No. 1276. Woensdag 23 November 1898. 14L® Jaai'g. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h -Vlaanderen F. DIELEMAA, AXEL. Buitenland. 0 FEUILLETON. DE WURGERS YAN PARIJS. 52 00 09 17 26 49 00 17 16 28 25 25 48 10 18 26 35 43 56 26 37 18 15 42 36 16 32 tit 13 47 36 34 55 35 05 12 15 20 31 36 50 23 34 15 56 07 42 55 10 18 23 27 35 I t 53 46 52 ;os 50 42 nt 52 08 12 ,05 ,15 45 34 27 12 50 15 AXELSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. nutnm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde» naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Hoe Parijsche opstootjes ineengezet worden, is dezer dagen weer eens op eigenaardige wijze aan 't licht gekomen. Wat de claque in den schouwburg doet, verrichten de camelots, de straatverkoo- pers, bij de straatbetoogingen. Ze hebben de lijfgarde van Boulanger gevormd, en hebben voor vijf franc per dag Vive l'armée en A bas Zolageschreeuwd. Zij vormen een soort genootschap en hebben zelfs een opperhoofd, l'empereur des camelots, Hayard genaamd, een groote sterke kerel met breede schouders en eeu zwaren baard. Hij is een uitgever van politiek drukwerk, liedjes en kleinig heden die in de straten verkocht worden. Binnen twee uur brengt hij een troep van duizenden bijeen. Sedert eenige dagen verkocht hij nu het eerste deel van een door hem uit gegeven werk: „De waarheid over de zaak Dreyfuss door majoor Esterhazy verteld." Maar onqiiddelijk: werd er ook in Drumonts blad Libre Parole gezegd, dat die uitgave valsch was. „Wat, valsch roept Hayard, en in zijn ver ontwaardiging openbaart hij de volgende onthullingen, om zijn boosheid tegen Drumont lucht te geven. »Ik ben het," vertelt hij, „die de in haling van Drumont na zijn terugkeer uit Algiers met Bengaalsche verlichting op touw gezet heb. Drumont heeft reeds vergeten wat ik voor hem gedaan heb. Voor goed geld huurde ik zes fiares, waarop ik menschen plaatste die Drumont van 't station naar zijn redactiebureau met hoerageroep begeleidden. Daarbij 60 »Geene. Maar kan zij niet eenen ano- nymen brief gekregen hebben. Denkt gij, dat uwe vjjanden voor zulke schandelijke daden terugdeinzen »Mijne vijanden! Ik heb er dus?" >Vreeselijke." Hij keek haar verwonderd aan. Toen zeide hij »Jeanne zou aan zulken ano- nymen laster niet geloofd hebben." »Toegegeven. Maar heeft men het niet bij u beproefd, het arme, brave meisje ver dacht te maken. »Zoo scheen het mij toe. Maar ik wilde niet eens gelooven, dat men het meende." »Omdat gij een helder denkend, ver standig man zijt maar een onervaren jong meisje, dat het leven en de wereld nibt kent 1 Gij hebt haar zeker verzwegen dat wij sedert drie maanden hier bij elkaar zijn, misschien hebben anderen het haar dan gezegd Ik zou or op willen zweren. Gij ziet, dat zich reeds veel opheldert en dat gij langzamerhand weer hoop hebt. Ik ge loof, dat gij uwe bruid niets anders kunt verwijten, dan een weinig wantrouwen en overhaastig. Laat ons verder zien. Nauat gij den voorgewenden briei van juffrouw Guérin gelezen had, wat deedt gij toen »Ik liep in hare woonkamer en vond ophitsers die er achteraan liepen, en vive Drumont 1" bas les Juifs 1" rie pen. Alle 100 pas werd bengaalsch vuur in alle kleuren afgestoken. Aan mij heeft hij 't te danken, dat hij in zijn blad kon schrijven»Parijzenaars, mijn dank voor uw geestdriftige ontvangst." Terwijl Guerin in Algiers duur betaald werd, werk ik hier in Parijs tegen be scheiden prijzen. O, die ondankbare Op het Elysée had Donderdagmiddag een groote plechtigheid plaats. In tegen woordigheid van grootvorst Wladimir van Rusland, die als peetvader optrad, heeft Faure uit handen van MonteroRios het Gulden Vlies ontvangen. MonteroRios was met de andere Spaansche gedelegeer den in gala rijtuigen naar het Elysée ge bracht, waar hun de militaire eerbewijzen werden gebracht. De plechtigheid werd door alle ministers bijgewoonddes avonds had een groot feestmaal plaats. De Fransche kamer heeft eindelijk eens wat zedelijken moed gehad. Lasies wilde, gelijk men weet, interpelleeren over de middelen, welke de regeering zou aan wenden, om de openbaarmaking van ge heimen betreffende de nationale verdedi ging te voorkomen. Toen de interpellant Vrijdag naar de tribune ging, om deze interpellatie te ontwikkelen, begroete de kamer hem met groot gelach, en toen hij sprak, maakte zij hem onverstaanbaar. Op voorstel van Dupuy, die zeide dat de regeering waak zaam zou zijn voor de belangen der nationale verdediging, werd de interpel latie voor een maand verdaagd. Lasies bestreed het uitstel en zeide, daar Hij zweeg, en zijn gezicht dat reeds vroolijk was, werd weer treurig bij de her innering. Ze keek hem aan en zeide»En gij vondt daar zeker ergens een nieuw over tuigend bewijs tegen haar Hij die den brief in het salon omruilen kon, bleef zeker niet halverwege staan," »Gij gelooft riep hij. »Ik ben overtuigd, dat alles voorbereid was, om u van naar schuld te overtuigen en u van haar te scheiden." »Maar om welke reden Ach!" zuchtte zij met gebogen hoofd. »Dat kan ik u niet zeggen 1 Laat ons verder zien. Gij verlaat de woning van uwe nicht, niet waar Gij loopt op goed geluk en doelloos voort, want gij be mint haar immers zoo teeder, de geluk kige. Mijn echtgenoot zag u toen on zeide het mij. Hij is immers voortdurend met u bezig. Gy loopt dan wel naar het sta tion men zegt u, dat de beide dames ver- tronken zijn, er, zeker ook, dat hun iemand volgde »Zoo is hetEen man." Heeft men hem u beschreven »Ja. Middelbare grootte, met rozen ver sierd, bijna als oen meisje »Ik begrijp het. En gij >Ik reisde hem tot Havre na, en hij is werkelijk met haar aangekomen en in het zelfde hotel afgestapt." »NatuurlijkAltijd om u te doen ge- dat de interpellatie over een maand geen nut meer zal hebben. Hij beklaagde zich op de justitieels dietatuur, die wordt uitgeoefend door een Jood, die aan de Joden zijn positie dankt. Deschanel riep hem daarop tot de orde. Lasies beweerde verder dat oud-minis ters van oorlog aan het hof van cassatie hadden gevraagd of hun verklaring daar veilig was en het hof had geantwoord Hier viel de voorzitter hem in de rede. Maar uit een ander blad blijkt dat de president van het hof op bedoelde vraag van Cavaignac het vrij natuurlijk ant woord had gegeven, dat de verdedigers van Dryfuss kennis zouden krijgen van wat tot staving van de schuld werd aan gevoerd. Cavaignac was daarop heen gegaan. De Temps bevestigt dat het hof van cassatie besloot aan Dreyfuss mededee ling te doen van de aanvraag om rivisie, door Sarrien ingediend, en van het re quisitoirvan Manau. Deze stukken moeten dienen als grondslag voor de door Dreyfuss op te maken memorie van verdediging Of deze stukken voldoende zijn om de zaak begrijpelijk te maken voor iemand, die niets weet van alles wat het laatste jaar is voorgevallen Men acht het meer en meer waarschijn lijk dat Dreyfuss teruggehaald zal worden. Volgens de Droits de l'homme heeft het hof van cassatie nieuwe huiszoekin gen laten doen, waarbij vele papieren van het hoogste belang zijn in beslag genomen. Als men nu te parijs maar niet te veel schoorsteenbranden krijgt, evenals aan het ministerie van oorlog. Te Parijs heeft het gerucht geloopen looven dat zij eene ontrouwe is, dio zich wegvoeren laat. Hij is van eene zeldzame bekwaamheid, maar zeer g6meen, de kleine Vicomte Cbampy 1" >Hoe 1" hernam Hendrik.Die mensch zou zijn Zeker is hij dat. Maar weet, waarde vriend, als gij geneigd zjjt, ijverzuchtig te worden, dat de kleine Vicomte eene vrouw is, en dat deze vrouw Florine heet," HOOFDSTUK LXXXIII. De een in plaats van den ander. Hendrik stond verwonderd op. Hjj kon niet gelooven, wat hij hoorde. Maar," zeide hij, rik heb dezen Vicomte op den eer sten dag mijner aankomst in Frankrijk, bij u aangetroffen. Wist gij dan toen niet wie hij was?" Zeker wist ik het. Op het eerste oogen blik, toen hij zich in Trouville bij ons ge zelschap voegde, heb ik hem dadelijk her kend maar ik liet het niet blijken en bij of liever EloriDe meende nog altijd, dat ik niet wist wie zij was." »GLj hebt dus deze Florine, zooals gij haar noemt, vroeger van nabij gekend vroeg Hendrik. »Ja," zeide zij en boog haar hoofd. De politie bad baar bevolen, om mij in 't oog te houden. Ik was toen nog ongehuwd mijn bestaan scheen twijfelachtig, en meD meende mij te moeten bewaken." »En handelt deze vrouw ook heden in den dienst der politie?" dat generaal Gonse was gearresteerd. Maar niets bevestigde dit praatje. Ployer, de deken van de orde van advocaten te Parijs, heeft, gelijk men weet, tijdens de zaak-Dreyfuss, op een maal na, blijkt gegeven van groote par tijdigheid. Thans heeft hij bij het hof van cassatie een klacht tegen Mornard ingediend, wegens het voorlezen ter openbare terechtzitting van een telegram van Esterhazy aan mr. Tezenas. Hij beweert dat dit stuk alleen door een misdaad in het dossier was gekomen en dat Mornard, alvorens het te gebiui- ken. Tezenas had moeten inlichten, 't Zal wel aardig zijn Mornard te hooren bepleiten, dat zwarte kabinetten misdaad plegen. De meeste advocaten zijn echter van oordeel, dat het telegram niet behoorde tot de correspondentie van een beklaagde met zijn verdedigers; dat zou blijken uit den inhoud der dépêche, maar ook uit het feit dat Tezenas destijds niet de verdediger van Esterhazy was. Van verschillende zijden wordt ge meld, dat Spanje in den afstand der Philippijnen heeft toegestemd. Bij de bespreking van het plan de kwestie van de Philippijnen aan een scheidsgerecht te onderwerpen, zeggen de Duitsche bladen, dat Duitschland zijn houding zal laten afhangen van die van Frankrijk. Er is tusschen Washington, Havanna en Madrid heel wat te doen over de ont ruiming van Cuba vóór 1 Januari. De noodige scneepsgelegenheid voor het ver voer van het groote Spaansche leger ontbreekt, en Amerika wil dat de ontrui- »Neen. Heden handelt zjj voor hare eigen rekeniDg." »Wat voor reden kon zjj echter hebben, mijne nicht in 't verderf te stortten en mij van haar te willen scheiden »Ach, mijn vriend, mijn waarde vriend vraag mij daarover niet. Ik kan het u niet beantwoorden, ik mag het nietHet zij u genoeg, te weten, dat deze schan delijke vrouw ontmaskerd is, dat zij u heden niet meer benadeelen kan, en dat ik haar verhinderen zal, anderen te be nadeelen. Meer verlangt gij niet te weten. Ik heb mij met bittere wanhoop afgevraagd of ik u alles zeggen zou, of ik het recht heb. u al de verschrikkelijke, afschuwelijke geheimen mede te deelen, die ik sedert dien dag ontdekt heb, waarop ik mij in dit salon met u verbond, om eer? goed werk te doen en eenen onschuldigen te redden. Maar mijn geweten gebiedt mij te zwijgen De moordenaar zal zich over korteG of langen tijd zeiven uitleveren het is niet aan mij, omdat te doen." Zij stond rechtop met het hoofd in den nek, bijna bewegenloos, toen zij met vaste schelle stem deze plechtige woorden sprak. »Zoo is vroeg hij onwillekeurig aarzelend, »zoo is u de onschuld van Blan- chard overtuigend bewezen »Ja," zeide zij dof. »En gij weet den naam van den eigen lijke medeplichtige van Jagon »Ja, ik ken hem 1 Maar vraag uit barm hartigheid niet verder 1 vraag mij heden

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 1