No. 1194. Zaterdag 5 Februari 1898. 3 3e Jaarg. Li IJkj Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h - Vlaanderen F. DIELEMAA, TWEEDE RAMER. i FEUILLETON. ~DE SLAAPWANDELAARSTER. COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER AXEL. Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent| voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag-en Vrijdagnamiddag TWEE uren. PEBSOONLIJKE DIENSTPLICHT. Bij de Tweede Kamer is than& inge diend, door de Ministers van Ooriog, van Marine en van Binnenlandsche Zaken, het wetsontwerp tot wijziging van de militie wet, in dien zin, dat de bevoegdheid tot het stellen van plaatsvervangers en nam- mei verwisselaars uit de wet verdwijne. Het ontwerp heelt ten doel het vast stellen en io toepassing brengen van het beginsel van dec persoonlijken dienstplicht en behelst geen andere wijzingen dan die welke op de persoonlijke vervulling van dien diensi betrekking hebben of daar mede in rechtstreeksch verband staan. Bij hare uiteenzetting waarom zij de afschaffmg van de dienstvervanging bij de militie noodzakelijk acht, oordeelt de Regoering in de eersce plaats verbetering van het zedelijk en verstandelijk gehalte der militie van uitnemend belang. Tot dusver zijn mannen van beschaving, ken nis en verstandsontwikkeling slechts in gering aantal in hare gelederen aanwezig. Nagenoeg een vijfde gedeelte van de mi litie bestaat uit plaatsvervangers en nam merverwisselars. Nauwlettender toezicht betreffende het gehalte der manscnappen door strengere eischen, acht de Regeering in de practijk zeer moeilijk, terwijl zij door afschaffing van de plaatsvervanging, maar behoud van de nummerverwisseling, evenmin het beoogde doel te bereiken oordeelt, 't Ware dan immers te verwachten dat al da lo- telingen van iedere lichting, die niet in persoon verlangden te dienen, zich daar Het was reeds laat en het begon donker te worden, toen ik, vermoeid en ontstemd voor de poort stilhield. Ik klopte, maar niemand hoorde en schier een half uur bleef ik in de snijdende herfstlucht buiten itaan. Deze onvrijwillige pauze maakte ik mij ten nutte, om over het doel mijner reize nog eens rijpelijk na te denken. Mijn vader had mij herwaarts gazonden, om nadere kennis met mijn scnatrijken oom aan te knoopen. Ik was koopman eene goede zaak werd mg te koop geboden haar te bezitten was mgn eenige wensch maar met al mijn denken eu verzinnen zag ik maar geen middel, om dezen wensch te bevredigen, want ik was arm. Ve lerlei rampspoeden hadden het fortuin mijns vaders in behoefte doen verkeeren en het eenige, wat hem en zijn huisgezin in deze kommerlijke omstandigheden nog eenig uitzicht aanbood was eene handels-onder neming, die echter helaas mislukte. „Ik beklaag u, Willemzeide mijn vader„hoe gaarne ik u ook bij den koop dier zaak zou willeD helpen, het is mg onmogelijk. Ik zie maar een middel." »En dat zou zijn?" vroeg ik, terwjjl eene geringe hoop zich in mijn hart ver hiel. van door het stellen van een numraer- verwisselaar zouden vrijmaken. Er be staat slechts één afdoend middel om de militie aan hare bestemming te do n be- antwooiden, namelijk, ook het meer ont wikkelde gedeelte der natie in de gele- derenopte nemen, de noodzakelijkheid van welk middel voldoende blijkt uit de wijze van samenstelling der meeste Europeesche legers. De Regeeiing acht.de invoering van den persoonlijken dienstplicht in de twee de plaats hoogst gewenscht, omdat op die wijze de minst kostbare leger-organisatie is te verkrijgen, daar bij de volstrekt noodige uitbreiding van het leger het ver- eischte aantal officieren, onder-officieren en korporaals anders niet, of althans niet dan met zeer groote geldelijke opofferin gen zou zijn te bekomen. Voorts noemt de Regeering de afschaf fing van de dienstvervanging een eisch van sociale rechtvaardigheid. Voor de groote meeiderheid bestaat feitelijk reeds thans de persoonlijke dienstplichtwan neer nu het, beginsel van gelijkheid voor de wet ook met opzicht tot de militaire verplichtingen in toepassing wordt ge bracht, zal het rechtsgevoel des volks daardoor zeker verhoogd worden. Ook betoogt de Regeering dat de af schaffing ook leiden zal tot betere onder linge waardeering van da verschillende standen in de maatschappij. Rijken zul len wel is waar rijk en armen arm blij ven, maar beiden zullen met elkander in aanraking komen op een onzijdig gebied, Van de nauwere aanraking, waarvan jon gelieden uit de verschillende standen ge durende eenigen tijd met elkander zullen „Wat dunkt u, als gij eens door een goed huwelijk zocht te verkrijgen, wat mijn toestand u weigert?" Hij zweeg en beschouwde mij met een meer dan gewoonlgk uitvorschenden blik. Ook ik zweeg en zag voor mij neder, de figuren op het vloertapijt beschouwende. Myn vader zeide rag eigenlijk niets nieuws ik zelf had er reeds aan gedacht. Ik mon sterde alle vrouwelijke wezens, van welke ik wel hopen kon, dat zij mg datgeene verschaffen konden, wat mijns vaders toe stand my weigerde geld. Maar die gene onder haar, welke rag waarlijk be minnenswaardig toeschenen, stonden wat het punt van geld betreft met het geluk op denzelfden voet, waarop mgue familie stond, eu zij die geld hadden, waren van dien aard, dat een volslagen bankioet mg ner gelukzaligheid bij haar niet te ver mijden was. Het is wel mogelijk, dat mgn vader en ik elkander hier op hetzMld j punt aantroffen ik besluit zulks diaruit, dat hij na een korte pauze begon. „Reken daar evenwel niet te veel op. Zoo iets valt dikwijls tegen. Reis naar uw oom mogelgk weet hg raad.v Over dit „raad wetenc dacht ik thans na, en was er nog geen zier wgzer door geworden dan ik thuis was, toen de poort geopead werd, een oude, eenig zins knorrige bediende verscheen, mg stil zwijgead het paard afnam, en op mijne vraag naar den welstand van mga oom, mg op gduielijken toon verzekerde dat komen, is toenadering tasschen die stan den te verwachten. Met recht verwacht wijders de Reg., dat de afschaffing op het physiek, moreel en intellectueel gehalte van de bevolking een gunstigen invloed zal hebben. Ten slotte vestigt de Regeering er de aandacht op, dat. vermits aan sommigen toegelaten wordt een ander in hunne plaats te stellen, de opvatting, welke de dienst plichtigen omtrent de beteekenis van de hun opgelegde taak moeten hebben, ver laagd wordt. Dienstplicht mag geen koop waar zijn, geen lasthij moet in eere hersteld worden als een edele roeping, als een voorbereiding tot een grootsche taak. die door inspanning van eigen kracht, door opoffering, zoo nooóig, van lijf 9n leden wordt volbracht. In geen enkel land van Europa be toogt de Regeering eindelijk zijn van den persoonlijken dienstplicht, waar h\) is ingevoerd, ernstige bezwaren onder vonden, zelfs niet in Duitschland, waar de dienstplicht zelf van zeer bezwarenden aard is. Uit de toelichting van de artikelen blijkt o. a. het volgende Volgens een voorgestelde bepaling wor den de lotelingen, die aan zekere bij Kon. besl, vast te stellen eischen van bekwaam heul voldoen, met betrekking tot hunne inlijving bij een bepaald korps en hunne plaatsing in een bepaald garnizoen, op éen lijn gesteld met de vrijwilligers bij de militie. Bij het ontwerp wordt ook voorgesteld wettelijke sanctie te verleenen niet alleen, maar ook uit te breiden de bepaling ten gevolge waarvan 't aan jongelieden, die Mgnheer mijn oom zich nog gelukkiger zou gevoelen, wanneer het slot zoo noemde hij het landgoed niet met zoo ▼eel vreemden bezet was. „Zijn hier dan vreemden „De helft is nog te veel." Wat hg verder bromde, ver stond ik niet, doch verloor er zeker wei nig bij, want verwelkomen en zegenwen- schen waren het althans niet die de oude mij achterna zond. Ik trad het huis binnen. Niet zonder eenige moeite, en zonder de beide vleugels meer dan eens te zijn rondgega'n, kwam ik bjj mgn oom die in een kring van jonge schoone en bloeiende meisjes, welke we gens de verloving zijner dochter waren bij eengekomen, in het volle gevoel van geluk en vroolgkbeid nederzat. Hij heette mg hartelijk welkomzijne dochter maakte mg met hare vriendinnen bekend, en het gezelschap zette den vroolgken toon waarin mijne komst het voor een oogenbiik ge stoord had, aanstonds wederom voort, en tot midden in den nacht zaten wij lachend en stoeiend aan de theetafel. Ik wil niet ontkennen dat verscheidene mijner schoone buurtjes mg uitermate aan trokken ja ik begon inderdaad reeds lief de speculation ten koste van de mij wel zoo vlug van de hand gaande handels speculation te maken en maakte mij elke pauze waarin ik aan mjzeUen was over gelaten ten nutte om den kleinen droom tot het een of ander plan uit te spinnen. Onaangenaam was het mij, wanneer een bij de loting voor het blijvend gedeelte een laag nummer hebben getroKken, niettemin mogelgk is gemaakt na afloop van den eersten oefeningstijd huiswaarts te keeren. Bedoelde nummerverwisseling thans alleen toegestaan aan de manschap pen, niet behoorende wat de infanterie betreft, tot hetzelfde bataljon, en, wat de vesting-artillerie betreft, tot dezelfde com pagnie, wordt uitgebreid in het ontwerp bij alle korpsen tot het geheele korps. Het beginsel van den persoonlijken dienst plicht wordt door deze regeling niet aan getast, gelijk de Reg. betoogt. Ee i meer volledige voorziening is bjj dat ontwerp voorgesteld betreffende af breking in de opleiding van geestelijken door den krijgsdienst, Volgens deze wyj ziging wordt aan den geesteijjke, den be dienaar van den Godsdienst en den zen- deling-leeraar. alsmede aan den student in de Godgeleerdheid en den zendeling- kweekeling, die aan eene inrichting van onderwijs wordt opgeleid, en aan den Roomsch-katholieken ordebroeder, die tot eene binnen het Rjjk gevestigde klooster, inrichting behoort, op zijne aanvrage, tel kens voor een jaar ontheffing van den werkelijken dienst verleend. Bij alge- meenen maatregel van bestuur worden de bedoelde inrichtingen van onderwijs aangewezen en wordt tevens bepaald wie voor de toepassing van deze bepaling voor geestelijke, enz. wordt gehouden. Ten aanzien van de kostwinners wordt voorgesteld alleen dan ontheffing van den dienstplicht te verleenen, wanneer het gezin door het gemis van den loteling, armlastig zou worden. Wijziging wordt voorgesteld van de tot mij gericht gesprek mg uit de wereld der verbeelding tot de werkelijkheid terug riep. Inzonderheid boeide mij een uiterst lief en zacht meisje, dat het toeval dicht in mgne nabjjheid geplaatst had. Mij den jongeling trok dat schoone zachte zwaar moedigheid teekenende gelaat, die zoo veel gevoel verradende oogen, en dat edele en rustige dat er in sprak, onweerstaan baar aan terwijl ik intusschen als koopman niet nalateu kon den kostbaren brillant te bewonderen die aan de hand vanüetschoona meisje flonkerde. Zij was voor het overige vriendelijk, goedaardig jegens mg en gaf mij de gunstigste gelegenheid, om wat meer voor den dag te komen terwijl ik van mgne niet onbelangrijke reizen ver halen konde. Ik deed mijn best om te be vallen ik had reden om te gelooven, dat ik mijne moeite niet te vergeefs besteedde en mjjns vaders raad werd mij steeds duidelijker hoe meer ik mijne onbe kende schoone aanzag hoe meer ik met haar sprak. Hat was middernacht, toen het gezel schap de bedden opzocht. Mgn oom trad met mg mar het venster, Zijne dochter, de verloofde, stond uaast ons, toen de oude heer nnjt een soort van schertsenden ernst vroeg: „Maar, Lydawaar zullen wy onzen neef laten slapen „Lieve vader daar heb ik waarlijk nog niet aan gedacht. Lyda werd verlegen, toen zij dit zeide. »Naar het roode ka binet kunneu wij omen gast toch oacna

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 1