\j UUUllU
No. 1282.
Woensdag 1 December 1898.
1.4® Jaarg.
Nieuws- e ii Advertentieblad
1\ I öo
voor Zeeuwse h- Vlaand ere n
F. DIELËMAN,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
DE WURGERS VAN PARIJS.
Binnenland.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdag-avond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei
naar Dlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Uit den officieelen tekst van het ver
zoekschrift van Picquart blijkt dat deze
heeft gevraagd, alle tegen hem ingestelde
vervolgingen te verwijzen naar de assises,
d. w. z. naar de jury.
De Aurore verwachtte, dat de krijgs
raad Maandag toch zou bijeenkomen, en
dat Picquart de gewone formaliteiten zal
ondergaan. Daarna zou dan de zitting
voor onbepaalden tijd worden verdaagd.
Het rapport, door den raadsheer Attha-
lin aan het hof van cassatie uitgebracht,
bevat o. a. Zurlinden's ordre de mis^ en
jugement (acte van wijziging) van kolo
nel Picquart. Merwaardig zijn daarin de
volgende uitdrukkingen »le nommé Pic
quart „le sieur Lebloisenz. naast
„M. Ie commandant Esterhazy
Men moge om zulke hatelijkheden
lachten, maar 't blijft toch erg, dat een
vlegel, die zoo iets durft schrijven, gou
verneur van Parijs kan worden.
Nadat het optreden van mevrouw Lucio
Dreyfus zooveel instemming had gewekt,
vond mevrouw Esterhazy het indertijd
noodig dat edele voorbeeld op vrij be
lachelijke wijze te volgen. Maar nu komt
een tweede, vrij wat tragischer navolging:
mevr. de weduwe Henry, die haar man
wil schoon wasschen van de beschuldi
ging een verrader te zijn, en zich daarbij
beroept op de hoogsteenvoudige levens
wijze van haar man, zoo in als buitenshuis.
De studenten te Algiers zijn ïeeds een
paar maal te hoop geloopen, omdat dr.
Moreau, de 'directeur van het instituut
Pasteur aldaar, een adres ten gunste van
Picquart had geteekend. Zij besloten
Lorenz beantwoordde alle vragen van
den president juist en helder. Hij vond
aangrijpende toonen en wendingen, die
zijne liefde en zijne ijverzucht schilderden,
want deze beide factoren van den moord
waren geene uitvinding, geen leugen geen
uitvlucht. Overeenkomstig de sluwe raad
gevingen van Florine wachte hij zich wel
Mathilda aan te klagen. Hij betreurde
haar slechts als een verdwaalde met tra
nen in de oogen en met een sterk berouw
dat niet geheel gehuicheld was verwenscht
hij zijn zinnelooze daad en riep de ver
moorde aan, hem te willen vergeven.
Deze woorden maakten op het publiek
en de gezworenen een diepen indruk.
Ook de heer van Meillant maakte een
goeden indruk door de terughoudende en
beleefde manieren tegenover zijne mede
minnaar want ondanks het gelach dei
toehoorders bleef hij bij zijne bewering,
dat de schoone markiezin de Ribas nooit
meer dan zijne getrouwe vriendin geweest
was Hij erkende echter tegelijkertijd ook
dat de markiezin de Ribas licht.argwaan
koesteren en het ergste denken kon, en
dat hij dus in zijne woede benevens hare
treurige gevolgen, van een zuiver zedeljjk
standpunt uit, verschoonbaar was.
geen college meer te loopen, zoolang
Moreau niet overgeplaatst of ontslagen
was.
Een deel der Boelgaarsche officieren
geeft blijk van een zelfstandigheid, welke
zeker waardeering verdient. Gelijk men
weet, heeft Yorst Ferdinand, om den
Czaar te winnen, toegegeven dat de
officieren die betrokken waren in den
schandelijken aanslag op den Battenber
ger, uit de vrijwillige verbanning naar
Rusland zouden mogen weerkeeren.
Ondanks het verzet der officieren, die
de verraders ongaarne als collega zouden
begroeten, werd den vluchtelingen weder
opneming in het leger, met behoud van
anciënniteit, beloofd.
Thans blijkt dat de officieren niet bui
gen voor den wil aan den zwakken Fer
dinand.
Reeds twee van de herstelde officieren
zijn door hun makkers dood verklaard.
Een hunner, Dimitrief. had ondanks
de tusschenkomst van den Russischen
gezant geen andere voldoening kunnen
krijgen dan zijn overplaatsing naar
een ander garnizoen.
SLUITING DER GRENZEN.
Bij de behandeling der begrooting voor
Buitenlandsche zaken is over bovenstaande
kwestie de vorige week in onze Tweede
Kamer het woord gevoerd door twee afge
vaardigden, die in onze streek goede be.
kenden zijn, nl. de heeren Hennequin en
Fokker.
Daar het door genoemde heeren gespro-
Zulk eene wending had het proces en
de ^temming genomen, en de president
zelf drong daardoor op de meest verzach
tende omstandigheden aan.
De beraadslaging duurde een kwartier
de gezworenen beantwoorden alle vragen
der aanklacht eenstemmig met: »neen,"
en de piesident beval de onmiddellijke vrij
lating van den beschuldigde, tenzij hij
wegens eene andere misdaad in hechtenis
moest worden gehouden.
»Ja als hij alleen deze enkele misdaad
begaan had 1" riep een man uit de mid
den der zaal, die eerst sedert eenige mi
nuten in het gerechtshof gedrongen was.
HOOFDSTUK LXXXVIIL
De hoofdpersoon treedt op.
De schildwachten die den ingang van
hot vertrek der toeschouwers te bewaken
hadden, stortten zich op den man en wil
den hem verwijderen. Maar de president
gaf bevel hem integendeel voor de balie
te brengen.
Dat was te gemakkelijker, daar de rust
verstoorder, om aan de wachtels te ont
komen, reeds over verscheidene hekken ge
sprongen was en nu naar de hoogte liep
waarop zich het gerechtshot bevond.
Daar aangekomen, met de beide handen
op een hekwerk geleund, noch een blik
op den beschuldigde, noch op den gezwo
renen werpend, met het hoofd rechtop,
wachtte de man op de vragen, die men
tot hem richten zou.
kene en het daarop gevolgde antwoord
van den minister voor de meesten onzer
lezers belang kan inboezemen, laten wij
het hier in zijn geheel volgen.
De heer Hennequin zeide
Mijnheer de VoorzitterGrootendeels in
aansluiting aan hetgeen door andere spre
kers is gezegd, wensch ik eenige opmer
kingen te maken over de moeielijkheden
de invoer van ons vee in België on
dervindt.
Met groote ingenomendbeid heb ik ge
hoord, dat de drang tot het nemen van
retorsie- of représaille-maatregelen hierin
de Kamer met zoo sterk is als daarbuiten
ons nu en dan is gebleken. De stap onder
andere, die de Ft iesche Maatschappij van
Landbouw heeft gemeend te moeten doen,
acht ik dan ook een bedenkelijke stap,,
want ik meen dat retorsie of représaille-
maatregelen in hunne algemeenheid ge
vaarlijke middelen zijn wmneer men de
gevolgen van te voren niet nauwkeurig
overweegt. Deze retorsie of représaille
maatregelen, tegenover België genomen,
zouden toch neerkomen op een tarieven-
oorlog die voor beide landen, die elkaar
in zoo menig opzicht noodig hebben, hoogst
schadelijk zoude werken het eeiste gevolg
is de verhooging van den prijs van alles
wat wij uit België invoeren en de ver
mindering van onzen uitvoer naar België
nu moge dit voorai onze nijverheid treffen'
ook daarbij heeft onze landbouw als be
lastingschuldige en in andere opzichten
Al heb ik dan ook met groote inge
nomenheid van den heer Schaepman ge
hoord, dat hij voorbereiding aanbeval van
het nemen van retorsie-maatregelen zonder
Doodsche stilte heersebte in de zaal. Alle
oogen waren op der, binnendringer gericht.
Herhaal uwe woorden," zeide de pre
sident. »Het gerechtshof heeft ze slechts
onduidelijk vernomen."
»Ik heb gezegd," herhaalde de onbekende,
»dat de beschuldigde, dien men pas van
den moord vrijgespioken heeft, nog andere
misdaden begaan heeft."
Wie zijt gij, om u deze beschuldiging
te veroorloven
Met geweldige inspanning riep de man
»Ik ben de vader van zijn laatste slacht
offer. En ik heet Simonnet."
Een rilling liep door de zaal. Een mi
nuut verliep, voor de president, zelf be
wogen, de woorden sprak
>Van welke andere misdaad wilt gjj
spreken
Zo der Lorenz aan te zien, strekte Si
monnet zijn arm naar hem uit en hernam
»Het was mijn medeplichtige in de zaak
van den boulevard Bessiéies. Met
zijn hulp heb ik toen kapitein Ruérin ge
worgd."
De geheele zaal was koortsachtig en
opgewonden opgestaan. Ook de gezworenen
de rechters en de staatsprocureur, bleven
op hunne zitplaatsen.
De president die met de rechter eenige
woorden gewisseld had, zeide
»Dan heet bij dus niet Simonnet, maar
Jagon."
»Jagon is de naam, waaronder ik ver
oordeeld werd. Maar Simonnet is mijn
eenige nevenbedoelingen van »oeconomi-
schen aard," het is toch zeker dat wij dan
een weg zouden opgaan, die in ons vrij
handelsstelsel kwalijk past. Men heeft
geopperd om de Belgische industrie uit
te sluiten van onze aanbestedingen van
staats werken, maar dit zou door het weg
vallen van concurrentie wederom onze
belastingschuldigen benadeelen, onze nij
verheid zoowel als onzen landbouw.
Nog om eene andere reden komen repré
saille-maatregelen mij weinig aanbevelens
waardig voor. Wij staan in dezelfde om
standigheden tegenover een groote mogend
heid, Duitschland, waartegen wij wel de
houding zulien moeten aannemen, dooi
den heer Hesselink van Sucbtelen in zulke
fraaie woorden aangeprezen en die toch
niets heeft van een dreigement, van repré
saille- of retorsie-maatregelen. Wij zouden
dus représaille maatregelen nemen tegen-
ovei een vyand dien wij aandurven, waar
wij in hetzelfde geval tegenover Duitsch
land niets zouden doen.
Beter zou ik het vinden zoo spoedig
mogelijk over te gaan tot bestrijding der
tuberculose in ons land. In België heeft
de bestrijding van die ziekte schatten ge
kost, on nu gaat het toch niet aan ons
ziek vee uit de Belgische schatkist te doen
betaien door het in België in te voeren.
Ik zou dus aandringen op de spoedige be
strijding der tuberculose, ten einde ook
dit voorwendsel aan België te ontnemen.
Want dat het een voorwendsel is, al is
het gegrond op werkelijk bestaande ziekten
hier te lande, is zeker. België heeft nooit
anders gehandeld. Toen België de grenzen
sloot wegens mond- en klauwzeer, liet
men ongehinderd den mest uit de stallen
weikelijken naam dien geen geweld inder
tijd aan mij kon ontrukken."
Waarom hebt gy hem toen verzwegen
>Om mijn kind niet te compromiteeren.
Nu is zij echter dood," mompelde hij zacht
>en ik heb geen reden meer, om te
zwijgen."
>Hoe komt gij hier," vroeg de president.
»Ik kom uit het bagno, uit Numea. Voor
drie maanden ben ik daaruit ontvlucht.
Eerst eergisteren kwam ik in Frankrijk
aan en vernam, dat mijne dochter, mijn
kind door haren echtgenoot omgebracht
is, door dezen ellendige daar Toen
ben ik naar Parijs geijld en hier ben ik
hier ben ik .Ik kom wat
laat, daar gjj hem vrijgesproken hebt
maar de andere misdaad. Men kan haar
wel aan het licht ontrukken, daar er een
nieuwe schuldige isEn hij moet ver
oordeeld worden, hy moet veroordeeld
worden o, ik ken de wet
Hij kon niet meer spreken en zijne
oogen hadden zich met tranen gevuld bij
de woorden: mijne dochtermijn
kind Nu werd hij woedend hij
sloeg op de halast radebij do laatste woor
den wendde hij zich tot de gezworenen
tot het gerechtshof tot het publiek, als
wilde hij de geheele wereld tot getuige
zijner aanklacht maken. Maar nog altijd
vermeed hy fn-t, Lorenz in te zien; Hij
vreesde blijkbaai, meer te kunnen
terughouden, zoo spoedig hij hem aanzag.
Toen echter de president zeide »Gtj