Landbouw. PROEFSTATIONS. geweerdragende volgelingen alleen werd te Djolok Ketjil op 3 a 500 geschat. De vier voornaamste onderaanvoerders zijn T. Baroeh een der patoeha ampat van Gedong, T. Ajoen oeloebalang van Malang Oebi, T. Moeda Tirou een Oelama van Blang Mangat en T, di Boewab een Oelama uit het gelijknamige landschap. De radja's ter oostkust verklaarden het bestuur dat zij niet in staat zijn iets tegen T. Tapa te ondernemen niettegenstaande hun streng verbod, stroomen honderden hunner onderdanen naar hem toe. Den 28sten Juni trok een gedeelte van T. Tapa's volgelingen onder aanvoering van T. Awi Getah naar Edi Tjoet. De vorst T. Rad:a Nagoer hield zijn koeta voor hem gesloten, maar de overige buizen van Edi T. werden alle door de benden in beslag genomen. De noodige veiligheidsmaatregelen voor Edi werden nu genomenhet blok buis op de Roembia de vestiging aan de Koeala en de Chineesche kamp werden door pradjoerist bat civiel etablissement door militairen bezet terwyl Hr Ms Sumbawa ter reede bleef. Den 29en Juni rapporteerde Radja Nagoer dat zijn broeder Radja Boekit den vijandigen T. awe Getah en zijn volk uit Edi Tjoet bad verjaagd in de richting van Bagoh. Een militaire patrouille rukte den volgenden dag uit naar Edi Tjoet en vond geen spoor van een vijand. Nauwelijks was de troep 'smiddags omstreeks 3 uur in de benting terugge keerd of het civiel etablissement en de pasar werden van alle zijden door Atjehers aangevallen. Na een vuurgevecht werden do aanvallers door mata-mata's de gewapende politie-dienaren en twee militaire patrouilles verdreven vele dooden en gewonden achterlatende. Het vuur hield echter den geheelen dag aan. Ter versterking van het garnizoen werden der. len Juli 2 compagnieën van het 7e bataljon naar Edie gezonden. De weergesteldheid was in Groot Ajteh na eenige regenachtige dagen warm en droog en de gezondheidstoestand over het algemeen gunstig. Wat de veeziekte betreft wordt gemeld dat ook in Marassa gevallen van veeziekte voorkwamen en die ziekte bleef heerschen in de VI III en IX moekims. Van 25 tot 30 Juni stierven in dat gebied 13 runderen en 2 karbouwen en in Marassa 5 runderen en 1 karbouw. In Lehong moet ook de tot nog toe gespaarde veestapel in de moekim Blang Meb geheel uitgestorven zijn. In Koeloe stierven een vijftigtal karbouwen en run deren en heeft men het resteerende rund schen, meende de profekt van politie het verzoek niet te moeten afslaan en stelde den vreemden journalist een kaart aan den directeur ter hand waarin hij dezen heer machtigde, den vreemdeling alle lo kalen te laten bezichtigen. De gentleman dankte op echt Engel- sche wijze en begaf zich direct naar de bewuste gevangenis. Daar werd by door den directeur op zijn kaart zeer voorkomend ontvangen en bezichtigde met het grootste belang de school, de ziekenkamer, de kapel en ten laatste het meest pikante, de cel van den veroordeelde. Zij was hoog, luchtig verkreeg baar licht door een hoog gelegen, getialied venster en bevatte aan meubels een ijze ren bed, verscheiden stoelen, een groote tafel en eene electricche klok. Toen de directeur met mr. Blackwell binnentrad hief Jagor, die aan de tafel schreef, snel het hoofd op, wierp een blik op den bezoeker en beefde. De journalist scheen mede een weinig getroffen te zijn, want hij waagde het in den beginne niet, verder te gaan, Jagon zijne verlegenheid bemerkende naderde hem een schrede en zeide tot hem »Gij zijl een Engelschman, mijn heer Blackwell was weer kalm geworden en zeide»Ja, Een Engelsche verslag gever." Verslaggever Dat wil zeggen nieuws- vee naar de bergen gebracht om het dpar in vrijheid te laten rondloopen. Lepong en de IV moekims zijn tot dusver ge spaard gebleven. Ter voorkomfng van overbrenging der besmetting uit de Moe kim Lampagger naar de IV moekims, is de Blangkala pas op eenige plaatsen door paggers afgesloten. Ter Noordkust kwam het mond- en klauwzeer ook onder het vee in T'joenda voor. De Koning van België, vergezeld van het viertal heeren, en wel de minister De Smet de Naeyer, twee ordonnans officieren en den heer F. I. B. van Schooten, inspecteur van het Belgisch loodswezen, kwam Vrijdagavond te ongeveer 7 uur van zijn rijtoer te Vlissingen terug. Wijl de koning vooi de duisternis aan boord van zijn jacht de Alberts varende onder Engelsche vlag terug wilde zijn. weid geen gevolg gegeven aan het voornemen om Westkapelle met den beroemden dijk te gaan zien maar te Zoutelande de weg naar Vlissingen ingeslagen. Aldaar teruggekeerd wandelde Z. M. er langs de Noord boulevard naar de Belgische loodsen-societeit, waar de vorst zich een oogenblik met een paar loodsen onderhield. Vervolgens ging de koning naar het standbeeld van De Ruyter, waarvoor Z. M. 't hoofd ontblootte. Per rijtuig ging 't verder naar de buitenhaven, om van daar per boot het mooi verlicht, ter reede liggend jacht te bereiken. Z. M. was evenals bij zijn bezoek aan Middelburg gekleed in witte pantalon en en dito vest grijs jasje en wit strooien hoed. De koning verklaarde zich hoogst vol daan over dit uitstapje en dankte den heer Van Schooten voor diens geleide. Zaterdag ochtend te acht uren lichtte het jacht hel anker en stoomde het Oostgat uit met bestemming naar Ostende. M. Ct. Adres van het gemeentebestuur van Brussel aan Koningin Wilhelmina. Men seint uit Brussel aan de N. R. Ct. Het college van burgemeester en sche penen heeft besloten, door tusschenkomst van den Nederlandschen gezant het vol gende adres te zenden aan Koningin Wilhelmina Mevrouw „Veeitien jaren geleden had de Belgi sche hoofdstad de groote eer. Hunne Majesteiten Koning Willem III en Koning in Emma der Nederlanden te begroeten, en feestelijk de souvereinen te ontvangen van een vrij volk, aan welks lot onze gierige van beroep. En wilt gij waar schijnlijk in uwe courant een artikel over mij schrijven Ik verzoek u dan, om mij naar welgevallen te beschouwen en vertel aan uwe landgenooten, dat een ter dood veroordeelde er niets anders uitziet dan een gewoon menscüenkindik eet en drink uitmuntend, en gevoel mij op dit oogenblik, maar het mij toeschijnt, ge moedelijker dan gij zelf." »Ik beken inderdaad zeide de journalist verlegen. ►Waarom zijt gij zoo beschroomd ging Jagon voort zijnet, bezoeker scherp aanziende. »Uw bezoek is zeer natuur lek, ik had bet bijna verwacht. Ik dacht wel, dat men my niet zou lat6n sterven zonder mij te bezoeken, om te vernemen hoe het met mijn gemoedstoestand staat, en of ik nog altyd de oude ben vast in zijn besluit en bewerende dat bij on schuldig is. De directeur meende hier tussbenbeiden te moeten komen. »Houd u kalm Jagon »0, ik ben volkomen rustig, mynheer directeur," hernam de veroordeelde. »Men heeft mij bezocht en ik spreek daarover mijn dank uit. »Het is aan mij, u te danken," zeide de journalist, die langzaraerheid zijne koelbloedigheid terugkreeg. Tegelijker tijd vraag ik u, of ik, met mijn zwakke klachten en zonder de wetten der admi nistratie te schenden iets voor udoenkan." „Iets voor mij doen Natuurlijk gewesten iangen tyd verbonden zijn ge weest. Het onthaal, door de bevolking van Brussel aan de Doorluchtige Ouders van Uwe Majesteit bereid, heeft Hun moeten bewijzen hoe hartelijk de gevoe lens van wederzijdsche genegenheid zijn van onze zustervolkeren. Sprekende uit naam van de stad Brussel, waar Willem III het levenslicht zag, wenschen wij, Mevrouw, Uwe Majesteit opnieuw de verzekering te geven van die gevoelens, op den dag van Hare troonbestijging. Wij spreken de hoop uit, dat onder de regee ring van Uwe Majesteit, en tot groot voordeel van de twee volkeren, de har telijke betrekkingen tusschen Nederland en België nog vermeerderd en versterkt zullen worden en wy verzoeken de Koning in der Nederlanden, met onze wenschen voor Haar geluk en dat voor Haar volk, de verzekering te willen aanvaarden van onzen onveranuelijken eerbied." (Slot.) In het vorige hebben we gehandeld over de formaliteiten, bij het nemen en onder zoeken van monsters in acht te nemen. Thans iets over dat onderzoek zelve. Er zijn twee vormen van verkoop onder open bare controle. In de eerste plaats de verkoop op ge halte. Dit is zeer eenvoudig. De hande laar komt daarbij met den kooper overeen, dat deze een zekere som voor elk procent van de eene of andere stof betalen zal. Bijv.: Een handelaar verkoopt aan een landbouwersuperphosphaat tegen een prijs van ƒ0,20 pei procent phosphorzuur (in water oplosbaar.) Bij het onderzoek aan het proefstation wordt een gehalte van 13°/0 phosphorzuur gevonden zoodat de kooper moot betalen 13 X 0.20 2.60 per 100 KG. 2e Voorb. Lijnkoek wordt verkocht tegen 0.30 per procent eiwitachtige stoffen en en tegen ƒ0.12 per procent vêtachtige stoffen, en onder waarborg van minstens 94% zuiverheidd. w. z. er mogen in de koek niet meer tian 6%onkruidzadeD enz. voorkomen. Stel nu, dat er gevon den wordt 30°/o eiwitachtige stoffen en 12% vetachtige stoffen dan moet vooi de koek betaald worden 30 X 0.30 12 X /0.12 9 1.44 ƒ10.44 per 100 KG. Bevat de koek meer dan 6% onzuiver heid, dan wordt dit procents-gewyze van de koopsom gekortterwijl eene partij hernam Jagon snel. Beproef met alle middelen, die in uw macht zijn, om kwijt schelding voor mij te verkrijgen." >Gij machtigt mij dan daartoe »Ik machtig u niet alleen, maar ik bid u er zells om Als ik het schavot be klimmen moet, dan zal ik het doen, on verschrokken en gelaten. Maar ik had bet tegendeel toch liever. Voor my klinkt dit misschien wonderlijk, want ik heb nooit veel om mijn leven gegeven maar bet is zoo." »Dan zal ik beproeven, u te hulp te komen," zeide de Engelschman. »Goed. Maar ik vei zoek u ook, zich niet al te veel om mij bloot te stellen." >0," hernam Blackwell, ik zal anoniem blijven." >Doe dan, mijnheer, wat gij kunt. Ik kan u niet zeggen watdat moet gij zelf weten. Maar als mij genade geschonken wordt, zal het mij aangenaam zijn, te denken, dat ik het aan u te danken h6b." En zich tot don directeur wendende, ver volgde hij: De korrespondent eener En gelsche courant en gij zult lichtelijk inzien, dat ik hem mijn belang tracht in te boe zemen. En het wordt hem zeuer niet belet, iets voor een armen ongelukkige te doen." Geen dei woorden van Jagon kon arg waan opwekken bij de aanwezigen en toch had ieder woord voor Blackwell zyn die pen zin. De directeur deelde nu mede, dat het met meer dan 15% onzuiverheid afga- keurd wordt. Bij den verkoop onder betaalde garantie gaat het eenigszins anders toe. De waren worden dan verkocht onder verzekering, dat zij van bepaalde bestanddeelen een zeker gehalte bezitten. Bevat nu de waar meer dan bet aangegeven gehalte van zekere stof, dan moet de kooper dit aan den verkooper betalen wordt er minder in ge vonden, dan wordt korting toegepast op de koopsomdie korting wordt met 8% veimeerderd als boete. 'Evenwel, Diet in alle gevallen moet door den kooper meer betaald en van de koop som gekort worden. Men heeft van weers zijden een zelrere speling toegelaten. Die speling bedraagt voor phosphorzuur op- losoaar in water hoogstens voor stikstof 1/2°/<>, voor kali 1%. voor kalk 5°/o. Bevat een monster chilisalpeter b.v.1 /20/, stikstof meer, dan gewaarborgd was, dan moet de kooper dit niet vergoeden in geval er 1/2% minder is, heeft de kooper geen recht op korting. Mocht iD eene stof eeu tekort zijn van een of meer ge waarborgde bestanddeelen en een over maat van een of meer andere, dan wordt van het tekort verminderd met wat er te veel isevenwel met dien verstande, dat in geen geval meer dan 1% kali of phosphorzuur en 1/29/0 stikstof voor het verminderen wordt iD rekening gebracht. De verkoop onder garantie is dus veel omslachtiger, wat de waardebereking be trett, dan de verkoop op gehalte. 3ij ver koop op gehalte wordt natuurlijk nooit een cent te veel of te weinig betaald maar zooals uit hot voorgaande bleek, de bepalingen bij het onderzoek van waren, op den garantie verkocht, zij zóó scherp, dat de handelaar zich wel wachten zal voor opzettelijke vervalsching. Integendeel is er in die bepalingen voor den fabrikant een prikkel, om zijne waar zoo goed mogelijk te maken. De praktijk heeft dan ook al geleerd, dat dit in vele gevallen werkelijk geschiedt. En vooral gebeurt dit, als men, zooals ook in onze streken, vereenigingswijze groote partijen tegelijk koopt. Dit koopen bij groote massa's en als vereoniging heeft bovendien nog groot ge mak, wat betreft het nemen van monsters en de opzending daarvao. Immers als 20 boeren elk afzonderlijk kochten, zou elk zijne monsters moeten nemen en op zenden, terwijl men als vereeniging met ééne monsterneming en één onderzoek voldoet. Hierbij komt nog, dat het nemen van monsters lang niet ieders werk is. Dit moet n.l. op een bepaalde wijze ge schieden, anders kan het onderzoek tot niets leiden. Wellicht schrijven we later nog y/el een kort woord over de monster neming op zichzelve. Hoewel de knoeierij sedert de oprichting der proefstations sterk is afgenomen, toch meene men niet, dat altijd goede waar wordt afgeleverd. Onlangs nog onderzocht het proefstation te Goes een monster superphosphaat, dat van het grootste deel uit gemalen roode steen bestond. Eenigen tyd vroeger werd eens een monster chili ingezonden, dat nauwelijks 2% stikstof bevatte. Ondeizoek is dus tijd zou zijn, om weg te gaan. All right, all right," zeide de Engelsch man. »Yeroorloof mjj slechts, mynheer directeur, dat ik uwen gevangene de ver zekering geef, voor hem te zullen werken." Daaraan twijfel ik niet," zeide Jagon. >Ik lees in uw blik, dat gij het oprecht meent, evenals gij u verzekerd kunt hou den, dat ik dezen, uwen dienst nooit ver geten zal. Het is altijd goed, goede vrien den te hebbei? zelfs in Nieuw-Caledonië. Hij groette, aisof bij het was, die de bezoekers uitliet en nam zyn plaats aan de tafel weder in. Spoedig daarop verliet Blackwell La Roquette, nadat hij zich bij den directeur zeer beleefd verontschuldigd had over de ongelegenheid, dieny dem had veroorzaakt. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 2