Binnenland.
Landbouw.
Roosevelt, de man die als aanvoerder
van het regiment vrijwillige cavalerie
rough riders zulk een naam maakte, is
nu werkelijk candidaat voor de betrek
king van gouverneur van den staat New-
York. Vroeger was hij politie president
aldaar en nog later onder secretaris voor
marine. Men beweert echter dat hij,
laatstgenoemde betrekking aanvaardende,
zijn domicilie naar Washington overbracht
en daardoor niet verkiesbaar is in N.-York.
Men herinnert zich uit de eerste weken
van den oorlog de prachtige vaart van
de Oregon, een der beste schepen van
de vloot der Unie, dat bij de oorlogs
verklaring juist op weg was, rond Kaap
Horn van de Stille Zuidzee naar West-
Indië te stoomeD. Dit schip moet nu met
twee andere, de Iowa .en de Buffalo,
Jenzelfden tocht in tegenovergestelde
richting maken met bestemming naar
Manilla. Als het Panama of Nicaragua-
kanaal klaar was, zou de reis van 60
dagen er slechts 20 vergen.
De Russen hebben de door de Japan
ners vernielde batterijen van Port Arthur
hersteld en bewapendzij bouwen ook
ïieuwe batterijen, waarvoor het materi
aal is aangekomen.
De knapste geneesheeren uit alle Chi-
naesche gouvernementen moeten naar Pe
ring worden gezonden voor den zieken
keizer aldus luidt een bevel aan de
gouverneurs.
Mevrouw Carnot, weduwe van wijlen
president Carnot, is Vrijdagavond plotse
ling op haar kasteel te Presles gestorven.
Atjeh. De correspondent van de N. R. Crt-
te Batavia seinde onder dagteekening van
Vrijdag
«Officieel. Teungkoe Tapa lichte bentengs
op te Menarang aan de Simpang Kanan-
rivier. Luitenant-kolonel Riesz is er met
honderd bajocnetten heen gegaan en heelt
de bentengs vernield. Tapa vluchtte in de
wildernis. Riesz vervolgt hem.
Het blad teekent hierbg aan
Teungkoe Tapa is de bekende geestdrijver
die door kolonel Van Heutz in Edi ver
slagen en van de Oostkust van Atjeh ver
dreven werd. Hjj week uit naar het Zuiden
naar het gouvernement van Sumatra's
Oostkust waar hij in het binnenland po
sitie nam aan de linker zijrivier van de
rivier van Tamiang, ongeveer een twintig
kilometei ten westen van Seroeway.
Aan het met de jongste mail aange
bracht verslag omtrent de voornaamste
gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh
en onderhoorigheden, loopende van 14 tot
deren ontdekte. Stond zij echter in de
bezoldiging der politie zelve, dan vond
men deze verkleeding natuurljjk, men bield
haar dan voor een middel om zich ge
makkelijker met den waar te nemen per
soon vertrouwelijk te maken.
En wanneer bovendien de afzetterij
ruchtbaar werd, dan had zij slechts
daarom er deel aan genomen, om haren
gezel op al zijne geheime weg9n te volgen
Ook baar compagnon trok voordeel uit
hare verbinding met de politie. Terwijl
zij hem bij deze ambtenaren als agent,
een betaald gezant voorstelde, leidde zij
iedere verdenking van zijne werkelijke
misdaad af.
Zijn naam kwam in een boek der pre
fectuur, maar in een, dat men bescheiden,
minder gevaarlijk en in cijfers geschre
ven was.
Zou bovendien eene onvoorzichtigheid
van de zijde van den markies da politie
aanleiding geven, hem scherper in het oog
te houden, dan was het waarschijnlijk
Florine, die met deze opdracht belast werd
en zij kon dan verslagen leveren, zooals
die haar pasten.
Zooals men ziet, kon het huis Lorenz
en Florine met zijne bekwame chefs alle
uitzicht op langen duur en voorspoed
geven.
Lorenz, de leeiling van Jagon Simon
net, en Florine die zich zelve gevormd
had, terwijl zij bijna alle ondeugden in
de nabijheid bestuu; deerde en ze voor eigen
en met 20 Augustus, is het volgende ont
leend
Wat de Noordkust betreft meldden zich
weder verschillende hoofden aan bij den
civielen en militairen gouverneur om zich
aan het Nederlandsch gezag te onder
werpen.
Panghma Polim moet te Poloh Keureb
versterkingen aanleggen. Deze had verder
den Imeum van Barabo doen gevangen
nemen wegens diens weigering om volk
te leveren voor den bouw van bentings
en loodsen te Keureb, terwijl de andere
Imeus van de VII moekims zulks wel
gedaan hadden. Ook hadden dez9n gel
delijke bijdragen gegeven om den strjjd
tegen ons vol te houden zoo had Pan-
glima Polim van elk der Imeums van
Koen jet P doh, Tandjong Nitjah en Baraho
KjOU dollars gevorderd, van die van
Uiediöng 500 dollars, en van T. Mantroe
Singgah Radja te Koedjet 300 dollars,
welke sommen alle betaald werden, be
halve door den Imeum van Baraoo, die
slechts 500 dollars gaf.
Onze t-ioepen maakten herhaadelijk
nachtelijke tochten naar de verblijfplaatsen
van T. Oemar en andere vijandelijke
bendehootdeu zonder het gewenschte
gevolg.
Wat de weergesteldheid betreft, wordt
gemeld dat het over het algemeen droog
weder was met zware windvlagen uit het
Z.-W. Ter Westkust van Atjeh viel vooral
des nacnts dikwijls zeer veel regen.
Van pokken in bet Melaboesche werd
niets meer vernomen daarentegen kwamen
er nog sfeeds koortsgevallen onder de be
volking voor. In Groot Atjeh was de ge
zondheidstoestand gunstig. Alleen .n de
Moekim Lamora (III Moekims Daroï) deden
zich enkele gevallen van pokken vooi.
In de III Moekims Daroï stierven 6
runderen aan veepest. Elders werden
omtrent heerschende veeziekte geen be
richten ontvangen.
De intocht in ApeldoornOnze Konin
gin heelt Vrijdag haren joyeusen intocht
te Apeldoorn gedaan.
Het ging daar als overal, hoewel zegt
men wat vertrouwelijker, wat intiemer.
Het was of men een lid van het gezin
ontving.
Mee kent daar dan ook de vorstelijk
sonen wat meer van naby. In het lan
delijk Apeldoorn leeft het hofgezin ais
een voorname familie in een groot dorp,
en de Kqpingin is er de Ambachtsvrouwe,
die na een langdurige afwezigheid, waarin
zij te midden van luister en praal bezit
nam van den troon barer voorzalen, aks
een vriendelijke, weldoende gestelte terug
keert in deu kring van de haren.
Hartelijk was het daarom niet minder.
Ongeveer half twaalf kwam onze Ko
ningin, natuurlijk vergezeld van hare
moeder, aan het station aan. Uit de
menigte, die lot boven op de kap van
liet perron was geklommen, steeg een
daverend gejuich op, dat door de duizen
den op het stationsplein werd herhaald.
Na uitgestapt te zyn, werd H. M., die
gekleed was in wit satijnen japon, ujk
rekening bedreef, bevonden zich nu op
den besten weg tot onmeteiijken rijkdom.
Het veld, dat zij gekozen hadden, was
een der ruimste. Zij spoorden alle ge
breken alle misdaden alle zwakheden, alle
laagheden van rijke huisgezinnen op, om
daar geldelyk voordeel uit te trekken.
Hunne slachtoffers, bevreesd door de be
dreigingen, verstikt dooi den angst,
strekten hun bals uit, en zij worgden hen
zedelijk, zooals J3gon kapitein Guérin
lichamelijk gedaan bad.
Het was dezelfde soort misdaad, zonder
gedruisch zonder bloedvergieten waar het
eene offer met don geworgden hais niet
schreeuwen kan, en het andere offer, ver-
verstikt door bedreigingen, onmachtig door
den angst zich niet durft verdedigen en
zwijgend betaalt.
En hoeveel veiliger zijn deze zeddlyke
«wurgers" dan de lichamelijke en hoe
veel rgker is de buit der wurgers, die
afzetten dan die der moordenaars?
(Wordt vervolgd.
gegarneerd met wit zilvergaas, en een
wit kapothoedje droeg met zilvergaas en
kleine pareltjes opgemaakt, verwelkomd
door den burgemeester, den heer H. P.
J. Tutein Nolthenius, wiens eebtgenoote
H. M. een bouquet aanbood. De echt-
genoote van den secretaris deed hetzelfde
aan de Koningin Moeder, die een perle-gris
zyden japon droeg.
Hierna hield de commissaris der Koning
in in Geldei land eene toespraak, waarna
in de wachtkamer de burgemeester, om
ringd door de leden van den raad, H. M.
nog eens verwelkomde en een adres aan
bood. Hij dankte ook de Koningin Moeder
voor alles wat zij voor Apeldoorn deed
en overhandigde ook haar eeD oorkonde.
De beide adressen waren door d6n
burgemeester eigenhandig, geheel met de
pen geteekend en bewerkt op perkament.
Op weg naar het paleis hadden ver
schillende hartelgke ovaties plaatsen
werden vele bouquetten aangeboden, o.a.
bij de kerk waar de predikant Hattink
H. M. toesprak, die vooraf vroeg of zij
ook even wilde uilstappen, hetgeen niet
noodig bleek te zijn.
Voor het overige hadden in Apeldoorn
dien dag de gebruikelijke festiviteiten, o.a.
volksspelen, vuurwerk, plaats.
En ttaaos kan H. M rust nemen 1
De Alg. Fleischer Ztg. heelt een onder
zoek ingesteld naar de door de Duitsche
Agrariërs gewenschte bescherming en be
vordering van den inlandschen veeteelt en
de bestrijding van veeziekten, door sluiting
der gieczen, voor buitenlandschvee. Daarbij
bleek dat, ten minste wat de varkens be
treft, de Duitsche boeren niet in staat zijn,
aan de aanvrage in Duitschland in den
eersten tijd te voldoen. Reods het gebrek
aan vleesch gedurende tiet verbod van
invoer uit 't buitenland bewees, dat de
Duitsche veeboer geen voldoer.de vee kon
leveren.
De Duitsche veeboeren bebben gebrek
aan voeder, aan mestvee en aan groote
weiden. Daarbij legt de Duitsche boer zich
liever toe op andere takken van 't bedrijf
die voordeoliger zijn, terwijl bij een grooter
aanbod van vee de vleeschprijzen zouden
daien. Als ook in een verre toekomst
Duitschland genoeg vleesch voor eigen ge
bruik kan opleveren, zoo is dit nu een
zwakke troost vooi de menschen die thans
gebrek aan vleesch hebben. De vrees voor
't ontslaan van veeziekten door den in
voer van buitenlandsch vee, zegt het blad
is geheel ongegrond. De veeziekten zijn
in Duitschland ondanks de sluiting der
grenzen, niet verminderd en zelfs hier en
daar ondanks verscherpt veterinair toezicht
vermeerderd.
In de opper-Silexische import abattoirs
daarentegen is dogezondheidstoestand goed
en verbetert zich nog elk jaar daar het
buitenland zelt een scherpe controle uit
oefent.
Hierin ziet het blad een bewijs, dat de
ziekte-kiemen in Duitschland zelf gezocht
moeten worden. De vrees voor den invoer
van ziek ree, is slechts een spook, waar
van de Agrariërs zich bedieneu, teneinde
door de sluiting der grenzen hooge prijzen
voor hun vee te bekomen.
Tal van deskundigen door de Allg.
Fleischer Ztg. ondervraagd, meenden dat
de geheele Duitsche grens voor den in
voer van buitenlandsch vee weder moest
worden opengesteld, terwijl aan de grens
dan een zeer scherp onderzoek van de
in te voeren dieren zou moesten plaats
hebben.
AXEL, den 4 October 1898.
Toen bij het samenstellen van het pro
gramma voor het kroningsfeest alhier de
medewerking van het fanfaren-gezelschap
«Conccidia" gevraagd werd, verklaarde de
directeur na overleg met bestuur en wer
kende leden, dat de feestcommissie op het
gezelschap ïekenen kon en dat «Concordia"
zich zou doen hooren waar en wanneer
dit wenschelgk of noodig werd geacht.
Naar onze bescheiden meening heeft ods
muziekgezelschap gedurende de feestweek
aan die belofte voldaan, dank zjj de over
eenstemming tusschen den directeur en de
ernstige werkende leden.
Dat deze medewerking aan het gunstig
verloop der feestelijkheden heett bijdragen
behoeft dan ook niet gezegd te worden,
maar, wat allen twijfel daaromtrent weg
neemt, is het feit, dat onze burgemeester
als blijk van erkentelijkheid voor die mede
werking aan het gezelschap een medaille
toezegde als toeken van herinnering aan
die schoone dagen, niet alleen, maar tevens
als een bewijs dat de hulp en de steun
door «Concordia" bij die gelegenheid ver j
leend, op prijs worden gesteld.
Door den voorzitter van ons muziek
gezelschap, den beer Van Ruijven, werd
in den loop dor vorige week van onzen I
burgemeester deze medaille iu ontvangst
genomen, eene medaille welke met recht I
naast de andere, bij verschillende gelegen-
heden verkregen, een eeieplaats zal in
nemen. Het is een prachtstuk. Omgeven
door een lauwerurans en gedekt door eene
kroon, bevat zjj aan de eene zjjde de ins
criptie «Burgemeester Oggel aan «Con
cordia" en aan de keerzijde «kroningsfeest
Axel, 6 Sept. 1898".
Dit blijk van waardeering van het
hoofd onzer gemeente voor de diensten j
door «Concordia" Dewezen, wekte niet
minder waardeering bij Bestuur en Wer
kende Leden der vereeniging en vandaar
dan ook, dat jl. Vrijdagavond onzen Burger
vader een ovatie weid gebracht waarbij
de voorzitter ten duidelijkste deed uit
komen, hoezeer «Concordia" zich verneugt
in do waardeeriDg en den steun van allen
die haar een goei hart toedragen waar
onder in de eerste plaats onze burge
meester Oggel mag genoemd worden.
Nadat door den burgemeester nog een
woord van dank voor de betoonde erken
telijkheid was gesproken voerde het ge
zelschap nog een paar nummers uit en
trok het onder een opgewekten marsch
naar het repetitielokaal.
By de Oeref. kerk B alhier is be
roepen Ds. C. Oranje te Berkel en Roden
rijs (Z. Holland).
De heer J. H. Op Heij, directeur
der stadsteekenscnool en bouwkundige
te Huist, heeft alhier aan het gemeente- I
bestuur verzocht om aan hem een lokaal
van het kazernegebouw in gebruik af te
staan om bij voldoende deelneming met
1 Nov. e.k. in deze gemeente eene curcus
in hand-, lijn- en vakteekenen op te
richten.
Grepen staatsbegrooting 1899.
Philippine—Middelburg.
In de toelichting tot de staatsbegrooting
voor 1899 deelt de min. v. financiën het
volgende mede De bedyking der schoi ren
in het verdronken land van Saeflingen, j
onder Clinge en Graauw, sedert Koningin-
Emmapoider yenaamd, is, niettegenstaande
de voor een goed deel voltooide zeedijk
door den storm van 18/19 Juni 1897 zwaar
werd beschadigd en ontredderd, zoo goed
geslaagd, -lat net werk tegen den op 29
November 1897 gevolgden storm volkomen
bestand bleek te zijn.
De geheele oplevering had, nadat eenig
uitstel was verleend, in December 1897
plaats.
De kosten dezer onderneming, bedijking,
nieuwe haven voor Clinge, keiweg naar
de haven, verbreeding der Suatiegeul van
en aanleg van een waterboezem, in den
van Alsteinpolder, met vergoedingen aan
derden voor innemingen van grond, toe
zicht en onderhoud tot 30 Juni 1898 bebben
beloopen 316 680, waarin bet aandeel
van den Staat 279.350 beliep.
Voor den aacleg van een stuk keiweg
in den Louisapolder, wegens deze bedijking
gewenscht heeft de Slaat bovendien nog
betaald 5.056.
Met uitzondering van pi. m. 14 H.A.
in de nabijheid der nieuwe haven, die voor
huisplaatsen en erven naar mate van aan
vrage zuilen worden verkocht, Is het eigen
dom van den Staat in den polder, blijvende I
498,722 H.A., 30 Juni en 1 Juli jl. in het I
openbaar verkocht voor ƒ775,020 met 5
pCt. onraadspenningen, zoodat de Staat,
aaDgezion de bedijkte grond als schor
slechts 600 'a jaars opbracht, uit da