dat het thans ingediende adres geen aanleiding geeft om terug te komen op de beschikking van 12 Februari j. 1. be treffende de bevoegdheid van den ge moenteraad en van den burgemeester om trent het gebruik der raadzaal dat de Commissaris der Koningin nu en voor het vervolg de beoordeeling wenscbt voor te behouden of en op welke wijze een onderzoek omtrent eenig onderwerp zal ingesteld worden dat bij thans geene termen aanwezig acht om een onderzoek, als door den Raad bedeeld, in te stellen. Middelburg 30 Maart 1897. (get.) DE BRAÜW. De voorzittter stelt voor dezen voor kennisgevidg aan te nemen, wat m. a. s. wordt aangenomen. c. Idem inhoudende dat geeD termen kuunen gevonden worden, om de school in den Gr. Huijssens vrij te stellen ran d verpljchting tot het geven van onder wijs in de gymnastiek, doch dat vrijstel ling wordt verleend voor de scholen te Othene en op het dorp. Aangenomen voor kennisgeving. d. Brieven van de besturen der polders Kreke, KI. Huijssens, Eendragt en Mar- garethapolder, allen vergunning gevende tot het leggen van een keiweg van den Reuzenhoek door de Val naar de los plaats. Het besiuur van eerstgenoemde polder stelt echter voor den weg eene breedte van 2.72 M. te geven; dat van den KI. Huijssenspolder geeft toestem ming mits eene commissie van toezicht wordt benoemd. De Eendragtpolder stemt toe, wanneer de gemeente een grintweg legt van Jac. vac de Ree tot aan den Scbenkeldijk. e. Brief van de commissie tot onderzoek van den keiweg, luidende: Aan Burgemeester en Wet houders van Zaamslag. Edelachtbare Heeren! Naar aanleiding der door U bij schrij ven d. d. 12 Maart 1897, No 109 om advies, in onze handen gestelde berichten van de polders Margaretha, Kleine Huis sens, Eendracht en Kreke, alle betreffende een door de gemeente aan te leggen kei weg van af Reuzenhoek door de Val naar de gemeentelijke los- en laadplaats, heb ben wij de eer het navolgende te be richten le. Het bericht van de Krekepolder en Margarethapolder gevon ons geen aan leiding tot wijziging van het eenmaal aangenomen plan 2e. De voorwaarden gesteld in het bericht van den K. H. P. is niet voor inwilliging vatbaar daar het reglement op de wegen en voetpaden in Zeeland zulks verbiedt 3e. Omtrent de door den Eendracht- polder gestelde voorwaarden, merken wij op bat elke polier die aangesloten is aan een verharde weg die toegang geett naar de gemeentelijke los en laadplaats, zelf gezorgd heeft voor de verharding van de slagen had, om de woningen van Koolstra en Alfing in brand te steken, doch dat hij dit ten aanzien van Koolstra geweigerd had omdat hij wist, dat deze een onbe middeld man was, maar dat hy er in toe gestemd had om Leffert in het laatste behulpzaam te wezen en dit in zoover ook werkelijk gedaan had, door in Zwee lo uit te strooien dat Leffert niet mear in leven was. Nadat Leffert deze bekentenis medege deeld was en hij dien ten gevolge een nieuw verhoor onderging, kwam ook gij tot bekentenis. Zijne verklaring hield hoofdzakelijk in, dat hij reeds vroeg door luiheid en ar moede gedreven zich aan kleine dieverijen schuldig gemaakt dat by later in vereeoi ging niet Walkot, grootere diefstallen ge pleegd en eindelijk niet uit hebzucht maar enkel nit wraak de woning van Alfing in brand gestoken had. Wordt vervolgd.) in dien polder liggende wegendat even zoo oe Margarethapolder op eigen kosten den weg langs den Paardendijk heeft wil len verharden, doch dat de gemeente, ten einde een meer doeltreffende toegang tot de gemeentelijke los en laadplaats te ver krijgen, besloot tegen genot eener jaar- lijksche bedrage dit werk uit de handen van den Margaretha polder over te ne men wij zijn dus van oordeel dat de Eendrachtpolder zelve hebbe te zorgen voor de verharding der door haar genoemde wegen 4e. dat naar ons voorkomt het al of niet geven van toestemming der betrok ken polders omtrent het beheien van den zoogenaamden valweg niet den minsten invloed hebben kan op dit bekeion, daar zelfs bij weigering van de betrokken pol ders er wel middelen zijn om toch tot die bekeiing te raken. De in onze handen gestelde berichten geven ons das niet de minste aanleiding om eenige wijziging in het eenmaal aan genomen plan voor te stelleD Er zijn echter drie omstandigheden die ons huiverig maken thans te adviseeren tot bet leggen van den keiweg en wel le. Da lag- prijs der suikerbieten en in verband daarmede dat er weinig sui kerbieten zullen gezaaid worden 2e. Het dreigende gevaar dat in Bel gië een invoerrecht van een franc per duizend kolo's bieten zal worden geheven, waardoor wederom minder bieten zullen worden gezaaid 3e. De mogelijkheid dat bij de aan staande Kamerverkiezingen een meerder heid zal gekozen worden, die over zou gaan tot het invoeren van beschermende rechten op granen, waardoor nogmaals het verbouwen van suikerbieten zou wor den beperkt; door welke die omstandig heden van dun keiweg zoo weinig gebruik zou worden gemaakt dat de keiweg on- noodig zou zijn en een grir.dbaan een vol doende toegangsweg tot de gemeentelijke los en laadplaats zou geven. Hoewel wij het betreuren dat de grind weg dit jaar veel meer aan g:ind zal ko'ten dan vorige jareu gevoelen wij ons toch verplicht U te adviseeren aan den Raad voor te stellen, het nemen der na volgende besluiten le. De besluiten tot het leggen van een keibaan genomen in de vergadering van 19 Februari worden ingetrokken. 2e. De Commissie tot het onderzoek omtrent die keibaan blyfl bestaan, ten einde zoo mogelijk in het aanstaande jaar, wanneer meer omtrent het al of niet verbouwen van suikerbieten zal be kend zijn, een voorstel aan den Raad tot het leggen dier keibaan te doen. 3e. B. en W. worden uitgenoodigd zoo spoedig mogelijk op flinke en vol doende wijze te voorzien in bet begrin- den van den Groote- en Kleine Huissens polderstraat. 4e. Aan den Margarethapolder te be richten, dat het leggen van een keibaan voorloopig voor een jaar is uitgesteld. De commissie iu zake de keibaan (w. g.) K. DE KRAKER. »J. VAN DE REE. L. J. GEELHOEDT. De voorzitter vraagt, alvorens verder te gaan, hoe de hh. denken over de sub sidie vervalt die? Dhr. van de ReeIk dacht dat het maar een renteloos voorschot was. De voorz. Juist, ik vergis me. Blijft, dat toegestaan. Moeten we daar het be stuur van den polder geen kennis van geven. Dhr. Geelb.Dit ligt opgesloten in ons bericht aan dien polder, dat we het leggen van den weg nog een jaar zullen uitstellen. De voorz. zegt dat bij de begrooting 400 M3 grint is toegestaan voor de be- grinting van de polderstraat. Het komt echter B. en W. wenschelijk voor om 400 M3 te nemen, wat nr. a. s. wordt, aangenomen. f. Hierna wordt er rapport uitgebracht van de commissie van onderzoek, betref fende de te late oplevering van werk, geleverd door Jac. Wisse. Dit rappoat luidt: A3n den Raad der gemeente Zaamslag. Edelachtbare Heeren Ondergeteekenden, benoomd tot het uitbrengen van rappoit in zake het te late opleveren van herstellingen van het schoolhuis der openbaie dorpsschool door Jacob Wisse, hebben de eer het navol gende onder Uwe aandacht te brengen 0ndeiget9ekenden hebben tweemalen op dagen en uren dat de Burgemeester in de gemeente zitting moest houden te vergeefs getracht ham te spreken te krij gen daar zij niet ten derde male e^ne vergeefsche poging wilden doen, hebben zij er van afgezien hem te hooren. Uit de door hen gevraagde inlichtingen aan den wethouder Riemens, den secre taris Wortman en Jacob Wisse zelf is hen gebleken dat Wisse geen verlof tot later opleveren heeft gehad van B. en W. dat de Burgemeester op eigen autoriteit verlof heeft gegeven tot latere oplevering hoewel ondergeteekenden erkennen dat de Burgemeester geen bevoegdheid beeft om dat verlof alleen te verleenen kunnen zij zich bost begrijpen dat Wisse meende verlof te hebben van een bevoegde auto riteitoudergeteekenden vinden de bou- ping van den Burgemeester in deze zaak aller jammerlijicst en allertreurigst en zeer zeker in 't nadeel van de gemeente belangende Burgemeester heeft toch eerst verklaard dat Wisse verlof had van B. en W., heeft daarna verklaard dat Wisse metzijn voorkennis het werk te laat opleverde, om ten slotte te beweren dat Wisse geheel en al op eigen autoriteit gehandeld had, dat een der ondergeteekenden. Jacobus van de Ree, er Uwen raad op wijst dat Gilles de Bokx toen d«ze om uitstel vroeg voor een hem opgedragen werk hem dit door den Burgemeester geweigerd werd, terwijl Jacob Wisse een dergelijk uitstel wel kreeg, dat dus op die wijze door der. Burgemeester „verschil wordt gemaakt tusschen burgers en burgers," gelijk Van de Ree het uitdrukte in de raadsverga dering van 19 Januari 1897. De geheele schuld van het te late op leveren ligt dus uitsluitend en alleen bij de willekeurige en onwettige handelwijze van den Burgemeester. Ondergeteekenden hebben dus de eei den raad voor te stellen het navolgende besluit te nemen De Raad der gemeente Zaamslag, gehoord het rapport der te deze zake benoemde commissie, Overwegende dat het te late opleveren van het werk aan het schoolhuis eenig en uitsluitend te wijten is aan de hou ding van den Burgemeester, Besluit geen boete op t9 leggen aan Jacob Wisse. (w. g.) J. VAN DE REE. O. VAN DIXHOORN. L. J. GEELHOEDT. Zaamslag, 28 April 1897. De voorz. zegt dat de Raad zulk een besluit niet kan nemen. Hoe kan men ontheffing verleenen van eene boete, welke Diet bestaat I B. en W. hebben geen boete toegepast, en nu wil de raad, die de bevoegdheid heett, en nu wil de Raad, die de bevoegdheid heeft, ontheffingen boeten te verleenen, die boete niet toe gepast zien. Hy stelt daarom voor dit rapport voor kennisgeving aan te nemen. Dhr. Geelhoedt zegt dat in een gewoon geval Wisse niet zou beboet geworden zijn, en is dus wel terdege sprake van boete toepassen, de Raad heeft een com missie van onderzoek ingesteld, en lag de schuld niet aan den Burgemeester, dan was Wisse voorzeker beboet geworden. De voorz.De raad is bevoegd om commissiën in te stellen, maar ik vind het dwaas om deze te benoemen voor dingen te onderzoeken, die tot geen resul taat kunnen leiden. Dhr. van de Ree: jls B. en W, niet verplicht boete toe te passen? De voorz. De raad is bevoegd om com missiën jn te stellen, maar ik vind het dwaas om deze te benoemen voor din gen te onderzoeken, die tot geen resul taat kunnen leiden. p] Dhr. van de ReeIs B. en W. niet re verplicht boete toe te passen k' De voorz. Dat is aan B. en W. over- ee gelaten. vi Dhr. van de ReeDu« dat kunnen ze zc willekeurig doen. hc De voorz Ze kunnen naar omstandig- di heden handelen.- I b< Dhr. van de Ree: Zulke omstandig- ui heden bestaan in dil geval niet. Dhr. Geelh. B. en W. zijn toch ver hi antwoordelijkheid verschuldigd aan den hi Raad, en nu waren de inlichtingen die A de Burgemeester gaf zóó duister, dat eene u' commissie de zaak onderzocht heeft. De voorz. houdt vol dat de Raad geen dl boete in deze kan toepassen. Dhr. Geel-1 nr hoedt meent van wel. Het rapport der n commissie in stemming gebracht wordt' R het besluit door den Raad genomen geen boete toe te passen. I a g. Proces-verbaal van kasopneming,waar-| uit blijkt dat in kas is 7433,595 II. Aanbieding van het verslag van g den toestand der gemeente over 1896. w Zal bij de leden wordon rondgezoudec.t is III. Voorstel van B. en W. omtrent b b^grinding van hel gehucht Reuzenhoek, Dhr. van de ReeIk dacht dat dit reeds gebeurd moest zijn, in de m and Maart en we hebben nu al einde April. g De Burgemeester heeft toch beloofd, dat li die verbetering in Maart zou worden1 c gedaan. De voorz. weet er zich niets van te herinneren, maar zegt dat nu gebleken is, dat B. en W. toch niet stil hebben gezeten. Dhr. van de Ree: Wanoeer B. en W, zoo traag blyven om besluiten van dun Raad uit te voeren, dan zullen n we zeker 98 of 99 schrijven eer dat pad er ligt, Wordt m. a. s. besloten tot het g voorstel van B. en W. IV. Een verzoek van den Gr Huijssens.I g polder om vergunning tot lossen van t grind aan den Zeedijk van den KI. H., polder wordt m. a. s. ingewilligd, t V. Wordt m. a. s. eon verlof verleend van 6 maanden aan den gemeente-ont-| n vanger. De waarneming was reeds door B. en W opgedragea aan dhr. P. J.i Wortman. r VI. M. a. s. wordt vergunning verleend c aan C. P. Oppe, om gebruik te maken t van gemeentegrond aan het zoogenaamde zaag plein. I 5 VII. Uitspreken der wenschelijkheidl tot wijz'ging van den ligger der wegen en voetpaden. M. a. s. wordt daartoe be- sloten, nadat eerst door dhr. van de Ree gevraagd was, wat het eigenlijkbeteekende en door den voorz. eene verklariDg was gegeven. VIII. Ah stembureau-verkiezing 2e Kamer worden gekozen de hh. Geelhoedt en de Ruijter, en voor den gemeenteraad! de hh. Kraker en Van de Ree. De ove rige leden zijn plaatsvervangers. Tot del verrichtingen der verkiezingen wordteen verordening vastgesteld, waarin de raad-I zaal als stemlokaal wordt aangeduid. IX. M. a. s. wordt besloten B.en W. te machtigen tot den aankoop van slan gen voor de hrandspuit bij de firma Bik kers te Rotterdam, omdat die indertijd ook de spuit geleverd hebben. Da Voorz. zegt verschillende aanbiedingen te hebben J gehad van buiten om de kieslessonaarsl te mogen leveren. Dhr. Van de Ree vraagt oi ze die hier j ook niet kunnen maken. De Voorzitter meent -lat de speciali-1 teiten die zich voor het maken van stern j lessenaars aangemeld hebben daarin ber.or kunnen voorzien en ze daar ook wel niet duurder dan dat ze hier gemaakt worden zuilen uitkomen. M. a. s. wordt besloten de zorg daar voor aan B. en W. over te laten. X Wordt besloten een ijzeren luistoel aan t,e schaffen voor 140.— XI. De Voorzitter doet het voorsta» om een adrea door den Raad naar den I Inspecteur der posterijen te richten, ver zoekende eene verandering van den bode- loop op Zaamslag te brengen, en wel zoodanig dat oer. naar Axel en een naar Terneuzen loopt. De voorzitter zegt dat dan een snellere bestelling zou kunnefl

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1897 | | pagina 2