13* Jaarg. Abonné's, Leest dit s. y. pl.! No. 1176. 1 Zaterdag i December 1897. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h -Vlaanderen F. ÜIELEMAN, H. VI. Koningin Wilhelmina H.M.de Koningin-Regentes. Landkaart van Nederland FEUILLETON. EEN YERHAAL UIT VIRGINIA. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor B k l g i 80 cent. Afzonderl. nutnm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maa Aclvertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Uitsluitend voor de abonné's op dit blad heeft de uitgever voor slechts 30 cents verkrijgbaar gesteld de naar de laatste photographieën vervaardigde PORTRETTEN van en Deze platen zjju keurig afgewerkt en hebben eene afmeting van 78 X 63 c.M. Men gelieve deze platen tegen afgifte van den Bon, voorkomende op de vierde pagina van dit blad, aan ons Bureau af te halenfranco per postzending wordt 15 cents extra voor porto en emballage berekend. Ook d9 naar den laatsten tijd bijge werkte met plan van de droogmaking der Zui derzee, groot 85X71 c.M., bieden wij onzen abonné's tot 1 Januari uog tegen 30 cents, franco per post voor 35 cents aan. De Administratie. Philip zeide, dat hij haar wilde zoeken en beiden spoedig terug zou brengen. »Die kleine zwerfster 1" dacht hij, „zij weet net, dat ik vrjj ben." Hij ging langs de rivier, en zag onder weg veel dat hem verwonderde. De kin deren waren onder de boomen bijeenge scholen, eu de groote jongens waren be zig zich in het boogschieten te oefenen Alice was echter niet onder hen. Hij ont moette vele der jongelieden, gewapend en voor eeneu krijgstocht uitgerust doch zij gingen hem voorbij, hem stuursch aan ziende, waarvoor hij onverschillig was, want hij genoot het zoete der verkregene vrijheid, eu niets kon hem dit heerlijk ge voel ontnemen. De morgen was helder en vrooljjkde vogels zongen, en de ge- heele Natuur scheen hem liefderijk toe te lachen. De zonneschjjn was in overeen stemming met zijne opgeruimde gelachten en eene diepe dwcepacblige dankbaarheid vervulde zijn hart met aandoeningen, die zich in menigen stilzwjjgenden zucht tot God hemelwaarts verhieven. Hoe zacht scheen hem het bekende voetpad toe, bij den harden vloer zyuer gevangenis Hoe Vlug stapte hij voort, vvaut hij was vrg maai zijn geluk bereikte den hoogsteu Met de zaak Dreyfuss schijnt het geheel mis te loopen. Althans de Figaro vraagt in navolging van de Aurore, wie Ester- hazy toch wel beschermt. Die vraag wijst op de overtuiging, dat alles niet regelma tig gaat, eu dat men Scneurer- Kestner in de eerste plaats, zich teleurgesteld acht door den loop der zaken, Of voor dat wantrouwen grond bestaat is natuurlijk niet te zeggen. Maar er wordt zelfs in het communique van Havas veel te veel over de eer van het leger gesproken, en is het niet eer, gruwelijke onhandigheid van den wellicht voor gansch andere dingen opgeleiden man dat generaal Peliieu^ de eer des Ie gers voorop doet staan. De gerechtigheid komt eerst in de tweede plaats. En dat is te erger, waar nog altijd veel vrees bestaat, dat de gerechtigheid aan de zoogenaamde eer des legers zal moeten worden opgeofferd. OnaerUsschen zal het wei tot in het laatst van de week duren, eer een beslis sing valt. Zeker uit vrees voor een interpellatie heeft men het noodig geacht nogmaals een nota aan Havas te zenden om dat mede te deelen. De brievenzaak blijft nog steeds de aan dacht trekken. Een »vriend" van Esterhazy deelde aan de Echo de Paris te dezer zake het vol gende mede „Ik geloof dat Esterhazj het slachtoffer is van een afschuwelijke wraakneming van de weduwe van een trap, toen hij de lieve stem zijner zuster hoorde, en hare gestalte ontwaarde, ztg had beproefd zich in den stroom te baden welks wateren haar zoo uitlokkend waren voorgekomen, en bad zich juist aangekleed, toen Philip bij haar kwam; zij bal den kleinen jongen toegestaan op den oever te spelen, en deze was bezig de bloeme te vernielen, waarvan hij van tyd tot tijd eenige aan zijne jonge oppaster aanbood Alice gaf een kreet van vreugde op het gezïgt van Philip, en vloog naar hem toe. O Philip! zeide ik u niet, dat gij spoe dig vrij zoudt zjjn? en ik beu zeker, dat de zomer gekomen is, en wij naar huis zuilen gaan; en zij klapte in hare hau den, in de verrukking harer verwachtin gen. »Zjj is het, zij is hetl „riep een per soon digt bij hen, en een oogenblik daa na werd Alice door de sterke band van Roelot Giles gegrepen. o> Zeker! het is onze kleine lieve Mis; Alice! wel, wel! dat is het beste fortuintje dat ons kon de beurt vallen; ga met mjj mede, lieveling! Wel ik heb ooit zoo iets meer gezien, wezenlijk nooit! Alice beantwoordde van ganscher harte zijne teedere begroeting; maar Philip stond verbaasd, en was buiten zich zelven 'door deze onverwachte verschijning. Terwijl zijne zuster Giles met vragen bestormde, en de goede man zich aan iedere uitdruk king van het genoegen dat bjj gevoelde, overgaf, stond zijn medgezel. een Officier als een Engelsen ruiter gekleed, eenige vroegeren hoofdofficier. Deze vrouw zou de brieveD, welke iD hun oezit waren voor 17000 francs aan het syndicaat-Drey fuss hebben verkocht en daarop zou de arbeid zijn aangevangen." Die verklaring is merkwaardig omdat hieruit blijkt dat zelfs de vrienden van Esterhazy de bchtheid dier stukken niet meer ontkennen. Trouwens, ook Le Jour het lijforgaan van Esterhazy verontschuldigt de brieven door den geest van teleurstelling welke zich van deu jeugdigen officier had mees ter gemaakt en erkent dus ook de echt heid. Hel blijkt dus dat Esterhazy alles iïeeft gedaan, om zich in de oogen van alle Franschen tot ebn ellendeling te maken. Van zijn chefs schrijft hij De Duitschers zullen al "die lui binnen koit op j de plaats zetten waar zij be- hooren. Onze groote chefs lafaards en'domooren zullen andermaal de Duitsche gevange nissen gaan bevolken. Over bet leger"heet het Ziedaar het mooie Fransche leger't Is een schande Er: was het niet om mijn positie, ik zou morgen heengaan. Ik heb naar Konstantinopel geschreven biedt men mij een rang aan die mij lijkt dan ga ik er been maar ik zal niet heengaan zonder aan al die canailles een poets van mijn soort te hebben gebak ken. Over zijn landgenooten Ik zou geen hondje kwaad doen maar ik zou met ge noegen honderdduizend Franschen doen dood6n. Met betrekking tot Parijs stelt hg zich oogenblikken het tooneel in de verte aan te zien' zulke teedere aandoenigen niet willende storen; doch daar Gilles buiten ïtaat scheeu de plaats te verlaten, zoo lang Alice hare armen om zijn bals ge slagen hield, vond hij het beter, hem de waarde van iedere minuut te herinneren en hem aan tp sporen, met zjjn last naar de booten terug te keeren. „Wel, mijne kleine, lieve Meesteres zeide Roelof, door de tranen, die in zijne oogeu glinsterden, heen, glimlachende, a's hij het lang verloren kind aanzag, „waar zullen wij Mr. Philip vinden doch wacht ik zal u liever stil wegbrengen, en dan, als «ij in veiligheid zijt, zullen wij hem gemakkelijk vinden. Maar, Kapitein Smith! mg dunkt, gij moest dien jongen daar vastbinden, om hem stil te houden, anders worden wij ontdek', en nu, Juffertje! zeg ons, waar wij Mr. Philip kunnen vinden, als wij terugkomen?1' Alice lacüte hartelijk. „Hij is dicht genoeg bij ons, Roelot Giles als gij oogen hebt." Roelof keek en zag op nieuw rond en naderde. »Wel, wel." nep hij haastig uit, het kleine meisje op den oever nederzettende, <;dit is de dag van wonderen dat hij nu juist zoo dicht bjj ons zou ziiu inderdaad Miss Alice ik ben blind, want wezenlijk ik zie Mr. Philip niet. Op mijn woord die zot beweegt zich wij moeten bemin allen geval vasthouden. Hij wil zich waar als een genotrijke droom voor die stad stormenderhand ingenomen en overgele verd aan honderdduizend dronken sol daten. En over zichzelf Je vergist je volkomen in mijn aard en mijn karakter ik ben ongetwijfeld, uit een algemeen oogpunt beschouwd, oneiDdig"'minder waard dan de minste van je vrienden. De Aurore verhaalt, dat de commissa ris van politie, die de brieven bij Mme Boulancy in beslag kwam nemen, heelt getracht die dame het ant woord in der. mond to leggen, dat ze waren ver brand, Maar het antwoord luiddeals ik dat zeide, dan zou ik on waarheid spreken. Over de ongeregeldheden te Weenen het volgende De studenten warenhet eerst'ter plaatse Ongeveer 3000 hunner, er zullen on der dat aantal nog wel andeien dan stu denten zijn geweest - waien reeds te 10 uren voor het parlementsgebouw bjj een. Wat gebeuren zou was'onbekend, want de socialisten en de niet socialistische werklieden waren uaar de buitenwijken der stad gegaan. Maar de overheid ver bood de vergaderingen en waar deze toch gehouden werden, ontbond zjj ze. Daardoor kwam een menigte welke anders verdeeld zou zijn geweest, vrjj, en allen besloten zich naar de plaats van de troe beien van den vorigen dag te begeven. Op weg naar het parlementsgebouw had den reeds eenige botsingen met de politie plaats, waardoor de gemoederen nog meer opgewonden werden, lijk laten vatten, zou ik denken, omdat hij daar zoo big ft staan." „Zeer gaarne, goede Roelofdat ver zeker ik u," zeide Philip, de hand aan zijn getrouwen vriend toereikende, die zijne oogen en handen ophief met eene verbazing, die hem een'ge oogenblikken van het spraakvermogen scheen te be- rooven. Doch toen deze onbekende stem in zijn hart drong, was hij buiten zich zelven van vreugde. Hg nam Philips aangeboden hand en schudde die hartelijk, en zijne uitboeze- mir.gen over zijn geluk waren zoo on stuimig, dat zijn voorzichtige medgeezl 't noodig oordeelde hem nog eens het ver vliegen van den tijd te herinneren, en hem te doen opmerken, dat de veiligheid van hunnen kostbaren last van behoed zaamheid afhing, eu zij allen stil moesten wezen. »Het is voor u gemakkelijk zoo te spre ken, Kapitein 1 doch hoe kon ik Mr. Phi lip in die wonderlijke kleeding herkennen? Welhij gelijkt geheel en al op een In diaan maar niettemin ben ik bigde u te zien, Jongeheer! en van het eeiste geluid uwer stem brak mij bjjna het hart." „En wat moeien wjj nu doen vroeg Philip driftig. Hel oogeubiik, waarnaar hij zoo lang verlangd had, was eindelijk gekomen, de verwezenlijking zijner droomen en toch. nu de wijsheid in zijn bereik was, voelde

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1897 | | pagina 1