze onschuldig is aan het verraad. Het proces van mevrouw Henry tegen De Reinach gaat door. Zij krijgt tot advocaat Jules Affray, den man die in dertijd door du Paty de Clam werd aan gezocht by het Zola proces plaats te be zorgen aan de claque van den generalen staf. Over de Carlistische beweging zijn de laatste dagen geen stellige berichten ont vangen. De jongste tijdingen luiden, dat de geestelijkheid in het Noorden een weinig neiging begint te vertoonen, om zich aan te bevelen van den Paus te onderwerpen. De admiraals hebben een proclamatie uitgevaardigd, waarin zij de bevolking van Kreta kennis geven van de getroffen maatregelen. Zij zeggen dat zij zich gelukkig prijzen den Kretenzers de in Maart 1897 beloofde en door dezen met zooveel bloed bevoch ten vrijheid en zelfbestuur te kunnen geven „Prins George zal binnen weinige dagen aankomen hij zal, onder eikenning van de rechten van den Sultan en met toe laten van de Turksche vlag op een punt van het eiland, een duurzamen vrede en orde brengen. Ondersteunt hem dus bij dit werk door gehoorzaamheid en goeden wil. Onze taak is bij zijn aankomst afgeloopen. 't geheel niet noodig hem te laten bewa ken ik verscheur hem met zijne tanden als hij ontvluchten wilDo domme Blanchard is nog altijd in de strafkolonie. De kerel heeft het vaste denkbeeld aan de wer. te willen gehoorzamen, het koste wat het wilhij wil liever onrecht lqden dan onrecht doen. Hij is gezond, maar neerslachtig; htf is des levens zat. Kan ik u nog meer van dienst zijn, beer Claude «Ik dank u," zeide de veiligheidschef vriendelijk tot den misdadiger, met een zeer veranderde stem en blik, die hem nu geen raadsel meer was. «Op zijn hoogst de wijze der vlucht Maar gij vertelt haar liever aan ons allen, heer Jager «Simonnet, wilt gij zeggen." «Juist, Simonnet." Eenige minuten later trok de beer Claude zich terug en liet Simonnet, die eerstop den vorigen dag den dood van zijn liel kind vernomen en sedeit in den haat tegen den moordenaar geleefd had, alleen. En nu barstte «de schandelijke" in een bitter, hulpeloos en jammerend snikken uit. HUOFD3TÜK XC. Eenstemmig«Schuldig". Het proces van den boulevard Bessiéres werd opnieuw behandeld. Lorenz werd opnieuw als beschuldigde voor den hoogen raad en Simonnet naar la Reguetle ge bracht. Hq verscheen ditmaal niet als Kreta zij geluk en voorspoed toegewenscht, De Spaansche regeering weet niet wat ze doen moet. Het vredesverdrag moet door de Cortes worden goedgekeurd, maar wanneer? Het liefst ontbond zjj de Cortes en liet aan het Dieuw gekozen lichaam de taak het verdrag teratificee- ren. Maar als Mac Kinley spoed maakt met de ratificatie door het congres, kan Spanje niet op een nieuwe Cortes wach ten. Wel zou dat kunnen, als het waar is dat Mac Kinley eerst in het voorjaar de goedkeuring van het congres zal vragen. Te Madrid heeft men bericht, dat alle voorwerken van Ilo Ilo, op één na, in den nacht van 1 December door de opstande lingen zijn veroverd. Dezen rieden den Spaanschen gouverneur aan vrouwen en kinderen heen te zenden vóór den laatsten aanval. Men zou, als de opstandelingen de stad bezetten, haar door de Spaansche kanonneerbooten doen beschieten. Te Havanna hebben botsingen plaats gehad tusschen Spaansche officieren en Cubanen. Deze laatsten wilden, uit rouw over den dood van Calisto Garcia, de schouwburgen doen sluiten, hetgeen door de officieren werd tegengehouden. Men telde 3 doode Cubanen en 22 gewonden, meest Spanjaarden. Bij de begrafenis te Havana van de lijken der Cubanen, die Zondag in een vechtpartij werden gedood, kwamen Spaansche soldaten, die de hoofden niet ontblootten, in botsing met een Cubaan sche afdeeling. Beide partijen vochten met messen en pistolen. beschuldigde maar als beschuldiger. Het gerechtelijk onderzoek werd natuurlijk op gedragen aan den heer Beaudin, die daar op wel recht had; immers van het eerste oogenblik af, had hij Mathilda Simonnet verdacht en zelfs laten bespieden. En had Joseph Blanchard hem van den beginne af aan geene deelneming en twijfel aan zijne schuld ingeboezemd? De heer van Beaudin ondervroeg Jagon nog »oor de openbare behandeling. De man vertelde hem zeer rustig en zonder hartstocht alle bijzonderheden der misdaad beschreef hel plan, de uitvoering er van en de medeplichtiging van Lorenz. Toen verzamelde hij zelt tegen den laatste alle bewijzen, die eens Joseph Blanchard in 't verderf gestort hadden. Hij zelf trachtte zich allen te herinneren die hem in zijne verkleeding gezien konden hebben en gaf hunne adressen op. Eindelijk vertelde hij ook aan den rechter de ware persoonlijkheid van den markies José de Ribas y Castello, die zich zoo spoedig in den heer Lorenz veranderde, den zoon vau vermogende, maar lang ge storven boeienlui in de Pyreneën, die in Parijs studeeron zou, maar liever zijn geluk zoeken wilde. Daarop confronteerde de heer BeaudiD den nieuwen beschuldigde met den ouden misdadigei, den schoonvader met den schoonzoon. En Lorenz gedroeg zich werkelijk, zoo I als Simonnet voorspeld hadbij waagde SLUITING DER GRENZEN. II. (Slot.) De minister van buitenlandsche zaken beantwoordde de sprekers over deze kwes tie als volgt: Mijnheer de voorzitter 1 Bij het beantwoorden van de bedenkingen, die naar aanleiding van mijne begrooting in deze vergadering zijn in het midden ge bracht, zal het niemand verwonderen, dat ik in de allereerste plaats mijne aandacht wijd aan dat onderwerp, dat verreweg de meeste sprekers heeft bezig gehouden, de kwestie van den invoer van ons vee in andere landen. Dat punt is reeds dadelijk bij den aanvang der beraadslagingen be sproken door den geacht en afgevaardigde uit Almelo, den heor Sehaepman, wiens qualifleatie zoowel van den Belgischen rainistervan landbouw als van de Belgische natie ik niet gaarne op mijne rekening zou nemen en na hem hebben bijna alle sprekers in eenigermate uiteenloopenden zin over die zaak het woord gevoerd. Ik wil wel dadelijk zeggen dat, wat de zaak zelve betreft, ik mij het best op het standpunt kan stellen van de geachte afgevaardigden uit Apeldoorn en Oost burg, de heeien Van Bylandt en Hennequin. Het is in de phase, waarin deze zaak nu ten opzichte van België gekomen is, naar mijne meening allerminst het oogenblik om te gaan spreken over het nemen van maatregelen van retorsie. Het heeft mij heden getroffen nu er veel in het algemeen gesproken is over maatregelen van retorsie, dat, zoodra men verder ging en zich do het niet zich te verdedigen of te ontken nen. Hij had een sterk berouw en be schuldigde Jagon in zijn liefde tot Mathilda vaak haitstochteiijk dio hun samen in't verderf gestort hadden. Maar Jagon liet hem niet uitpraten. Toor nig sprak hy hem too «Dat is niet waar, dat is niet waargij hebt haar nooit be mind Als gij haar bemind had zoudt ge verraad en smaad van haar verdrage» hebben, zonder haar te dooden. Neen, gij hebt baar nooit lief gehad 1 Eei mensch beeft haar bemind, en dat was ik, haar vader. Ik bekommerde mij er nooit om, of zij mij beminde, of zij mijne op offeringen, zag, of zjj anderen liever had dan mij ik dacht slecht aan haar ge luk ik leefde slechts voor haar. Gjj hebt haar omgebracht op den dag, waarop zij niet meer voor u geleefd heeft, ellende ling Het tweede «proces Lorenz" werd nog twee maanden uitgesteld, door dat de heer Beaudin zich daaraan veel gelegen liet liggeD. Men moest ook aan de openbare meening genoegdoening verschaffen. De hooge kringen konden den gemeenen mis dadiger niet vergeven, dat hij hunne salons binnengedrongen was, en het volk kon aan de «hooge heeren" niet vergeven, dat een hunner, den armen Joseph Blanchard voor zich had laten boeten. Voor het nieuwe gerechtshof van ge zworenen was Lorenz een ander man geworden, zonder blik, zonder moed zonder

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 1