No. 1209.
VPöensdag 30 Maart 1898.
13® Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h - Vlaanderen
F. DIELEMAfl,
AXEL.
Buitenland.
u FEUILLETON.
DE WURGERS VAN PARIJS.
col rant.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor Belg ik 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde»
naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Aclvertentiën worden franco ingewacht, uiterlpk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
't Wordt met het uur moeilijker iets
stelligs over het Amerikaansch-Spaansche
conflict mede te deelen.
Daily News vernam van iemand, die
Mac Kinley had gesproken, dat deze had
verklaard Ik ben tegen oorlog. Ik ben
vast besloten die met aHe middelen tegen
te gaan en geloof dat de vrede bewaard
zal blijven.
Maar daarnaast stellige verzekeringen
dat Mac Kinley geen kans meer ziet
den storm het hoofd te bieden.
Dat Mac Kinley de zaak van de Maine
wil loslaten en de Cubaansche kwestie
op den voorgrond zal stellen, wordt door
de N. Y. Herald daaruit verklaard, dat
de president vreest voor een tegeneisch
van Spanje wegens de nadeelen, onder
vonden door de vrijbuitersexpedities welke
in de Vereenigde'Staten waren uitgerust.
In den Senaat heeft Gallinger (een
Jingo) weer over den verschrikkelijken
toestand op Cuba gesproken. De too-
neelen op straat te Havana, zeide hij,
gingen alle beschrijving te boven overal
zag men wandelde geraamten, en op den
weg naar Matanzas kwam men slechts
in lompen gehulde menschen tegen. Man
tanzas zelf was een stad van bedelaars
en stervende geworden. Men zeide dat
de vereeniging het Roode Kruis statis
tieken bezat, waaruit blijkt dat 425.000
Cubanen van gebrek omgekomen zijn
en nog 200.000 thans aan alles behoefte
hebben.
Het rappoit van de Maine-commissie
zal vermoedelijk Maandag aan het congres
worden medegedeeld. Men neemt maat
regelen tegen een eventueels demon
stratie.
Een officieus bericht, te Madrid ver
schenen, bevat de eigenaardige mede-
deeling, van generaal Blanco aan den
ministerraad, dat de kapitein van de
Maine verlof had gevraagd het wrak te
doen springen. Daarop was weigerend
geantwoord.
Dit bericht klinkt zeer vreemd. Inde
eerste plaats heeft Amerika er geen be
lang bij het wrak te verwijderen.
In de tweede plaats is het onverklaar
baar dat de regeering der Unie het cor
pus delichti in een eventueele klacht
tegen Spanje zou willen vernietigen.
Een aantal Fransche vrouwen van
naam hebben een manifest openbaar ge
maakt, waarin zij hare zustereaanspo
ren bij de regeering aan te dringen op i
het inwilligen van het verzoek van mevr.
Dreyfuss, om naar haar man te mogen
gaan
De Temps heeft eenige rechtsgeleerden
geraadpleegd over de ontvankelijkheid
van het verzoek. De senator Rhèzard
door het blad een der beste rechtsgeleerden
genoemd hoogleeraar te Poitiers, acht het
recht van mevr. Dreyruss onbetwistbaar
Hij was zelf verbaasd dat zij als een
gunst verzoekt, wat zij als recht kan
eischen.
D'rHaussonville, die rapporteur was
over de wet inzake de verbanning ver
wijst naar het artikel van .loseph Reinach
die in de Siècle voor het verzoek van
mevr. Dreyfuss opkwam. Hij had bij zijn
door Reinach aangehaald rapport niets te
voegen.
Leveille, hoogleeraar te Parijs is het
>Ja, mijnheerHij was volgens ge
woonte, na het ontbijt uitgegaan."
„En hoe is die persoon bij u binnen
gekomen
„Hij schelde aan bij de tuindeur. Ik
sloot die deur steeds, als ik mij met de
werkvrouw alleen te huis bevond."
Heeft men hem toen open gedaan en
in huis gelaten?"
»Dat wil zeggen, mijn heer! Hij is uit
zich zelf binnengekomen. Ik zat in mijn
kamer te schrijven, toen ik plotseling op
de stoep schreden hoorde. In de meening
dat papa reeds terug gekeerd was, ging
ik naar het voorhuis en zag daar eenen
vreemdeling, welke reeds de trapopkwam
»Wie zijt gij, mijnheer en wat wilt gij?'
vraagde ik hem bedrempeld."
»Ik wensch den kapiteiu Guérin
spreken."
Hij is niet te huis," antwoordde ik
snel. En de weikvrouw, welke achter
den maD aan kwam, verontschuldigde
zich, mol te zeggen deze heer vei zocht
mij, hem in de salon te brengen, om daa
op den heer Guérin te mogen wachten
Ik was verlegen wat ik doen zoude. Ik
wilde niet toonen, dat ik vrees had en
zoo liet ik den man binnentreden en in
niet eens met Thézard. Hij meent dat
de gedeporteerde slechts zooveel vrijheid
mag genieten, als noodig is om een ont
snapping te voorkomen en de handha
ving der orde te verzekeren.
Hij zet uiteen, dat een door den Staats
raad goedgekeurd reglement voor de uit
voering der straf den gouverneur het
recht geeft met machtiging van den mi
nister, te schorsen of te verbieden alle
gemeenschap van den veroordeelde met
de buitenwereld. In aansluiting daarop
zegt hij, dat de kans op ontsnapping
niet mag worden verwaarloosd hij wijst
erop dat Bazaina ontsnapte met behulp
van zijn vrouw.
Ons dunkt dat het verzoek niet mag
worden afgewezen Als de geleerden
het oneens zijn, en twijfel bestaat moet
i de schaal overhellen naar de zijde van
den veroordeelde.
Dat is ook een eisch vandewaarach
I tige rechtvaardigheid, waarop kapt. Van
Oordt zich beriep in zijn bekend pleidooi
ten gunste van formeel onrecht.
En wat de kans van ontsnapping be
treft - daartegen heeft de overheid
door voldoend toezicht te waken.
Melchior te Vogue, het Fransche kamer
lid, heeft, gelijk men weet genoeg van
het parlement en gaat heen. Het is
niet daardoor alleen dat hij van zich doet
spreken. In de Academie heeft hij Hano
taux moeten beantwoorden, en daarbij
gaf hij die tot de zoogen. rallies behoort
blijk hoe diep de republikeinsche gevoe
lens bij hem wortelen. Sprekende van
den coup détat van 2 December noemde
hij dezeeen politiemaatregel wel wat
ruw, maar die op eene December-ochtend
deze kamer gaan."
>Zijt gij daar bij hem gebleven
>0 neen, ik heb hem alleen gelaten en
ben in den tuin gegaan, want daar vrees
de 'ik niet meer en gevoelde mij veilig."
»Er, hoe lang is hij hier gebleven
»Een goed kwartier. Hij is toen van
zelt weer naai beneden gekomen en heeft
mij in den tuin aangesproken, om mij te
zeggen, dat hij niet langer wachten kon
en in de eerste dagen terug komen zoude."
„Heninnert gij u de gelaatstrekking
van dien man, juftrouw
„Niet zoo nauwkeuiig, om hem ulo
kunnen beschrijven. Maar wanneer ik
hem wederzie, geloof ik, dat ik^ hem
onder honderden herkennen zoude."
„Is u zijne leelijkheid opgevallen
»Eigenlijk niet zoo zeer zijne leelijkheid
maar hij keek zoo valsch, zoo btos uit,"
zei zij op een toon, alsof zij er van grie
zeide. »Hij keek mij aan, zoo als men
iemand aanziet, dien men baat. Ja, die
uitdrukking van haat was het; die mij
zoo getroffen heeft
»Gtj hebt wel eene zeer levendige ver
beeldingskracht, juffiouw! Gelooft gij
niet, dat die u misleid kan hebben
»0 neen in dit geval zeker niet."
Na eene kleipe pauze vei volgde de
rechter van instructie
Wanneer gij u zijne gelaatstrekken
niet meer nauwkeurig voorstellen kunt
zoo zoudt gij mjj misschien toen wel iels
vau zijne gestalte kunnen zeggen
de verbijsterde maatschappij geruststelde.
De Auore vindt men nog al bedenkelijk,
de verbijsterde maatschappij gerustelde.
dat zulke woorden worden gesproken in
het bij zijn van den president en de
ministers der republiek.
Verder liet hij zich minachtend uit
over de „intellectueelen„, die zich de
laatste weken in de zaak-Zola mengden.
De Fransche regeering besloot wederom
een credietwet voor een maand in te
dienen, daar er geen kans bestaat de be
grooting op tijd gereed te krijgen.
Te Algiers blijft het zeer onrustig.
Donderdag hadden weer vele manifesta
ties plaats. De troepen bezetten verschil
lende punten der stad. De gouverneur
generaal Lepine, die van een wandeling
huiswaarts keerde, werd door een bende
antisemitische jongelui uitgejauwd.
Onder de kamercandidaten in Frankrijk
bevindt zich een socialistisch journalist,
die naar Brussel is uitgeweken, wijl hij
op aanklacht van een 250 tal werklieden
is veroordeeld tot een groot aantal straffen
te zamen op 30 jaar gevangenis neerko
mende.
Bismarck heeft Vrijdag den 60en ge
denkdag van zfjn intrede in het leger
;rd. Het was dit feest en niet zijn
aanstaande veijaardag, dat aanleiding
gaf tot het bezoek van keizer Wilhelm.
Bij de onthulling van een beeld van
Wilhelm den I in de Runmeshalle te
Regensburg, waar keizer Wilhelm door
prins Frederik Hendrik vertegenwoordigd
was, werden tusschen de vorsten harte
lijke woorden gewisseld, waarin werd
gewezen op de vriendschap tusschen
Beieren en Pruisen.
>0 ja, hij was klein en had zeer bree
de schouders."
»En zijn uiterlijk? Herinnert gij u
dit? Tot welke klasse van menschen
in de maatschappij scheen hij te be-
booren
-Dat weet ik werkelijk niet Hij
was niet elegant, maar toch fatsoenlijk
gekleed."
Plotseling herinnerde zich de rechter
eene bijzondere notitie in het rapport van
dokter Tardieu en na eenige weifeling
zeiae hij tot juffrouw Guérin »Ik heb
u nog ééne vraag te doen. Vergeef het
mij, wanneer die u pijnlijk aandoet. Het
is immers mijn plicht, niets na te laten
wat tot het ontdekken van den schuldige
dienen kon. Hebt gij gelegenheid gehad,
om de handen van dien persoon goed te
zien
Zij sidderde en hare bleekheid nam
toe. Zij bedwong zich echterherstelde
zich weer eenigzins en zeide
„Ja, ja 1 ik zie nog die handen voor
mijne oogenZij waren onge
meen groot, met lange vingers."
>Toen uw vader thuis kwam, hebt gij
hem zeker van dit ongewenscht bezoek
verteld
»0 ja, dat was het eerste."
»Verwonderd9 uw vader zich daarover
niet
»Neen, mijnheer Hij heeft mij inte^
I gendeel gozegd, dat dit bezoek zeer na
tuurlijk was. Hij had iemand besteld
hier te komen, maar het vergeten."
En over welke zaak zoude hij onder
hanfeld hebben."
Zoë Lacassade, die van begeerte brand
de, zich in het gesprek te mengen, kon
zich nu niet langer inhouden en zeide
haastig
Om het huren van een huis aan de
bloemenmarkt in Batignolles. De arme
kapitein wilde zijne dochter daarmede
verrassen. Hij had het mij zelf gezegd.
Ik was twee dagen vroeger met hem
geweest, om het huis te bezien."
>Woont bier dan misschien een wo-
nings agent in de nabijheid
Ja, mijnbeeraan den hoek der Avo
nue Clichy."
»V/ij zullen met een zien, of het die
persoon iswij zullen hem laten halen."
Toen wendde hij zich weer tot juffrouw
Guérin 6n zeide
Ik moet mij jegens u duizendmaal
verontschuldigen wegens dit langdurig
onderhoud, mejuffrouw. Ga u thans uit
rusten. Ik heb later nog slechts eenige
woorden met u te wisselen."
Zij boog zwijgend en begaf zich m de
rouwkamer, terwijl de heer de Beaudin
zich naar beneden begaf en een zijner
inspecteurs bevelen gaf. Een half uur
later keerde deze met de wonings-agent
terug en het bleek nu, dat deze persoon
biet voor drie dagen niet geweest was
en dat de kapitein hem gevraagd had
»Wie mag dan gedurende mijne af.