No. 1212. Zaterdag 9 April 1898. 14e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Z e e u wsc li - V I a a n d ere li F. D1ELEMAN, AXEL. Ituiieiilaud. FEUILLETON. DE WURGERS VAN PARIJS, COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde» naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Het gebeurde der jongste dagen heeft de treurige zaken, welke zoolang de open bare meening bezig hielden, weer geheel op den voorgrond gebracht. De krijgsraad zou tegen Maandag, wor den bijeengeroepen om te beslissen of men een aanklacht zou indienen Generaal Billot had daarvoor generaal Zurlinden zijn bevelen gegeven. Maar nu moet een eigenaardige kwestie zijn gerezen. Eenige leden van den krijgsraad, die over Esterhazy oordeelden, zijn verplaatst «n staan niet meer onder de bevelen van generaal Zurlinden, den militairen bevel hebber van Parijs, zoodat zij hebben op gehouden deel uit te maken van den krijgsraad en dus niet kunnen worden opgeroepen voor de algemeene vergade ring van den krijgsraad, welke te beslis sen heeft Ons zou het voorkomen, dat dit geen bezwaar is, en dat, waar het lichaam en niet de individueele leden beleedigd zou den zijn, de veranderde samenstelling van het lichaam geen bezwaar is om een be slissing te nemen. Het kan daarom best waar zijn, dat men dit incident opwerpt om een beslissing te ontgaan. Een nieuwe klacht zou leiden tot een nieuwe behan deling der zaak onder veel ongunstiger omstandigheden. Immers de rapporteur Chambaraud heeft erkend, dat voor het hof van assises geen chose jugée bestaat en dat het beweringen mag onderzoeken, welke het vonnis over Dreyfuss aantasten. De Jour beweert echter, dat generaal Billot een anderen koers uitgaat, en dat hjj voor zijn persoon een aanklacht zal Julia liet zich dit bevel geen tweemaal zeggen en \jlde in allen haast, dronken van vreugde, naar de huisbewaarster. »Intusscben legde Mathilde de laatste band aan haar toilet, nam een der dag bladen ter hand en las onder een met dikke letters gedrukt opschrift»de mis daad op de Boulevard Bessières," een gedeelte der gebeurtenissen, die wij be reids weten. Wie op de lezeres gelet had, zonde gezworen hebben, dat zy geen het minste belang had bij hetgeen zy las. Men zoude gedacht hebben zij heeft Claude Guérin, den broeder des vermoor den nooit gekend, nog minder weet zij dat deze beroofde som van vyfbonderu dertig duizend francs een tijdlang haar door den rechter toegewezen is geweest. De verschiikkelyke dood eens mans, die met haar vyf jaren lang geheel tegen strijdige belangeu had gehadvan eenen ongelukkige, die wel haar tegenstander geweest was, maar dien zy overigens als een eerwaardig man gekend had, bezat niet de macht, haar van haar stuk te brengen. Na deze lektuur zette zy zich aan eenen kleinen tafel nabjj den haaid om te ontbyten langzaam, bedaard, kalm en met zichtbaar genot. indienen en de andere generaals zal machtigen zijn voorbeeld te volgen. Erg waarschijnlijk klinkt dat ons niet De Soir zegt dat de beslissing van den krijgsraad geheim zal blijven tot na het uiteengaan van de kamer en zulks ter vermijding van een nieuw incident. Dit bericht zou doen vermoeden, dat de krijgs raad de zaak maar op naar beloop zou laten. Men zou, tot rechtvaardiging van zulk een besluit, zich op dit standpunt plaatsen, dat het vonnis, door het hof der assises geveld, voor den krijgsraad voldoende eerherstel is, en dat daaraan niet wordt geraakt door een fout in den vorm der aanklacht. Terwijl dit alles de gemoederen in spanning houdt, komt de Siècle met de lang beloofde onthullingen. Deze zijn geteekend Un diplomate en geven een yolledig overzicht van de betrekkingen, welke tusschen Schwarzkoppen en Ester hazy hebben bestaan. Esterhazy zou in het geheel 162 stukken hebben geleverd Het verhaal in de Siècle bevestigt de bekende mededeeling van de Brusselsche Réforme, dat Esterhazy zou hebben ge tracht Schwarzkoppen over te halen, Dreyfuss te beschuldigen, en dat Schwarz koppen dat geweigerd had. Het artikel eindigt met deze woorden „Het is een stellig feit. dat de werkelijke leverancier van geheimen aan kolonel Schwarzkoppen was Esterhazy en niet Dreyfuss. Daaraan is geen twijfel het is zelfs niet geheimzinnigs." 't Zou ons niet verwonderen, of de geheele zaak kwam door dit artikel in een nieuw stadium, hoe gaarne de Wel twee uur achtereen lag zy ver volgens, half droomend, sigaretten roo- kend, op hare sofa, toen eindelijk: .lulia terug keerde en haar mededeelde, dat de huisbewaarster ir. de stad een kamer meisje gevonden had, dat haar wensebte te spreken. Zij beval, het meisje binnen te laten, wierp een langen, bepioevenden blik op haar en nadat zy haar van boven tot beneden goed opgenomen had, twijfelde zij niet langer, of baar list was gelukt een agentes der politie, om hare woning dwalend zonder te weten, hoe zy er bin nen komen zou, had gretig naar den angel gegrepen, dien mee haar toegeworpen had en stelde zich hier als kaïnermeisje voor. HOOFDSTUK XIV. De maskers der politie. Den vorigen dag was Florioe Papin (gewoonlyk de lange Florine genaamd) no;, de gevangene der politie-prefectuur ge weest. Zij was in eene erge en netelige politie-zaak gewikkeld geweest, maar door hare gevatheid en slimheid had zg aan het onderzoek een hardnekkiger, tegen stand gebodeo. Dit meest afdoende gron den van Terdachtheid had zij tegen zich men was overtuigd van hare schuld en regeering haar ook zou laten rusten. Zoolang het alleen buitenlandsche bla. den waren, die soortgelijke beschuldigin. gen uitten, was het niets. Maar nu een Fransch blad openlijk een Fransch officier van verraad beschuldigt, zal men zich wel niet langer kunnen verschuilen achter de vrijspraak van Esterhazy op de klacht van Mathieu Dieyfuss. Esterhazy is door een vertegenwoordi ger van de Temps opgezocht. Maar hy weigerde iets te zeggen veel gewicht hechtte hij niet aan deze zaak. Eigenaardig is, dat de Parijsche cor respondent van de Fr. Z. zegt, dat de onthulling van de Siècle loopt over zaken die iedereen weet alleen Frankrijk niet. Voor het eerst wordt dus door een Duitsch blad erkend, dat Duitschland wel in de zaak betrokken was. Het H. v. A. ontleent aan een niet genoemd Fransch blad de merkwaardige bijzonderheid, dat de regeering, vóór zij tot de vervolging van Zola overging, verschillende rechterlijke autoriteiten heeft geraadpleegd - ook den president van het hof van cassatie. Reeds dat de re geering, alvorens een proces te beginnen, het advies inwint van een magistraat, die geroepen kan worden daarin een on afhankelijk oordeel uit te spreken, bewijst hoever het rechtsbegrip zoek is Maar nu zien wij in de Justice, dat president Mazeau. die gelyk men weet lid van den senaat is, Zaterdag middag in dat lichaam van alle zyden werd omringd. Eerst wilde hij zich niet uitspreken over het arrest, welks overwegingen hij niet kende. Maar hy gaf toe, dat een toch moest men haar, wegens haar gebrek aan wettelyk bewys, op vrye voeten stellen. De rechter van Instructie, die dit alles wist, besloot zich de slimheid en sluw heid dezer persoon ten nutte te maken. Hij liet de gevangene voor zich roepen en zeide haar, dat de zwaarste en over tuigendste aanwijzingen tegen baar bij hem ingekomen waren. Daar zg hierop onrustig en verward werd, trots hare vroegere "onbeschaamdheid en driestheid, sloeg dn rechter haar voor, dat hij ten haren gunste d9 zaak beslissen wilde, indien zij van haar kant der politie en justitie eenige diensten wilde bewijzen. Florine haastte zich, dit gunstig aan bod aan te nemen. Zij zoude gaarno alles gedaan hebben, om uit d» gevangenschap verlost te-wor den en zich de politie, die zij zoo zeer vreesde, te vriende te maken. Daarop schilderde de zekerheids chef haar de rol. die zij bij juffrouw de Ville neuve te spelen had en werd zy dadelijk uit de gevangenis verlost. Flo ine ging terstond aan het werk en trad reeds den volgenden dag in hare kampplaats, dank zy juffrouw de Ville neuve zelve, welke de politie in hare ge heimzinnige handelwijze tegemoetkwam en haar als 't ware de deur opende. »Zijt gij kamermeisje vraagde Ma tbilde. »Ja, genadige vrouw." krijgsraad geen gevestigd lichaam (corps constitué) was, zoodat het onmogelijk was dit saam te roepen om over de be- leediging te oordeelen. Dat Mazeau overigens heeft blootgestaan aan pressie van de zijde van generaal Billot wordt bevestigd. De oud-minister van Thévenet zegt, dat hij toen Billot en Mazeau spraken, nog erger woorden hoorde dan Clemanceau in de Aurore overgebracht. Met betrekking tot de nu te doene stappen wordt gemeldt, dat de krijgsraad eerst Doudeidag zal bijeenkomen. Alle daarvoor noodige maatregelen zijn ge nomen. De Echo de Paris, het officieele orgaan van den generalen staf, verzekert dat de generaals persoonlijk geen stappen zullen doen. Ondertusschen blijft het tegen Zola stormen. Judet stelt in het Petit Journal voor hem zijn officierskruis te ontnemen dat zou een betere straf zijn dan een nieuwe yeroordeeling. Gaston Jollivet ondersteunt in de Gaulois dit denkbeeld. Curieus is de daarbij gevolgde redeneering. Men verliest het kruis door neutralisatie in den vreemde, en nu meent Jollivet dat Zola in den hoogeren zin des woords zich heeft gedenationaliseerd, daar hij met Pichegru en Moreau tot de eenige Franschen van naam behoort, die zich in den vreemde deden toejuichen. Zola gaat een paar dagen te Medan rust nemen. Op een vraag van een redacteur van de Temps wat hij zal doen als de krijgs raad een klacht indient, antwoordde hij, ►Juffrouw, moet ik beeten ik beu niet gehuwd." >0, pardon, genadige juffrouw." »Gij weet, gjj zyt bier eenvoudig als noodhulp voor eenige dagen." ►Ik wilde liever altijd bij de genadige juffrouw blijven maar daar ik toch bui ten betrekkiBg ben ben ik er mede te vreden." »Hoe heet gij?" »Louise Leprieur," antwoordde zonder dralen Florine Papin, die op deze vraag voorbereid was. >Hoe veel loon verlangt gij?" »Ik heb altijd zestig francs per maand veidiend »Om den wille van eenige dagen wil ik niet afdingen. Wanneer ik u later bij behouden wil, is het mogelijk, dat ik twee kamermeisjes neem en in dat geval zullen wij het accoord wel treffen. Gij hebt ongetwijfeld reeds in meerdere huizen gediend »0 zeker, en wanneer de genadige juf frouw information inwinnen wil »Dat is onnoodig. Ik geloof aan geene informatiën. Gij hebt goede manieien en komt mij geschikt voor en wat uwe eer lijkheid betreft, daarvan zal ik mij kun nen overtuigen. Ik moet u echter al dadelijk zeggen, dat gij bij mij zeer wei nig vrijen tijd zult hebben. Ik ga zelden uitdes avonds pas een paar uren naar den schouwburg of om bij eene goede vriendin thee te drinken. Ik leid een

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 1