i:
No. 1267.
Zaterdag 22 October 1898.
14® Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h-Vlaanderen
F. DIELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
"1 FEUILLETON.
DE WURGERS YAN PARIJS.
4XËLSCHE
COIIIUNT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A B 0 N N E M E N T S PR IJ S
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei
naar olaatsmimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De UITSLAG dor Loting voor de
Nationale Militie der lichting 1899, in
de gemeente Axel is als volgt
§0 v
NAMEN
.5 a
T
OER
Reclames.
o n
a a
LOTELINGEN.
8
Florentius J. B. van den Bft-g
Geeue
29
August Bernard
In dienst
5
Eduardus Franciscus v. d. Bilt
Gebreken
9
Camillas'de Block
Broedard.
26
Jan Boer
Geene
27
Jacobus van den Bos
Broederd.?
4
Marinüs Dees
Geene
11
Frederik Willem Dieleman
21
Reinier Dieleman
10
Willem Dieleman
12
Jan de Feijter
Broederd.
30
Gerard Jacobus Gast
Eenige zoon
22
Jacobus Dirk Hamelink
Geene
2
Jan den Hamer
Broederd.
31
Cornelis Gijsbregt Heijnsdijk
18
C. N. Jansen van Rosendaal
Geene
7
Arij "Willem Kruijsse
Broederd.
14
Cornelis Jan Loof
Geene
3
Frans Overdulve
13
August van Overmaire
Eenige zoon
19
Pieter Provoost
Gebreken
20
Jan Jacobns Riemens
Eenige zoon
28
Léandre van Rumste
Geene
6
Petrus Johannes Schelleman
Broederd.
23
Aloijsius Sijs
Geene
15
Cornelis van Tatenhove
24
Charel Verberkmoes
16
Karei Verstraten
Broederd.
25
Cornelis Jacobus Vinke
Geene
17
Onuo Zwier Vrielink
Broederd.
1
Jacobus Hendrik Wolfert
Men vleit zich te Brussel meer en meer,
dat de conferentie over de voorstellen van
den Czaar aldaar zal bijeenkomen.
Ruim een jaar geleden heeft de Bel-
»Glj spreekt, alsof gij vrij waart," mom
P6lde Blanchard getroffen.
Hij lachte. »En ik ben het ook
zoo spoedig ik wil. Als ik Nieuw-Cale-
nonië verlaten wil, zal niets mij terug
houden. De misdadigers zijn allen mijne
blinde werktuigen geworden. Ik zal mees
ter van net bagno zijn."
»Het is echter onmogelijk, uit het bagno
te ontvluchten," hernam Blanchard.
>0 Ik denk er ook niet aan, uit het
stralhuis van het eiland Nou te ontvluch
ten, waar wij eerst opgesloten worden.
Spoedig echter hoop ik, naar het vaste
land gezonden te worden. Van daar uit
is er niets gemakkelijker dan eon vlucht.
In een boot bereikt men binnen eenige
dagen Australië. En daar zijn schepen
vau alle volkeren Men zal mij niet al
te nauwkeurig op de vingers zien. Ik
ben immers een voorbeeldige" misdadiger
en een martelaar. Vraag maar aan den
kapitein. Dus nog eens, kameraad, wees
niet zoo trotsch. De loop van het leven
is zeer zonderling, en wie weet, of gij
nog niet eens van deze hand, die gij nu
zoo trotsch afwijst, den vrede van uw
hart zult te danken hebben."
Deze zeldzame woorden van den briet
gische senaat op voorstel van een zijner
leden een wet vastgesteld met zeer strenge
bepalingen tegen spel en weddenschap.
Het ontwerp is nog altijd niet door de
Kamers behandeld, maar heeft nu kans
eindelijk aan de orde te komen.
Van de werkstaking te Parijs is niets
meer overalleen bij enkele patroons,
die wat erg beneden de markt laten
werken, staan de werkplaatsen nog leeg,
vooral bij meubelmakers. Maar de wacht
posten zijn ingetrokken en aan de stati
ons is niets bijzonders te zien.
Op den spoorweg bij Versailles heeft
men getracht door beschadiging der sein
toestellen het sein „veiligte geven,
waaruit ongelukken hadden kunnen ont
staan. De daders zijn niet bekend.
Bijzonder kort is de mededeeling over
den Franschen ministerraad van Dinsdag.
Men kreeg een mededeeling over de ont
ruiming van Kreta en bericht dat de mi
nister van oorlog zal worden bedankt voor
d<j door de troepen bewezen diensten.
Nog wordt gemeld, dat de ministerraad
zijn goedkeuring hechtte aan de ontworpen
inkomstenbelasting en aan een ontwerp
tot herziening van het wetboek van bur
gerlijke rechtsvordering.
Op het Paleis van justitie te Parijs
verwacht men dat het rapport van Bard
over de revisie-aanvraag zal worden uit
gebracht in de openbare terechtzitting van
Donderdag 27 dezer.
De laatste dagen loopen allerlei geruch
ten, dat Zola in het geheim te Parijs is.
De deurwaarder is zelf al op weg geweest,
om hem het verstek-vonnis te beteekenen.
Maar hjj kon Zola niet vinden.
Te Parijs werd sedert Maandagavond
waren er echter slechts eene episode van.
Het treurige schrijven besloot met eene
lange, roerende troostrede van een wan
hopige aan eene beminde ziel, die men
onder tranen wil doen glimlachen.
HOOFDSTUK LXVIH.
Kameraad.
Te dezer tijde, waarin de misdadigers
van het laatste jaar in Nieuw-Caledonië
aankwamen, verliet in Parijs een hunner
vroegere gezellen in La Roquette zijne
gevangenis, 't Was Loustaloi. de ver
klikker, die zich te vergeefs den naam
Jagon had trachten te herinneren. Zijn
strafheid was ten einde, en hij ging weer
vrij d«> wereld in.
Op de plaats voor de gevangenis adem
de bij de lucht met volle teugen in, be
schouwde verheugd de straten, die zich
voor hem uitstrekten en liep met zijn
iichten bundel vroolijt voort.
Deze eerste gang in volle vrijheid, in
het schoone weder, door de menigte, be
dwelmde hem als het ware. Alles scheen
hem nu nieuw; het was hem, als zag hij
menschen, rijtuig gewelven en hoornen
voor de eerste maal van zijn leven.
En de vrouwen voor allesHij zou
gaaine ieder hunner om den hals gevallen
zijn. Daar dit echter niet ging, sprak hjj
des te vlijtiger de kroegen even aan,
waarvan hij zoo lang beroofd geweest was
evenals van de liefde.
de eerste aflevering van de onthullingen
van Esterhazy gevent. Maar de stafpartij
beweert dat het werkje niet echt is.
De Pol. Col. bevat de verbazingwek
kende mededeeling, dat de Franschen na
de inneming van Sikkasso de bevolking
als slaven onder elkander verdeelden.
De Times beklaagt zich over deFran-
sche regeering, die niet voor den dag
komt met een ruiterlijke verklaring, wat
de expeditie Marchand wel eigenlijk is,
en betoogt aat, als de regeering de ver
antwoordelijkheid voor de aanwezigheid
van Marchand te Fashoda aanvaardt, dit
moet leiden tot een verbreking der diplo
matieke betrekkingen.
Indien de regeering te Parijs daaren
tegen aan de expeditie alle politieke be
teekenis ontzegt, kunnen de onderhands
iingen op vriendschappelijke wijze worden
hervat.
Over het algemeen is de toon der Brit-
sche pers wat lager. Men vermoedt, dat
het bezoek van Moeravieff aan de Fransche
hoofdstad daaraan niet vreemd is.
De president van Zwitserland Ruffy
heeft dreigbrieven van anarchisten gekre
gen. De president wordt nu bewaakt.
Men gelooft in het Noorden, dat er wel
kans bestaat dat het verzoek om Zwe
den en Noorwegen onzijdig te verklaren,
gunstig zal worden opgenomen.
Te Rome verzekert men dat de regeering
zich krachtig zal verzetten als op de
anarchisten conferentie wordt voorgesteld
strafbaar te stellen de openbaarmaking
in de pers van berichten betreffende de
gevangenneming van anarchisten of be
treffende de tegen dezen te nemen maat-
Zoo bedwelmd door de lucht, de zon»
de vreugde, de vrijheid en den alcohol,
liep hij toch in eene bepaalde richting,
zoodat hij eindelijk bij het Oosterstation
kwam. Van daar spoorde hij met den
drieuurtrein naar Maison-Laffitte.
Daar aangekomen liep hij onmiddeljjk
door het vlek en zonder naar den weg te
vragen, naar de straat, die naar de oevers
der Seine loopt.
Daar scheen hij onzeker te worden en
sprak een man aan, die zich voor de deur
eener kroeg koesterde.
»Kunt gij mij ock zeggen, waar Mala-
pat woont
Malapat zeide de man. Wat doet
hij dan
Hij is tuinier."
MalapatMalapat
Heeft hij geen anderen naam
»Ja, hij heet Charles.
Waarom hebt gij dat dan niet dadelijk
gezegd? Charles ken ik zeer goed 1 Maar
Malapat, wie zal dat onthouden Hier
noemt men de tuiniers altijd bij hun doop
naam. Hij, dien gij zoekt, woont links
in het straatje, dat langs het beekje loopt."
>Hoe zal ik het huis herkennen
Daaraan, dat hij werkt in den tain,
die er voor ligt.
Loustalot bedankte hem, sloeg de aan
gegeven richting in en vond werkelijk
Malapat, die in een moestuin voor een
klein huis arbeidde.
»Heidaar, Malapatheidaar 1" riep de
Zoover behoeft men ook niet te gaan
't zou al een heele verbetering zijn als
de personen der misdadigers dooi de pers
doodgezwegen moesten worden, in plaats
van ze nu als belangwekkende persoon
lijkheden voor te stellen wier heele levens
loop haarfijn beschreven wordt, wiens
portret openbaar wordt gemaakt, en die,
gelijk in Zwitserland, zich belangrijk
kunnen maken door journalisten te
ontvangen.
Wij hebben in lang niets vernomen over
den gang der vredesonderhandelingen te
Parijs. Voor een dag of tien scheen de
voortgang bedreigd door de stellige eischen
van Amerika, maar de onderhandelingen
werden hervat op nieuwe instructies,
waaromtrent niets uitlekte. Thans wordt
aan Engelsche bladen geseind, dat de
Vereenigde staten waarschijnlijk conces
sies zullen doen met betrekking tot de
schuld van Cuba, terwijl volgens een
ander blad Amerika de 6% leening van
1886 zou waarborgen, maar niet die van
1890.
Uit New-York evenwel wordt geseind,
dat de instructies der Amerikaansche ge
delegeerden formeel zijn en verbieden
eenige geldelijke verantwoordelijkheid te
aanvaarden,
Het onderzoek van een memorie, over
deze zaak door de Amerikanen aange
boden, eischt eenige dagen, waarom de
beraadslagingen tot Vrijdag zijn uitgesteld.
Mac Kinley maakt de laatste weken
groote reizen door het land. In zijn rede
voeringen valt bijzonder op de aanprijzing
van het bezit van koloniën, voldoend be
wijs voor velen dat de president voor
het behoud der Philippjjnen is.
vrijgelaten misdadiger over de plank.
De aangeroepene hief het 'hoofd op,
herkende den bezoeker, fronste het voor
hoofd, verliet zijn werk en ging naar de
plank.
»Mij dunkt, dat gij u volstrekt niet over
mijn aankomst verheugt. En ik, ik was
reeds verheugd, u hier te zien
Hebt gij mij dan geheel vergeten
>0 neen, ik heb u niet vergeten."
»Reik mij dan de hand. Of zijt gij mis
schien trots, omdat ik uit de gevangenis
kom."
»Stiizeide Malapat, terwijl hij schuw
rondom zich keek.
>Wees maar bedaard Ik wil u immers
niet compromitteeren Höt is mij er niet
om te doen, dat zij weten, van waar ik
kom. Ik ken deze domme boeren Dat
volk is vol vooroordeelen Leid mij daar
om in uw huis wij spreken daar gemoe
delijker."
>Kom," zeide de tuinier met een kalm
gelaat en opende hem het poortje van den
tuin en leidde hem in het kleine armoe
dige huisje.
»Dat is goed hernam de ontslagen
misdadiger. »En de frissche lucht, die
men daar inademtIk blijf er dan bij,
om mij op het land terug te trekken en
tuinier te worden. Wilt gij mij daarin
behulpzaam zijn
»Onmogelijk Men zal vernemen, van
waar gij komt."
»Men zal niets vernemenNiemand