No. 1216. Woensdag iö Augustus 1868. 1 ie Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh-Vlaanderen F. D1ELEMAA, Uitsluitend voor de Abonné's y ld blad, SSBHÏPiliï Buitenland. m FEUILLETON. DE WURGERS VAN PARIJS. COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde» naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren. Met het oog op het aanstaande Kronings feest,, heeft de Uitgever van dit Blad het in het belang van zijn lezers wenschelijk geacht, een voor zijne abonné's verkrijgbaar te stellen. Deze plaat is zeer mooi afgewerkt en heeft eene afmeting van 63 bij 78 c. M. In het midden der plaat bevindt zich het zeer gelijkend Portret van H.M. de Koningin, met den Kroningsmantel om hangen en met de eene hapd rustende op de Grondwet, terwijl daar naast de Kroon is nedergelegd. Boven aan de plaat bevinden zich de Portretten van H.H.M.M. Koning Willem I en Willem II, van on deren de Portretten van H.H.M.M. Koning Willem III en Koningin Emma. Tussc'hen beide laatste Portretten bevindt zich de Nieuwe Kerk van binnen gezien, waar H. M. gekroond wordt. Tegen afgifte van achterstaande Bon kan men aan ons Bureau deze Plaat voor den prijs van f 0,30 bekomen. Voor buiten de stad is de prijs met bet oog op de emballage en franceerkosten t 0,35. De beslissing in de beide aanhangige processen is niet gunstig geweest voor hen die licht verlangen. Het hof van cassatie heeft het beroep van Zola verworpen. Dientengevolge zal Zola tegen het over hem gewezen von nis in verzet moeten komen, waarna het proces van voor af aan begint op den beperkten grondslag, dien de president Perivier aan de debatten wil geven. Licht komt er dus niet. Yerder heeft de raadkamer te Parijs beslist dat Bertulus onbevoegd is op te treden tegen Du Paty de Clam, en een onderzoek in te stellen naar diens mede- plicntigheid. Yan deze beschikking zal cassatie wor den gevraagdwordt deze verworpen dan komt Du Paty voor den militairen rechter, want het zou toch te brutaal zijn zelfs dat niet te doen. Welk een rol Du Paty de Clam in deze zaak heeft gespeeld, blijkt vooral uit het reeds kortelijk vermelde interview van Christiaan Esterhazyzeker een be langrijk stuk tenminste als men kan aannemen, dat het verhaal van het jonge mensch niet wat gekleurd is. Het verslag, dat een paar kolom groot is, kan als volgt worden saamgevat. Esterhazy bracht zijn pas te Parijs aangekomen neef in kennis met zijn liefje, madame Pays, en deze wijdde hem in alles in, wat aangaat de noodzakelijk heid Esterhazy te beschermen tegen de machinaties van het syndicaat, en over de samenwerking met Du Paty de Clam. De betrekkingen tusschen Du Paty en Esterhazy waren eerst door madame Pays onderhouden, maar men achtte het veili ger het te Parijs nog onbekende neefje als bode te gebruiken. Deze Jioorde dat vooral Picquart de vijand was, dien ten onder gebracht moest worden, en dat Du Pg.ty Esterhazy op de hoogte stelde ten aanzien van Pic quart. Telkens zelfs in den nacht, ging het neefje naar Du Paty, de laatste Wanneer zij zich eens in haar leven geleend had tot het dienen der politie, dan was bet geschied, om zelve uit de gevangenis te komen. Maar wat kon haar thans bewegen, om de gehoorzame dienares der justitie te zijn, nu z(j ont slagen en uit gebrek aan bewijs vrijge laten was En dank kwam zij met bare ondekkin gen weinig laat. Wanneer zij heenging en tot de rechters zeide»Ik heb in het proces-Jagon eenige nieuwe bijzonder heden ontdekt, waardoor het een geheel nieuw aanzien krjjgtdan antwoordde men naar misschien zeer eenvoudig »Dat hadt gij eerder moeten zeggen. Het vonnis is geveld en wij hebben geen lust, ons en de wereld te overtuigen, dat wij ods vei gist hebben.'' Voor eene vrouw als Florine was uit den stand der zaken een veel grooter nut te trekken, eene geheel and6re stelling te verwerven. Welk oen bron van in komsten zag zij voor zich Welk een onuitputtelijke mijn, als zij hare ontdek king volkomen kon maken, en hetdaarbeen kon leiden, dat zij dezen schoonen markies en zijne bekoorlijke markiezin op het sleeptouw nam. Hun vermogen was misschien niet solied het was wellicht even valsch als hare plaats in de wereld, maar zi) bezaten altijd de middelen van een goed bestaan en groote, beschikbare sommen, waarvan Florine graag haar aandeel trekken wilde. Zoo droomde zij niet alleen gedurende den avond, maar ook gedurende een groot deel van den nacht. Toen zij eindelijk insliep, nam de droom een vasteren vorm aan zij zag zich rijk, zij, die het tot op dit oogenblik toch hare sluwheid, trots haar aangenaam uiterlijk en trots hare gewetenloosheid niet had willen gelukken, hare schaapjes op het droge te brengen. Tegen den morgen werd haar droom dichterlijk. De markies de Ribas, wiens vertrou weling zij geworden was, die geheel van haar afhing en dien zij beheerschte, had baar eindelijk boven de schoone Maihilde verkozen. Zoo werden al hare begeerten vervuld haar dorst naar rijkdom en pracht, haar eerzucht en hare liefde voor een schoonen jongeling. Op denzelfden avond was het, dat Zoë Lacassade aan de arme Jeanne den afloop van het proces mededeelde. Het jonge meisje hoorde haar zwijgen aan, en maakte geene opmerking over de uitspraak der gezworenen. Maar toen hare vriendin zweeg, zeide zij nacht >Wat zal er wei van de armo juffrouw maal kort voor Nieuwjaar '98. Esterhazy had een onderhoud gehad met den expert Belhomme (die in zijn zaak geraadpleegd wasen deze had verteld, dat de echtheid der brieven aan madame De Boulancy was vastgesteld, maar niet die van het borderel. Esterhazy zond daarop des ochtens te zeven uur zijn neefje naar Du Paty met een dreig brief. Hij moest gered worden, zoo niet dan zou hij zelfmoord plegen, maar vooral alle brieven van Du Paty openbaar maken. Du Paty werd bleek, toen het neefje dezen brief brachthij noemde dat chan tage en dreigde zelf alles aan zijn chefs te gaan vertellen. Over de zaak Dreyfuss was Esterhazy niet ts spreken, vooral niet over het bor- derau, hoe gaarne de vertrouweling ook daarvan alles had geweten. Wel hoorde hij dat Esterhazy, op aanwijzing van Du Paty de artikelen voor de Libre Parole had geschreven, welke mad. Pays eerst aan de redactie van het ultra katholieke blad La Croix had aangeboden. Over de valsche telegrammen (Speranza en Blanche) had zoowel Du Paty als Esterhazy hem meermalen gesproken. Du Paty had Esterhazy gewezen op het verkeerde adres, eu daarop had Du Paty het tweede telegram met het juiste adres geschreven of gedicteerd, precies wist Christiaan dit niet. Maar wel dat Ester hazy voor de verzending zorgde. Over het ontstaan van de brieven waarin de gesluierde dame Esterhazy waarschuwde en tot een samenkomst uitnoodigde, deelt Christiaan mede dat Esterhazy bij zijn verhoor voor generaal Pellieux het verhaal had verzonnen. Daar op had Pellieux die brieven gevraagd, Esterhazy deed deze daarop met druk letters door Christiaan schrijven. De scène met het document liberateur was afgespeeld een paar dagen vóór dat Christiaan te Parijs kwam Maar hij wist van Esterhazy dat Du Paty dit zaakje had opgeknapt. Du Paty had het stuk (dat aan het departament van oorlog ont trokken was) in een verzegeld couvert overhandigd, voor de Invalides. Hij gaf het, onder voorwaarde dat Esterhazy het niet zou openen, en het gesloten en al aan het departement van oorlog zou terugbrengen. Het merkwaardige gevolg van deze geheimzinnigheid was, dat toen generaal Pellieux Esterhazy over den inhoud van dat stuk ondervroeg, de mau niet eens wist hoe het aanving! Christiaan zegt, dat hij eerst door Ber tulus werd opgeroepen toen het onderzoek al een tijdje aan den gang was, en dat hij bovenstaande feiten onder eede aan den rechter van instructie heeft mede- Blanchard worden, die ons zoo trouw ge diend heeft? Zij is zonder betrekking, zonder vrijplaats, zonder middelen »Ja, het is schrikkelijk," zeide Zoë. Misschien was bet onze plicht haar te helpen. Papa zou haar zeker niet in den steek gelaten hebben." Nu, dan laten wij haar cok niet in den steek." Meent ge dat ïNatuurlijk, omdat gij het meent." En de beiden overlegden met elkaar de wijze waarop de arme juffrouw Blan chard het best te helpen was. HOOFDSTUK XLIX. Wanhoop. Het pioces had tot in den nacht ge- duurd en dus te laDg, dan dat juffrouw Blanchard na den afloop er van, in vrij heid had kunnen worden gesteld. Want men verlaat eene gevangenis, zelfs wan neer men vrijgesproken is, niet zoo een voudig als eene herberg. En do arme vrouw begeerde in den nacht ook niet uit de gevangenis te gaan. Wat kon haar de vrijheid schelen. Wat voor 9ene vrijheid had men haar geschonken Immers 6ene om van honger te sterven. Want zij bezat geen rooden cent, en was te wanhopig om te werken. Te werkenWie zou aan eene vroow van een galeiboef werk geven En dan dacht zij in deze uren volstrekt De aan de Parijsche pers verstrekte nota betreffende den ministerraad van Donderdag zwijgt over de groote dingen, welke men daar verwachtte. Zelfs ont breekt de gewone mededeeling, dat de heeren zich met de Dreyfuss-zaak en de daaruit voortvloeiende incidenten hebben bezig gehouden. 'e Soir weet echter dat het er heet is toegegaan, en dat Brisson heeft ge dreigd te zullen aftreden. De tusschen - komst van Faure heeft echter een crisis verijdeld. Als dat waar is, zal moeten blijken of er aan Brisson concessies zijn gedaan. niet aan zich zelve, maar aan bem. O, de arme. Wat moest hij lijden. D9n ganschen nacht weende zij om hem. Den volgenden morgen leidde men haar naar de wachtkamer, gaf haar het bundeltje, dat zij bij hare gevangenneming binnen gebracht nad, liet haar een bewijs van ontvangst teekenen en zeide tot haar »Gij zijt vrij. Ga en kom niet terug." Alle hekken worden voor haar geopend. Zij treedt op de kade de l'Horloge naar buiten, met- haren bundel in de hand. Zij doet eenige schreden en kijkt rondom zich. Zij heeft bet gevoel, als moet zij dadelijk weder gevangen genomen worden. »Haar oog vait dan op de donkere, monsterachtige muren der gevangenis, waarin haar man kwijnt, waar hij in den hoek zijner ce! zit en aan haar denkt, aan haar, van wie h(j voor altijd ge scheiden ia. Terwijl zij daar zoo half bewusteloos staat, vaart achter haar een stoomboot de Seine at. Werktuigelijk k9ert zij zich om, steunt zich aan de leuning van de kade en kijkt in het water neer. Een storm strijkt in dit oogenblik over Parijs been. De hemel is verduisterd dikke wolken, zwart als kolendamp, drijven door een hevigen wind voortgestuwd, naast en door elkaar, boven dec gezichteinder, en wel zoo lang, dat zij de nokken der daken schijnen aan te ïuken. De geel achtige golven van den opgeïweepten stroom stijgen steeds booger.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 1