No. 1199. Woensdag 23 Februari 1898. !3e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh-Vlaanderen F. D1ELEMAN, AXEL. Bnitenland. FEUILLETON. DE WURGERS VAN PARUS. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. A B 0 N N E M E N T S PR IJ S per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor Bïlsiï 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent! voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Onze vrees, dat de ramp, welke een der beste scbepen van de Amenkaansche vloot vernietigde, een noodlottigen indruk zou maken, wordt bewaarheid. Kapitein Sigebes kan seinen, dat de openbare mee ning niet te vlug moet oordeelen. Bjj de bestaande verbittering vond dit woord geen goede plaats. Reeds den dag na de ramp lootde een der New-Yorksche bladen 50,000 dollars uit voor hen, die de bedrijvers van de misdaad aanwijzen - betzij personen of regeeringen heet het, zoodat zijdelings een ernstige beschuldiging tot de Spaan- sche overheid wordt gelicht. Dat deze in de zaak betrokken is, zal buiten Ame rika wel niemand gelooven. De autoriteiten hadden den Ameri- kaanschen officieren allerlei beleefdheden bewezen, en waren juist den dag van de ramp gast geweest aart boord van het ge vaarte, dat eenige uren later geheel ver nield werd. Het schip lag op een plaats, waar het ni«t zeer diep was, zoodat enkele dealen nog boven water uitsteken. Men wil nu door duikers doen onderzoeken wat de oorzaak van het onheil is. In een offici eel telegram aan de regeering te Madrid werd een ketelontploffing ooi zaak ge noemd. Maar dat is niet te rijmen met het stellige bericht, dat de ontploffing in het voorschip plaats had. In de kwaad denkende Amerikaansche kringen geloofi men nu aan een helsehe machine, Maai aanvankelijk waren die kringen niet groot, Woensdagavond bleek dat de New-York Journal in zijD oordeel alleen stond. AHe bladen op een na geloofden aan een on geluk, zoo vertelde de Westminster Ga- zette Donderdag ivond. De New-York Herald zeide zelfs dat de vurigste en dwaaste Jingo Spanje niet zou durven verdenken. Twaalt uui later, toen de ochtendbla den van Donderdag verschenen, was de stemming echter omgekeerd. Veischeidene ochtendbladen spruiten van een schande, lijke misdaad. Maar nu wordt een zeer ernstig licht op de zaak geworpen in een particulier telegram van don Londenschen correspondent van de N. R. Cit. Dez6 seinde DonderdagavondEr heeft zich hier van middag een eigenaardig en zeker oeteekenisvol voorval voorgedaan. Reu ter's kantoor alhier zond nl. heden eene depeche rond van zijn eigen agent te Havana, meldend dat de duikers een gat ter grootte van 8 duim ontdekt he'obeu in de kiel van den Amerikaansche krui ser Maine, hetgeen de theorie zou beves tigen dat de vernieling van de Maine door een torpedo is geschied. Die depe che kwam natuurlijk via New-York. waai de gelijktijdige publicatie ervan eene ont zaglijke beroeriug verwekt en de regeering der Vereenigde Staten gealarmeerd schijnt te hebben. De regeermg verzocht dade lijk aan Reuters agent to New-York de depeche uit Havana niet te verspreiden omdat zij zelve geen bevestiging had ont vangen. En daarop kregen de Londen- sche avondbladen van Reuters agentschap net dringend verzoek de depeche ook weg te laten, waaraan evenwel niet alle vol deden. In de Citylkringen alhier geloolt men dat d regeeriug der Unie weet dat het bericht juist is, maar de openbaar making zoo lang mogelijk tracht tegen te houden, omdat zij anders internationale complication onvermijdelijk oordeelt. Over de ramp wordt nog gemeld, dat het aantal dooden 260 en het aantal ge- wonden 90 bedraagt. Over het schip zelve wordt nog het volgende gemeld De Maine, eerst in November 1890 van stapel geloopen, was een pantserto- renscbip met tweellngsschroeven van het kruisertype met gordelpantser en boven dien van een gewelfd pantserdek voor zien- c.. Het schip is lang 318 voet, breed 57 voet en diep 21 voet 6 inches. De waterverpiaatsing van deze drijven de vesting bedraagt 6.682 ton en de snel heid 177. knoopen, De 10 Duims (Engelsch) kanonnen zijn geplaatst in de torens en beschermd door 107. duims staalplaten, en de torens zijn zoo ingericht dat met alle vier de stuk ken voor- en achteruit gevuurd kan worden. Verder heeft het nog 6 achterladers van 6 duim. 7 zesponders, 8 snelvuur- kanonnen en 4 revolverkanonnen. De equipage beliep een 400 man ruim. Hoe de Almanach de Gotha dan komt aan de mededeeling dat de zes pantser schepen samen een equipage van 7600 koppen hebben is ons duister. Te Madrid was men aanvankelijk zelf ongerust over de oorzaak van de ramp. De Gaceta, Spaansche Staatcourant, doet op hot besiuit tot ontslag van Dupuy de Lome een scherpe veroordeeling volgen. Over de oorzaak van de ramp te Ha vanna is nog geen nader nieuws. Het onderzoek door de duikers gaat moeilijk, daar het schip in vuil water en op een modderigen bodem ligt De New-Yoik Herald kreeg verlof een eigen stel duikers omlaag te zenden, ten einde onafhankelijk van de officieele en- quete, een eigen onderzoek in te stellen. Het aantal dooden bedraagt thans 270, maar niet alle lijken zijn gevonden. De begrafenis had Donderdag plaats. Natuurlijk werd daarbij bijzondere luister ten toon gespreid, en nam de overbeid zelve aan de plechtigheid deel. De lijkkisten waren een geschenk van den consul generaal Lee en van de ter plaatse aanwezige verslaggevers der Ame rikaansche bladen. De stemming in Amerika is verdeeld Het schijnt der regeering gelukt een groot deel der natie een kalmer inzicht in de zaak te geven. Zoowel de Spaansche als Amerikaan sche bladen achten het in de gegeven omstandigheden beter dat de Viscaya, het Spaansche oorlogschip dat het bezoek van de Maine zou beantwoorden, de Spaansche vlag niet in de Amerikaansche wateren vertoont. Maar net schip is onderwjjl voor San dey Hook aangekomen. Uit nadere berichten over de ramp blijkt dat eerst een vrij zwakke ontplof flog word gehoord, oogenblikkelyk gevolgd door het uitbreken der vlammen. Ter stond werd alarm gemaakt, en bevel ge geven de bluschmiddelen in werking te brengen, maar nog voor dat bevel was uitgevoerd had een groote ontploffing „Mij wekt geen alarm. Wanneer men het geruisch der halve wereld doorgeko men is, wordt het oor tamely k gehard. Hoe vele overtochten heb ik reeds mee gemaakt en heb bij het snuiven des stoom ketels, bij het rumoer der matrozen, bij het bruischeu der zee rustig miju slaapje De kapitein brak zijn gesprek al, daar de deur van het bureau vau den notaris geopend werd. Hy zelf verscheen op den drempel, wierp een blik in de expeditie kamer en toen hij Guérin bemerkte, riep hij »Hoe kapitein! zyt gij hier? Wat doet gy toch hier buiten Waarom zijt gij met binnen gekomen. Ik wacht reeds sedert een uur op u.« Maar men heeft niy gezegd, dat gij bezoek bad," antwoordde Guérin. Wie heeft u dat gezegd? Ik, heer doktorantwoordde de ex pediteur schuchter. „Ik geloofde ik had iemaud zien binnentreden »Een bekende, die ook oogenblikkelyk weder vertrok. Meng u in 't vervolg niet in zaken, die u niet aangiaa. Treed, biu uen, heer kapiteinals ik u verzoeken mag." Guérin trad met den notaris binnen en de dubbele deur sloot zich achter heu. Jagon. die door het verwijt zijns prin cipaais niet het minst getroffen scheen, trok zijn horloge uit den zak, verzekerde zich dat bet vier uur geworden was en maakte zich daarna, daar een schrijver binnen trad, weder gereed tot den arbeid. Hy brak dien echter van tijd tot tijd af, om weer zjiu plomp horloge uit den zak te trekken en den voortgang der wijzers te volgen. Hoe meer tijd verstreek, des te glauziger werden zijue grauwe oogen, des te zeldzamer vertrokken zich zijne lip pen tot een lach By het minste gerucht hief hij het hoofd op en wierp een schui- neu blik naar de deur van het notaris kantoor. Het scheen, alsof hij vreesde, dat deze zich te vroeg mocht openen. Maar eerst om vijl uur verscheen Gué rin weder, gevolgd door den notaris, die bem tot de buitendeur begeleidde en hem tot afscheid de hand reikte. Jago; had zyne plaats niet verlaten. Hy schreef al door en scheen zeer ver diept in zijnen aibeid. Maar niet zoodra was doktor Lavril weer in zyn kantoor teruggekeerd, of de expediteur, die zich thans alleen in het vertrek bevoud, sprong op, liep naar tiet venster, dat in den hol uitkeek en kon Guérin nazien, die den hof doorging. De kapitein ging mei langzame schre den den noed met soldatenmines op zy, een liedje neuriënd. Zyn overrok was nog zorgvuldiger toegeknoopt dan des morgens van den hals tot beneden. Zoo lang Ja gon hem nog zien kon, tastte hij met zijn linkerhand tweemaal naar zijn rechter borst zak, die sterk g vuld scheen tc zyn. Hij moest daarin zeker een kostbaren^ last dragen, van wiens aanwezigheid hij zich van tijd tot tijd overtuigen wilde. Jagon wree't zich de handen, zette zich weder aan zyn lessenaar en nam zyn ar beid weder op. HOOFDSTUK IV. Een nagerecht. Toen kapitein Guérin in het tuintje bij zijn huis op den Boulevard Bessières ver scheen, vloog Jeanne hem reeds te gemoet kuste hem naar hartelust cn trok hem in de eetzaal. „Kom en bewonder mijn dessert,* riep zij- En daar op de net gedekte tafel verhie ven zich twee piramiden van suikergehak en een grootere van koeken, twee groote compotglazen met zuidvruchten in 't geheel niet te denken. Daaraan erken ik u, Kreolenkind, Ras katl" riap Guérin. »Mjjne tien francs zijn zeker geheel aan het dessert besteed. En dat noemt gy een middagmaal? Niet .brommen lachte Jeanue, »Gy krijgt jUWe lievelingsspys. ^Zézelle maakt ze even in de keuken klaar. Dacht gy, dat wy u vergeten hadden Zézelle is eene in de f'ransche kolomen zeer gebrui kelijke verkorting van mademoiselle. Jeaune gaf uien naam aan eene oude jonge juffrouw van veertig a vyfeoveertig jaren hare beste vriendin of veeleer hare eenige vriendin. Jufrouw Zoë Lacassada (dit was haar ware naam) was zeer intiem geweest met mevrouw Guérin. Toen deze stieif en de kapitein het besluit nam naar Europa terug te keeren, verklaarde Zoë, dat zy hem volgen wilde, omdat zy uiet scheiden kon van hare kleine Jeanne, haar lieveling. Deze verklaring was r.og te verdienstelijker, omdat Zoë in het geheel geen fortuin bezat en nog bovendien een geweldigen angst voor den zeetocht had. Trots hare armoede en haren angst voor de zeereis, bleet zij by haar besluit, zeil de naar Frankrijk en leefde hier zonder al te groot gebrek dank zy eene industrie, waarmee zij iets verdiende en van hen, van wie wij later h bben te spreken. Zij was een zeer klein vrouwmenschje, met koolzwarte haren en magere, gele wangen. Trots hare schoone oogen en tanden was het nooit iemand ingevallen, haar mooi te vinden maar allen, die haar kenden, schat ten haar hoog om hare welwillendheid en de goedheid van haar hart en dachten er niet aan, om hare zonderlingheden, waar door zy zich dikwyls belachelijk maakte, te lachen. Man bad zich aan den dlsch gezet. De

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 1