14e Jaarg. uU No. 1214, Zaterdag 16 April 1898. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h -Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Ituiicnlaud. i» FEUILLETON. DE WURGERS VAN PARIJS. COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De zaak-Zola heeft een nieuwe wending genomen. De vrees der regeering, dat Zola het bewijs zou leveren dat Dreyfuss onwettig was veroordeeld, is zoo groot, dat alle punten van de eerste aanklacht op 27» regel na zijn vervallen. Uit de geweldige actie van beschuldi ging, welke Zola in zijn j'Accuse open baar maakte, worden slechts deze woor den genomen Un conseil de querre vient par ordre d'oser acquitter un Esterhazy, soufflet suprème a toute verité, a toute justice. Alleen op deze woorden zal de tweede vervolging plaats hebben Is daarvan het bewijs te leveren Het scheen aanvankelijk bijna onmo gelijk te bewijzen, dat de krijgsraad „op bevel had gehandeld, d.w z. onder den invloed van den minister van oorlog en niet als onafhankelijk rechterlijk college, dat alleen rechten wet tot richtsnoer neemt Maar geheel onverwacht heeft de krijgs raad zelf een deugdelijk bewijs van zijn totale onzelfstandigheid gegeven, en dui delijk geconstateerd, dat zijn leden zich richten naar dat, wat zij de meening des ministers van oorlog, hun chef, achten. Het proces-verbaal van de zitting van Vrijdag is nog wel niet officieel bekend, maar de Temps weet mede te deelen, dat de leden van den krijgsraad hun be sluit tot vervolging daarop gronden, dat de minister de eerste maal een vervolging heeft gelast, zoodat zij, door op hun beurt een vervolging te vragen, zich gedragen naar de tradities van discipline en zich solidair verklaren met hun chef. HU was een type van echt zuidelijk ras, vol energie en vrouwelijke zachtheid te gelijk, wanneer hij lachte zijne groote zwarte oogen vol uitdrukking, waren ge woonlijk half gesloten. Hij rees qlings °P» als verschrikt, bij het gedruisch, dat de opengaande deui maakte. Doch weldra ademde bij weer vrij en zeide zacht, met eene licht sid derende stem „Zijt gij er eindelijk Hoe lang heb ik reeds op u gewachtIk vreosde, dat u iets zou zqn overkomen." „Mij iets overkomen Tot nu toe nog niets, beste Lorenzantwoordde de nieuw binnengekomene, terwijl hij de krarg van zijn jas. neersloeg en de foulard los maak te, waarin het onderste gedeelt9 van zijn gezicht was gewikkeld geweest. „Tot nog toe niets Dat klinkt ver duivela weinig bemoedigend," merkte Lorenz op. „Gq gelooft alzoo, dat latei- wellicht „O, laterWie weet het Laat zich iu dit leven dan iets vooruitzien Maar ik ben niet gekomen om te philosofeeren Ik heb veel met u gesproken voor de aankomst van Mathilde." „Zjj komt alzoo Zijt gij daarvan zeker?" Op zich zelf is het zeker erg, dat een krijgsraad op deze wijze zijn waardigheid en onafhankelijkheid wegwerpt. Maar hoe ongelooflijk dom moeten die 7 opper en hoofdofficieren toch wel zijn, dat zij niet eens beseffen hoe verkeerd zij han delen, door dat wat hun een oneer is, nog als een ijverweging voor hun besluit aan te voeren. Voor Labori is dat natuurlijk een heerlijke aanleiding, om den staf te breken over de rechtspraak door de onderge schikten van den minister van oorlog, die zich ook in de rechtszaal buigen voor de discipline en daar hun gevoel van solidariteit op den voorgrond stellen. De Aurore vraagt natuurlijk of het gehoorzamen aan die invloeden is een beslissen in „de onafhankelijkheid van hun geweten", gelijk Billot in de kamer had gezegd. Niet minder gelukkig is de Aurore, door uit een van de bladen der tegen partij, de Gaulois, aan te halen de ver klaring, dat de minister van oorlog heeft getracht den krijgsraad aan te gevèn welke beslissing hij wenschte te zien genomen. Beslissen „par indicationop „par ordre' dat is, zoo zegt de Aurore o.i. terecht, slechts een verschil in graad. Wat het proces zelf betreft, wordt zoo stellig mogelijk verzekerd, dat het zal aanvangen op 23 Mei. dat is den d na de herstemmingen voor de kamer. De zaak zal gebracht worden voor de assises te Versailles. Bij de dagvaarding toch is het stelsel gevolgd, dat in Duitschland zooveel erge- nis wekt, nl. om persmisdrijven te ver- riep de jonge man levendig, en zijne half geslolene oogen flikkerden daarbij op. „Des te zekerder, daar ik haar hierbij u een rendez-vous beloofd heb en zij mij blindelings pleegt te gehoorzamen, zoo als weet Nu, zijt gij klaar Zet u dan neder en hoor mq aan. Het uur waarin ik u alles zeggen wil, is gekomen. Het is noodzakelijk geworden, dat gij mq door en door kennen leeit, Ik heb wel is waar nooit vele geheimen voor u ge had, maar een paar perioden in mijn levec zijn u toch nog onbekend. Alzoo Hij nam eene pijp, die op de tafel lag en voor hem bestemd scheen, stopte en stak haar aan, zette zich kort bij het vuur en begon langzaam, ernstig, vol na druk, zonder den jongen man aan te zien „Ik heet Simonnet, gelijk gij weet, en ben te Parijs geboren. Ik werd door brave ouders goed verzorgd en ik heb hun niets te verwijten. Zij stierven, toen ik nog geen twintig jaren oud was en ik heb mij dan ook zelf vei der ontwikkeld en gevormd in alles een weinig. Ik ben dooi de wereld getrokken als han delsreiziger en heb slechts één- of twee maal Parijs bezocht, waar men d9n naam Simonnet reeds lang vergeten beeft, zoo ook mqn bestaan. „Tweeëntwintig jaren was ik oud, toen ik in het Prater te Weenen een prachtig jong Hongaarscü meisje leerde kennen En deze kenuismaking besliste over mq geheel leven. volgen op een willekeurige plaats, op grond, dat daar nummers van het geïn crimineerde artikel verspreid zijn, en de misdaad dus daar is begaan Een andere merkwaardigheid is dat de president van het hof te Versailles Tar- dif, tijdens de behandeling van dit proces zal worden vervangen door Perivier. den voorzitter van het hof van appèl te Parijs. Over het Fransche schandaal is er verder weinig nieuws. De Siècle eu de Aurore constateeien met voldoening, dat de onthullingen van een „Berner diplomaat" en die van Casella niet zijn weersproken, zelfs niet door Schwarzkoppen, Panizzardi of Esterhazy. De oogen van het Fransche volk moes ten nu toch eindelijk eens opengaan, zou men zeggen. Maar de pers. zelfs bladen als de Figaro, Matin en Petit Journal, zwijgt alles dood wat tegen Esterhazy en voor Dreyfuss wordt aangevoerd. De Siècle zet ondertusschen den strijd voort. Het drukt de bekende scheldbrie ven van Esterhazy nogmaals af en vraagt Billot eens te laten onderzoeken of ver schillende, door het blad aangegeven vertrouwelijke stukken niet in vreemde handen zijn. Daaronder de instructie voor de schietschool in het kamp bij Chalons (waar Esterhazy op eigen kosten een curcus medemaakte) en het mobili satieplan van het 5e legercorps te Rouaan. Zelfs de rechtsverknoeiing bij het op stellen van de dagvaarding van Zola en Perrenx schijnt niet in staat verontwaar diging te wekken Als Zola maar achter de tralies komt, dan is alles in orde. Hoe daarnaar wordt niet gevraagd. In verband met de mogelijkheid van ,Dat jonge meisje was eene wees en leefde mei eene oude tante. Ik was wel dra smoorlijk op baar veiliefd. Ik was toenmaals nog niet zoo leelijk als thans, ofschoon tamelijk lomp en onbeholpen. Veriieven kon echter een meisje niet lich* op mij. De Hongaarsche was echter arm en ik zelf had geen slecht inkomen en - zij werd na eenige weken mijne vrouw. Ik vertel u niets van mijn geluk. Ik beminde dit schepsel, gelijk gij Mathilde lief hebt. Meer heb ik niet noodig u te zeggen. Deze liefde was tot do) worden toe Genoeg daarvan." Hij bad zich bij deze laatste woorden opgelicht en liep de kamer levendig op en neder. HOOFDSTUK XVI. De slavenhandelaar Op eens stond Simonnet stil en bleef voor Lorenz aan den baard staan. „Mijn geluk was vaD korten duur," zeide hij ruw. Mijn vrouw stierf bij de geboorte van een dochtertje. Welk eene verschrikkelijke vertwijfeling Ik wist zelf niet, hoe het mogelijk was, dat ik niet waanzinnig werd. Ik ben het echter naar men later zeide, wel eeim poos ge weest. Doch op de eerste opwinding volgde eene algeheele afmatting, eenu een oorlog om Cuba, zal Engeland een rigement naar Jamaica zenden, ten einde den strijdenden te beletten dat eiland als vlootstation te gebruiken. De eerste drogman van de Russische ambassade had de vorige week een on derhoud met den secretaris van Abdoel Hamid. Zoowel uit Duitsche als uit Fransche bron wordt gemeld, dat hij namens den Czaar andeimaal aandrong op de benoeming van prins George tot gouverneur van Kreta. De drogman wees er op dat deze candidaat de eenige is die door de Kretenzers wordt gewenscht. Sir Philipp Currie, de Britsche ambassa deur, kreeg telegraphisch last aan den Sultan mede te deelen, dat de regeering te Londen niet gelooft, dat deze benoe ming die gevolgen zal hebben welke de Sultan er van vreest, terwijl integendeel de benoeming van een Ottomaansch onderdaan noodlottig zou kunnen worden. De groote overwinning in Soedan, welke den weg naar Kartoem opent, is in En geland met groote voldoening begroet. Het blijkt een geweldigen slag te zijn geweest, waarin de Derwischen omstreeks 2000 dooden en 1000 gevangenen op het slagveld achterlieten, evenals een grooten vooriaad krijgsmaterialen, stan daarden enz. In het geheel telden de Derwischen 12000 man. De verliezen aan de zqde van de Engelsch Egyptische troepen, waren min der, maar toch belangrqk alles en alles ongeveer 500 man, onder wie ruim 100 Engelschen, meest gekwest. Mahmoed werd door de overwinnaars onder een bed verborgen gevonden, en. gelijk werd gemeld, gevangen genomen. soort van verdoovingdat duurde één jaai, twee jaar, dat weet ik zelf niet, gedurende welken tijd ik al mijne bezig heden veronachtzaamde en al mijne klan ten verloor. Onmachtig om ergens i6ts te doen, was ik bqna aan een redeloos dier gelijk geworden. „De ellende de honger wellicht, wekte mij eindelijk uit mijne verdooving. Ik blikte om mij heen en zag een vroo- lijk kind, dat mq bare armen toestrekte. Het Uad dezelfde trekken als hare moe der. Ja, ,ua jaren was zij haar evenbeeld. En wanneer ik haar zie, geloof ik mijne gade te zien „Wat hadt gij gedaan, Lorenz, bij den aanblik van dit lief, klein schepseltje, dat uw dochtertje, uw eigen vleesch en bloed was? Niet waar, gij halt bij u zeiven gezegd „Sta op, onzinnige bestrijd uwe dwaasheid, wordt weder een mensch en zorg voor uw kind." „Dat wilde ik nu. Maar het was te laat. De handelshuizen voor welke ik vroeger gearbeid had, was ik kwijt ge raakt. Ik had rnqne zaken zoo lang ver onachtzaamd en anderen hadden intus- schen mijne plaats ingenomen. Wat mijne voormalige kliënten aanbelangt, zq ver lieten den ongelukkige, wiens scherpe blikken zij eens gevreesd hadden. De vei twijfeling verwisselt toch zoo dikwijls met den waanzin Ik vond ner gens werkzaamheden, nergens brood. Men zeide mq„keer toch tol uwe geboorte-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 1