II No. 1191. Woensdag 26 Januari 1898. I 3e Jaarg Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h - Vlaanderen F. DIELEMAN, WAT IS BET LEVEN? e? FEUILLETON. EEN VERHAAL UIT VIRGINIA. COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oentj voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Er zijn menschen, diu de veertig, vijf tig jaren reeds achter zich hebben, maar die nog nooit één ernstig oogenblik heb ben kunnen vinden, om aan deze vraag eenige aandacht te schenken. Zij twijfe len er niet aan, dat ze geboren zijn, en zg moeten wel galooven, dat ze eenmaal sterven zullenmaar daarom behoeven ze nog niet te weten wat het leven is. Zij leren, en op de aangenaamste ma nier, en dat is hun geDoeg wat later komt, zullen ze dan wel zien Als een welgezeten burger zich iederen dag het hoofd moe had te peinzen met mijmerin gen van zoo hoog philosophiscben aard als do quaestie van ons zijn hier op aarde dan ware het niet uit te houden onder de menscben. Zeker, er zijn menschen, die de vraag Wat is het leven?* niet eenmaal kennön, en die toch hun geluk vinden hier op aarde het geluk voor allen, die met hen in aanraking komen en daardoor ook voor zicbzelven, Het zijn die eenvoudig blij- moedigen, die in den kleineren of zelfs wat grooteren beslaanskring hunner dag taak zooveel goeds tot stand brengeu, als hnn slechts mogelijk is, zooveel onge reebtigheden tegengaan, al3 ze met moge lykheid kunnen doen ophouden. Dat zijn van die menschen, wier gansche leven arbeid is en opgaat in den arbeid, zonder dat ze er zelfs aan denken rust te nemen. Uier is het eene Dgveie huismoeder, die als jong meisje in haar ouders huis reeds een deel van de zorgen des gezins placht te dragen, en die later als gelukkige echt genoot in die mate voor hare kindereu (Slot Toen Opecancanoff jong was, beminde Pow-Hawton de bleeke aangezichten, en zg waren zijne vrienden zij kwamen in zijne woning en zij rookten met liern de vredepijp. Opecancanoff kon de bieeke aangezichten niet beminnen zgn hart was rood en heet, als de zon der golvende prairiën en de blanken lachten hem uit. Zij noemden den arend van zgn stam een hond. Zg roofden het Land van den roo den man en verdreven hem van de groote rivier en zg hieven het mes en de bij tegen de stammen van bet westen op, en vroegen den rooden mannen niet, waar zg mochten wonen? Opecancanoff was een groot Opperhoofd en hg zeide de bleeke aangezichten zullen niet in het Land mij ner vaderen wonen. Hij wilde hun goud niet nemen hg wilde niet meer tot hen spreken. Hij leefde in zijne eigene vrije bosschen hg jaagde, waar hij wilde, en hg zond zijne jonge krijgers, om de Yan kees uit het Laud te jageD." Hier sta melde hij, en hg zag met een voorkomen van berouw en nederigheid om zich heen. >Gg gaaft bevel tot dien moord," zeide de Gouverneur strengdoch zgn toorn en het huishouden leefde, dat zij aan de practijk dezes levens reeds meer dan ge noeg had. Daar is het een man van zaken in den ruimsten omvang, die het eerste gedeelte zijns levens uur voor uur heeft noodig gehad om zich voor te bereiden op den werkkring, die hem lief was. ter wijl zijne tweede periode, zgn arbeidstijd te midden zijner telkens in omvang en verantwoordelijkheid toenemende bezig heden, hem ternauwernood één oogenblik laat om eens achterom te zien op den afgelegden weg. Waar dan nog bij komt, dat zulk een man, en die zoo de ziel is geworden van het raderwerk zijner onder nemingen, de verpoozingeu van zijn arbeid gemeenlijk gebruikt om aan allerlei instel - lingen en ondernemingen, buiten zijn eigen werkterreia, steun te verleenen en leiding te geven. Het is waar, dat zulke men schen dubbelpersonen zijn, die door hun arbeidskracht het werk doen van velen, en hun leven de verveelvoudiging mag heeten van het gewone bestaan. Maar nu kan het juist aan dezulken gebeuren dat de theorieën over den aard en da be doeling dezes levens hun niet zoozeer ge troffen hebben. Gelukkig, dat hunne prac lijk van leven van alle theorieën ontheft of liever en Deter, dat zij door hun voor boeld de theorie aan een antwoord helpen. Wie weten wil, wat het leven is, zal wel doen zich naar behooren op de hoogte te stellen van de wijze, waarop dezulken hebben geleefd, Met die wetenschap kan men het antwoord op de gewichtige vraag grond onder de voeten geven. Wat is het leven En mag men met deze vraag ook reeds tot jonge menschen komen, die ternauwernood tijd gehad heb werd weldra gestild door den Indiaan, die op een treurigen toon antwoordde „Opecancanoff is veranderd hij is een verdorde boom de storm heeft hein ter aarde geworpen hjj is alleen en verlaten, en zgn hart verkwijnt. Yankees hij was uw vijand hg beminde zijn Land en zgn volk, en hij haatte de bleeke aangezichten; maar hg is veranderd hij zou niet meer zijne bgl tegen de bleeke aangezichten willen opheffen. Hij bemmt hen oin Phi lips wil. Philip verscheen als een licht in de wigwam des Indiaans, het was duis ter, totdat hjj kwam en hjj was wjjzer dan zijn roode vader. Hij leerde ons, wat goed was hij beminde ons wg beminden hem hij was onze zoon.c Hiel hield hjj weder door aandoening op. „Ik zond hem tot zijn blanken vader terug en de wig Wam was weder donker. Mgn kind stierf en mjjne vrouw, de bloem der Wjannows kon den storm niet wederstaan, en ik be groef hen ia hetzelfde graf. Meahrnee be minde Philips Godzij ging tot Hem. Zgue stem riep haarzjj zeide, dat zg niet blijven kon. Gods wil was wgzer, dan die van Opecancanoff hg gaf haar ovei en bad dat hg haar volgen mocht. De Dahwyotts vielen mg aan toen ik zwak was, en zg droegen mg van het graf mjj ner geliefden weg, en brachten mij hier heen. Yankeesgij kunt Opecancanoff uu dooden doch gg Oehoelt zulks met, hg is zwakker dan een kind, en zou U geen leed willen doen, al konde hjj het. Hij ben zich aan de deur der ouderlijke wo ning een beetje te oiiënteeren omtrent de wereld buiten het kringetje van eigen tehuis Is het geoorloofd een jong meisje dat misschien hare bruidsjapon bezig is te passen, met de quaestie van haar aan zijn hier op aarde lastig te vallen Mag men een jongen man, die aan 't eind van zijne studiejaren met een diploma of een academischen graad de periode afsluit van zijne betrekkelijke onmondigheid, op dien eigen dag komen herinneren, dat hij nu aan 'f antwoord moet beginnen op de vraag naar de beteekenis van zijn bestaan Mogen wij vreugdestoorders zijn voor de ééne en voorbarige moralisten voor den ander? Laat ons schuld belgden, als er schuld is. Aan jonge menschen moet tijd en gelegenheid gelaten worden om tot zelfkennis te komen. Eene bruids japon is onder sommige omstandigheden gewichtiger dan eene theorie omtrent den oorsprong der dingen, en een academische graad stelt aan zijnen bezitter toch al verplichtingen genoeg. Doch is dit eene reden om de geesten van ernst en voor uitzien van de feestdagen onzer jongelieden te verbannen? De Nederlandsche Her vormde Kerk heeft in haar huwelijks-for mulier zelfs de waarschuwing opgenomen „overmits den mensch veel leed is toe komende van wege de zonde" maar daarom heeft ze aan hare predikanten nog niet verboden bij het bruiloftsmaal der jonggehuwden mede aan te zitten. En nij, die zich koestert in hel zien van anderer genot, is misschien juist de ge schikste persoon om te midden der vreugde een woord van vriendelijken ernst te spre ken. Indien hij alzoo onder alleriei levens heeft zgn zoon gevonden hg zal met Philip gaan, en Philip zal hem zgn God loeren kennen en hij zal sterven en tot Meahrnee gaan, en rusten. Yankees Phi lip zeide mij zoo dikwijls Bemin uwe vijanden. Ik haat u niet. Ik ver zoek u mij te beminnen.* Hg zweeg als geheel uitgeput, en een diep stilzwijgen volgde op deze woorden, hetwelk eindelijk door Henry Randolph afgebroken werd die nu voortrad en sprak om aan de smeekende blikken van Philip te voldoen die te bescheiden was, zelf zgn verzoek aan den Gouverneur te richten, hoe vurigj hij het ook wenschte Uwe Excellentie' gelieve te bedenken, dat deze buitengewone man de vriendelijke, ge trouwe beechermer van mijn zoon in zijne gevangenschap was. Dankbaarheid en Christelijke liefde vorderen dat wij onsje gens hem evea zoo gedragen en ik ver zoek, als eene persoonlijke gunst, dat het ons veroorloofd zij, hem te ontvangen, en in zijne behoeften t» voorzien zoo lang hij bg ons wil blgven. Ik gevoel mg je gens u zeer verplicht, waardig Opperhoofd voor de vriendschap die gg mijn zoon be wezen hebt, toen hg gevangen bij uw volk was. Als gij lust hebt onze dankbaar heid te beproeven kom dan met mij naar mijne woning mijne vrouw en kinderen zullen alleu onzen Indiaanschen vriend welkom heeten." Opecancanoff's gelaat helderde bij deze toespraak op, en hij gaf Henry Randolph omstandigheden den moed heeft met de viaag op de lippen te staan: „Watts het leven f dan behoeft men hem nog niet voor een pilaarbijter of een preekheer uit een trappistenklooster aan te zien. Alles goed beschouwd, kou hij wel eens juist degene zijn, die, door een antwoord uit te lokken op zijne (te midden der feest vreugde toch altijd een weinig schokken de) vraag, voor het toekomstig geluk der ondervraagden een paal in den grond sloeg,met aan het hooge einde een licht, dat te allen tijde naar het punt terug wijst, waar de gelukkige levensdag eenen aanvang heeft genomen. Menigeen heeft op zijn verderen bestaansweg den koers verloren, doordien bij niemand had, die hem zulk licht ontstoken heeft. En de vraag Wat is het leven is misschien het krachtigste licht bij verre afstanden. Wel te verstaan de vraag niet, maar hei antwoord op de vraag. Er zijn omstandigheden, dat „de vraag alleen" een bewjjs is van zwakheid en moedeloosheid. Bij menschen van middel baren leeftijd 6n daar over, is ze dat ge meenlijk. Wel hoe, men is veertig, vgf tig jaar oud geworden en weet nog het antwoord niet op de vraag wat het leven is Het doel van het leven Maar wie gewerkt heeft en zijn plicht gedaan wie bij zijne drie talenten er nog drie heeft bijgewonnen, en, als hij tijd van werken heeft, er misschien nog drie andere bjj- winnen zal, zou hij niet weten, wat net leven is Maar wie het eene jaar na het andere heeft laten verloren gaan zon der vrucht van zijne dagenwie zoo weinig heeft bijgedragen aan den arbeid der verbetering ran 't bestaande, dat hij de hand, bet beste bewjjs, dat hg van zijne bereidwilligheid en vriendschap ge ven kon maar hij antwoordde niet, en wees Daar bet Opperhoofd der Dahwyotts die hem door een honenden lach en eene smadelijke uitboezeming antwoordde. Philip kon zich niet onthouden, het tegenwoordige toegevende geduldige ge drag van Oneyda met zijne trotsche, heersch zuchtige handelwijze bij vorige gelegen heden, te vergelijken welke, hoewel nooit te zijnen opzichte aan den dag gelegd, hg hem omtrent anderen had zien ten toon spreiden. Hier bestond inderdaad eene verandering iets groots ging er in dat hart om, en eene belangrijke hervorming had De Gouverneur dacht, dat het nu tijd werd, iets te zeggen en verzocht Philip de Dahwyotts te doen verstaan, dat hg wenschte den gevangene te houden, en dat indien zg van hem een vrij willigen alstand zijns grondgebieds en zijner waar digheden konden verkrijgen, de Engelschen er zich niet mede zouden bemoeien, daar het hun voornemen niet was een zoo weer loozen vijand ter dood te brengen. Het Opperhoofd der Dahwyotts sprak nu zelf Oneyda op eene trotsche en on edelmoedige wijze aan doch Philip merkte met verrukking op, dat het antwoord van dezen verzoenend en zelfs nederig was en hoewel hij aan hunne eischen met zon der eenige wijziging wilde toegeven, toon de hij geene begeerte van zijn voorrecht

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 1