Binnenland. Landbouw. Het nieuwe ministerie is samengesteld als volgt minister van financiën en hoofd van het kabinet mr N. G. Pierson minister van binneulaDdsehe zaken mr H. Goeman Borgesius minister van wateistaac, C. Lely.; minister van buitenlandsche zaken mr W. H. de Beaufort minister van oorlog K. Eland minister van koloniën J. T. Cremer; minister van marine J. C. Jansen en minister van justitie mr P. W. A. Cort van der Linden. Omtrent den loopbaan van deze heeran kunnen wij het volgende mededeelen, De heer Mr. N. G. Pierson is Vrijdag avond. Hij kwam van Het Loo, alwaar de Kabinetsformeerder de lijst van Mi nisters voor het door hem saamgesteide Kabinet aan de Koningin-Regentes heeft aangeboden. Na hunne nog niet officieel bekend gemaakte benoeming worden de leden van het nieuwe Kabinet aanstaanden Dinsdag door de Koningin-Regentes beë9digd en zullen zij Woensdag de por tsfeuilles van hunne ambtsvoorgangers overnemen. Omtrent de vroegere loopbaan van de voorgedragen Ministers kan het volgende worden medegedeeld. De heeren Pierson, Jansen en Lely waren leden van het kabinet van Tien hoven-Tak. De heeren Pierson en Lely werden in dit jaar benoemd tot onder voorzitter en lid van de Centrale Staats commissie voor de Parijsche Wereldten toonstelling in 1900. De heer mr, W. H. de Beaufort, minis ter van Buitenlandsche Zaken, herkom stig van de Utrechtsche Hoogeschool, was vroeger schoolopziener in de provincie Ulrecht, was van V877 tot 1833 lid van de Tweede Kamer voor Tiel, lid der Eerste Kamer voor Zuid Holland van Jan. 1884 tot zijn wederoptreden als lid der Tweede Kamer in November van dat jaar voor Amsterdam, welk district hij tot Sep tember a. s. vertegenwoordigde. Hij maaute zich naam door zijn staatsrechte lijke en historische studiën, welke zich kenmerkten door den keurigen vorm. Nu en dan schreef hij in De Gids, en in tijden van verkiezingen zagen staatkun dige vlugschriften van zijne hand het licht. Sedert 1883 had hij als lid zitting in de Commissie voor het afnemen der diplomatieke examens, en mede maakte Mr. de Beaufort deel uit vaü de Staats- beschouwen als een dier voorvallen, welke door den Almachtige tot goede doeleinden worden bevolen of toegelaten en die aldds aan Hem moeten overgelaten worden, op dat het einde van alles goed moge zLjn. Philip herinnerde zich de lessen die hij zoo kort te voren van zijne vriendin Rachel More geh lord had, lessen van gehoorzaam heid en geloof, die zijn wankelenden moed konden ondersteunen, en zijne ziel tegen olke aanstaande beproeving sterken. Hij viel wedar in slaap met de woorden van den Psalmist op zijne lippen»Ik zal zeggen van den HeerHij is mijn u't- lielper en mijn burg, mijn God, op welken ik zal betrouwen.* Het zou vervelend zijn, veel langer bij de reis van Philip en Alice Randolph naar het westen stil te houdbn. Na twee even vermoeiende en ellendige dagen, vinden wij hen weder, in de kano's de rivier opvarende. Het werd den nog steeds treurenden en bedroefden Philip toegestaan, bij zijne zus ter te blijven en indien iets de zwaarte van den last, die op hem drukte, zon heb ben kunnen verlichten, zou hij zich opge ruimder en minder verlaten hebben moe ten gevoelen toen hij zag. dat Alice zich Hugzamerhand herstelde van de gevolger van der. versciirikkelijken sdag, die plotse ling, als de bliksem op haar gevallen, en hnar geheel ter nedergedrukt had als de kille wintervlagen, die over het bukkende commissie voor de Werkliedenponsl on verzekering. De heer mr. P. W. A. Cort van der Linden, minister van Justitie, begon zijn loopbaan als advocaat te 's Gravenhage. Vele jaren was hij commies griffier van de Tweede Kamer en werd daarna hoog leeraar in de rechtsgeleerdheid te Gronio gen, welken leerstoel hij later verwisselde met dien aan de Gemeentelijke Univer siteit te Amsterdam. Toea onder het thans aftredend Ministerie de behoefte gevoeld werd aan een bekwaam juris; voor wetgevenden arbied, viel de keuze van mr. v. d. Kaay op prof. Cort van der Linden, die tot raad-adviseur aan het Departement van Justitie benoemd werd De heer Mr. H. Goeman Borgesius was vroeger hoofdredacteur van het Vaderland In 1877 werd hij lid dei Twede Kamer voor Winschoten. In 1889 opteerde hij voor Zutphen, dat hem onlangs opnieuw afvaardigde. In verkiezingstijden trachtte hij in vele aeelen des lands de kiezers voor de liberale beginselen te winnen. De Generaal-majoor Eland, ministei van Oorlog, was laatstelijk commandant der stelling van Amsterdam. Zijn oor spronkelijk wapen is de genie, maar sedert zijne overplaatsing bij den generalen staf waarvan hij sous chef was, behoorde hij tot chous-onef was, behoorde hij tot laatst genoemd dienstvak. Hjj was directeur van de Hoogere Krijgsschool, heeft over vele militaire onderwerpen geschreven en gesproken, en deed zich meermalen ken nen als voorstander van persoonlijken dienstplicht. De heer J. T. Cremer, Minister van Koloniën, stond vroeger aan het hoofd der handelsondernemingen op Deli. Sinds vele jaren reeds is hij lid der Tweede Kamer voor Amsterdam. Hij is Algemeen Voorzitter van de Staatscommissie voor de Parijsche Ten toonstelling. Door de aanneming van het ministers ambt houden de heeren De Beaufort, Goeman Boigesius, Pierson, Lely en Cre mer van rechtswege op leden de; Tweede Kamer te zijn, zoowel van de tegen woordige Kamer, die met September af treedt, als van de nieuwe Kamer, die met den derden Dinsdag in September optreedt, zoodat nieuwe verkiezingen moeten plaats hebben in de districten Amsterdam, Zutphen, Delft en Lochem. Wanneer men beschermng van den landbouw voorstaat 6n men spreekt van sneeuwklokje heenvaren en het voor een oogenblik ter nedervellen. Immers als de storm voorbij is en de zon weder door breekt beurt de bloem haar kwijnend hoofdje weer op en wiegt weder op haren groenen stengel vroolijk de koele winden begroetende, zonder een spoor over le hou don van den slag, die hare broze schoon heid dreigle te vernietigen. Alice was te jong, om in verdriet be hagen te vinden, zij verbande het uit haar hart al een onwelkomen gast, die al het genoegen, dat zij zoo zeer beminde, zou vernietigen en zij kende te weinig geva ren, die haar bedreigden, om eenig on heil, van welken aard ook, te vermoeden. Zij keerde zich dikwijls tot haren broeder terwijl de levendigheid van vernieuwde hoop op haar schoon gelaat schitierde, en bad hem toch vtoolijk te zjjnwant zij was er zeker van, dat haar vader ot Roe lof Gilles weldra zouden komen en hen medenamen. Zij had alle vrees voor hare woeste roo vers verloren, en vond, dat zij eene aan nemelijke gezellin was voor hen, die waar schijn lijk kinderen te huis hadden, en toen men haar het gebruik van een riem toe gestaan bad, vermaakte zij zich in hare U dige oogenblikken, met zich in het roeien te oefenen en de kano te besturen. Wordt verrolgd Echaalrechten om den landbouwer t«n minste eenig resultaat van zjjn arbeid te verzekeren wij doen hier ten over vloede opmerken, dat wij de bescherming houden voor een economisch en niet voor een politiek vraagstuk dan krijgt men onmiddellijk ten antwoord. Wat zal die bescherming den boer helpen? Krijgt hij wat meer geld voor zijn oogst, dan zal de eigenaar van den grond hem wel weten te vinden. Ja, schrikbarende voorbeelden zijn al aange haald van eigenaars, die bij verhooging van graanprijs verhooging van pacht he- dongen hadden, alleen in de hoop, dat scbaalrechten zouden worden ingevoerd, We willen gaarne toegeven, dat het bloeien van den landbouw niet zonder uitwerking zou gebleven zijn voor den eigenaar. Aangenomen dus, dat de tegen standers van schaalrecbten volkomen ge lijk hebbon, dat de landbouw moet opge beurd worden door het uitvoeren van betere verkeersmiddelen, door het uit loven van grootere prijzen voor paarden en rundveekeuringen, door uitbreiding van het landbouwonderwijs, door het in voeren van intensievere cultuur. Aangenomen, dat al de middelen dooi den vrijhandelaar aangeprezen en bekos tigd uit 's lands kas, dat is door het gioote publiek, dat ook de scbaalrechten zou betalen, den landbouw tot een boo gen trap van bloei brengen, dan waarop hij op 't oogenblik staaf. Eilieve, komt dan het voordeel niet in den zak der eigenaars. Zullen dezen, als de bloei op een aG dere wijze verkregen is dan door schaal rechten, geene hoogere pachten verlangen? Waaruit wjj tot deze conclusie komen. Als verbetering door schaalrechten niets helpt, omdat de winst naar de eigenrars van den grond vloeit, zal eene andere verbetering evenmin helpen, als de eigenaars niet buiten de meeidere winst gesloten worden. Derhalve is elke verbetering vruchte loos, tenzij den eigenaars belet wordt daarvan te ptofiteeren. Wat valt tegen die redeneering in te brengen. (W. v. Z. V. W. D Aangaande de verwachtingen omtrent den oogst over 1897 in de provincie Fries land, meldt de S t - C t. No. 171 Tarwe «taat middelmatig het stroo is kort. Rog je laat zich redelijk aanzien. Gerst eveneens vrij goed, doch ook hier van, evenals van de tarwe, is het stroo kort. Haver staat over het algemeen goed. Boekweit wordt zeer weinig verbouwd wat er is staat goed. Boonen staan best. Erwten staan goed. Koolzaad staat goed. Tijdens den bloei was er prachtig weer Het is niet zwaar van stroo. Vlas was er weinig uitgezaaid het staat goed. Kanariezaad is er eveneens weinig uit gezaaid wat er is staat goed. Chicorei is wegens het natte voorjaar achterlijk het laat zich echter goed aan zien. Aardappelen zijn eveneens laat uitgepoot. Ze staan goed. Hier en daar wordt ech ter de ziekte waargenomen. Beetwortelen zijn eveneens laat, doch groeien nu krachtig. De stand is goed. Klaver. De roode of Spaansche klaver staat goedenkele stukken zijn wat dun. De witte heeft van den wioter geleden de Junitnaaad heeft veel goed gedaan voor de zaadwinning. Gras- en hooilanden staan uitmuntend de hooilandeu geven veel, van beste qua- liteit. Bosch. Staat goed. AXEL, den 27 Juli 1897. Gisteren werd door burgemeester en wethouders van Axel ten raadhuize aan besteed de levering van ongeveer 1200 Liter Petroleum, 50 Hectoliter Cokes en 3000 Kilogram Ruhrkolen. Ingeschreven werd voor petroleum door T. C Schionwn voor 6®/10 cent, C. F. Gast, voor 0;f/4 cent en P. H. Veen- hmzon voor O'/ri c-nt per Liter. Aan laatsigenoem lo werd levering gegund. Voor de sieeuMon werd ingeschreven door C. van den Broeke voor 10,75 per 1000 kilogram. Hem werd de leveriDg opgedragen. Voorde cokes had niemand ingeschreven. De uitslag der heden gehouden herstemming voor den gemeenteraad is als volgt Getal kiezers 575. Uitgebrachte stemmen 469. Onwaarde 8 Herkozen de heer M. A. Smies met 220, gekozen de heer P. Dekker met 236 stemmen. De neeren P. Dieleman aftredend lid en L. de Feijter oud-lid verkregen res pectievelijk 208 en 110 stemmen. Herstemming gemeenteraad Honte nisse. Getal kiezers 642, ingeleverd 329, onwaarde 18, geldige 311 biljetten. Gekozen. J. B. van de Velde met 156 stemmen, J. B. Joossen had 155 stemmen. Ten vervolge op het bericht der indiening van een request bij den ge meenteraad van Hulst tot vernietiging der op 13 Juli II. gehouden stemming, meldt nu de berichtgever der Middelb. Ct. dat ji. Donderdag dat request, door drie kiezers onderteekend, bij het gemeente bestuur is ingedienddat dit request do vier door ons reeds genoemde bezwaren bevat en dat in het sub 3o door ons ge noemde vanzelf bedoeld wordt 't pro ces-verbaal van art- 92. Dat eerste be richt blijft dus geheel zooals het is ge zonden en opgenomen. M. Ct. Door de Wielrijders-Vereemging Hulst-Velo te Hulst is eenigen tijd geleden aan Gedeputeerde Staten verzocht om bij het onderhoud der provinciale wegen de vaderlijke zorgen van dat col- legie ook te laten gelden iu hot belang der wielrijders. Naar er nu gemeldt wordt, zou dat verzoek tot revolg heb ben dat nog dit jaar op den provincialen weg van Hulst tol Walsoorden de wiel rijders een flink pad tot hun beschikking zullen krijgen. Donderdagnamiddag, tijdens de ge wone kantooruren, passeerde zekere V. uit Eecloo, gezeten op eene velocipède en met eene tweede aan de hand, het douanen-kantoor bij Moershoofde. Niet tegenstaande de dienstdoende rijks-amb tenaren visitatie verzochten, ging onze maat er vlug van door. Des Vrijdags werd hij aangehouden te Oostburg, moest daar de volle som aan inkomende rech ten betalen, terwijl bovendien tegen hem is opgemaakt een proces-verbaal wegens weigering van visitatie. Het gemeentebestuur van Philip pine heeft zich tot de regeering gewend, om het volgende jaar een subsidie van f 4000 te ontvangen, ten einde de haven te kunnen uitdiepen en onderhouden. Ook de „Visschers-vereeniging" aldaar heeft Vrijdag een adres aan den minis ter van waterstaat verzonden, om voor 1898 minstens f4000 subsidie te willen verleenen. In dit adres wordt erop ge wezen, dat dit jaar 2000 gld. verwerkt is, maar dat daarvoor slechts een gedeelte der haven kon uitgediept worden, waar door alleen dè visschers, die mossels moes ten lossen, een ligpldats in de haven konden vinden, maar niet de overigen, die toch ook havengeld aan de gemeente betalen moeten. Verder wordt in dit adres aangedrongen op het leggen van een dam van rijswerk langs de geul, om het afbrokkelen der kanten en het zich steeds verplaatsen der vaargeul tegen te gaan, wat volgens do meening van aeressanten de hoofdzaak is van het sterke verzanden van haven en vaargeul. Tegelijkertijd is een adres aan den minister van financiën aangedrongen op uitdieping der spuikom, een werk dat circa 12 15 duizend guld. zal moeten kosten.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1897 | | pagina 2