No. 1215. Woensdag 15 April 1898. 14* Jaarg. IJ Ij iII IJ Nieuws- e ii Advertentieblad i ©6 voor Zeeuwse li-Vlaanderen F. DIELEMAN, Buitenlaud. i* FEUILLETON. DE WURGERS VAN PARIJS. i«aw Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag:- en Vrijdag-avond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; Iranco per post 60 cent voor Bïlgiï 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlgk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De krijgsraad, die den Hen Januari Esterhazy vrijsprak, kwam Vrijdagochtend in openbare vergadering bijeen. Nadat eenige formaliteiten vervuld waren, deelde de griffier Vallecalle mede, dat de krijgsraad geroepen was te oor deelen over de volgende vragenle be staat er aanleiding een nieuwe aanklacht wegens beleediging tegen Emile Zola in te dienen 2e bestaat er voor de leden van den raad, die allen officieren van het Legioen van eer zijn, reden bij den groot-kanselier een klacht in te dienen tegen Zola die dezelfde waardigheid bekleedt De krijgsraad ging daarna in geheime zitting en beraadslaagde twee uur zonder tot een besluit te komen. Des namiddags te twee uren werd de zitting hervat Eerst later in den avond werd de be slissing bekend. De krijgsraad had op de eerste vraag bg meerderheid van stemmen besloten een aanklacht tegen Emile Zola in te dienen, en zich civiele partij te stellen. Het proces zal dus van voren af aan Ten aanzien van de tweede vraag uitte de krijgsraad den wensch, dat de Minister van oorlog bij den groot kanselier van het Legioen van Eer een klacht tegen Emile Zola zal indienen, teneinde te verkrijgen, dat deze uit het Legioen van Eer zal worden geschrapt. De eerste beslissing is vooral van be lang, omdat de rapporteur van het hof van cassatie, de raadsheer Chambaraud. in zijn rapport de wijze, waarop het hof van assisses de eerste maal het proces heeft behandeld, sterk afkeurde. Met name noemde hij het onwettig, dat het hof der assises verbood de zaak-Dreyfuss aan te roeren. Z. i. had het vonnis op dien grond gecasseerd moeten worden, als de cassatie was aangeteekend drie dagen na het eerste interlocutoire vonnis, in plaats van drie dagen na het eindvonnis Het hof van assises zal dus om een cassatie te ontgaan de verdediging een veel grootere mate van vrijheid moe ten toestaan dan bij de eerste behande lingen wat men dan zal hooren blijkt uit de nieuwe onthullingen. De vrienden van Dreyfuss, die nieuwe onthullingen ten voordeele van den ban neling beloofden, hebben woord gehouden. Maandag de bekende mededeeling in de Siècle, grootendeels uit de Brusselsche Réforme bekend, maar nu belangrijk, omdat zij werden gepubliceerd onder het bereik van den Franschen strafrechter. De Siècle wijdde Donderdag een nieuw artikel aan deze onthullingen en consta teerde dat zijn mededeelingen noch in het binnenland noch in het buitenland zijn weersproken In ,de Zaterdag door ons medegedeelde officieuse Üuitsche nota ziet het blad zelfs een bevestiging. Immers, blijkens de mededeelingen in de Siècle, had Esterhazy Schwarzkoppen zijn diensten aangeboden, terwijl de Duitsche nota juist verklaait, dat het aannemen van aangeboden dien sten geen laakbare daad is. Nog vóór de indruk van deze eerste onthulling was uitgewischt. kwamen andere van nog ernstiger aard. Henri Casella, een jongmensch uit de Parijsche wereld, die behoorde tot de getuigen in het Zola proces die niet ge hoord mochten worden, geeft in de Siècle het verhaal van wat hij voornemens was geweest daar te zeggen. Casella, die in nauwe relatie stond met Panizzardi, den Italiaansche attaché mi litaire. had dezen aangesproken over ge ruchten, dat hij bewijzen voor de onschuld van Dreyfuss had. Panizzardi ontkende dat; hij had noch Dreyfuss noch Ester hazy gekend en de brief met de woorden cette canaille de D devient trop exigeant was niet van hem. Casella. die meer van de zaak wilde weten, werd door Panizzardi in de gele genheid gesteld een onderhoud met Schwarzkoppen te hebben. Over dat onderhoudt deelt Casella mede, dat Schwarzkoppen eerst had geantwoord zich te moeten houden aan de zeer dui delijke verklaring, reeds vroeger door de Duitscne ambassade afgelegd, d. w. z. dat deze nooit iets met Dreyfuss had uit te staan. Maar, zoo merkte Casella op, het is een feit dat u. zoolang alleen de naam Dreyfuss werd genoemd te Parijs bleef, terwijl zoodra ook de naam Esterhazy werd genoemd, u heenging. Een toevallige samenloop ant woordde Schw. Men heeft wel verteld dat het borderaux in mijn snippermand was gevonden. Welnu ik kan u als edel man verklaren dat het borderaux nooit in mijn handen of in die van eenig lid der ambassade was. Het stuk werd onder schept vóór het op zijn bestemming kwam. Geloof mij, als ik de gewoonte Terwijl FLorine haar bediende, werd de vroeger zoo koele en terruggetrokken beerscheies zeer spraakzaam en openhar tig. Zij zeide aan ieder harer bezoekers een paar woordenzij deelde de nieuwe dienares mede, dat de heer, die het laatst weggegaan was, de groote blonde, een der meest gevierde spelers was in de jockeyclub, een ander had tweehonderd duizend francs rente in 't jaar, eene derde eene hooge politieke betrekking en veel invloed. Zoo gaf zij in alleraangenaamst gekeuvel te verstaau, dat zij, in geval van nood op machtige helpeis, trouwe bondgenoten en hooggeplaatste vrienden rekenen kon. „Waarom zegt zij mij dat alles vroeg Elorine zich zelve at', „Heett zij daarmo de eenige bedoeling Daar zij echter niet merken kon, dat zjj veranderd was, zoo dacht zij, dat hare beerscheres eenvoudig gul er. mededeelzaam was en zeer trotsch op hare vrienden. „De genadige dame zal heden waar schijnlijk nog uitgaan verstoutte zien het kamermeisje te vragen, toen de maai tgd geëindigd was, „Ik Neen. Ik zal den avond in huis doorbrengen, breng eene lamp in de toi letkamer." „Wanneer er iemand belt, mag ik dien binnen laten „O, er zal niemand bellen, ik ontvang des avonds nooit bezoek." Ziet men verkeerd vraagde zich Flo rine af, terwijl zij het bevel uitvoerde, Zoude de poiitie zicb bedriegen Heeft men mij opgedragen, de deugd te bewa ken En mijn agent, die zich voor de gaiertj der Madelaine lcopt te vervelen 1 Kon ik hem maar zeggen, dat hg naar huis kon gaan. Maar iaat mg nog een beetje wachten zij kon tot andere ge- dachteu komen. Frorine dineerde met do keukenmeid en zocht deze aan het praten en zwetsen te brengen, wat haar ook heel gemak kelijk geluktemaar zij vernam toch niet van haar wat waard was, in een rapport te worden opgenomen. Om negen uur kwam zij, onder voor wendsel van naar het vuur te willen zien in de toiletkamer, waar zij Mathilde in hare sofa vond liggen, geheel verdiept in de lectuur van een roman. „Maak mijn bed klaar 1" beval mejuf frouw de Villeneuve. „Ik zal mij weldra ter ruste begeven." Frorine v\as thans overtuigd, dat er dezen avond niet meer te doen was. En zg besloot om den agent van zjjne nutte looze wacht te gaan verlossen. had gehad zulke papieren welke men mij toezond, in de snippermand te werpen, dan zou men wel wat belangrijkers hebben gevonden. Ik meen uit deze woorden te mogen opmaken, dat gij overtuigd zijt dat Drey fuss niet de schrijver van het Bordereau is? Neen, het Borderau is niet van Dreyfuss. Gij zijt dus persoonlijk overtuigd dat Dreyfuss onschuldig is? Ja, Dreyfuss is onschuldig. Maar men heeft voor den krijgsraad stukken overgelegd tot voorlichting van de rechters, welke stukken hen ovei tuig den van de schuld van D. Wat is uw meening dienaangaande? Mijn meening is, dat de leden van den krijgsraad te goeder trouw waren. Maar als zij overtuigd zijn geworden door stukken, waaruit relaties tusschen Drey fuss en de Duitsche regeering zouden zijn gebleken, dan zijn zij misleid. Zulke stukken kunnen niet anders dan valsch zijn. Wie is dan de schuldige? Hebt gij majoor Esterhazy gekend Hij zelf heeft erkend relaties met u te hebben gehad Is het geoorloofd uwe meening over dezen man te vragen Ik acht hem tot alles in staat. In een tweede gesprek kwam graaf Casella op de kwestie terug en vroeg Schwarzkoppen den waren schuldige aan te wijzen. Wij knnnen niet beschuldigen en de Fransche regeering kan ons langs di- plomatieken weg niet vragen of Esterhazy schuldig is of niet. Wij kunnen slechts doen wat wij reeds uit eigen beweging HOOFDSTUK XV. Het geheim van Mathilde Florine volbracht de bevelen harer mees teres,. maakte het bed met toebehooren in orde, ging naar het dienstbodenper&o neel, vervolgens de drie verdiepingen af en ging op weg naar de Maielaine. Zij bei kende den agent gemakkelijk dien men ter harer beschikking gesteld haa en zeide hem, dat hij voor dezen nacht haar huis kon gaan, cm den volgenden dag, tegen den middag zgn post weder te be trekken, daar juffrouw de Villeneuve vóór dien tijd zeker niet uitgaan zoude. Toen zij ongeveer tieD minuten latei- in de woning terug kwan, boorde zij het herhaalde schellen van hare meesteres. Zg spoedde zich naar de toiletkamer, om zich even te verontschuldigen, dat zg het vroegere roepeu van de dame niet eerder gehoord had toen de juffrouw met hare rustige en kalme stem zeide „ik heb mij anders bezonnenik ga nog uit Ik herinner mg thans, eene dame beloofd te hebben, de thee bij haar te komen gebruiken. Kleed mij dus." Florine was verrast en zoo zeer ver rast dat zij thans aan de bedoeling begon te twijfelen. Zij wao immers zelve eene vrouw en wist, hoe wispeltuiig haar geslacht is en hoe vol plotselinge luimen. Men ne6iut zich voor, den avond aan den haard door te brengen, daar komt op eens de lust tot praten open men gaat uit. En de agent was naar huis 1 Florine vraagde zich zel7e af, of zg niet zijne stelling innemen en zelve hare meesteres naspeuren zoude. Maar zelfs dit lsatste plan zoude haar benomen worden. Mejuffrouw de Villenneuve had eene eenvoudige jurk aan een langen mantel over hare schouders, met een capuchon en dichten sluier wierp noch even een blik in de dienstbodenkamer, overtuigde zich dat de keukenmeid weggegaan was sloot de deur der dienstboden trap en stak den sleutel in den zak. Daarna ging zij in de voorkamer terug en zeide haar met hare zachte stem op volkomen kalme wijze tot Florine „Ik sluit u in, mijn kind uit voorzich tigheid Men kan zich niet genoeg in acht nemeii in zulk een tijd na de misdaad als die op den boulevard Bessiè- res. Morgen ontvangt gij uwen dubbel- sleutel. Heden heb ik echter nog slechts één en dien neem ik mede, daar ik u by mijne thuiskomst niet wil opwekken." Zg ging en liet haar kamermeisje boven mate verbluft achter, nadat zij de huis deur eveneens zorgvuldig gesloten had. Florine had slechts van gevangenis ver wisseld den dag te voren was zij in politie arrest en thans bij juffrouw de Villenneuve opgesloten. Mathilde kwam in de rue Boissy d'An- glas aan en doorwandelde deze, in plaaU

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 1