Binnenland. Üit het gebeurde te Cavite en Santiago wordt in de Engelsche maritime kringen afgeleid, dat de torpedo-booten in den oorlog veel minder waard zijn dan men meende. Bij beide gevechten toch hebben deze vaartuigen niets ernstiger kunnen uitrichten. Of deze conclusie niet wat al te voorbarig is? De Flandre libérale noemt onder voor behoud luit.-gen. Marchal, commandant van Antwerpen, als aanstaand minister van oorlog. Het Hbl. v. Antw. echter meent zeker te weten, dat de generaal commandant van Brussel zal worden en beweert dat minister Vandenpeereboom minister van oorlog blijft. Verkiezingen in België zijn steeds hef tig, maar te Antwerpen gaat het al bij zonder bar toe, wijl de liberalen twee Walen candidaat hebben gesteld voorde provinciale vertegenwoordiging. De cleri cale Vlamingen stellen dat als een kaak slag voor en het Alg. Ned. Verbond heeft ernstig geprotesteerd. Een ander reden tot verbittering is dat burgemeester Jan van Rijswijck ingebreke is gebleven tegen te spreken en interview in de Temps, welks vertegenwoordiger hem een afkeuring van de wet Coremans Devriendt in den mond legde. Judet, de medewerker van het Petit Journal, die de bekende onthullingen be treffende Zola's vader deed, had zich beroepen op den stokouden generaal De Loverdo. Deze is thans door Mare La- farque geïnterviewd. Uit het verslag in de Aurore blijkt: le. dat de herinneringen van den ouden generaal zeer verward zijn 2o. dat Frans Zola niet genoodzaakt is geweest zich naar Frankrijk uit de voeten te maken na eenige oneerlijkheid gepleegd te hebben 3o. dat zijn gedrag als militair alles zins te prijzen was; 4o. dat op zekeren dag een tekort werd ontdekt in de kas van den officier van administratie en dat Frans Zola deswege twee maanden in arrest door bracht, waarna hij op vrije voeten werd gesteld. De Russen, die anders met hun ver overingen wonderwel geluk hebben, staan in Centraal Azië voor een opstand. Een Russisch kamp, door 300 man bezet, is door 1000 opstandelingen aan gevallen. De Russen verloren een 40 man aan dooden en gekwetsten. De Japansche regeering stond van de Chineesche oorlogschatting 180,000 pd. st. af voor het syndicaat, die in Korea een spoorweg van Sesul naar Chemulpo zal bouwen. Uit Londen komen berichten over de a.^ hervatting van den strijd in Soendan. Engeland zal 4 bataljons naar den Bovennijl zenden. De expeditie zal in het geheel bestaan uit 20,000 man. Men rekent, dat zij begin October te Khartoem zal aankomen. Tegelijk komen berichten over Meneliks plannen met betrekking tot de Nijlstreek. Daily Telegraph verneemt uit Kaïro dat Ras Makonnen met 60000 man Abyssi nische soldaten en twee andere Rassen, met 15000 man, in het begin van Decern ber uit Abyssinië naar den Nyl oprukten en deze in Maart beieikten. Vermoedelijk heeft men deze expeditie in verband te brengen met de groote plannen van Menelik, die door Leontieff en prins Henri van Orleans zouden wor den uitgevoerd. Engeland kan dus, als alles wat ge meld wordt, waar is, in een moeilijk paket komen TWEEDE KAMER. Nieuw Pantserschip. Blykens het af deelingsverslag der Kamer omtrent het wetsontwerp tot verhnoging van de marine begrooting voor 1898 (aanbouw van een nieuw pantserscbip,) verklaaiden zich en kele leden tegen voortgezetten aanbouw van nieuw materieel voor de zeemacht, uit overweging, o, a., dat Nederland zyn strijdmacht ter zee, evenals die te land, toch nooit op zoodanige sterkte kan bren gen, dat zij opgewassen is tegen die der groote mogendheden. Van andere zijden werd met nadruk betoogd, dat wy ver plicht zijn ons, binnen de grenzen onzer krachten, tegen eventualiteiten te wape nen. Opnieuw werd er van verschillende zyden op aangedrongen, dat door de ie- geering, in overleg met de Staten Gene raai, een plan van aanbouw worde vast gesteld, steunende op een deugdelijke or ganisatie onzer zeemacht. De benoodigde uitgaven zouden door een leening, ai te lossen op korten termijn, moeten worden bestreden. Persoonlijke dienstplicht. Nu de WPt op den persoonlijken dienstplicht afgeschaft werd, wordt gameid wat wij thans ver krijgen zullen. lo. Ieder die er aan loot moet voortaan op, uitzonderd zij die wegens lichaams gebreken, broederdienst of eenige zoon vrg zijn. 2o. t)e rempiaganten eft nümtheryerwis selaars zijn afgeschaft. 3o. De miliciens die aan zekere eischen van militaire bekwaamheid voldoen kun nen de garnizoensplaats kiezen, waar zij wenschen geoefend te worden. 4o. In iedere gemeente zal gelegenheid zijn tot oefening in den wapenhandel. öo. Evenals nu, zal een gedeelte der lichting na afloop van den oefeningstijd in dienst blijven. Dit lot za! vooial de bereden wapens treffen, zoodat onze boeren jongens er 't slechts aan toe zullen zijn* Intusschen wordt de soldij voor de man schappen der bereden wapens met 3 cent per dag verhoogd. 6o. Het blijvend gedeelte zal zooveel mogelijk worden ingekrompen 7o. Wie door 't lot wordt aangewezen, om langer in dienst te blijven kan met een vrijgeloten milicien, ook desnoods een uit een ander garnizoen, ruilen tegen betaling. 8o. Geestelijken, theol. studenten, zen delingkweekelingen, roomsch kath. orde broeders en protestantscbe diakonen krij gen ieder jaar ontheffing van den dienst plichtdat wil dus zeggen zy zijn vrij gesteld. 9o. Vrijgesteld zijn ook kostwinnende zoo-s. lOo. Uitstel van dienst ban worden verleend voor den tijd van hoogstens twee jaar, aan hen, die liever later dienen. AXEL, den 7 Juni 1898. Door de kiesvereeniging >Onze belan gen" alhier werd tot candidaat voor lid van de Provinciale Staten gesteld de heer Mr. J. G. van Deinse (lib.) Tegenover de aftredende katholieke leden werden geene Candidat6n gesteld. In ons nummer van Zaterdag ver melden wij abusief dat door de a.-r. kies vereeniging o.m. was gecandideerd voor de Staten P. van Hoeve, dit moet zijn «T. van Hoeve te Axel. Ds. A, Steyling alhier, hoeft voor het beroep tot predikant bij de Geref. Kerk te Nichteveoht (prov. Utrecht) bedankt. Vernietiging raadsbesluit Ter Neuzen. Het besluit van Ged. Staten luidt als volgt Gedeputeerde Staten van Zeeland, ge zien hun besluit van 28 Mei j.l. no. 99, waarbij zy, overeenkomstig art. 35 dei- gemeentewet, aan den gemeenteraad van Ter Neuzen mededeeling hebben gedaan van hun voornemen om ambtshalve uit spraak te doen omtrent het raadsbesluit d.d. 20 Mei 1893 tot toelating van P. A. van de Velde als raadslid ver wenschi ogen bedreigingen an schim namen vervolgde. HOOFDSTUK XXIX. De wees. Joanne Guérin was zooals gemeld is, na de begrafenis baars vaders naar bare vrienden Zoë Lacassade in de Rue Helder getrokken. Ho* zou zij het ook hebben kunnen uithouden in een huis waar alles haar herinnerde aan het onherstelbare verlies dat zij geleden had. Overal de sporen zijner zorgen over haar oveial verassingen die by zyn geliefd kind bereid bad, overal berinneringen aan zijn braaf stil bestuur. Zoo had zy dan het huis verlaten ter wijl zy slechts eenige kleedingstukken een groot portret barer moeder en eenige photografieen des dooden met zich nam. Al het overige was onder 't zegel en be hoorde nu evenals het huis zelf in ze keren zin meer aan de politie dan aan haar. En by Zoë Lacassade vond zy toch de stilte en den ledigen tijd hare dierbare doode te kunnen bewoenen. In deze stilte en ledigen tijd viel echter op zekeren dag de armoede in. Zoë La cassade was arm. Haar kleinhandel was sedert eenigen tijd begonnen te vermin- overwegende, dat, blijkens de Overga legde stukken, aan de stemming voor een lid van den gemeenteraad op 29 April 1898 hebben deelgenomen 828 kiezers, doch in de bussen zijn aangetroffen 829 biljetten dat daarvan van onwaarde zyn verklaard 15 en de overige stemmen waren verdeeld als volgtP. A. van de Velde 310 stemmen, J. P. van Herp 198, A. J. Tazelaar 198, R. Platteeuw 109; dat hierop eene herstemming is uitge schreven tnsschen P. A. van de Velde en J. P. vaD Herp, tengevolge waarvan eerst genoemde tot raadslid is gekozen en door de raad is toegelaten overwegende uat het stembiljet, hetwelk by de eerste stemming in eene der bus sen te veel is aangetroffen, op den uit slag van invloed heeft kunnen zijn, daar J. P. van Herp, wanneer die stem te veel op hem is uitgebracht, in werkelijkheid niet 198 maar 197 stemmen verkregen heeft, in welk goval de herstemming had moeten loopen over P. A. van de Velde, J. P. van Herp en A. J. Tazelaar, daar deze laatste evenzeer 197 stemmen op zich vereenigd had; overwegende, dat de gemeenteraad te dien aanzien overwogen beeft, dat bet te veel in de bus gevonden biljet zeer ver moedelijk is geweest een dor in de bussen aangetroffen blanco-biljetten overwegende, dat hieromtrent echter geene zekerheid beataat, noch kan ver kregen worden, en dat bij den bestaanden twyfel, of de herstemming over twee of over drie personen had moeten loepen, het tengevolge der herstemming gekozen raadslid niet bad mogen toegelaten worden, gelet op art. 35 der gemeentewet; besluiten met vernietiging van voormeld raads besluit P. A. van de Velde niet als lid van den gemeenteraad van Ter Neuzen toe te laten. Tot agent van politie te Ter Neuzen is benoemd Andr. Christiaanse van Hulst. In de vergadering der Katholieke Kiesvereeniging, Maandag te Hulst ge houden, werden de drie aftredende Katho lieke leden, de boeren Moerdyk, Van Rompu en Van Waesberghe-Janssens can didaat gesteld. Tegenover den heer Van Deinse werd niemand gecandideerd. Niettegenstaande het weder gedu rende de Pinksterdagen vooral Dinsdag, ongunstig was zyn door de tram Middel burg-Vlissingen in drie dagen 9874 pas sagiers vervoerd. Bij deze gelegenheid mogen wij (zegt de Mid. Ct.) zeker eens wijzen op bet gevaarlijke van de manier van rangeeren op de Pottenmarkt alhier wanneer de tram uit meer dan vier wagens bestaat deren verscheidene groote kreoolsche fa- miliën waren naar de koloniën terugge keerd en zij bad daardoor hare beste klan ten verloren zoodat hare rumfleschen in gelegde vruchten ananasbussen en peper pakketten ongebruikt in hare groote kast stonden zonder rente op te brengen of een kreoolsch hart te verheugen. De spaarpenningen ten bedrage van 10000 francs die Zoë Lacassade den ka pitein tot het voeren van een proces ge leend had was nu ook verloren met de geroofde som. Wat zou nu van de beide vrouwen woiden Zoë Lacassade had een oogenlijk het denkbeeld opgevat om naar de koloniën terug te keeren. Daar voDd men toch nog vrienden en hulp of in 't ergste ge val vruchten in plaats van brood. En de schepelingen zouden hun wel vryen overtocht verschaffen. Maar Jeanne vond dit plan op 't oogen- blik onuitvoerbaar. De moordenaar van haar vader was nog niet ondekt en de politie kon haar noodig hebben om een spoor te volgen of om eene idenditeit te verbeteren. Haren vader gewroken te zien dat was thans haar levensdoel. Werdt vemsolgd.) Deze bevatte de woorden >De commissaris van politie te Oileans aan don heer Beaudin rechter van in structie te Parijs. Nieuwe huiszoeking bij Blancbard. Hebben 3000 francs in bankbilletten onder den vloer verborgen gevonden." De rechter reikte bet telegram aan den veiligheidschef. Deze zeide »Dat is slechts een klein deel der ge roofde som. Op het overige wachtende, moet men er zich intusschen mee ver genoegen. »Voor u is er alzoo geen twijfel over dat deze 3900 francs komen van den roof die met moord gepaard ging" »Natuurlyk niet. Misschien heeft Blan- chard ook niet meer voor zyn deel ver kregen. Dat geschiedt immers dikwijls, dat de eene moordenaar alles voor zich behoudt en zijneu helper eene kleine som toewerpt om hem t-vreden te stellen. Maar ik ben nieuwsgierig hoe de gevan gene deze vondst verklaren zal. De rechter van instructie ging naar Blan- chard toe en hield hem zwijzend bet te legram onder de ooger. Blanchard las en kon van verassing zijne aandoening niet onderdrukken. Snel en zonder hem tijd tot nadenken te gunneu vroeg hem de rechter »Gy bezit alzoo 3000 francs. Vanwaar hebt gy die? >Ik kan u niet zeggen vanwaar ik ze heb, daar ik nooit in mijn leven eene zoo groote som bezeten heb," zeide Blan chard vermoeid. >Hoe komen de bankbilletten dan in uwe woning »Ik weet het ntet. Ik heb daarvan niets geweten." »0, dat is te sterk Hoe 1 Alles over tuigt u en gü waagt het nog altyd te ontkennen »Ik zal altyd ontkennen, heer rechter. Het is my onmogelijk te bekennen, dat ik een roover een moordenaar ben, daar ik nog nooit in mijn leven iemand het geringste onrecht aangedaan heb. Ik zeg niets dan de waarheid en ix zeg baar zeer bescheiden ik verdedig mij alleen als u mij vraagt, heer rechter. Ik ben door mijnongeluk zoo ter neergeslagen dat ik mij niet ver dedigen kan maar aanklagen kan ik mij ook niet." >De kerel is de listigste gauwdief die ik ooit ontmoet heb," fluisterde de vei ligheidschef den heer Beaudin in 'toor. Deze antwoordde niet. Hij twyfeldo weer. De rechter was overtuigd van de schuld dos aangeklaagdende mensch was 't niet. En zoo keek hij, in gedachten verzonken, naar de menigte die zich (op het bericht dat men den moordenaar van den kapitein ten behoeve eener confron tatie in den huize Guéiin gebracht had) voor de tuindeur verzameld had en die den wagen waarin de gevangene naar zijne gevangenis teruggevoerd werd met

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 2