Binnenland. Landbouw. Door de Siècle is een beroep gedaan op geestelijken die aan de Dreyfuss zaak gunstig gezind waren. De abbé J. Viollet schrijft nu aan het blad»Ik behoor tot hen die gelooven aan de onwettigheid van het vonnis en aan de onschuld van den veroordeelde, en die de verblinding van de meerderheid des lands betreuren." De raad van het Legioen van Eer is bijeen geweest en heeft 27« uur over Zola en De Reinach beraadslaagd. Maar een beslissing schijnt niet genomen. De toestand van Bismarch is minder bevredigend. De prins houdt reeds sedert eenige dagen het bed. Behalve de lijfarts dr Schwenniger zijn ook de beide zoons met hun gemalinnen op Friederichsruhe aangekomen. Atjeh. Bij het departement van koloniën is Dinsdag ontvangen het volgende 7an 26 dezer gedagteekende telegram van den gouverneor-generaal van N-I. betreffende de krijgsverlichtingen in Atjeh »Colonne van kolonel Van Heutsz maakte een vijfd aagscheu tocht van Edi over Bagoh, Djolok, Semantoh en Simpan; Olim tot Djamhoe Ajer. Geen schot gevallen. Alle hoofden meld den zich aac. Troepen Segliwaarts terug. Colonne van overste Willems deed een viei daagschen tocht van Segli over Kemals Tjot Moeroeng, Glè Siblab, Beureunoem en Reuëng Reueng naar Gigieng. Vijand, die zware verliezen leed, heeft 33 dooden achtergelatenonzerzijds 26 militairen beneden den rang van officier gewond." In een telegram uit Medan wordt aan het Hbld het volgende gemeld De colonne Willems marcheerde den 21en dezer over Kemala naar Tiro en van daar over Gleseblat, Koemboe en Giegieng naar Segli. De tocht duurde vier dagen. De vijand verloor bij ver schillende ontmoetingen 33 dooden. Onze verliezen bedroegen 20 gewonde minderen waarvan vier ernstig. Kolonel Van Heutsz is van Edi terug gekeerd, waar alles rustig is, De toestand was zoo ernstig, dat onze troepen grooten- deels werden thuisgebracht door een vijandelijk escorte op beide flanken. »De colonne Willems is teruggekeerd (te Segli). Zij marcheerde Woensdag over Garoet den Glé Gapoei en Langga naar Poeloe Pante waar gebivakkeerd werd. Eenig vuur Donderdag bereikte men Tjot Moerong gedurende de marsch werd men beschoten van een plautau ten Zuidwesten van den Tjot Pliëng. De cavelerie maakte een charge en nam drie Ajehers gevangeD. De vijand trok in massa terug. Toen ons bivak weder werd beschoten werd kampong Lbo Igenuëb (in de Moekims Tiro) geattakeerd79 geweren werden buitgemaakt en ue bewaarplaats van wa pene werd vernield. Des nachts hevig vuur. Vrijdag bij eeD verkenning 50 geweren buitgemaakt. Zaterdag kreeg men op den terugtocht hevig vuur op beide flanken de vyand volgde in massa tot aan den Zuidelijken kumpongrand van Reuëng (Moekims Ajer Leboe.J De stelling des vijands werd door ons aangevallen, waarbij de vijand 10 dooden verloor. De rest vluchtte. Gedurende den verderen marsch bleven wij vuur krijgen. Het totale aantal verliezen onzerzijds bedroeg 26 minderen. Alle kampongs waren verlatenmen werd beschoten uit de tot dusver >bevriende." Kolonel van Heutz is te Kota Radja aangekomen. Hjj keert Woensdag naar Segli terug. Donderdag wordt weer uit gerukt." De redactie toekende hierbij het volgende aan Ofschoon in de cijfers omtrent do weder zijdsche verliezen geen volkomen overeen stemming is tusscuen de beide telegr. valt hieruit en uit de verdere bijzonderheden wel met zekerheid op te maken, dat de tegenstand ditmaal eou ernstiger karakter had dan men in den laatsten tijd gewend was. Het »thuisbrengen" hadden wij in lang niet beleefd e ook uit het feit dat de kampongs allerwege door de bevolking waren verlaten en dat de tot dusver bevriend" geaente" streken thans zich vijandig toonden, spreekt, naar het ons voorkomt, een herleving van den tegen - stand (zij het wellicht ook slechts tijkeljjkj op grootere schaal. Het lijkt ons niet onmogelijk dat hiorin het resultaat is te zien van de conferentie van den pretendent-sultan met de hoofden Proefvelden in Zeeland. Uit het verslag van de pitkomsten op de door het rijk gesubsidieerde proefvelden van Zeeland in 1897, uitgebracht door den rijksiandbouwleeraar I. G. J. Kakebeeke, waaraan wy reeds het eeu en ander ont leenden, nemen wij bet volgende over Proefnemerde beer J. van Hoeve te Axel. Het doel der proef was om de nawerking van een paar kalksoorten na te gaan. In 1896 was dit proefveld bezaaid ge weest met suikerbieten, die gedeeltelijk bemest waren met Thomas-slakkeumeel, gedeeltelijk met Limburgsche mergel en gedeeltelijk met bijtende kalk. Het geheele proefveld ontving bovendien een gelijke hoeveelheid phosphorzuur en stikstof. In 't najaar van 1896 wei 1 't proefveld, na bemest te zjjn met 600 KG super- pbospbaat per HA, bezaaid met Engeische witte tarwe. De tarwe werd 10 October 1896 gezaaid met de band en kwam lang zaam boven. In 't voorjaar stond ze, vooral na een overbemesting met 150 KG Chili-salpeter per HA, gul. De vele regens hadden echter vedurende den groei een zeer slechten1 invloed op oe tarwe. Dui delijk bleek, dat het proefveld zeer ongelijk van kwaliteit is, dat één gedeelte, vooral daar, waar met Limburgsche mergel was bemest, veel meer van de regen te lijden had, dan het andere gedeelte. Begin Augustus werd de tarwe geoogst en daarvan verkregen Bemesting. Opbrengst per HA in KG. Thomas-slakkenmeel 1930 Limburgsche mergel 1690 Bijtende kalk 1780 Geen kalk 1890 De Limburgsche mergel en de bijtende kalk hebben dus niets gewerkt, doch zooals boven gezegd, de ongelijkheid van het terrein maakt het stellen van een con clusie onmogelijk. Deze proef moet dus als mislukt worden beschouwd. Proefveld no 18 op lichten kleigrond. Proefnemei de heer P. Hiel te Hon tenisse. Doel der proefEen cultuurproef met rogge-variëteiten. Verbouwd werdenZeeuwsche rogge, Probsteier-rogge en Schlanstadter rogge. Het proefveld, groot 87 aren, werd in 't najaar 1896 gelijkmatig bemest met ruim 500 KG superpbosphaat en in drie perceelen verdeeld, die ieder met een der bovengenoemde variëteiten bezaaid werden. De rogge werd uit de band gezaaid op 5 October 1896, kwam spoedig goed boven en bad niets te lijden van den winter. In 't voorjaar werd het geheele proef veld overbemest met 150 KG Chili-sal peter. Einde Mei ging de rogge gedeeltelijk legeren, als gevolg van de zware regens en op 20 Juni werd het gewas door den bevigen storm plat tegen den grond ge slagen en is ook niet meer overeind ge komen. De rogge leed hierdoor veel en vooral de twee vreemde variëteiten, die langer stroo hadden dan de Zeeuwsche, hadden het bard te verantwoorden. Half Juli werd het gewas rüp en einde Juli ward het bij vrjj ongunstig weer Bij het dnrschen werd de volgende op brengst verkregen Variëteit. Opbr. graan Gewicht. Opbr. stroo per H.A. per H.A. Ie 2e Zeeuwsche rogge 2343 kg 71 kg 54 kg 5748 kg Probsteier 1932 69 49 5116 Schlanstadter2115 705 50 5720 Van de Zeeuwsche rogge werd verkregen pl. m. 540 KG 2e soort, van de Prob steier pl, m. 392 KG en van de Schlan stadter pl. m. 300 KG Deze hoeveelheden zijn begrepen in de opgave van opbrengst in bovenstaand staatje. Wij zien hieruit dat de Zeeuwsche rogge het gewonnen heeft, gevolgd door de Schlanstadter en daarna de Probsteier. VolgeDs deze proef bestaat er dus geen reden om den invoer van nieuwe rogge- variëteiten aan te bevelen. Dat de in heemsche rogge beter bestand is tegen zeer slecht weer, waaraan in dezen de hoogere opbrengst mag toegeschreven wor den, is toch wezenlijk een groot voordeel dat niet over 't hoofd gezien mag worden. De proefnemer schrijft mij, dat de Schlan •stadter hem overigens ook goed beviel, en bij daar een volgend jaar nogmaals van uit zal zaaien. Proefveld no 19 op lichten kleigrond. Proefnemerde heer K. J. A. G. Baron Collot d'Escuby te Hontenisse. Doel dei proefDe werking van kali- houdende meststoffen op aardappelen na te gaan. Het proefveld, groot 40 aren, weid in 8 gelijke perceelen verdeeld van 5 aren. Twee perceelen weiden telkenmale geiijk bemest er. welzoo, dat 2 perc. ontv. 600 kg. ammoniak-superph. en 200 kg. zwavelzure kali magnesia p. HA. n n n en 800 kg. kaï niet per H.A. 1000 kg. kalk per H.A. n n n n Per H.A. De kalk en het kaïniet werden in het najaar 1896 op de perceelen uitgezaaid, de overige meststoffen in het voorjaar 1897. De beide eerstgenoemde meststoffen wer den ondergeploegd, de andere in de poot- gaten uitgestrooid. De aardappels, zoogenaamde Wadden, werden 10 en 11 April met eene spade geplant, op afstanden van ongeveer 48 cM. Zij kwamen vrij spoedig boven en groeiden gul op. Van 't slechte weer had dit proefveld niet te lijden, en op 't oog afgaande was er tusschen de verschillende perceelen zoo weinig verschil te zien, dat hot onmogelijk was een voorspelling om trent de uitkomst te doen. De aardappel ziekte trad ook op, doch deed geen noe menswaardige schade. 9 en 10 September werden de aard appelen gerooid en gaven de volgen Je opbrengst Opbr. per H.A. in K.G. Geldelijke Bemesting. Gr. Poters. KL totaal, opbr. p. H.A. Amm.-superph. 20340 700 1480 22520 f588,15 20640 720 216Ó 23520 f 603,60 Amm.-superph. kaïniet Amm.-superph. kaïniet Amm -superph. Zw.z. kali magn. 18900 820 1140 20860 f547,55 Amm.-superph. Zw.z. kali magn. 19020 780 1960 21760 f 558,25 Amm.-superph. kalk 19000 680 1200 20880 f 548,10 Amm.-superph. kalk 18680 940 2140 21760 f553,90 Voor de berekening van de geldelijke opbrengst per HA zijn de volgende prijzen aangenomen groote aardappels f 2,75 pootaardappels ƒ2, en kleine aardappels i,— alles per 100 KG. Nemen wij de gemiddelde opbrengst van de twee perceelen, die telkens gelijk be mest zijn, dan krijgen we het volgende resultaat Ammoniak-superph. f 595,876 Kaïniet f 612,60 Zwavelz. kali magn. f 552,90 Kalk f 551,— Het doel, met deze proef beoogd, om te zien of naast het gebiuik van ammoniak- superphosphaat door de toevoeging van kalihoudande meststoffen of kalk, nog 9en verhoogde opbrengst zou worden verkre gen, is dus in zoover bereikt, dat volgens bovenstaande uitkomsten gebleken is, dat noch door zwavelzure kali magnesia noch door kalk een verhooging is verkregen, doch wel door toepassing van kaïniet. De beide eerste toevoegingen hebben zelfs nadeelig gewerkt, want, werd door eeu enkele toepassing van ammoniak-super- phosphaat /595,87s per HA gomaaktj 22280 600 1400 24280 f638,70 20200 680 1740 22620 f 586,50 door de toevoeging van kalk werd slechts ƒ551,— gemaakt en door die van zwa velzure kali magnesia slechts 552,90. Door de oemesting met kaïniet is een meer opbrengst verkregen van 16.725 pei HA. Dit bedrag is niet hoog, doch bewijst toch, dat de planten van deze meststof hebben geprofiteerd. Hoe nu te verklaren, dat wel kaïniet en niet zwavel zure kali magnesia heeft gewerkt, is moei lijk. Als conclusie van deze proef kan dus gemeld worden, dat kaïniet gunstig gewerkt heeftkalk en zwavelzure kali magnesia ongunstig. Een volgend jaar zal deze proef herhaald wordeD. Proefveld no 30 op zwaren kleigrond. Proefnemer de beer J. A. Pateeb te Kuitaart. Doel der proefDe werking van groen- bemesting na te gaan. Het proefveld, groot 0,4498 Ha, was in drie perceelen verdeeld. In 1896 was op het veld vlas verbouwd en daarin op een der perceelen haver met wikken gezaaid voor gioen-bemesting. Het tweede perceel ontving in 't Dajaar 1896 een bemesting met stalmest, tegen onge veer 30 voer per HA, het derde perceel bleef onbemest. 19 October 1896 werd het geheele proef veld bezaaid met wintergerst, die in 't voorjaar 1897, omdat de gerst wat schraal stond, een gelijke overbemesting met Chili- salpeter, legen 150 KG per HA ontving. De haver en wikken waren niet vroeg gezaaid, zoodat de massa, die voor 19 October ondergeploegd werd, ook niet groot was. De gerst groeide dezen zomer gunstig, doch had nog al wat te Ijjden van den hevigen stoim in Juni. 18 Juli werd de gerst gesneden en kon, dank zij het gunstige weer, spoedig goed binnengebracht worden. De volgende opbrengst werd verkregen Bemesting Opbr. Gr. per Opbr. Str. in Geldel. HA. in KG. KG. opbr. p. HA. Ie soort 2e soort per HA. in gld. Onbemest 2087 286 4096 231,53 Stalmest 2786 227 5087 293,35 Groenbemost. 2769 206 3779 282,35 De geldelijke opbrengst por HA is ver kregen door de marktwaarde der gerst aan te nemen op 8,15 per 100 KG en het stroo op ƒ15 per 100 KG. De tweede soort gerst, die niet veel meer dan kaf was, is niet mee in rekening genomen. Bij de beoordeeiing van de uitkomst moet nog rekening gehouden worden met het teil, dat perceel drie, met groen-be- mesting, het ongunstigst gelegen was, het meeste last van vocht had. Daar, ook volgens den proefnemer, dit perceel daar door altijd minder is dan de beide andere, mag gerust gezegd worden, dat de groen- bemesting uitstekend gewerkt heelt. Het verschil in opbrengst tusschen de bemes ting met stalmest en de groene bemesting is al zeer geiing, en zoude, wanneer het perceel met gioene bemesting even gunstig gelegen was, zeker in het voordeel dier bemesting geweest zijn. De waarde van den op het veld gebrachten stalmest kan men op ƒ90,— per H.A. beiekenen, dus veel meer dan de groene bemesting ge kost heeft. Het verschil tusschen deze beide perceelen en het onbemesto is vrij groot. Uit deze proef blijkt dus, dat groene bemestiDg op kleigrond door middel van wikken met wat haver, goed werkt en aan te bevelen is. AXEL, den 39 Juli 1898. Naar wij vernemen, is in den afgeloopen nacöt onder de gemeente Ter Neuzen uit de weide van den landbouwer P. de F. een paard gestolen. In de Maandagavond te Zaamslag gehouden vergadering der feestcommissie en afgevaardigden der buuitcommissiëD is besloten de huldigingsfeesten te doen plaats hebben op 31 Augustus, 1 en 28 September. Door de buurtcommissiën is ongeveer 600 bijeengebracht voor de versiering. De feestcommissie heeft aan bijdragen dei ingezetenen pl- m. 800 ontvangen. De geheele uitgaven voor het feest zijn geraamd op 1250. Vaa

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 2