No. 1262.
Woensdag 5 October 1868.
14® Jaarg.
i ll mJ
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen
F. DIELEMAN,
AXEL.
BELANGRIJK BERICHT.
FEESTPLAAT
ter lerinnermg aai het Kroningsfeest.
DE UITGEVER
Buitenland.
«e FEUILLETON.
DE WURGERS YAN PARIJS.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei
naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Voor de abonné's op ons blad is aan
ons bureau verkrijgbaar gesteld als pre
mie een prachtige
Het grootste deel dezer in kleuren
gedrukte plaat stelt voor het hoofdmoment
van de inhuldiging in de Nieuwe Kerk
te Amsterdam.
Duizenden, die het schoone feest heb
ben medegevierd, zullen er prijs op stellen
zulk eene herinnering te bezitten. Boven
dien is de plaat zeer geschikt om achter
een lijst te zetten, daar zij prachtig is
uitgevoerd.
De prijs is, afgehaald aan ons bureau,
alwaar een exemplaar ter bezichtiging is
gesteld, 50 cent.
Gelieve achterstaanden BON ingevuld
aan ons Bureau te bezorgen.
Het Fransche hof van cassatie zal ver
moedelijk het geduld van het publiek op
eeu harde proef stellenmet alles en
alles kan het wel Januari worden eer
de uitspraak valt. Eu als men nagaat
hoe uitgebreid het in te stellen onderzoek
wellicht kan zijn, dan is die termijn niet
te lang.
De Aurore maakt melding van een
brief van Esterhazy (aan Ravary of Du
Paty waarin deze, toen de klacht van
HOOFDSTUK LXII.
Da vennoot begint zijne werkzaamheid,
Florine had den heer Claudo scbriftge
lijk om een onderhoud verzocht daar zij
hem eene mededeeling te doen had, en
deze heer had haar om vier uur 's na
middags op zijn bureau ontboden. Want
de politie heeft tot beginsel, nooit eene
aangeboden mededeeling af te wijzen, daar
zich onder tien belangelooze berichten
toch altijd een paar gewichtige aandui
dingen bevinden.
Toen Florine het kabinet van den vei
ligheidschef binnentrad, zeide deze tot
haar
>Ha daar zijt gij dan. Waarom komt
gij hier Zijt gij misschien w9der in eene
slechte geschiedenis betrokken
«Volstrekt niet, mijnheer," zeide zij be
leefd. Ik leef zeer ingetogen en braaf en
zal zeker nooit weer reden tot klagen
geven."
«Des te beter voor u. Dan berhaal ik
echter mijn vraagwaarvan is er dan
sprake
«Gij hebt mij eenmaal last gegeven."
hernam Florine, »een zekere Mathilda
Simonnet juffrouw van Vilieneuve genaamd
Mathieu Dreyfuss in onderzoek was,
schieef: „Zijt gij wel zeker van uwe
experts." Deze brief is naar het blad er
bijvoegt, in handen van de regeering
geweest.
Tafelgesprekken beginnen iu de Dreyfuss-
zaak steeds grooter rol te spelen. Aan
tafel verklapte een lid van den krijgsraad,
dat Dreyfuss op geheime stukken was
veroordeeld, aan tafel verklapte Ravany,
dat hij op bevel uit zijn acte van be
schuldiging tegen Esterhazy l1/2 bladzijde
beschuldigingen had weggelaten, aan tafel
heeft men Casimir Perier hooren spreken
over het bezoek van graaf Munster, die
eenige uit de Duitsche ambassade gestolen
papieren kwam opeischen. Dit verhaal
is door pater Bailly opgevangen, aan de
Croix overgebracht, en wordt aangehaald
als bevestiging van het bekende verhaal
van Daily News.
Het bericht van het besluit der Fransche
regeering tot herziening van het Dreyfuss
proces heeft, volgens een telegram van
Central News, in de Synagoge te Boston,
waar men juist den Grooten Verzoendag
vierde, groote ontroering verwekt.
Toen het bekend werd, juichten vele
mannen en klapten in de handen van
vreugd, en vele vrouwen vielen flauw
van aandoening.
De Fransche bladen bevatten allerlei
beschouwingen over den vermoedelijken
gang van zaken, zelfs interviews van leden
van het hof van cassatie over de kansen
der revisie.
Uit al deze beschouwingen kregen wij
een indruk, welke wij vermelden, zonder
dien als waarheid te geven. Grondslag
van de aanvraag om rivisie is de brief
te bewaken. Herinnert gij u dat nog
mijnheer
»Zeker. Maar ik herinner mij ook dat,
deze verrassing geen resultaat had."
«Zonder mijn schuld. Ik voerde mijn
opdracht nauwgezet uit en kan het niet
helpen, dat juffrouw van Vilieneuve mij
geen stof voor een pikant of belangrijk
verslag gaf. Had ik dan aan mijne
phantasie den vrijen loop moeten laten
in plaats van mij aan feiten tb houden
Gij hebt gelijk. Maar wilt gij nu?"
>U op nieuw mijne diensten aanbieden
«Wij hebben juist geene zaak voor u,
Zal zich ergens een aanbieden dan zai ik
aan u denken."
»0, de zaak is reeds geschied en als
gij mg toestaat om dat te verklaren
►Helder het dan op."
Er is op nieuw van juffrouw van Vil
leneuve sprake."
»De tegenwoordige markiezin de RL
bas," voegde de heer Claude er bij.
»Juist."
«Nu
«Nu, bet toeval beeft ray nog eens met
baar ot veeleer met haren man in aan
raking gebracht, en ik heb reden om te
gelooven, dat zijn toestand niet zoo dui
delijk is als bet schijnt".
>Eu gij kunt hem verduidelijken
«Gg hebt het geraden, mijnbeer."
»In één woord, gij kunt uwe vroegere
vergeefscbe pogingen als agent weer her
stellen, of om het zoo uit te drukken, de
van mevr. Dreyfuss, waarin, onder ver
wijzing naar haar vroegere aanvraag tot
annularis van het vonnis, revisie wordt
gevraagd op grond van de bekentenis van
Henry en op grond van het verschil in
de conclusies der experts, die in 1894 en
drie jaar later het bordereau onderzoch
ten. Dit laatste punt geraakt in de
Fransche pers geheel op den achtergrond
de bladen, die de zaak bespreken, roeren
allen aan de vraag of de ontmaskering
van Henry een nieuw feit is zelfs meldt
men dat Sarrien in zijn brief aan Manau
de kwestie der expertise liet rusten.
Ons dunkt dat alles een niet te best
teeken. Sarrien is niet geheel te vertrou
wen, en een deel der pers meent dat het
hof van cassatie in zijn oordeel beperkt
is tot de feiten, welke de minister aan
ziju oordeel onderwerpt.
Casimir Perier, gevraagd naar de waar
heid van het verhaal van Daily News
over de redenen tot zijn aftreden, heeft
den interviewer verwezen naar zijn ver
klaring voor het hof van de Seine, dat
hij niets wist van de aanhangige zaak
en dat hij krachtens zyn plicht en zijn
niet-verantwoordelijkheid niet mocht spre
ken over de andere punten. Gabriël Mo-
nod echter zegt dat Perier in die dagen
slechts eenmaal een onderhoud met graaf
Munster had, en dat toen geen sprake
was van het terugvorderen van gestolen
stukken.
De oud-minister Rambaud ontkent,
gelijk men weet, te hebben gezegd, dat
het geheele vorige kabinet de valsche
stukken kende, en de voorzitter der ver
gadering valt hem bij. Het kamerlid
Tramu houdt echter het tegendeel vol.
De experts hebben nogmaals de deur
waarders naar de woning van Zola ge
zonden, en daar beslag doen leggen op
alles wat niet reeds met beslag was be
legd. Het geheel moet een schandelijke
plagerij zijn, maar wordt natuurlijk door
de justitie gedekt.
Maar waarom keert Zola ook niet terug
Het bericht over de terugkomst van
Nathalie in Servië wordt aangevuld met
de mededeeling, dat Milan ook in Servië
blijft. Maar hij zou te Nisch wonen en
zijn vrouw te Belgrado.
Stojalowski, het bekende lid van den
Oostenrijkschen Rijksraad, zou te Czacza
(Galicië) worden gevangen genomen, maar
hij sprong op een treeplank van een
trein, welke juist wegreed. Onmiddellijk
seinde men den trein te doen stoppen,
maar de vluchteling was verdwenen.
Te Orsova is een man aangehouden,
die verdacht werd een aanslag op koning
Karei van Roemenië voor te hebben, en
die, volgens een telegram, „pistolen,
dolken, messen en vergift" bij zich had.
De Engelsche vloot in de Grieksche
wateren neemt maatregelen om te be
letten dat Turksche troepen naar Kreta
worden gezonden.
De koning van Griekenland, die aan
het doodsbed zijner moeder vertoeft,
wordt door enkele Grieksche bladen, o.a.
de Asty, teruggeroepen met het oog op
zekere plannen in militaire kringen. Vele
officieren willen den kroonprins verzoeken
zich aan het hoofd te stellen eener be
weging tot hervorming der militaire in
stellingen en vragen hem zich te omrin
gen door een raad van officieren van
alle wapens.
schande af te wasschen."
Vindt gy dat niet natuurlijk Gij hebt
mij toen ontslagen met het verwijt, dat
ik de zaak Diet verstond. Ik geloof daar
voor minstens even geschikt te zijn al:
alle andere en dit zal ik u bewijzen.'
«Gij nebt dus eerzucht?" hernam de
veiligheidschef' glimlachende. »Dat is zeer
nuttig in het vak. Wat den echtgenoot
van juffronw Simonnet in 't bijzonder be
treft, zoo zou ik gaarne, voor iets tegen
hem gedaan werd, willen weten, waarop
uw twijfel betrekking heeft. Zou bem
den titel van markies de Ribas niettoe<
komen
Integendeel, zijn naam en titel zijn
zoo wettig mogelijk.
»Wat verwijt gjj hem dan
>Uitgaven, die niet in verhouding staan
met zijn vermogen, dat niet zoo aan'
zienlijk kan zijn."
»En wat besluit gij daaruit?"
«Ik geloof, dat de politie aan de ge
heelo zaak niet vreemd is."
«Wat wilt gij daarmee zeggen
»De markies moet door eene vreemde
regeering met eene geheime zending be
last zijn, waarvoor hg rijkelijk beloond
wordt zoo rijk, dat zij in ieder geval
van groote draagkracht en hare ontdek
kiDg van groot gewicht moet zijn."
«Wanneer dat zoo is, dan gaat de zaak
niet mij aan al het politieke valt in he
ressort van den heer Mably, zooals gij
weet."
Wel is waar weet ik dat, maar ik
dacht, dat gij hem welwillend bg mij
zoudt aanbevelen.
«Dat was dan uw geheele voornemen.
Gij zijt geene slechte, diplomatieke vrouw.
Zooals ik zie. bestaat uw eerzucht daar
in, aan de staatkundige politie te behoo-
ren. Het denkbeeld is niet slecht, het
oogenblik gunstig. Gij zijt fijn, vlug, h6bt
sierlijke manieren en Kunt, als het ver
richt wordt, voor eene groote dame spelen
die met diplomaten verkeert. Het zij zoo.
Ik zal er met mijn collega over spieken
daar gij werkelijk liefde voor het hand
werk schijnt te hebben."
Zeg liever hartstocbt 1" riep de lange
Florine vol ijver. »En gij kunt bet mij
□iet kwalijk nemen, dat gij het zgt, wel
ke dien ijver in mij opgewekt heeft. Ik
dacbt immers niet eerder aan dit band-
werk voor gjj mij bij juffrouwVilleneuve als
wachter aansteldet."
Gij hebt vorderingen gemaakt sedert
dien tijd," merkte de heer Claude op ter
wijl hij haar wegzond.
Do komst van Florine bij den veilig
heidschef was volstrekt geen verraad van
Lorenz, maai eenvoudig een meesterlijke
trek, een middpl, om zich eene achter
deur open te houden en ingeval van eene
beschuldiging geheel vrij te blijven. Florine
kon zich niet qutveinzen, dat zij als staat
kundige beschuldiger groot gevaar liep,
als men hare vermomming in mansklee-