Het Plankton en de Planktonmethode.
Landbouw.
of te velde dienst moeten doen bij den
minister van oorlog den chef van
den generalen staf en nog eenige
andere hoogere officieren om deherken
ningsvlaggen achter hen aan te dragen."
Keizer Wilhelm heeft toch zijn feeste-
lijken intocht te Berlijn gehad. Aan de
Branden burger Thor werd hij verwelkomd
door den burgemeester, die den keizer
dankte en de keizerin hulde bracht De
keizer sprak van de indrukkeD, op zyn
reis verkregen, eD zeide blijde te wezen
weer thuis te zijn. De keizer, die te
paard was, begroette vervolgens de daar
opgestelde garde en reed verder, gevolgd
door de vaandelcompagnie Tot slot
groote revue in den Lustgarten.
Keizer Wilhelm zal, het spreekt haast
van zelf, een boek schrijven over zijn
reis naar 't Oosten
Z M. heeft aan zijn Oostenrijkschen
collega ter gelegenheid van diens regee
ringsjubileum een schitterend porceleinen
servies aangeboden, in de keizerlijke
faiencefabriek vervaardigd naarteekenin
gen van Z. M. zelf.
Een Zeeuwsche correspondent van de
Tel. schrijft het volgende
Door den kweekeiingder visscberijpolitie
op de Schelde en Zeeuwsche stroomen,
de heer J. M. Bottemanne, sedert bevor
derd tot technisch opziener der visscberijen
is onlangs een bezoek gebracht aan Duitsch-
land om aldaar de visscheiy toestanden
nauwkeurig te bestudeeren, daaromtrent
verslag uit te brengen en, zoo mogelijk,
datgene wat met vrucht ten onzent kan
toegepast worden, langzamerhand in te
voeren ter verbetering van visch en vis-
scherstoestanden. In dat uitvoerige verslag
worden achtereenvolgens besproken visch-
broederijen en viscbkweekerijen, binnen-
visscherij, zee- en kustvisscherij, en ten
slotte wordt een en ander meegedeeld over
de Plankton-metbode.
Juist omdat dit voor velen vreemde woor
den zullen zyn, willen wij daaromtrent
aan de hand van het verslag een en ander
vermelden. Onder de belangrijkste onder
zoekingen van wege eene commissie ter
onderzoeking van de Duitsche zeeën te
Kiel, behoort die van prof. Hensen, naar
het in de zee aanwezige plankton. Deze
hoogleeraar heeft er steeds met nadruk
op gewezen, dat alleen wetenschappelijke
onderzoekingen der visscherjj tot bloei
kunnen brengen, waarom het eerste ver-
eischte op den voorgrond trad licht te
ontsteken in de duisternis, waarin men
verkeerde ten aanzien van het leven der
doen opzwellen.
Hij had vrees.
Het was verschrikkelijk, met dit lyk in
het donker te zijn 1
Keek zjj hem niet aan, ofschoon zij dood
was. dreigend, straffend, hem verwen
schende
Hij had vrees. En met besloten oogen,
om niets te zien, sidderend als een es
penblad, deinsde hij terug, wandelde tot
aan de deur, stiet haar open en zonder
haar weer te sluiten, stormde by de trap
af en ging op de vlucht.
Hij liep door de drukste en meest ver
lichte straten, waar de meesto menschen
waren. De donkerheid en de eenzaamheid
zouden hem razend gemaakt hebben. Hij
had daar de ocgeu van de vermoorde zoo
duidelijk gezien 1
Te midden van zijne ontzetting, kwam
de aDgst.
Hij had zijn eigen vrouw vermoord. Men
moest hem verdenken, hem gevangen
nemen: »Hij heeft haar evenals sommige
anderen geworgd. Hoe zou hij zich red
den
Toen dacht hij aan Florine.
Zij was het, die hem naar de Rue Hel
der 'geleid bad. Zij had aan alles schuld
zij moest hem redden. Voor de eerste maal
stond hij in zijne doellooze vlucht stil en
keek rondom zich. Waar bevond hij zich
Op de boulevard der Madeline. De Rue
Suresne was niet vei re. Hij liep daar
hard heen, altijd gevolgd door de oogen van
7isscben, andere in zee levende dieren
en zeker ook de planken. Sedert 1870
heeft hij dan ook al het mogelijke gedaan
om het biologisch onderzoeu zooveel mo
gelijk uit te breiden.
Het verslag zegt, dat hij daarbij uitging
van het gezichtspunt, dat getracht moest
worden, een beter inzicht te verkrijgen
in de stofwisseling van de zee, voorna
melijk meer kennis te verwerven omtrent
de lotgevallen van de daarin aanwezige
kool en stikstof, waaruit hoofdzakelijk
de levende organismen opgebouwd worden.
De visscben beschouwende als de laatste
schakel in de keteü dier stofwisseling,
meende Hensen, dat het in hoofdzaak vol
doende was, de massa daarvan te kennen,
om zich een voorstelling daarvan te kunnen
maken Den Oceaan te nemen, daaraan
viel niet te denkendaarom werd als
meest geschikte boezem de Oostzee ge
kozen. Directe meting van de daarin aan
wezige visch was natuurlijk onmogelijk
en daarom door combinatie van lo. de
statistische opname van kustbevolking en
2o de uitkomsten dei verschillende waar
nemmgsstatioDs voor de viscbvangst langs
de kust, trachtte by zijn doel te bereiken.
De dagvacgst per visscber en per boot
weid voor elk gedeelte van de kust be
paald en daaruit werd de tota-alvaugst op
gemaakt. Een en ander bracht Hensen
feitelijk niet dichter by zijn doel, want
boe was nu de verhouding tusschen de
gevaDgen visch ec deo gebeelen voorraad
in zee aanwezig? Om zich daarvan een
voorstelling te kunneD maken heeft, hij
in 1882 voor een klein gedeelte der Oost
zee getracht de hoeveelheid Uer daarin
aanwezige eieren van schol, bot en kabel
jauw te bepalen. Hij onderzocht de ge
middelde hoeveelheid eieren, die de rijpe
wijfjes dezer vischsooi t geven, en in ver
band met oen duur van den paartijd, en
uit de gemiddelde hoeveelheid visschen
die jaailijks in het te ondoi zoeken terrein
gevangen werden, berekende hij het aantal
eieren, dat gedurende den paartijd gelijk
tydig in een zeker quantum water moest
aangetu ffen worden. Deze onderzoekingen
leerden, dat een ongeveer juiste bepaling
van de hoeveelheid der drijv nde visch-
eieren mogelijk was. daar de verspreiding
daarvan vrij regelmatig bleek te zijn. Nu
ging hij verder.
Evenals de drijvende vi&cheieren na
oenigen tijd tamelijk gelijk in het zee
water verdeeld zijn, evenzoo moet dat
het geval zijn voor alle levende dier- en
plantvorraen, die willoos in het zeewater
heen en weer drijven, en ook daarvan zou
de hoeveelheid quantitatief bepaald moeteD
kunnen worden Ten eerste was daarmede
het lijk, die te schitterender werden naai
mate de donkerheid toenam.
HOOFDSTUK LXXXVI.
De vennoot weet raad.
Florine verwachte Lorenz. Zij was
nieuwsgierig, het gevolg van zijn bezoek
bij den heer Meillant te vernemen. Het
natuuilijkste en datgene wat zij had willen
aanvoeren, was een duel.
Zij kende Lorenz als eenen uitnemen
den schermer. Zijn haat, zyn toorn zou
den het overige doen en zij beiden van
dezen lustigen en gevaarlijken tegenstan
der bevrijd worden of hem ten minste
buiten gevecht stellen.
Maai Lorenz bleef buitengewoon lang
weg. Voor eene uitdaging waren immers
meest een of twee woorden voldoende.
Eindelijk werd er gescheld. Daar zij
voorzichtig haar kamermeisje verwijderd
had, opende zij zelf de deur.
Zoo spoedig de markies de Ribas haar
kamer binnentradt, zag zij wel, dat er iets
angstig gebeurd was. Zij behoefde niet
lang te vragen, want Lorenz, nog altijd
bleek, de kleeren in wanorde, de oogen
bloedig, ging in een leuningstoel zitten,
wierp ben schuwen blik rondom zich en
fluisterde vrooiijk»Ik heb naar ver
moord
Zij sidderde, zonder hem nochtans te
verstaan.
>Wie hebt gij vermoeid vroeg zij.
bekend de hoeveelheid voedsel voor de
grootere in zee levende dieren, en ten
tweede, wat er jaarlijks aan nieuw mate
riaal ontstond. Voor het eerste moest
getracht worden de hoeveelheid daarvan
quantitatief te bepalen, voor het tweede
de vermeerdering vast te stellen van de
planten of de andere wezens, die zich
eveneens met onarganischj stof voeden.
Want evenals te land, is alle dierlijk leven
in het water afhankelijk van het planten
leven dat bet lagere, meest microsco
pisch kleine, vry in het water levende
plantenvormen zyn, die als bet ware de
oervoeding vormen, en niet de vastzittende
is daarom waarschijnlijk, omdat het plan
tenleven aan het zonlicht verbonden is,
en dus beperkt tot de waterlagen, waarin
dat nog doordringt, d.i. tot een diepte van
hoogstens 400 M.
Slechts voor een klein vedeelte echter,
nl aan de kust en in de binnenzeeën rust
deze productieve laag dadelijk op den
bodem, waar bovendien slechts in betrek
kelijk geringe diepte vastzittende grootere
planten groeien. Wilde Hensen aanvan
kelijk de massa der visch als de laatste
schakel in de stofwisseling bepalen, nu
trachtte bij de eerste schakel daarvan te
vinden.
Op grootere en kleinere expedities in
de Noord- en Oostzee en den Atiantiscben
Oceaan, werd toen, met het speciaal daar
voor vervaardigde net, bet zoogenaamde
»plankton" quantitatief bepaald. Met dezen
naam omvatte Hensen nl, de bedoelde
plant- en diervormen, die, zooals gezegd,
willoos-passief in het water heen en weer
drijven, waarvan de eigen beweging min
der snel is dan die van het water, waar
dus geringe kans is, dat zij opeen'ioo
pingen vormen en daarmede de gelijk
matige vei spreiding verstoren. Daarop
berust de methode, want alleen dan is er
geen gevaar grove fouten te maken, wan
neer uit een zeker aantal monsters de
geheele hoeveelheid plankton bepaald moet
worden.
Heel scherp begrensd is het begrip plank
ton metalleen in hoofdzaak kan aange
geven word6n, welke vormen er toe be-
hooren. Uit den aard der zaak zijn dat
hoofdzakelijk de kleinste, meest micros
copische wezens, maar ook giootere, en
onder deze vele slechts in een zeker tijd
perk van hun leven, b.v. de larven van
de zich later op den bodem vasthechtende
of daarop levende weekdieren, de meeste
viscblarven, enz.
Het vraagstuk van de jaarlijksche pro
ductie aan planten heeft Hensen intus-
schen met zijn planktonbepalingen nog
niet opgelost, maar op een ander gebied
Hij antwoordde »Haar Mathtilda
mijn vrouw."
»Uw vrouw riep zij, terwijl zij naar
hem toeliep. »Dac is immers niet moge
lijk Zijt gij waanzinnig geworden Heeft
hy u dat niet verhinderd
»Hij was er niet," fluisterde hij weder.
»Zij was alleen. Zij wachtte op hem. Zij
trotseerde mijzij zeide mij, dat zij hem
beminde, dat zij mjj verachtte
want zij wist alles en zij dreigde mij, dat
zij alles aan het licht brengen zou. Toen
sprong hij plotseling op en riep bijna snik
kende »Maar dat was bet nietwaarom
ik haar gedood heb, dat niet maar omdat
zij hem beminde, hem alleen Zy her
haalde altijd »Ik heb hem lief hartelijk
lief. Dat maakte mij krankzinnig, het bloed
steeg mij naar het hoofd het hart barstte
my byna."
Florine meende nog altijd, dat hij loog.
>Hoe kondt gij haar dooden zeide zij.
Gij bait geen wapen bij u ik ver
hinderde het u er een mede te nemen."
»Ik heb baar met deze handen geworgd"
kuchte hij »evenals haar vader den ander
geworgd heeft.
Nu beving haar de vrees. Maar toen
hij met zachte stem vervolgde te spreken
en baar om bnlp en raad verzocht, werd
zij gerustgesteld.
»Wat zal ik duen zeide hij. »Waar
kan ik mij verbergen Waarheen
zal ik vluchten Ik wil niet graag gearres
teerd worden. Ik vrees niet voor den
zijn zij gebleken van belang te zijn. Het
»plankton" maakt het voedsel uit van de
visschen, of van do daaraan als voedsel
dienende dieren, en het is daarom onge
twijfeld van gewicht een methode te be
zitten, om de hoeveelheid in bet water
aanwezige plankton te kunnen bepalen,
zoodat dit op zijn rykdom aan voedsel,
de samenstelling en voedingswaarde daar
van, onderzocht en vergeleken kan worden.
De methode heeft dus werkelijk prak
tische waarde en is o. a. toegepast bij de
zoetwatervisscherijtrouwens ook liet
zoetwater heeft zijn plankton, hoewel
minder rijk aan vormen dan het zeewater,
veel gemakkelijker te voorzien en aan
onderzoek te onderwerpen dan een zee
boezem. Van veel belang is dit o. a. voor
den viscbkweeker, omdat bij, na bepaling
van de aanwezige hoeveelheid plankton,
kan nagaan in hoeverre de in de vyvers
aanwezige hoeveelheid voedsel is verbruikt
en dus de noodige maatregelen kan nemen
om, hetzij kunstmatig voedsel *e geven,
hetzij den vijver af te visscben, of zijne
bevolking in een anderen vyver over te
brengen. Ook beeft hij nu gegeveDs om
te beoordeelen, of de vijver te zwak of
te sterk bevolkt is, hetgeen anders alleen
btj het afvisscben kan blijken, wanneer
het te laat is.
Hoewel voor het zeewater de methode
nog niet in de praktijk is toegepast -
en hier spreekt de heer Bottemanne dui
delijk als prakticus voor ons eigen land
komt het mij voor, dat de mogelijk
heid niet gering is, dat zij bij onderzoe
kingen, bv. omtrent den meerderen of
minderen groei en vetheid van oesters
en mosselen, die, wat hun voedsel betreft
op het plankton zijn aangewezen, omtrent
het tijdstip dat hun larven gaan zwermen,
voor het uitbrengen van codectoren, en
misschien ook bij het nasporen der oor
zaken van het trekken van verschillende
vischsoorten, als bv. haring, sprot, ansjovis
enz. waarvan verondersteld wordt, dat het
voedsel een rol speelt bij bun bezoek aan
onze zeegaten, van veel nut zou blijken
te zijn.
Ook de gemeenteraad van Zaamslag
heeft besloten adhaesie te betuigen aaD
het adres van de Friesche Maatschappij
van Landbouw aan de Regeering tot het
nemen van represaille maatregelen om
België te noodzaken de toezegging gestand
te doen betreffende de openstelling der
grenzen voor den invoer van rundvee.
Tel.
Op de hofstede van den heer F. Geluk
onder öt. Annaland is het mond- en
klauwzeer onder het rundvee uitgebroken.
Van de 85 runderen zijn er 31 aaDgetast.
Het gezonde viertal is bet vorig jaar
door deze ziekte aangetast geweest.
(M. Ct.)
Het bietenonderzoek op hetlaboia-
torium der Gastelsche beetwortelsuiker-
fabiieken van 4 tot 8 October omvat 161
monsters. Slechts een enkel bleef in
kerker, maar voor de eenzaamheid
Ik zou haar steeds voor mij zien
Ik wil niet, ik wil niet Ik vrees
den dood ook. Red mij, red mij
Florine begreep nu dat hij de waarheid
gesproken dat hij zijne vrouw gedood had
en overdacht nu den toestand de kleur
kwam spoedig weer op hare wangen terug
een glimlach krulde liare lippen hare oogen
fonkelden.
Inderdaad de zaken stonden niet zoo
slechts voor baar.
>Er moest een grooten slag geleverd
worden en Florine beminde den strijd.
En vooial nu, daar hare gevaailijkste
mededingster dood op het slagveld lag.
Volkomen rustig geworden, vroeg zij
Lorenz
»Uwe echtgenoot wist dus uw geheim
Weet gij zakor dat Hendrik van Meillant
het niet weet
»Zeker niet. Zij loog in de opwinding
van het laatste uur. Zij dreigde mij alles
te zeggen dus had zij hem nog niets ge
zegd." Wordt vervolgd.)