Gemengd Nieuws
denken verworven inzicht wre, liefst in
alle sociale en pditieko vraagstukken.
Dat blijft de schrijver zelfbedrog noemen,
en programma's, die van dit zelfbedrog
de vrucht zijn, verwent hij als een
blague.
Dan gaat Spectator in dezen geest
verder
Er zijn tientallen van mannen in ons land-
die een program als van de Liberale Unie (ik zeg
niet dat, maar een even uitvoerig] kunnen on,
derschrijven, omdat zij over al die pjinten hebben
nagedacht. De hoofdbestuurders der Liberale
Unie plegen zeker geen zelfbedrog, wanneer zij
hun eigen program onderschrijven. Maar zij staan
in ontwikkeling te dezer zake verre boven de
meesten, ook der oude kiezers. En juist daarom
past niet voor genen wat hun eerlijke overtuiging
Men kan zeggen dat niettemin dit program
de juiste formule der vooruitstrevendheid is,
dan antwoord ik dat die formule niet door de
meerderheid is gevonden, niet door haar wordt
begrepen en door haar alleen in vertrouwen op
de politieke rechtzinnigheid der leiders wordt
onderschreven.
Aangenomen dat de meeste „voorultstrevenden"
dus op gezag de formule onderschrijven, dan kan
hun later blijken dat die formule tot heel wat
anders bond dan zij er in hadden gelezen.
Men heeft niet ingezien dat. zal het program
ma in waarheid weergeven wat het gros der ge
lijkgezinde kiezers voelt en denkt, dit program
even vaag en flauwbelijnd als dat denken en voelen
zelf zijn moet, allermeest waar het nieuwe pro
blemen geldt.
En eindelijk wijst de schrijver op het gevaar,
dat de candidaat zich door te uitvoerige stembus-
beloften feitelijk tot iets als een lasthebber ver
lagen gaatgevaar dat dreigt, zoodra men van
hem ae stellige verklaring vordert, dat hij uit
volle overtuiging instemt met heel een lange en
gedetailleerde verlanglijst.
Bij den wetgevenden arbeid moet de regeering
overleg plegen met de afgevaardigden. Men kan
ook zeggen dat de afgevaardigden overleg moeten
plegen met de regeering. Overleg sluit in zich
ae mogelijkheid van geven en nemen, de vatbaar
heid voor overtuigd worden, het aanvaarden van
het mindere, waar het meerdere voorshands on
bereikbaar is. N. R. Ct.
LANDBOUW.
gemeld, een adres ingediend, waarin den
raad verzocht wordt geen subsidie te ver-
leenen.
Van de zes gemeenteraadsleden, die
aan do behandeling deelnamen wegens
familiebetrekking tot den aanvrager moest
de heer Seycllitz zich onthouden ver
klaarde zich 'de heer van Deinse pertinent
tegen het verleenen van subsidie. De
heer Hoiribach vond f 500 genoeg en dan
nog onder voorwaarde, dat vooibij Terhole
de lijn anders werd gelegd dan volgens
het plan en dit wegens bet groote gevaar
voor rij en voertuigen, terwijl de heer
Lev. v. Waesberghe niet meer dan f 400
wilde toestaan De overige leden, zijnde
de heeren F. v. Waesberghe, burgemeester,
Vogelvanger en Wouters, verklaarden er
zich voor. Daat de stemmen staakteo, 3
tegen 3 werd een beslissing veidaagd.
M Ct. I
Gisteren omstreeks 5 ure speelden
eenige kinderen nabij Schapenbout op de
booten welke aldaar in de pas uitgegraven
en verbreede leiding van den Buthpolder
liggen. Een der kleinen, J. d. F. 6en
jongetje van omstreeks 10 jaar wilde op
een andbre boot overspiingen en geraakte
daarbij te water. De andere kinderen
liepen verschrikt weg en riepen luidkeels
oru hulp. Deze kwam ongelukkig te laat,
het ventje was verdronken. Zjjn lijkje
werd naderhand opgevischt.
Rechtszaken.
Zitting 30 Maart 1897.
J. L. B., 20 jaar oud, arbeider te Koewacht
is wegens mishandeling veroordeeld tot 7 dagen
gevang.
J. de W., 17 jaar oud, landbouwersknecht te
Hontenisse is wegens diefstal veroordeeld tot 3
maanden gevang.
C. L. J., 26 jaar ond, kleermaker te Clinge is
wegens diefstal vrijgesproken.
te 's Gravenhage is een brochure ver
schenen Zelfbedrog en kiesbevoegd
heid. Een woord aan liberale kiezers
door Spectator.
In zijn inleiding betoogt de schrijver,
dat de pers wel belangstelling in de pu
blieke zaak heeft weten te wekken, doch
de massa der menschen met niet dan
zeer vage moties omtrent de verschillende
quaesties heefl toegerust. De zooge
naamde «politieke overtuigingc van de
meesten is geen eigenlijk-gezegde over
tuiging, op onderzoek van feiten en
beginselen gebaseerd oppervlakkige re
deneeringen in politieke organen worden
door het .gros^der lezers zonder kritiek
geslikt en versterken door haar stelligen
toon die lezers in het denkbeeld, dat
daarmee hel laatste wooid over zoo'n
quaestie gezegd is. Deze oppervlakkig
heid der massa komt volgens Spec
tator te meer uit en is des te be
denkelijker, waar nieuwe, grootendeels
nog onopgeloste sociale problemen aan de
orde gesteld worden ernstige wetenschap
pelijke mannen van alle staatkundige
partijen erkennen immers de onmisbaar
heid van «ploeteren en zoeken*, waar
het geldt den te volgen weg vast te stel
len.
De schrijver verklaart^ ver volgens dat
het hervormingsprogram en het urgen
tieprogram der Liberale Unie zijn sym
pathie niet hebbeD. De reden daarvan
ligt in het voorafgaande,
Men heeft, toen het om de samenstel
ling dezer programma's ging, willen pre
ciseeren, en dat heett men gedaan.
„Men'' dat is bet verbond van kies
vereenigicgen de Liberale Unie. Haar
geschiedenis laat Spectator rusten. Hij
herinnert daaruit alleen dat, toen de ver
kiezingen van '94 anders waren uitge
vallen dan de Unie mannen gehoopt had
den, men begreep de scheiding, door de
kieswet-quaestie in de party veroorzaakt,
te moeten accentueeren. Men wilde
duidelijk zeggen waar het om ging, en
in een kleine bende eendrachtig vooi uit
streven. Waar het om ging, dat werd
belichaamd in de motie die op de zomer
vergadering van van '95 aangenomen werd
Zij was gesteld op het bestuur, voorat
besproken in de aangesloten vereenigin-
gen, en toen die uitspraak dus door een
groote meerderheid gedaan werd, had
men daarin de politieke overtuiging dei-
meerderheid van die vereenigingen.
Doch nu komt de schrijver terug op
wat hij boven over die politieke over
tuiging der kiezers gezegd heeft. Zoo'n
motie als de politieke overtuiging van de
leden voor te stellen is een frase.
Dat de motie weergaf het inzicht van
zijn meerderheid, acht Spectator vast
staande. Maar zoodra de kiesvereenigingen
daarmee in kennis gesteld worden, om
te beslissen hoe er namens haar over zal
worden gestemd, begint de goedmoedige
blague. Komen haar leden van gemeen
schappelijke „politieke overtuiging" sa
men, wat zullen zij er dan veel van zeg
gen? Wie aanmerkingen maakt, laadt
een schijntje van betweterij tegenover
de vroede mannen van het hoofdbestuur
op zich. Wanneer men een Durchscbnitt-
lid vaD zoo'n kiesvereeniging, die voor
de motie zal stemmen, nu eens vraagt
u eenvoudig, beredeneerd te zeggen, waar
het iom gaat en]* waarom de motie zóó
luidt en niet anders wacht dan
zijn antwoord eens at.
Daarom is het een fraso, dat die mo
tie de poiitiekeoverfuiging der leden kon
aangeven. Ware de motie ande'S be
doeld, auders gesteld en toegelicht, dan
zou zij evengoed door de meerderheid zijn
aanvaard.
De schrijver bedoelt niet dat men maar
blindelings alles heeft goedgevonden doch
vermoedelijk heeft men in hoofdzaak al
leen gevat, dat de motie uitspreektwij
willen vooruitstrevend zijn. En nu vraagt
Spectator, wat het beteekeDtals een wil
lekeurig liberaal kiezer zegtik wil voor
uitstrevend zijn. Dat wil zeggeQik
wil ee i ige politieke en sociale vraagstuk
ken waarvan ik aaid en omvang niet
ken opgelost zienin zekere richting,
waarvoor ik iui.het algemeeD iets voel
omdat ik haar steeds in mijn couranten
hoor aanprijzen als beter, d. i. doel'ref-
fender, ruimer, billijker, edelmoediger.
Van groote woorden ontdaaD, komt daar
de vooruitstreverij van de meerderheid
der geavanceerden op neer.
De geschiedenis der programma's loopt
evenwijdig met die der irmtie, waarvan
zij tot op zekere hoogte de conspquentie
waren. De leden von het hoofdbestuur,
die zich op de hoogte hebben gesteld en
gehouden van de verschillende sociale
vraagstukken hebben zich afgevraagd wat
nu en later zou moeten worden ter hand
genomen van de maatschappelijke quaes
ties, en als compromis, als tiansactie van
hun wel niet steeds eensgezinde meening
over de meest gewenschte oplossingen
zijn concepten van programma's vastge
steld, in stellige, ongedetailleerde uitspra
ken. Daaraan mag zeker waarde worden
gehecht-meent Spectator. Maar daarna
begint z. i. weer de blague. Wat de
Dieuwe kiezers betreft de programma's
z\j i buiten hen om vastgesteld, en on
derschrijven zij ze toch, dan staat men
voor het feit dat werklieden „met volle
overtuiging vorklaren" wat naar hun
meening in de eerstvolgende periode de
taak van regeeringen volksvertegenwoor
diging is, en vooits zich uitlaten over
da richting oer oplossing van quaesties
die zij gisteren wellicht alleen bij name
kenden.
En de oude kiezers, leden der aange
sloten vereenigingen bedenk dat hun
voorgelegd is een stuk, waarin legisla
tieve arbeid voor tientallen jaren was
aangekondigd, waarin allerlei oude en
nieuwe vraagstukken genoemd werden,
waarin gezegd werd wat de vooruitstre
vende mensch van die vraagstukken en
hun oplossing te denken heeft, waarin
staatsrecht en staathuishoudkunde, beide
in vooruitstrevonden geest, onafgebroken
aan het woord zijn. En denk n, nu zoo'n
„aangesloten" lid, die van het bestuur
zijner vereenigicg de twee concepten
thuis krijgt om zich daarover een oordeel
te vormen en dat oordeel ter aanstaande
vergadering met dat zijner mede-leden te
doen wegen
Nu werden die concepten in sommige
vereenigingen wel op een avond uitge
legd, maar ua een paar maanden zullen
de meeste leden zich toch moeten afvra
gen «Hoe was 'took weer?"
Ir. elk geval zijn de ontwerpen echter
besproken in de vergaderingen, en men
heeft daarover opmerkingen meegedeeld
aan het hoofdbestuur, dat er zijn nut
mee deed. Die opmerkingen kwamen
echter van enkele personen in den lande,
leiders in eigen, engen kring, die van
sommige punten studie gemaakt ha Iden
eu tot andere conclusies waren gekomen,
conclusies waai over zij in de vergadering
hunner kiesvereeniging raededeeling de
den, die ze dan als haar bedenking aan
het hoofdbestuur zond of niet. Dit alles
raakt echter niet de groote meerderheid
der kiezers, namens wie deze program
ma's heeten te spreken.
De schrijver neemt aan dat de meest
politiekoufwikkelden van elke vereeniging
ter algemeene vergadering werden afge
zonden. Doch zij waren lasthebbers van
de groote meerderheid hunner vereeniging,
en van ter vergadering overtuigd worden,
voorzoover het hoofdzaken gold, mocht
voor hen geen sprake zijn.
En jaist daarom-zegt de schrijver
schijnt mij dat laatste debat, dat gemeen
overleg ter definitieve vaststelling, die
sanctie namens heD, die als onbevoegde
leeken over het meerendeel der quaesties
hadden geoordeeld, weinig meer dan een
blague, een zelfbedrog, een fraaie ver
tooning zonder reëelen achtergrond.
In het laatste deel van zijn betoog ver
klaart .Spectator dat hij niet het bestaan
eenei politieke overtuiging bij de meei-
derheid Ier kiezers ontkent, maar dat hij
ze eenvoudig als een vage notie, een
geesiesinricbting, een voorliefde, een op
vatting beschouwt. En die opvatting
moet zich wel degelijk uitspreken, voor
al bij de stembus. Zij moet zich echter
niet plaatsen op een voetstuk en gaan
do6D alsof zy een door studie en rijp na-
Vrijdag werd te Zevenbergen een tal
rijk bezochte vergadering van bieten ver
bouwers gehouden, bijeengeroepen door
bet bestuur der landbouwvereeniging
ZevenbergscheD Hoek, ter bespreking der
bietenkwestie. De voorzitter bewees door
cijfers, dat bq de tegenwoordige prijzen
en voorwaarden geen enkele landbouwer
in staat is met hoop op eenig geldelijk
voordeel bieten te verbouwen. De voor
waarden moeten in elk geval worden ge
wijzigd, en dientengevolge besloot de ver
gadering het bestuur te machtigen in
onderhandeling te treden met de fabri
kanten, en tevens een prijs van ƒ9.50
per 1000 kg. 70or franco levering fabriek
te vragen.
Staande de vergadering meldden zich
op voorstel van den Vooizitter, een 46-tal
landbouwers aao, die lid wenschten te
worden van le te Wageningen geves
tigde Vereeniging van landbouwers die
suikerbieten verbouwen.
AVEL, den 30 Maart 1897.
Door het Provinciaal Kerkbestuur
van Zeeland is aan den he9r C, P. Buijze
predikant te Hulst, na bijna twee-en-
veertigjarigen Evangeliedienst op zyn ver
zoek eervol emeritaat, verleend tegen 1
Juli e. k.
- In een Zaterdag expresselijk daar
voor belegde vergadering werd door den
raad van Hulst behandeld de subsidie
aanvraag voor de aan te leggen stoom
tramlijn Hulst—Walsoorden, waarvan
concessionaris is de heer A. van den
Broeck te St. Nicolaas.
Der gemeente werd een subsidie ge
vraagd van f600 'sjaars gedurende tien
jaren, en zoo de lijn minder opbrengt dan
f2400 pei K.M., nog gedurende tien jaar
de helft dier som.
Door ruim 100 burgers was, zooals
Te Reischenberg in Boheme heett de
terechtstelling plaats gehad van den moor
denaar eener oude vrouw. Het was een
weerzinwekkend tooneel. Toen hg het
schavot in 't oog kreeg riep hij «Nu
gaat August er om koud en terwijl hij
gebiindoekt werd, begon hg opnieuw
Grüss Gott Allen mit einander. hoch
lebe De rest werd door tromge
roffel overstemd.
De Parijsche correspondent van de N.
R. Crt vestigt de aandacht op de gedenk
schriften van Goron, den vongen dag
van den Parijschen veiligheidsdienst, die
in het Journal verschijnen. Goron is fn
zijn vak een voorstander gewordrn van
de afschaffing der doodstraf. Hij herin
nert aan wat er gebeurde by do onthoof
ding van twee moordenaars, die dadelijk
na elkander onder bet mes dor guillotine
werden gelegd De geestelijke ging voor
den man staan die als tweede aan de
beurt zou komen, om het gezicht van
de onthalzing van zijn makker te bespa-
;en maar de moordenaar liet geergerd
de historisch geworden jjwoorden hooien
Ote-toi de ld, abbé, je veux voir! «Ga
toch opzij, mijnheer de abbéik wil ook
zien."
Goron zegt dat de doodstraf hem per
soonlijk altijd een walg is geweest, maar
om die reden zou bij geen tegenstander
er van zijn, als zijn langdurige praktijk
hem slechts geleerd had. dat de straf be
antwoordt aan het doel van hare instar.d
houding: het afschrikkend voorbeeld.
Maar juist dat ontkent hij ten stelligste
èn op grond van de in zijne betrekking
opgedane ervaring èn met een beroep op
de les, welke hij in dit opzicht geeft van
de criminaliteit buiten Frankrijk in ver-,
band met het al dan niet bestaan der]
doodstraf. Hierop zegt Goron later te
zullen teiugkomen wal de eigen onder
vinding betrelt_ schrijft hij «Ik ben
acht jaar chef van den veiligheidsdienst