No. 1273.
Zaterdag 11 November 1898.
14® Jaarg*.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h -Vlaanderen
F. DIELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
FEÜILLETO
DE WURGERS YAN PARIJS.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde»
naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Illustration heeft door het zenden
van een vertegenwoordiger naar Cayenne
haar lezers een tweetal photographiën
weten te bezorgen van het Duivelseiland,
en zelfs de teekening van Dreyfus' woning,
de laatste gemaakt altijd op 500 meter
afstand en met behulp van een kijker,
ae photographiën op nog grooter afstand.
Op die teekening ziet men op een kleine
hoogte van 't eiland een klein huisje met
schuin dak en daarvoor een vierkante
open ruimte, 12 bij 6 meter, omringd
door palissaden. Achter 't huis staat de
wachterswoning, met een toren voor den
uitkijk, en met het Hotchkiss-revolver
kanon.
Volgens den teekenaar, die in Cayenne
informaties heeft ingewonnen naar den
gevangene, staat Dreyfuss te vijf uur
's morgens op, 't uur waarop de deur
geopend wordt die toegang geeft van zijn
hut tot de omheinde wandelplaats. Nadat
hij zelf zijn eerste ontbijt bereid heeft,
gaat hij buiten wat rooken, binnen de
omheining waar hij niets zien kan dan
den hemel. Van 10 tot 11 woidt de
deur weer gesloten en van 11 tot 5 uur
's namiddags weer geopend.
Dreyfuss schrijft overdag veel, maar
houdt zich vooral bezig met architecto
nische teekeningen en becijferingen. Hij
verzorgt zijn uiterlijk altijd zeer goed, is
gewoonlijk in helder linnen gekleed en
heeft zelfs een tijd lang gesteven hemden
De wachters mogen nooit met hem
spreken en hjj heeft zelf ook nog nooit
tot iemand het woord gericht, behalve tot
den dokter. Het is dus het cellulaire
regime, in een bijzondere cel en in den
open lucht.
Dreyfuss voedt zich voornamelijk met
geconserveerd voedsel. Daar hij zijn
eigen maal moet bereiden, wil hij zich
zoo min mogelijk moeite bezorgen.
In de eerste dagen werden de levens
middelen en verdere benoodigheden van
verschillende handelaren te Cayenne be
trokken. Na dien tijd voorziet een enkele
firma daarin, en de afgezant van dat blad
schrijft, dat deze even verbaasd zal zijn
als de administratie, wanneer zij door
hem een duplicaat zien meedeelen van
de bestelling voor de maand October. Zij
lnidt aldus
1 liter brandspiritus 2 flacons reukwa
ter 3 potten geconserveerde boter1
kilogram chocolade; 2 doozen kaas-Ca
membert6 flesschen sodawater 2 fles
schen Hunyadi-Janos 6 paar kousen van
lichte kleur (lengte van den voet 27
centimeter) l1 2 kilogr. tabak Stohl1
houten pijp50 sigaren2 doozen luci
fers 2 boeken wit papier2 pakken
kaarsen 1 flacon Kola-pillen of tabletten
chocolade a la Kola 5 kilogram zeep
2 broeken van wit linnen a 10 francs
(grootste lengte 1 meter 08, breedte om
het middel 0,80 M.)6 wit linnen zak
doeken.
Dat vorderde te zamen een bedrag van
100 francs 25. Het is ook het gemid
delde van 't geen hij verteert. Hij heeft
nooit het cijfer van 250 fre overshreden
en van het geld, dat zijn familie voor
hem door de administratie laat beheeren,
blijft een som van 8000 franc te zijner
beschikking.
De kola en de chocolade zijn voor ver
sterking, het reukwater (oranjebloesem)
dient om hem te kalmeeren. De gezond
heidstoestand van Dreyfuss moet overigens
goed zijnhij is dikker geworden maar
draagt een bijna witten baard Nooit is
hij terneergeslagen geweest.
Joseph Reinach geeft in de Siècle een
nieuwe hypothese van de Dreyfuss zaak
en wel deze, dat het eigenlijke verraad
is gepleegd door Esterhazy en Henry
samen
Inderdaad slaagt het oud-kamerlid er
in op deze wijze tot een voorstelling te
komen, welke veel, bijna alles verklaart.
Maar de zwakke zijde is, dat hij tot
uitgangspunt neemt dat het niet waar is,
dat het bordereau het eeist bij Henry
is aangebracht en door deze aan zijn
chefs veitoond
Wij meenen daarom met deze korte
vermelding te kunnen volstaan, in af
wachting dat het hof van cassatie meer
licht ontsteekt.
Het verhoor der vijf oudministers van
oorlog is aangevangen. Natuurlijk is er
niets uitgelekt.
De Parijsche correspondent van de
Daily Chronicle seint een heel verhaal
over een oproer, dat wordt voorbereid
tegen de beslissing van het hof van cas
satie. Men zou o.a. de voornaamste
Dreyfussards vermoorden Dezen zouden
door de politie zijn gewaarschuwd en
worden bewaakt. De Pressensé en Tra
rieux zouden aan den correspondent heb
ben erkend, dat de politie hun een soort
gelijke mededeeling deed.
De Belgische kamers zijn Dinsdag bij
eengekomen, zonder troonrede of iets van
Jeanne verbleekte, bewoog de hand snel
naar baar hart en riep: »Er is dus van
Hendrik sprake?
En daar Zoë verschrikt zweeg, vervolg
de zij »0, gij hebt mij te veel gezegd,
om te kunnen zwijgen. Ik wil alies we
ten. Ik wil het
Zoë begreep, dat zij nu inderdaad niet
meer zwijgen kon. En eenmaal moest het
arme meisje de zaak toch vernemen
Nochtans aarzelde zij en begon eerst
van het bezoek der weduwe Bonneville te
vertellen, lang en uitvoerig, en kwam eerst
trapsgewijze tot datgene, wat Mathilda en
HendriK betrof. Toen riep Jeanne echter
>Dat is niet waar Dat is niet waarhet
is laster Zoë sprak niet tegen het deed
haar goed, het meisje te zien twijfelen.
Maar reeds gedurende haar uitroep begon
Jeanne diep te peinzen. Had men tot haar
gezegd»Hendrik van Meillant is een
misdadiger!" Zij zou tot het einde toe
geroepen hebben »Het is een leugen
Maar de liefde is vreeselijker dan de vriend
schap twjjfel en ijverzucht zijn de eer
stellingen der beste liefde.
De vriendschap gelooft, de liefde vreest
Jeanne dacht na. Hendrik was in de laat
ste weken koeler, verstrooider, zeldzamer
gewordenhij hield hare hand niet mem
zoo lang in de zijne. Zij bad het bemerkt
het had haar treurig gemaaktmaar nu
vernam zij de reden daaivan, en was el
lendig. En zij bezwoer Zoë Lacassade
hevig om iedere bijzondei beid, om alles,
wat zij wist, te zoggen, en Zoë bestormd
onbezonnen er. even opgewonden als Je
anne, zeide alles, wat zij wist, alles wat
zij gedaan, alles wat zij gezien had.
Zij vertelde het toornig en jammerend
alsof haar eigen levensgeluk bedreigd werd
en zweeg eersttoen zij bemerkte dat
Jeanne wankelde en in heete tranen uit-
baistte. Het was de roerende wanhoop
van een jong meisje vol geloof, hoop en
liefde, welks zoete droomen illusies bleken
te zijn, en dat haren zonnigen hemel met
donkere wolken bedekt zag.
Het was echter ook de wanhoop van
eene hartstochtelijke. Krooolsche, die vol
brandende ijverzucht was.
Op dit gezicht geraakte de arme Zoë
op eene andere wijze buiten zich zelve van
verdriet. Zij deed alles, om Jeanne ge
ru6i te stellen zij kuste haar hevig, en
riep: »Ween niet, ween niet, verzoek ik
u gij kwelt mij En daaibij ween
de zij zelve heete tranen, jammerde en
wrong de h inden. Toen weid zij weder
woedend, ditmaal op zich zelve, en be
gon zich te verwenschen. Ik dom, on
onbekwaam schepselIk ongelukkige die
niets kan zwijgenIk had mij
toch voorgenomen, den mond te houden.
En in plaats van dit, vertel ik alles. Er
is geen dommer persoon dan ik. Neen
er is er geen I" riep zij woedend, als of
iemand haar tegengesproken had van wien
zij gelijk wilde hpbben.
»Wees gerust," zeide Jeanne eindelijk
kalmer. »Had ik de waarheid niet vroeg
of laat moeten vernemen, en wel van
hem zeiven, daar hij er toch niet meer
aan denken kan, mij te huwen?"
Bij deze woorden barstte zij op nieuw
in tranen uit, zoodat Zoë in haren angst
riep »Gij overdrijftHendrik wil u nog
altijd huwen, maar
Maar hij bemint eene andere," zeide
Jeanne.
Waarom ook niet Bemint men dan
zulke personen
Waarom niet? Zij is immers zoo
schoon de markiezin."
»Maar niet zoo schoon als gij."
»Schooner. Daar men mij om harent
wille verlaat."
Hij zal weer terugkomen hernam
Zoë nu geheel ontsteld.
Maar Jeanne had hare tranen gedroogd
en riep met levendige stem »Hij zal
weer tot mij komen, zegt hij Gij
kunt gelijk hebben. Hij huwt mij uit ge
nade, uit medelijden, hij meent daarmee
een plicht te vervullen,tegen een bloedver
want een wees. En bij zal dezen plicht
misschien ook nu nog willen vervuilen.
Maar neemt gij, dat ik dat aannemen kan
dien aard In de Kamer werd op voorstel
van Janson besloten den czaar een adres
van gelukwensching te zenden.
Verder ontstond een langdurig debat
over de geldigheid van de verkiezing te
Borgworm De commissie adviseerde tot
toelating van de gekozenen Maar deze
conclusies werden bestreden, zoowel op
grond van de pressie welke op de kiezers
was uitgeoefend als met het oog op de
gekoze".en zelf. Een dergelijk debat wekt
natuurlijk de politieke hartstochten op en
zoo werd Dinsdag nog geen besluit ge
nomen.
Het voorstel om graaf Thun in staat
van beschuldiging te stellen, is door den
Oostenrijkschen rijksraad verworpen met
187 tegen 114 stemmen.
Bij het debat werden heftige woorden
gewisseld tusschen afgevaardigde Wolff,
van de groep Schönerer, en de Polen, die
door genen voor parasieten werden uit
gemaakt.
Tegelijk was het ook in de Hongaarsche
Kamer rumoerig tengevolge van beschul
digingen tegen den premier Banffy, die
bij verkiezingen zou hebben geknoeid en
een rechterlijk ambtenaar met afzetting
zou hebben bedreigd. De zaak is in ge
heime zitting behandeld. Twee kamer
leden, Gazari en graaf Darolyi, geraakten
in een heftigen twist gewikkeld en zonden
elkander hun getuigen.
Banffy verliet de zaal. Bij zijn terug
keer ging een verschikkelijk geschreeuw
op. De linkerzijde riep „Eruit
De zitting werd opgeheven te midden
van een onbeschrijfelijke verwarring.
Men kent den zwerftocht van het
Spaansche eskader Camara, dat tijdens
Neer., neen, ilc wil dit offer niet, ik geef
hem zijn woord terug, ik wil alleen blij
ven, alleen, alleen. Mijne scboone dioom
is uit
Het snikken brak hare st6in. De smart
overwon de trotschheid. Maar spoedig
was het vastberadende, energieke, driftige
en vlugge meisje vol wilskiacht weer be
daard geworden, en zeide >Ik wil hem
niet weer zien, nooit weer 1 Uit vrees van
mij te kwellen bedriegt en beliegt hij mij.
Ik wil hem minstens nog als bloedver
want en als vriend achtenHij
zal mij hier niet terugvinden
>Hoe Gij wilt vei trekken?" riep Zoë.
>Ja. Dadelijk. Hij kaD immers heden
avond komen."
En waarheen wilt gij gaan
Ik weet het niet. Wat kan mij dat
schelen. Rechtuit."
►Goed. Gaan wij dan 1" Zöide Zoë, even
besloten als hare vriendin in gewichtige
oogenblikken, even Kreoolscb als zij
misschien nog meer. Zij ging nu opstaan
en liep naar hare kamer.
»Waar gaat gij heen? vroeg Jeanne.
Ik wil Sophia de opdracht geven, om
voor ons den koffer in te pakken."
»Sophia is niet thuis. Van het kerk
hof terugkomende, heb ik haar wegge
zonden."
»Zij moet daar toch zijn, want zoo pas
hob ik naast ons geritsel gehoord."
»Kjjk dan eens."
Zoë opende de deur en trad bot kleine