No. 1148.
Woensdag 12 Mei
43e Jaarg-.
Nieuws- en Advertentieblad
voer Zeeuwse li - Vlaand eren
F. Dl KLEM A A,
AXEL.
Buitenland.
79 FEUILLETON.
Voor honderd jaren.
Een Drentsch verhaal.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor Bslgiï 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naai- plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maa
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Grieken geven hoog op van hun
overwinning, welke volgen» hun zege-
bulettin werkelijk van groote beteekenis
zou zijn geweest. Maar de wetenschap
dat de Turken na eiken aao7al met een
steeds giooter wordende overmacht kun
nen terugkeeren, heelt andermaal tot den
terugtocht moeten doen besluiten. In
den nacht van Woensdag op Donderdag
is het leger naar Domokos getrokken, een
plaats op het hoogland tusscben deThes-
salische vlakte en het Othyrsgebergte.
Men kan deze beweging naar believen
een terugtocht of een concentratie noemen,
doch zal zich bLJ het kiezen van een naam
alleen kunnen laten leiden door een groo-
tere of kleinere voorliefde voor de Grieken
of door een sieiker of zwakker geloof in
hun verzekering, dat zij den vorigen dag
een groote overwinning hebben behaald.
Trouwens, de woorden zijn er nu een
maal om de gedachten te verbergen, want
Reutor's correspondent heeft, nadat de
Turken voor de eerste maal bun aanval
zagen afgeslagen, aan dit bericht den vol
genden vorm gegeven
»De Turksche macht was aanzienlijk
minder sterk dan de vijand, en de afstand
tusscben den rechter- en den linkervleugel
van hel Turkscbe leger was veel te groot
geworden, zoodat de commandeerende
generaal besloot de troepen in een ach
terwaarts gelegen, gunstiger positie terug
te trekken".
Niets behoeft ous dus te weerhouden
om den terugtocht der Grieken in dezelf
de fraaie woorden te kUeden.
Wat nu de gevechten vau Woensdag
betreft, daarover wordt gemeld dat 20.000
uian Turksche troepen met artillerie en
cavalerie de Grieken, die belangrijk min
der sterk waren, aanvielen. De Griekscha
voorposten trokken op het centrum terug,
doch daarna werd de aanval teiuggesla-
gen. Do linkervleugel onder bevel van
kolonel Tertipis (die van Karditza was
teruggeroepen), had dan ergsten schok te
verduren. Kolonel MavromicbaHs stond
op den rechtervleugel. De strijd werd,
onder de oogen van den kroonprins, met
verwoedheid gevoerd. Men slaagde er in
den vijand terug te werpen.
Prins Nicolaas, die een batterij com
mandeerde, deelde aan zijn troepen het
bericht der overwinning van kolonel Smo
lentz bij Velestino mede, wat eeu leven
dig gejuich uitlokte.
Dat deze hoofdofficier door het verlaten
van Pharsalos, den volgenden dag ook
genoodzaakt was terug te trekken, is
duidelijk. Aanvankelijk wist men niet
welken weg hij zou kiezen, daar ten Zuiden
van zijn positie de golf van Valo in het
land dringt. De kolonel kon dus Ooste
lijk aanhouden, om in vereeniging met
de Griekscho vloot de haven van Voio te
vei dedigen, maar hij kon ook meer Wes
telijk gaan, om gemeenschap met het
hoofdleger te behouden en dus zoo noodig
mede te werken aan het beletten van den
opmarsch naar Athene.
Volgens latere berichten is de kolonel
al vechtende teruggetrokken naar Arrnyro
ten Westen van de golf van Volo, waaruit
blijkt dat het leger met in tweeën wordt
verdeeld.
Alle berichten stemmen daarin overeen
dat de terugtocht in goede orde heeft
Ten gevolge dezer bekentenissen, in vel
band met van elders bekomene bewijzen,
verklaarde het hof de beide beklaagden
schuldig, en wel Left'erc Seuriog aan de
misdaad vau brandstichting met voorbe
dachten rade en Heinricli Walkot als
medeplichtig daaraan en veroordeelde mits
dien beiden tot de straffe des doods.
De veroordeelden maakten gebruik van
het middel van cassatie. Doch eer hunne
zaak in hooger beroep behandeld werd,
gelukte het aan Leffert /gne gevangenis
te ontvluchten. Alle pogingen der justi
tie, om hem in handen te krijgen, waren
vruchteloos vriend noch vijand zag hem
ooit weder. Walkot was minder gelukki
ook hij ontsnapte, doch men achterhaalde
hem en toen, in wanhoop zich tegen zijne
vervolgers verzettende, ontving hij eene
wonde, waaraan hij nog dien zelfden dag
overleed.
Kort na Lefferts gevangenneming had
Koolstra den kleinen kleedermaker out
moet en hem gevraagd, wat hij nu wel
van zjjn ouden vriend Leffert dacht, waar
op deze geantwoord had »'k houd hem
voor een bekeerd man tot zoo lang ik
van het tegendeel overtuigd ben."
Nadat de schuld van Leffert voldingend
bewezen was," trof de wakkere sund, tij
dens een bezoek bij Alfing, ook sniedet
Rieks bij dezsn aan.
.Nu zult gij toch zeker wel overtuigd
zijn, Rieks!" sprak hij tot dezen.
>Ja, baas,* zuchtte Riek», „dat zondige
vleesch, dat zondige vleesch
Noem er de zondige ziel maar bij/
viel Koolstra min of meer schamper ir,
'k Had hetnooit van Leffert gedacht.
,Ik welen laat het ook u tot een
mpel zijn, Rieks, om u met zulk
fijtnelaars niet meer af' te geven, 'k Heb
altijd een hekel aan die oulenaars en bun
gezemel gehad.*
►Ik heb er ook door geleerd,* z.ridi
Alfing »en heb laatst, in Holland zijnde
een spreekwoord gehoord, waarover i
dikwijls, maar vooral in de laatste dage
►eel heb nagedachthet was boer pas
op je kippen als de vo» preekt.*
»Niet kwaad gezegd,* zeide Koolstr
»Jongens,* liet Rieks er op vol
wat kon hij andeis toch stichtelijk „rei
teuieren* (redenen), is 't niet, Alfing V
Ach ja, 'k wil graag bekennen, "k iieb
altijd hoog tegen hem opgezien en hem
altijd voor een uitverkoren vat gehouden
en nog wie weet
»De duigen en hoepels om dat vat
schenen gaal en aiooi,* hernam Koolslra
plaatsgehad; de infanterie liet de wegen
vrij voor de kanonnen en de andere voer
tuigen en trok zelf over de heuvels. Alle
krijgsvoorraad is medegenomen naar Do
mokos.
De kans dat daar nog een laatste wor
teling aanvangt is niet groot. Want de
mogendheden schijnen het werkelijk eens
te zijn over de bemiddeling, en de reeds
vermelde stap van Moeiavieff blijkt de
nstemming van alle mogendheden te heb
ben gehad of later te hebben gekregen.
In de depêche aan den Russischeo gezant
te Athene zou de toestand van het ko
ningshuis als een der redenen voor het.
aanbieden van de bemiddeling zijn ge
noemd.
Te Athene schijnt men wel ooren naar
die voorstellen te hebben, en zelfs officie
ren erkennen, dat een zoo slecht uitgerust
leger als het Grieksche niet aan een voort
zetting van den strijd kan denken.
Een leger, dat door een overmachtigeu
vijand wordt aangevallen—dat aanzien
lijke verliezen lijdt dat zijn stellingen
aan den vijand laat, dat des nachts te-
•ugtrekt op een plaats ver achter do linie
aar gestreden is ziedaar de elementen,
waaruit de Grieken een groote overwin
ning hebben weten te fabriceeren
Toch ware het onbillijk voor deze na
volging van de Piansche tactiek van 1870
het geheele Grieksche leger aansprakelijk
te stellen. Want zelfs zoo geduchte krijgs
lieden als de Turken gewagen met lof
van den moed der Grieksche soldaten,
van hun standhouden ondanks een over
stelpend vuur. En waar misschien de
aanvoerders vele fouten hebben begaan,
daar heeft zich kolonel Smolentz, de aan
voerder van den rechtervleugel, door de
verdediging van Velestinos, zeer onder
scheiden.
Lang heeft hij daar stand gehouden.
Maar hoelang, dat is weer een van die
duistere punten, welke in dezen oorlog
zoo talrijk zijn. Donderdag was bericht
ontvangen, dat de stelling te Velestinos
was verlaten tengevolge van het terug
trekken der hoofdmacht, welke bij Phar
salos had gestaan daarop een bericht
dat niets van de divisie-Smolentz verno
men, nog later de tijding van de aan
komst te Artyro en nu uit het Turksche
leger weer een bericht, dat 24 uur na
het prjjsgeven van Velestinos daar een
groot gevecht is geleverd, dat eindigde
met den aftocht der GrieKen naar Volo,
e n stad welke, volgens een vroeger
Turksch bericht, reeds door de overwin
naars was bezet.
Maar het laatste gerommel van het
aftrekkende onweer boezemt, naar wij ge-
looven, te weinig belangstelling meer in,
om er lang bij stil te staan.
De oorlog is gedcdigd en dat op een
wijze welke schier niemand^kan bevre
digen.
Griekenland heeft opgehouden een ele
ment te zijn, waarmede in de toekomst
te rekenen valt bij de oplossing der Oos-
terscbe kwestie.
Maar al is de oorlog uit, daarom is het
nog geen vredö. Daarvoor moeten de
mogendheden zorgen. Dat ze er toe be
reid zijn, is thans officieel in het lager
huis medegedeeld, toen een voorstel aan
de orde kwam om, als protest tegen de
politiek in het Oosten, de jaarwedde van
lord Salisbury t6 verminderen.
maar wat er in was nu!«
»Wel waar,* SDrak Alfing.
>En hoe zonderling,* merkte Riek» aan
dat ik juist met dien poep, dien onge
likten Philistiju verschil moest krijgen en
daardoor de oorzaak wenden, dat Leffert
in den vai liep jongens, wat kan het
toch raar in de wereld loopen
Moet gij er den vinger Gods niet in
opmerken,* hervatte Koolstra, „gij, die
met zoo velen hoorende doof waart voor
de stem van onz n dominé, en uwe ooren
van dezen afwenddet, om ze naar de re
denen vau Leffert te keeren moest gij
in 's Heeren hand niet zelf het werktuig
worden, om u van uwe eigene doofheid
te genezen
„Dat zeg je goed, Koolstra,* hernam
Alfing.
»Ja, Rieks, geloof mij, vervolgde de
smid met vuur, »'tis zoo, wat dominé
zegt, het Heere Heere roepen en niets
meer, opent geene poort des hemels. „Die
niet werkt zal niet eten.* hoorde ik eens
een oud man zeggen, dat is eene wair-
schuwing, die zoowel in 't natuurlijke al
in 't geestelijke geldt."
„Ja maar" begon Rieks.
»3t viel Koolstra in, »gij zult
mij wellicht naar ouder gewoonte w. der
willen toevoegen dat de natuurlijke mensch
niet begrijpt de dingen, die des geest,'.
Gods zijn maar, bedenk u, scherm mot
met schriftuurplaatsen om uwe eigene
naaktheid te bedekken en u te verharden
in geestelijken trots en blindheid."
Rieks zweeg.
„Doch laat ons," voer de spreker voort
„daarover niet mee, met elkander twisten
maar daarentegen ieder onzer het kleed
der ongerechtigheid afleggen en den wille
Gods doen, door zijne geboden te onder
houden, in zijnen eenigen Zoon te geloo-
ven en diens voorbeeld te volgeu
„En. meteen voor Leffert bidden, dal
hij zich nog bekeer»,besloot Alfing.
Dat eenvoudige, zoo geheel uit het hart
gesproken en zoo christelijk woord maakte
op dan anders zoo woordenrijken Koolstra
zulk een indruk, dat zijne tong verlamd
scheen terwijl hij Altir.gs hand greep en
die met eene hartelijkheid drukte, als wil
de hij hem daardoor danken voor het out
vangen van iets, dat hem nog ontbrak.
Ook Rieks sprak geen enkel woord,
doch gevoelde zoo veel meer. Te huis
komende haalde hij haastig eene party
nieuwe lappen te voorschijn die vroeger,
bij wijze van spreken, door bet oog zijnei
schaar gegleden waren en nu tot hunne
rechtmatige eigenaars teruggezonden wer
den. Na dien tijd kwam hij ook weder
meer geregeld ter kerk, en terwijl anderen
die voorheen met hem eenstemmig dachten
later de een na den ander zijn voorbeeld
volgden, gevoelde de edele Reinhoff zich
zoo gelukkig, zoo dankbaar jegens God en
daardoor zoo uitermate opgewekt.
Wordt vervolgd