De oogst in 1897. was door het bericht van de bezetting van Kiao Tsbou. Het blad lijdt daaruit af, dat men geen plan heeft om China te gaan verdeelen, en dat er evenmin sprake is van een an ti Engelsche entente. Men neeft in lang niets gehoord var. de zaken ter Westkust van Afrika. Maar eensklaps wordt men er aan herinnerd, dat d ra: nog steeds moeilijkheden tusselien Frankrijk en Engeland bestaan. De Temps verneemt uit Liverpool dat een daar aangekomen boot berichten bracht van de reis van Mac Callun, den gouverneur van Lagos naar het binner, land. Op een groote vergadering van in landscbo hoofden, zou deze hebben gezegd dat de inbooriingen weerstand moesten bieden aan de indringende Franschen, die niets doen dan den handel en de belau gen der inboorlingen in de war sturen. „Zij hehben Kiski aangevallen, maar ik beb kapitein Neal met de Haousas tegen ben uitgezonden, ets deze nebben ben te ruggedreven, Maar ik weu dat zy nog andere plannen hebben en meer plaatsen willen aan vallen," De Liverpoolache correspondent weigert te gelooven dat een hooggeplaatst ambte n .ar zich zoo zou hebben uitgelaten. De correspondent behoeft, gelooven wij niet ver te zoeken in Engelands koloniale geschiedenis om meer van dergelijke staaltjes te vinden. O Aan het verzoek, tot mij gericht Voldoe ik met een klein gedicht, 'k Wil dezen dienst bewijzen. Ja, tis aan de orde van den dag Van d'oogst te geven een verslag, Dat moet men waarlijk prijzen. De heer Van Oyen staat voorwaar, Waar 'tkan steeds voorden landbouw klaar Tot heil voor landbouwzaken. En helpt men hem, waar 't kan, wat mee, Ook gaarne help ik wel te vreê Zijn taak wat lichter maken. 't Bericht omtrent het oogstverslag Komt met het best niet voor den dag Ook 't slechtste blijft verzwegen Ik meld u dus den middenstand Van d'oogst, gewassen op het land, Hier in de buurt gelegen. Men vond van 't hier geteeld gewas Van hakvrucht, halm, van klaver, vlas, Partijen goed, mijn vrinden; geht*ele leren tot op dezen oogenblik. hond genoemd doch ran nu af ben ik zyjn vriend Gij zult naar uwen vader gaan, en Oneyda zal uw vriend en de zijne zijn maar vergeei uwe voode broeders niet Hij hield eensklaps op, en keerde zicb af. Weinige dagen na dit gesprek, werd Philip op zekeren morgen door eene koude hand, die zijn arm aanvatte, en door de stem van Oneyda gewekt. »Philip, mijn zoon sta op want de zon rij-t en gij moet vertrekken, eer mijn volk ontwaakl. Haast u, mijn vriend I het is Oneyda niet, die u uit zijne woning verdrijft het is de stem van uw hart, Philip en gij zijt vrij te gaan, waarheen zij u roept. Ga en zeg den bleeken aangezichten, dat de roode man rechtvaardig is hjj wil Diet houden vvat hem niet behoort. Philip wij zullen eikander wederzien, en dan zal ik uw volk Vertellen wat de gevangene voor zijn wre-den Meester deed." Hö nam Philips band en drukte die tegen zyn bait en de jongeling voelde de warme tianen die haar bevochtigden. »Nu,« zeide Ojeyda met zijne gewone waardigheid „vaarwel moge uw God en m ij n God u liefhebben Philip en u tot uwen vader te breugen Gij zuil niet alleen gaan onder den ahornboom znlt gij eene kano vinden, en Appomax wacht u. Ga, mijn zoou wat draa't gjj gij zyt Maar daarentegen is het waar, Ook slechte vruchten hier en daar Kon men gemakk'lijk vinden. De boonen, erwten, 't zomergraan Die moeten thans niet achterstaan, Bij 't geen het vorig jaar mocht geven De haver is zelfs wel genoeg Om 't paard dat t'huis komt van de ploeg Een goed rantsoen te geven. Het vlas groeide overal eerst snel, Maar later was het minder fel Dat kwam door kwade koppen Daardoor b'eef al het vlas wat kort, En of men daarom zingt of mort, Het komt den boer toch foppen- De rogge had een schoonen groei, Maar heeft door storm in haren bloei Een weinig scha geleden Daardoor geeft 't wintergraan wellicht Wat minder schot en min gewicht Dan wel het jaar verleden. Bij veel partijen is 'tniet zoo Als 't vong jaarzeer rijk aan stroo Op tarwe- en gerstevelden. En dit is ongetwijfeld waar: Wat minder stroo, wat minder aftr Zou soms de prijs 'tvergelden? Ook waren er partijen goed Dat gaf voor hen, die 't hadden moed Een goeden prijs te maken Dat was ook zoo maar tevens kwam Zoo hier en daar aan t vlas de vlam Dit deed den kooplust staken. De kwade koppen en de vlam, Die daarbij aan het v'as nog kwam, Bedierven bloem en zaden Men had een klein beschot aan zaad En wat de kwaliteit aangaat, Kan licht een kenner raden. Maar spoedig werd het vlas geplukt, Eu zuiver uit den grond gerukt Bij prachtig zomerweder 't Kwam droog en helder in de schelf. En 't lint viel mee en 't spreekt van zelf, Nu kwam de kooplust weder. Kanariezaad en maïs zijn goed, Ofschoon men ze niet veel ontmoet Hier op de boerenerven. Aardappels zijn er hier genoeg Voor ruim beschot, o 'schoon er vroeg Door ziekte moesten sterven. De klaver, 't koolzaad, suikerpee, Zijn goed, vooral de eerste twee Maar niet de prijs der beten vrij 1" Philip drukte zyne hand, en gehoor zaamde. De dag was schoon en beider het gras glinsterde in de rijzende zon alles ademde geluk, en toch rolgde Pbiilip in gedach te:; verzonken den weg, die hem vry zou maken. Het deed hem bed, Meahmee niet vair welgezegd te hebben, en hij besloot haar door Appomax zijn dankbaren groet te laten brengen deze ontmoette hem treu rig en door de aanhoudende vrees voor hunne aanslaande scheiding had gij n.'iu weljjks genot van de uren die hij gedu rende de reis onafgebroken m t hem mocht joorbrangan. Hy wist dat hij zijn vriend wegbracht, om nooit weder te keeren. Deze overtuiging bedroefde lieiu zoo zeer dat Philip hem enkel troislcn kou door de belofte van eenmaal terug te zul len keeren, en hu i een bezoek te brengen Op deze reis beleed Appomax zijn vriend dat hy echter niet opzettelijk, Meneecho vermomd had. Wordt vervolgd Twee pop per duizend ki'o net Nu minder, maakt den boer niet vet Dat zal een ieder weten. De koebeet en de paardenpee, De klaversoorten ieder snee Die vielen ons niet tegen. De weiden zijn voorzien van gras, Dat komt het vee zeer goed te pas En strekt den boer tot zegen. Hiermee mijnheer heb ik gedaan Zoo 'k meen is aan uw wensch voldaan Vooreerst kan 't hierbij blijven. Als 't wezen moet, ben ik altijd, Als nu tot uwen dienst bereid. Gij hebt mij slechts te schrijven. Tot slot een vraag waar komt van daan Dat 't eene jaar de groei van 't graan, Zoo veel verschilt bij andere jaren Al is het land steeds goed bewerkt. Wis, dat men toch verschil bemerkt; Zou Falb 'tniet eens verklaren? Zeer dikwijls toch voorspelt die heer, Wat men zoo nu eu dan van 't weer Hier zeker heeft te duchten Wellicht geeft gij ons 't middel aan, Hoe kunst en weer te zamen gaan Voor d'oogst van goede vruchten C van DIXHOORN, Lz. ZAAMSLAG. Landbouwer. Op de vraag van de samenstellers van het jaarboekje voor den Landbouw, omtrent den oogst 1897, werd het vol gende gedicht ingezonden; dat evenwel, omdat het in poëzie was, niet kon wor ben opgenomen. Met verlof van den schrij-ver geven we het in ons blad gaar ne eene plaats AXEL, den 7 Januari 1898. In de Donderdag alhier gehouden ver gaderiug van burgemeester en wethou ders is benoemd tot griffier der secretarie de heer P. van Vessem te 's Gravenhage, Axel. De loop der bevolking dezer ge meente was over het afgeloopen jaar als volgt Geboren werden 113 m., en 68 vr., tot. 181. In de gemeente vestigden zich 96 m., en 104 vrtot. 200. Overleden 41 m en 33 vr.. tot. 74. Hieronder zijn begrepen 2 m., die el ders overleden zijn doch tot de werke lijke bevolking der gemeente behooiende. dit de gemeente vertrokken 75 m en 87 vrtot. 162. Twee tweeling geboorten, onecht ge boren 7 m., en 2 vr., levenloos aange gevenen 2 vr. Er werden 41 huwelijken gesloten als 36 tusschen jongmans en jongedochters, 1 tusschen weduwnaar en jongedochter, 3 tusschen weduwenaars en weduwe en I tusschen gescheiden man en weduwe. mann. vr. totaal Bevolking op 31 Dec. 1836 2006 2033 4039 31 Dec. 1897 2099 2085 4184 alzoo vermeerderd met 145 personen. Zuiddorpe. De loop der bevolking de zer gemeente was over het afgeloopen jaar als volgt: Geboren werden 15 m en 11 vr„ tot. 26 allen wettig In de gemeente vestigden zich 21 m., en 21 vr. tot. 42 Overleden 9 m., en 7 vr., tot. 16. Uit de gemoente vertrokken 20 m., en 21 vr., tot 41. Het aantal huwelijken was 9. De bevolking vermeerderde alzoo met II zielen en bestond op 31 Dec. 1897 uit 985 zielen, waarvan 499 m-, en 486 vr. Op de Dinsdag te Sas van Gent gehouden veemarkt waren aangevoerd 17 stieren, 19 ossen. 34 koeien en vaar zeu, en 3 schapen, samen 73 beesten. Daar de veemarkt minder goed bezet was dan de vorige week werd alles vlug verkocht aan onveranderde prijzen. Omtrent de door den heer F. Hom bach ook in ons blad per advertentie aangekondigde vergadering van belang stellenden in de oprichtin van een «Boe renbond", Maandag te Hulst gehouden, ontleenen we het vo' /ende aan deMCt, De opkomst was niet bijzonder groot; de zaal in „de Wapens van Zeeland» was slechts ten halve gevuld De heer Hora bach begon met de aanwezigen te wijzen op het groote nut van landbouwlezimtn de voordeelen van eene gelegenheid tot het onderling bespreken van practische landbouwzaken en de groote winsten te behalen wanneer de landbouwers coöpe ratie i optreden. Dit nut en dit voordeel hadden hem op 't idéé gebracht om te trachten een boerenbond op te richten, waarin door hem gratis voordrachten zou den gehouden worden voordrachten over landbereiding, lan&bouw-scheikunde, licht, warmte en water, dierkunde, hygiëne van menschen en dieren (althans a^gemeene beschouwingen daarover), theoretische voedingsleer der gewassen enz. enz., alles met het doel om den landbouwer te leeren op de meest practische wijze de beste resultaten te verkrijgen Verder zou er eene algemeene bespre king van practische zaken kunnen plaats hebben, wat groot nut kan hebben zoo als spreker met enkele voorbeelden tracht te aan te toonen. En bovendien kon de bond met aan koop van meststo en enz. heel wat winst verschaffen aan zijn leden Politiek was buiten den bond gesloten en het zou niemand een cent behoeven te kosten. Alleen een reglement zou noodig zijn met strenge bepaling omtrent aanneming van leden, om te zorgen dat de bond uit werkelijk belangstellenden zou bestaan. Na die aanleiding verzocht de heer Hombach den aanwezigen om te spreken als zij iets in het belang van de goede zaak op 'thart hadden- Door den heer Pateer van Hontenisse werd daarop als zijne meening te kennen gegeven, dat de uitsluiting van politiek en vrijheid van contributie bij een dergelijken bond on-1 mogelijk was dat reeds te Hontenisse o. a. voor gezamenlijke rekening de le vering van meststoffen wordt aanbesteed dat eigenaars en boeren bezwaarlijk naast elkaar kunnen zitten enz. Overigens steunde hij de poging, maar hij was er sterk voor om te trachten ook knechts en meiden als leden te werven met het oog op het nemen van practische proe ven waarbij zij zeer veel belang hebben Spreker wees er op dat b.v. bij de zuivel bereiding de vrouw no. 1 is. Verder vond hij de stichting van bonden op de ver schillende gemeenten, met eencentralen bond te Hulst, veel practischer. Door den heer Hombach en den heer Van Dixhoorn van Axel werd, naar aan leiding dier opmerkingen, met den heer Pateer eene kleine discussie'gevoerd. De heer Ysebaart van St. Jansteen wilde zich aansluiten in geval de op te richten bond bij zich den algemeenen aansluit, wat naar gezegd werd voorloopig de be doeling niet was. Ten slotte werd nog de opmerking gemaakt, dat met de op richting van een boerenbond niet beoogd werd de 1 andbouwmaatschappij op zij te dringen, maar veeleer deze aan te vullen Een bond was noodig, dewijl in de land bouwmü de gelegenheid ontbrak om prac tische zaken te bespreken. Na een en ander werd overgegaan tot het opschrijven der namen van die zich als leden opgaven. Staande de vergade ring traden 21 personen toe. Een tweede vergadering zou nog gehouden worden met recht der leden tot introductie inaar vervolgens zouden de leden geregeld den eersten Maandag van elke maand, voor loopig tot April, bijeenkomen. (T. Ct.) - Woensdag vierden te St. Jansteen Jac. Maas en Echtgenoot» hun gouden bruiloft. Dat deze dag niet onopgemerkt moest voorbijgaan, was de wensch van vrienden en kennissen, die daarom dan ook de woning der jubilarissen en verder de straat

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1898 | | pagina 2